Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Gijs van Dijk, Nijboer, Thijssen en Kröger over de rode loper voor datacenter Zeewolde
Vragen van de leden Gijs van Dijk, Nijboer, Thijssen (allen PvdA) en Kröger (GroenLinks) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de rode loper voor datacenter Zeewolde (ingezonden 9 december 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening), mede namens
de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister voor Klimaat en Energie
(ontvangen 16 februari 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met de artikelen «Rode loper voor datacenter Facebook, Zeewolde wuift
groene bezwaren weg»1 en «Het Rijk regelde onder druk van Facebook voorrang op het stroomnet»?2
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Klopt het dat uw ministerie, net zoals bij het datacenter in de Wieringermeer, een
actieve rol heeft gespeeld bij het binnenhalen van het datacenter van Facebook? Hoe
zag die actieve rol eruit?
Antwoord 2
De Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA), een uitvoeringsorganisatie van EZK,
is verantwoordelijk voor het aantrekken van buitenlandse bedrijven naar Nederland.
De NFIA heeft Meta niet actief aangetrokken naar Nederland. In maart 2019 is NFIA
door Meta zelf benaderd voor een verkenning van een geschikte datacenter locatie in
Nederland. Uit de verkenning van NFIA onder de regionale acquisitiepartners volgde
in eerste instantie dat er geen locatie was die voldeed aan de door het bedrijf genoemde
criteria. Later in het proces (eind 2019) heeft Meta zelf de gemeente Zeewolde benaderd.
Na de locatiekeuze voor Zeewolde werd de NFIA vanaf begin 2020 op verzoek van Meta
en de decentrale overheden weer bij het project betrokken om vanuit haar rol als eerste
aanspreekpunt bij de rijksoverheid voor buitenlandse bedrijven het contact te leggen
met de juiste partijen binnen de rijksoverheid voor specifieke vragen, bijvoorbeeld
met het Ministerie van EZK over de elektriciteitsaansluiting. Verder is gedurende
het traject de NFIA op de hoogte gehouden van de voortgang van het proces door Meta
en regionale partijen.
Vraag 3
Klopt het dat het Ministerie van Algemene Zaken heeft aangespoord tot snelheid in
het proces? Welke rol heeft het Ministerie van Algemene Zaken gehad rondom het datacenter
van Facebook in Zeewolde?3
Antwoord 3
In het belang van de Nederlandse economie en de werkgelegenheid heeft het Ministerie
van Algemene Zaken een rol in het aantrekken van buitenlandse investeringen en werkgelegenheid.
Het Ministerie van Algemene Zaken onderneemt in dat licht geregeld internationale
reizen onder meer gericht op het bevorderen van handel en investeringen en heeft daarnaast
geregeld contact met bedrijven, zo ook met Meta.
In het geval van Meta is er contact geweest tussen het Ministerie van Algemene Zaken
en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat waarin gewezen is op het belang
van snelheid in het proces en is geïnformeerd naar de voortgang. Dit contact was erop
gericht om informatie te krijgen of de door Meta gewenste wijze van aansluiting op
het hoogspanningsnet zou passen binnen de kaders van de Elektriciteitswet, dit was
immers van belang voor netbeheerders en Meta voor het verdere proces.
Vraag 4
Kunt u toelichten wat uw voorganger precies heeft gedaan aangaande het leveren van
de genoemde voorrang op het hoogspanningsnet? Welke bevoegdheden heeft u om voorrang
te geven aan bedrijven op het hoogspanningsnet?
Antwoord 4
Er is geen sprake van «voorrang» voor aansluiting van Meta op het hoogspanningsnet.
Dit is een misvatting, zoals ook aangegeven door de Minister van Economische Zaken
en Klimaat in het Vragenuur van 7 december 2021.
Op het moment dat Meta zich bij mijn ministerie meldde, had Meta reeds een aansluitverzoek
bij TenneT4 ingediend. Haar recht op aansluiting en positie in een eventuele wachtrij van beoogd
aangeslotenen, lag toen reeds vast. Overigens was er op deze plek geen sprake van
een wachtrij van aangeslotenen, en is Meta de enige partij die om aansluiting heeft
verzocht. Zoals blijkt uit de openbaar gemaakte stukken (zie nummer 9, notitie «Aansluitproblematiek
datacentrum «Tulip», van 13 mei 2020), waren de discussies tussen TenneT en Meta over de wijze van aansluiting van het datacenter vastgelopen. Het ging dus niet om de vraag of Meta recht had op
een aansluiting of de prioritering daarvan. Het wettelijk kader bepaalt namelijk dat
elke partij in Nederland recht heeft op een aansluiting op het elektriciteitsnet.
TenneT had in reactie op het aansluitverzoek van Meta voorgesteld om aan te sluiten
op een bestaand onderstation op 5 kilometer afstand van het beoogde datacenter. Meta
stelde voor om aansluiting plaats te laten vinden op een door haar nieuw te bouwen
transformatorstation, nabij het beoogde datacenter, en op een plek waar een bestaande
hoogspanningsverbinding al loopt. Dit is een ongebruikelijke manier van aansluiting.
Meta en TenneT werden het op dit punt niet eens. Elk van de partijen vroeg aan het
ministerie of een dergelijke manier van netuitbreiding en aansluiting paste binnen
het wettelijke kader in de Elektriciteitswet 1998. Het ministerie heeft hier onderzoek
naar gedaan en geconcludeerd dat het wettelijk kader zich niet verzet tegen een dergelijke
wijze van aansluiting. Hiervoor is ook advies ingewonnen bij de Landsadvocaat. Ook
is gevraagd aan provincie en gemeente om nogmaals per brief hun standpunt over vestiging
aan de Minister te bevestigen. Tenslotte heeft mijn voorganger een brief aan TenneT
(en Liander) gestuurd ter bevestiging dat deze aanpak juridisch toegestaan is en het
verzoek om aan TenneT (en Liander) om de samenwerking aan te gaan met het bedrijf
en om zich in te spannen de bouw van het onderstation en de aansluiting van het bedrijf
te realiseren.
Naast het juridische aspect, is van het begin af aan aandacht geweest voor de kostenverdeling
van een dergelijke aanpak. Zoals eveneens uit de openbaar gemaakte stukken blijkt,
is vanaf het begin de voorwaarde gesteld dat Meta «de kosten voor de aansluiting en
het nieuwe onderstation» voor haar rekening zou nemen. Voor de helderheid: het nieuwe
onderstation wordt na haar constructie om niet overgedragen aan TenneT en onderdeel
van het hoogspanningsnet van TenneT. Normaliter worden de kosten van een onderstation
dat onderdeel is van het hoogspanningsnet gesocialiseerd via de transporttarieven
van alle gebruikers, maar in dit geval betaalt alleen Meta. Dit staat vervolgens niet
in de weg aan aansluiting van andere partijen op het desbetreffende onderstation in
de toekomst.
Vraag 5
Bent u van mening dat een nieuw datacenter van Facebook van enorm strategisch belang
is voor de Nederlandse economie?
Antwoord 5
Rond Amsterdam zitten veel co-locatie (of multi-tenant) datacenters met zeer snelle
onderlinge verbindingen. Dit zorgt voor zogeheten hyperconnectiviteit tussen deze
datacenters. Op dit moment hebben maar vijf steden in Europa5, waaronder Amsterdam, de unieke vestigingsvoorwaarden voor (hyperconnectiviteit)datacenters.
Dit is dus bijzonder en speelt een belangrijke faciliterende rol voor de Nederlandse
maar ook de Europese digitale economie. Deze hyperconnectiviteit rond Amsterdam draagt
bij aan een zeer gunstig vestigingsklimaat voor co-locatie datacenters en bepaalde
dienstverlening waarvoor hyperconnectiviteit een vereiste is en vertegenwoordigt in
die zin strategische waarde.
Hyperscale datacenters, zoals het voorgestelde datacenter van Meta, zijn voor de kwaliteit
van hun dienstverlening niet genoodzaakt om zich te vestigen in een regio met hyperconnectiviteit,
internationale ontsluiting vindt plaats via eigen connecties met hyperconnectiviteitsclusters.
Dit betekent dat de locatie waar het hyperscale datacenter is gevestigd vanuit het
perspectief van de gebruiker weinig uitmaakt. Omdat hyperscale datacenters niet bijdragen
aan deze hyperconnectiviteit en primair worden gebruikt voor het opslaan van data
of het verlenen van specifieke dienstverlening voor de internationale markt, kan worden
gesteld dat de (in)directe regionale en nationale meerwaarde voor de Nederlandse digitalisering
en digitale infrastructuur lager is dan bij co-locatie datacenters.
Dit heeft tot gevolg dat hyperscale datacenters weinig tot niet bijdragen aan het
in stand houden van of uitbreiden van de in Nederland bestaande hyperconnectiviteitsclusters,
een belangrijk onderdeel van de kwaliteit van de Nederlandse digitale infrastructuur.
Ook faciliteren co-locatie datacenters meer dan hyperscale datacenters regionale partijen
in hun digitaliseringsbehoefte, omdat hyperscale datacenters primair worden gebruikt
voor het opslaan van data of het verlenen van dienstverlening voor de internationale
markt. Dit betekent dat de vestiging van hyperscale datacenters, zoals het voorgestelde
datacenter van Meta, een relatief beperkte invloed heeft op de internationale concurrentiekracht
van Nederland en de digitale infrastructuur.
Vraag 6
Welke consequenties heeft deze voorrang op het hoogspanningsnet mogelijk voor andere
bedrijven of nieuwe woningen? Welke nieuwe woningen, scholen of bedrijven zijn hierdoor
niet of pas veel later aangesloten op het hoogspanningsnet?
Antwoord 6
Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 4.
Vraag 7
Op welke manieren heeft u Meta/Facebook nog meer gefaciliteerd? Kunt u daarbij inzage
geven in uw contacten en die van uw ministerie met Meta/Facebook, lobbyorganisaties
of organisaties die namens Meta/Facebook hebben gehandeld? Kunt u ook alle in- en
uitgaande correspondentie met Meta/Facebook, lobbyorganisaties of organisaties die
namens Meta/Facebook hebben gehandeld vanuit de Ministeries van Economische Zaken
en Klimaat, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Algemene Zaken naar de Kamer
sturen?
Antwoord 7
Zie het antwoord onder vraag 3 hierboven, en de antwoorden op vraag 10 en 11 van het
lid Leijten (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1726). Er is op verschillende momenten en verschillende niveaus contact geweest tussen
de ministeries, decentrale overheden en Meta/Facebook. Wij hebben de belangrijkste
momenten in deze antwoorden opgesomd. Verder verwijs ik u naar de geopenbaarde stukken
in het kader van het besluit op het Wob-verzoek over datacenters. En verwijs ik u
naar de antwoorden die de Minister van EZK heeft gegeven in het Vragenuur van dinsdag
7 december.
Vraag 8
Hoe kan het zo zijn dat het datacenter van Facebook toch op een plek komt die niet
past in de voorkeurslocatie van dit kabinet? Bent u hierdoor door Facebook ook actief
op belobbyd?
Antwoord 8
In de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) staan voorkeursrichtingen opgenomen over de
vestiging van o.a. hyperscale datacenters. Conform de Omgevingswet heeft de NOVI geen
juridisch bindende doorwerking naar decentrale overheden. Ook staat in de NOVI opgenomen
dat decentrale overheden uiteindelijk de afweging maken. Kortom; decentrale overheden
hebben afwegingsruimte om hier zelf nadere invulling aan te geven en hiervan af te
wijken.
Facebook heeft hier verder geen rol in gespeeld, de rijksoverheid gaat immers uiteindelijk
ook niet over de ruimtelijke plannen en de locatiekeuze over dit datacenter.
Vraag 9
Wat heeft u gedaan met de kritische opmerkingen over datacenters vanuit uw ministerie?
Welke rol hebben deze kritische opmerkingen gehad op de besluitvorming rondom de komst
van het datacenter Facebook?
Antwoord 9
De Minister van EZK heeft zich destijds alleen gericht op de vraag of een bijzondere
wijze van aansluiting past binnen het wettelijke kader, en geconcludeerd dat dit het
geval is. Dit is toegelicht door de Minister van Economische Zaken en Klimaat in het
Vragenuur van 7 december 2021. Zoals te lezen valt in de stukken van het WOB-verzoek,
staan er zowel voor- als nadelen beschreven in de nota’s. Ook hebben de provincie
en gemeente op zijn verzoek nogmaals hun standpunt over vestiging per brief aan de
Minister kenbaar gemaakt.
Zie verder ook het antwoord onder vraag 6 van het lid Van Dijk (Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2021–2022, nr. 1728).
Vraag 10
Klopt het dat er ook bij dit datacenter opnieuw grote vragen bestaan over het stroom-
en waterverbruik en de restwarmte?
Antwoord 10
De plannen hierover worden door Zeewolde nog nader uitgewerkt.
Vraag 11
Is er inmiddels duidelijkheid voor de benutting van de restwarmte van dit datacenter?
Antwoord 11
De gemeente Zeewolde geeft aan dat de benutting van restwarmte realistisch is. Zie
verder het antwoord onder vraag 10.
Vraag 12
Heeft Facebook inmiddels al zekerheid gegeven wat zij met de restwarmte van het datacenter
gaat doen?
Antwoord 12
Voor de benutting van restwarmte is er onder meer een warmtenet nodig, zijn er voldoende
afnemers nodig, en is er een haalbare businesscase voor een warmtebedrijf nodig om
de restwarmte af te nemen. Zie verder het antwoord onder vraag 10.
Vraag 13
Kunt u aangeven hoeveel stroom het datacenter gaat verbruiken en hoeveel daarvan duurzaam,
door bestaande wind- zonneparken, opgewekte energie is? Klopt het dat dit datacenter
net zoveel stroom gaat gebruikt als de stad Amsterdam?
Antwoord 13
Zie het antwoord onder vraag 7 van de beantwoording van de Kamervragen van de leden
Erkens en Rajkowski (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1725).
Vraag 14
In hoeverre maken deze hyperscale datacenters het voor Nederland lastig om de productiedoelstelling
voor duurzame energie te halen?
Vraag 15
Hoeveel extra wind- en zonneparken moeten er aan worden gelegd voor het datacenter
Facebook in Zeewolde?
Antwoord 14 en 15
In algemene zin kan gesteld worden dat naarmate het energieverbruik in Nederland toeneemt,
de opgave groter wordt voor het behalen van de Nederlandse doelstellingen op het gebied
van duurzame energieopwekking.
Ten tijde van het Klimaatakkoord was er nog geen duidelijk beeld over de extra vraag
voor datacenters en industrie in 2030. Deze wordt door de Stuurgroep Extra Opgave
inmiddels ingeschat op 15–45 TWh bovenop het Klimaatakkoord, waarvan 5–15 TWh voor
datacenters6. De Stuurgroep adviseert deze extra vraag op te wekken met extra wind op zee. In
lijn met de moties Boucke c.s.7 wordt ingezet op het mogelijk maken van 10 GW aan extra wind op zee tot rond 2030.
Een volgend kabinet zal besluiten over de precieze omvang van de opgave. Het kabinet
werkt conform de motie Boucke (Kamerstuk 35 668, nr. 21) daarom aan 10 GW extra wind op zee in 2030.
Het elektriciteitsverbruik van bijvoorbeeld een datacenter is niet direct te koppelen
aan bijvoorbeeld een te plaatsen hoeveelheid windmolens. Een datacenter krijgt immers
ook elektriciteit als het niet waait. Maar voor de vergelijking verhoudt de 1,38 TWh
die het datacenter in de eindsituatie verbruikt, zich tot de elektriciteitsproductie
van zo’n 20–25 zeeturbines met een vermogen van 12–15 MW (uitgaande van 4.500 vollasturen).
Vraag 16
Wat is de reden dat Facebook niet zelf zonnepanelen op het dak van haar datacenter
neerlegt? Hoeveel duurzame energie zou dit opleveren?
Antwoord 16
Uit opgave van het bedrijf zelf in het milieueffectrapport zouden de mogelijkheden
van eigen energie-opwek, bijvoorbeeld door zon op gevel en dak beperkt zijn door ruimtegebrek
op daken, het beschikbaar moeten blijven van open grond voor de bouwfase en problemen
met de brandveiligheid. TNO heeft in het kader van het advies van het College van
Rijksadviseurs over dit datacenter, onderzocht wat de opbrengst kan zijn van toepassing
van zon-pv op daken, gevels en het terrein en geeft aan dat dit gaat om 50,84 GWh
per jaar in totaal.8
Vraag 17 en 18
Klopt het dat voor het datacenter in Zeewolde 34 dieselaggregaten als noodstroomvoorziening
noodzakelijk zijn? Hoe vaak moeten deze dieselaggregaten proefdraaien? Hoeveel CO2 stoten deze dieselaggregaten dan uit tijdens dit proefdraaien? Wat is de CO2-uitstoot van deze dieselaggregaten? Hoeveel extra CO2-emissierechten dienen hiervoor aangeschaft te worden?
Gaat er voor deze dieselaggregaten ook een dieselmeer worden aangelegd? Zo ja, van
hoeveel liter? Hoe is de veiligheid, zoals het tegengaan van lekkages, geborgd?
Antwoord 17 en 18
Uit het milieueffect-rapport valt op te maken dat het datacenter beschikt over 34 noodaggregaten
en een hiermee verband houdende opslag van dieselbrandstof. Bij de voorgenomen inrichting
is er sprake van een mogelijkheid tot opslag van in totaal 777,08 ton diesel. Details
over proefdraaien, belasting en uitstoot zijn mij niet bekend. Bij datacenters is
maandelijks testen van de noodstroomvoorziening gangbaar.
Vraag 19
Kunt u aangeven hoeveel duurzame banen (directe en indirecte werkgelegenheid) dit
datacenter oplevert?
Antwoord 19
Het is niet eenduidig te zeggen hoeveel structurele werkgelegenheid dit hyperscale
datacenter uiteindelijk zal opleveren. Een grove indicatie op basis van openbare gegevens
van bedrijven met een hyperscale datacenter in Nederland geeft aan dat de drie thans
in Nederland gevestigde hyperscale datacenters gemiddeld circa 6 tot 8 structurele
directe banen per hectare verschaffen. Daarnaast voorzien datacenters ook in indirecte
structurele werkgelegenheid in de dienstensector van de regio. Deze inschatting is
gebaseerd op informatie die op dit moment bekend is en geeft geen sluitend of definitief
beeld van de toegevoegde structurele werkgelegenheid. Wat betreft de mogelijke vestiging
van het datacenter van Meta in Zeewolde, geeft de gemeente aan dat na afronding van
de bouw 410 banen voor langere periode worden gerealiseerd.9
Vraag 20
Deelt u de mening dat de komst een enorme impact heeft voor het hele land en dat om
die reden een beslissing over de komst van datacenters op nationaal niveau genomen
zou moeten worden?
Antwoord 20
De impact wisselt per datacenter. Het is van belang dat er op een zorgvuldige wijze
wordt omgegaan met de vestiging van datacenters, in het bijzonder van hyperscale datacenters.
Op basis van het stelsel van de ruimtelijke ordening zijn gemeenten momenteel bevoegd
gezag om die beslissing te maken. In lijn met het coalitieakkoord zal dit kabinet
zich buigen over de landelijke regie en de toelatingscriteria ten aanzien van (hyperscale)
datacenters.
Vraag 21
Wanneer komt u met de eerdere toegezegde landelijke datacenterstrategie? Kan deze
landelijke datacenterstrategie nog invloed hebben op de besluitvorming van het datacenter
in Zeewolde?
Antwoord 21
In lijn met het coalitieakkoord zal dit kabinet zich buigen over de landelijke regie
en de toelatingscriteria ten aanzien van (hyperscale) datacenters. De Minister van
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zal u hier binnenkort over informeren.
Vraag 22
Bent u bereid ervoor zorg te dragen dat het Rijksvastgoedbedrijf geen grond verkoopt
voor de bouw van datacenters zolang er geen landelijke datacenterstrategie is?
Antwoord 22
Op dit moment is het proces als volgt. Volgens het stelsel van de ruimtelijke ordening
zijn gemeenten verantwoordelijk voor het vaststellen van de bestemming van gronden
in de betreffende gemeente, ook wanneer het rijksgronden betreft. Het Rijksvastgoedbedrijf
heeft beleid voor het verkopen van grond, dit is een privaatrechtelijke handeling.
Overwegingen in dit beleid zijn bijvoorbeeld het door verkoop van grond kunnen bijdragen
aan nationale opgaven zoals bijvoorbeeld wonen of energie. Een reden voor verkoop
van agrarische gronden kan onder andere een bestemmingsplan(wijziging) zijn (Kamerstuk
24 490, nr. 25).
In de casus Zeewolde is naar aanleiding van de bestemmingsplanprocedure de vraag gesteld
over de verkoop van Rijksgronden. De Staatssecretaris van BZK stuurde mede namens
EZK en LNV op 10 augustus een brief aan de gemeente Zeewolde. Hierin staan voorwaarden
voor de verkoop van de Rijksgronden.
Vraag 23
Welke mogelijkheden heeft het ministerie, juridisch of anderszins, om de bouw van
deze datacentrale te stoppen? Welke mogelijkheden heeft de provincie hiervoor?
Antwoord 23
Gelet op het huidige beleid is er vanuit het ruimtelijk instrumentarium uit de Wet
ruimtelijke ordening (Wro) op dit moment geen gelegenheid om de bouw van het datacenter
te stoppen.
Vraag 24
Kunt u nog verder ingaan op de nota van begin 2021 waarin uw voorganger wordt opgeroepen
lastige vragen uit de weg gaan en bewust inhoudsloze informatie te verstrekken om
inhoudelijke discussies te ontwijken?
Antwoord 24
Ik ga ervan uit dat uw Kamer doelt op de openbaar gemaakte nota «beleidsbrief datacenters»
(11 januari 2021, nr. 19 van de inventarislijst van openbaar gemaakte stukken). Een
oproep om bewust gebrekkige informatie te verstrekken is daarin niet opgenomen. De
nota betrof de advisering om middels een Kamerbrief invulling te geven aan een drietal
moties over uiteenlopende aspecten van datacenters in algemene zin. De nota adviseerde
om in afwachting van een lopend onderzoek naar het belang van datacenters voor de
digitalisering vooralsnog geen uitspraak te doen over deze onderwerpen. De beleidsbrief
(Kamerstuk 32 813, nr. 675) die is verstuurd bevatte informatie over het energieverbruik, gebruik van restwarmte
en beleid met betrekking tot de vestiging van datacenters. De nota had geen betrekking
op de eventuele vestiging van het datacenter van Meta in Zeewolde.
Vraag 25
Kunt u deze vragen een voor een en voor 16 december 2021 beantwoorden?
Antwoord 25
Wij hebben uw vragen binnen een zo kort mogelijke termijn beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Mede namens
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie -
Mede namens
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.