Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Gijs van Dijk over de rode loper voor datacenters
Vragen van het lid Gijs van Dijk (PvdA) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de rode loper voor datacenters (ingezonden 17 november 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening), mede namens
de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister voor Klimaat en Energie
(ontvangen 16 februari 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Rode loper uit voor datacentra»?1
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Klopt het dat u actief internationaal beleid voert om grote multinationals, zoals
Facebook, Google en Microsoft naar Nederland te halen? Op welke manier heeft u deze
bedrijven gefaciliteerd?
Antwoord 2
Buitenlandse bedrijven leveren een belangrijke bijdrage aan de ambities van dit kabinet,
bijvoorbeeld in de vorm van werkgelegenheid, innovatie en toegevoegde waarde van onze
economie. Op 17 april 2020 is uw Kamer geïnformeerd over het acquisitiebeleid.2 Daarin is aangegeven dat het kabinet in het acquisitiebeleid sterker wil focussen
op juist die buitenlandse bedrijven die ook bijdragen aan versterking van innovatie-ecosystemen
en de verduurzaming en digitalisering van onze economie.
De Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA), de uitvoeringsorganisatie van EZK
die verantwoordelijk is voor het aantrekken van buitenlandse bedrijven naar Nederland,
geeft invulling aan dit acquisitiebeleid. Dit doet de NFIA door bedrijven te informeren
over het Nederlandse investeringsklimaat en hen te introduceren bij relevante partijen
die hen van informatie kunnen voorzien.3 De NFIA heeft daarbij ook contact met bedrijven als Facebook, Google en Microsoft
over mogelijke investeringen in Nederland. Zo heeft NFIA bijgedragen aan het in 2019
geopende Microsoft kwantum Lab op de TU Delft campus en de vestiging van het Google
datacenter in de Eemshaven in 2016.
Specifiek voor datacenters geldt dat sinds begin 2020 de NFIA deze niet meer actief
naar Nederland acquireert. Dit geldt zowel voor grootschalige (hyperscale) datacenters
als voor andere soorten datacenters.
Vraag 3
Klopt het dat u op basis van door de lobby van datacenters afgegeven rooskleurige
informatie over datacenters uw beleid is gebaseerd voor een actieve acquisitiestrategie
om grootschalige datacenters naar Nederland te halen?
Antwoord 3
Nee, dit klopt niet. Het strategische acquisitiebeleid van ICT-bedrijven, zoals opgenomen
in het plan «the Netherlands: Digital Gateway to Europe»4, was onderdeel van een bredere ambitie om hoofkantoor-, onderzoeks- en innovatieactiviteiten
van buitenlandse bedrijven in Nederland te laten vestigen. Doel hierbij was het kwantitatief
(omzet, aantal bedrijven, werkgelegenheid) en kwalitatief (innovatiekracht, kennis
en kunde) versterken van de Nederlandse ICT-sector en economische (top)sectoren. De
keuze voor sectoren was gebaseerd op een SWOT-analyse van de sterktes en zwaktes van
de Nederlandse ICT-sector en is tot stand gekomen in samenspraak met het (ICT-)bedrijfsleven
en kennisinstellingen. Daarbij was de datasector slechts een van de focusgebieden
uit het plan in 2013; daarnaast waren gaming en cybersecurity als kansrijke sectoren
geïdentificeerd. Verder richtte het plan zich op het aantrekken van buitenlandse ICT-bedrijven
die innovatieve oplossingen bieden voor onze topsectoren (LSH, logistiek, tuinbouw,
media en HTSM). Een belangrijke basis voor deze ambitie was een onderzoek van Roland
Berger uit 20115, waarin werd geconstateerd dat Nederland voordeel zou hebben van het aantrekken van
hoofdkantoor-, onderzoeks- en innovatieactiviteiten van buitenlandse bedrijven. Het
plan liep van 2013 tot 2017 en is daarna aangepast en verlengd van 2018 tot eind 2021.
In dat plan zijn de focusgebieden herijkt met bijvoorbeeld meer aandacht voor opkomende
technologieën als AI en bedrijven die big data toepassingen aanbieden. Ook is ervoor
gekozen om in dat plan nog meer focus te leggen op het aantrekken van hoogwaardige
ICT-activiteiten6. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 is deze opdracht begin 2020 aangepast
en wordt er niet meer actief geacquireerd op datacenters.
Vraag 4
Klopt het verder dat u al in 2019 bekend was met de enorme nadelen van hyperscale
datacenters, zoals problemen met het enorme water- & elektraverbruik en aansluiting
op het stroomnet? Welke maatregelen heeft u vanaf 2019 genomen om deze genoemde problemen
«kritische succesfactoren» serieus te nemen?
Antwoord 4
In 2019 is uw Kamer geïnformeerd over de Ruimtelijke Strategie Datacenters7, die namens de partijen uit de Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS),
waaronder het Rijk, is gepubliceerd. Daarin wordt in het kader van een zorgvuldige
ruimtelijke ordening onder meer gewezen op het belang van een goede afstemming met
het elektriciteitsnetwerk bij de vestiging van datacenters. Vervolgens is de Nationale
Omgevingsvisie gepubliceerd8 die het nationaal ruimtelijk beleid omvat voor een zorgvuldige vestiging van datacenters
en voorkeuren aangeeft voor o.a. de vestiging van hyperscale datacenters.
In de zomer van 2019 hebben de gemeenten Haarlemmermeer en Amsterdam een voorbereidingsbesluit
genomen als aankondiging van nader te bepalen ruimtelijk vestigingsbeleid voor datacenters
in deze gemeenten. Dit was voor het ministerie ook een signaal om het nationale acquisitiebeleid
t.a.v. datacenters te herzien. Begin 2020 is daarom ook de opdracht aan de NFIA aangepast.
In de kamerbrief van maart 2021 over datacenters9 is uw Kamer daarnaast geïnformeerd over bijvoorbeeld de instrumenten en maatregelen
m.b.t. energiebesparing en stimulering van benutting van restwarmte. Ook zijn er diverse
vereisten en procedurele stappen om problemen t.a.v. watergebruik te voorkomen, zoals
de Minister van IenW uiteenzet in de beantwoording van kamervragen over watergebruik
in datacenters van april10. Verder verwijs ik ook naar de antwoorden onder vraag 11.
Vraag 5
Kunt u een overzicht geven van al uw contacten met bedrijven zoals Microsoft, Facebook
en/of organisaties die lobbyen voor datacenters en die mogelijk een actieve rol hebben
gehad in de besluitvorming?
Antwoord 5
Vanuit het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat wordt met regelmaat gesproken
met verschillende marktpartijen, brancheorganisaties en mede overheden, zo ook bij
gelegenheid met eigenaren van co-locatie en hyperscale datacenters en de branchevereniging
van datacenters. Het ministerie maakt echter altijd een eigen afweging in de besluitvorming
van beleid, zo ook in dit geval bij het opstellen van strategisch acquisitiebeleid.
De besluitvorming is zowel gebaseerd op onafhankelijk onderzoek als eigen onderzoek,
hier zijn gesprekken met marktpartijen en brancheorganisaties een onderdeel van.
Vraag 6
Heeft u daarnaast contact gehad met kritische geluiden omtrent datacenters? Zo ja,
wat waren deze reacties en in hoeverre heeft u hier rekening mee gehouden in de besluitvorming?
Heeft u verder actief kritische geluiden, zoals gemeenten en omwonenden, opgezocht
en gesproken?
Antwoord 6
De uiteindelijke afweging en besluitvorming ten aanzien van de vestiging ligt bij
decentrale overheden. Indien een (hyperscale) datacenter een mogelijke locatie heeft
gevonden, zal het datacenter het reguliere besluitvormingsproces bij de gemeente en/of
provincie moeten doorlopen en de benodigde vergunningen aan moeten vragen. Bij het
opstellen van het ontwerpbestemmingsplan of de aanvraag van een vergunning hebben
omwonenden de mogelijkheid om hun standpunt kenbaar te maken. Het is vervolgens aan
het bevoegd gezag om in de besluitvorming met deze zienswijzen rekening te houden.
In het opstellen van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI)11, die tevens ingaat op datacenters, is rekening gehouden met binnengekomen zienswijzen
van verschillende partijen. Zie hiervoor de Nota van Antwoord aan uw Kamer12. Naar aanleiding van vragen is aan het nationaal belang van digitale connectiviteit
expliciet de veiligheid van datacenters toegevoegd. Daarnaast waren er vragen over
Eemshaven als vestigingsplaats voor datacenters in relatie tot andere ruimteclaims
en de vraag naar water. In het antwoord werd gewezen op het voordeel van vestiging
van energie-intensieve bedrijven (waaronder datacenters) aan de kust voor het optimaal
benutten van windenergie vanaf zee. Ook werd ingegaan op werkgelegenheid, kans op
gebruik van restwarmte en bijvoorbeeld zon op het dak van het datacenter.
Vraag 7
Kunt u aangeven, op basis van onafhankelijk onderzoek, wat het publieke belang en
de baten zijn van grootschalige datacenters voor Nederland? Kunt verder aangeven hoeveel
structurele werkgelegenheid 1 hyperscale datacenter oplevert?
Antwoord 7
Datacenters vervullen een belangrijke rol in het realiseren van de noodzakelijke digitalisering
van Nederland. In datacenters staan servers opgesteld die vele digitale processen
bij bedrijven, overheden en organisaties moeten ondersteunen. Denk hierbij aan het
werken in de cloud. Met name de regionaal en nationaal verzorgende (multi-tenant of
co-locatie) datacenters stellen nationale bedrijven en organisaties in staat efficiënter
te produceren of te werken. Daarnaast faciliteren grootschalige (hyperscale) datacenters
allerlei soorten digitale toepassingen die door bedrijven, organisaties en consumenten
wereldwijd dagelijks worden gebruikt.
De directe regionale economische meerwaarde van co-locatie datacenters is relatief
beperkt, maar heeft regionaal en nationaal gezien wel belangrijke positieve effecten
door die faciliterende rol voor de digitalisering. Dit blijkt uit onderzoeken van
Buck Consultants International (BCI) in opdracht van de Metropoolregio Amsterdam en
van Stratix in opdracht van de provincie Zuid-Holland.13 Rond Amsterdam (en met name de AMS-IX) zitten veel multi-tenant datacenters met zeer
snelle onderlinge verbindingen. Dit zorgt voor zogeheten hyperconnectiviteit tussen
deze datacenters. Op maar vijf plekken in Europa bestaat deze hyperconnectiviteit.
Dit is dus bijzonder en speelt een belangrijke faciliterende rol voor de Nederlandse
maar ook de Europese digitale economie. Deze hyperconnectiviteit rond Amsterdam draagt
bij aan een zeer gunstig vestigingsklimaat voor multi-tenant datacenters en bepaalde
dienstverlening waarvoor hyperconnectiviteit een vereiste is. Ook faciliteren co-locatie
datacenters regionale partijen in hun digitaliseringsbehoefte. Omdat hyperscale datacenters
niet bijdragen aan deze hyperconnectiviteit en primair worden gebruikt voor het opslaan
van data of het verlenen van specifieke dienstverlening voor de internationale markt,
kan worden gesteld dat de (in)directe regionale en nationale meerwaarde voor de Nederlandse
digitalisering en digitale infrastructuur lager is dan bij co-locatie datacenters.
Het is niet eenduidig te zeggen hoeveel structurele werkgelegenheid één hyperscale
datacenter oplevert. Dit is afhankelijk van de omvang van het datacenter, de hoeveelheid
operationaliserings- en onderhoudsactiviteiten en andere bedrijfsspecifieke omstandigheden.
Een grove indicatie op basis van openbare gegevens van bedrijven met een hyperscale
datacenter in Nederland geeft aan dat de drie thans in Nederland gevestigde hyperscale
datacenters gemiddeld circa 6 tot 8 structurele directe banen per hectare verschaffen.
In totaal komt dit voor de drie in Nederland gevestigde hyperscale datacenters neer
op circa 750 vaste banen. Dit impliceert dat de directe regionale economische meerwaarde
van hyperscale datacenters gemeten in directe en structurele werkgelegenheid relatief
beperkt is. Daarnaast voorzien datacenters ook in tijdelijke en indirecte werkgelegenheid.
Bij de bouw van datacenters zijn op tijdelijke basis grote aantallen medewerkers betrokken
en de tijdelijke en structurele directe werkgelegenheid ondersteunt ook indirecte
werkgelegenheid in de dienstensector van de regio. Het voorgaande is gebaseerd op
informatie die op dit moment bekend is en geeft geen sluitend of definitief beeld
van de uiteindelijk toegevoegde structurele werkgelegenheid.
Vraag 8
Klopt het dat er op dit moment zelfs overcapaciteit aan datacenters is in Nederland,
waardoor driekwart van de capaciteit naar het buitenland gaat? Vindt u het daarom
ook onwenselijk, vanwege alle nadelige gevolgen rondom water- en elektraverbruik en
problemen rond inpassing in het landschap, om nog actief datacenters naar Nederland
te halen?
Antwoord 8
De datacentermarkt is grotendeels een internationale markt. Een recent onderzoek14 van Buck Consultants International (BCI) in opdracht van het Ministerie van Economische
Zaken en Klimaat geeft aan dat, zoals bij meerdere Nederlandse diensten en producten
geldt, de Nederlandse datacentersector een belangrijk aandeel heeft in het bedienen
van de buitenlandse markt. Zoals ik al eerder aangaf huisvest Nederland één van de
vijf hyperconnectiviteitsclusters in Europa. Dit betekent dat veel Nederlandse datacenters
gebruikers in het buitenland bedienen maar Nederlandse bedrijven en organisaties maken
ook gebruik van datacentercapaciteit in andere landen. Nederland fungeert dus als
een datacenterrotonde binnen Europa. Een van de conclusies uit het genoemde rapport
luidt logischerwijs dat de Nederlandse datacentercapaciteit fors is in verhouding
tot binnenlandse vraag. Een grove schatting laat zien dat het equivalent van 25–35%
van de Nederlandse capaciteit gebruikt wordt voor in Nederland gevestigde bedrijven.
Gezien de aard van de markt is het niet mogelijk om in Nederland alleen de Nederlandse
benodigde datacentercapaciteit te accommoderen. Dat er nu geen knelling van capaciteit
verwacht wordt voor de Nederlandse digitaliseringstransitie neemt niet weg dat de
markt voor de datacentercapaciteit moet kunnen blijven groeien. Als de Europese datacentermarkt
niet kan groeien, dan is er op termijn ook te weinig capaciteit voor de digitaliseringstransitie
in Nederland.
Ten aanzien van het actief aantrekken van datacenters naar Nederland, zie het antwoord
op vraag 2.
Vraag 9
Bent u het verder eens dat het onwenselijk is dat het elektraverbruik geheim wordt
gehouden door de sector? Bent u daarom bereid om een onafhankelijk onderzoek, dus
niet door de sector zelf, onderzoek te laten doen naar het elektra-, maar ook, waterverbruik
van datacenters?
Antwoord 9
Het CBS monitort het elektriciteitsverbruik en heeft inzicht in alle elektriciteit
die via het elektriciteitsnet wordt geleverd. Over de periode van 2017–2020 heeft
het CBS de gegevens gepubliceerd.15 Ook de komende jaren zal CBS dat blijven monitoren. Het CBS monitort tevens het gebruik
van leidingwater door de sector «informatie en communicatie» waar datacenters onder
vallen.16 Het CBS heeft bij navraag aangegeven dat dit een zeer grove schatting betreft en
momenteel helaas niet geschikt om een harde uitspraak te doen over het huidige leidingwatergebruik
van datacenters. Het CBS doet momenteel onderzoek of er mogelijkheden zijn om deze
schatting te verbeteren.
Vraag 10
Klopt het verder dat door de grote hoeveelheid stroom die datacenters gebruiken er
daardoor nieuwe woonwijken of startende bedrijven niet kunnen worden aangesloten op
het stroomnet in de Kop van Noord-Holland?17 Speelt dit probleem ook in andere gebieden waar hyperscale datacenters aanwezig zijn?
Antwoord 10
Datacenters leggen net als andere grootverbruikers een relatief groot beslag op de
beschikbare transportcapaciteit van het elektriciteitsnet. Netbeheerders kunnen de
vraag naar aanvullende transportcapaciteit in de Kop van Noord-Holland, maar ook op
veel plekken elders in Nederland, moeilijk bijhouden. Het gaat hierbij zowel om transportschaarste
voor invoeding van hernieuwbare elektriciteit en in toenemende mate ook om afname
van elektriciteit door gebruikers18. De problematiek is hierbij dan ook niet alleen aan datacenters toe te schrijven.
Vraag 11
Bent u vanwege het overvolle elektriciteitsnet van plan om, zoals ook de Provincie
Noord-Holland bepleit19, om met wet- en regelgeving te komen zodat decentrale overheden de mogelijkheid krijgen
om zelf te kunnen bepalen wat eerst, zoals nieuwe woningen, kan worden aangesloten
op het elektriciteitsnet, in plaats van dat zij verplicht zijn om datacenters, die
energie slurpen, toe te laten op het elektriciteitsnet?
Antwoord 11
Netbeheerders zijn als natuurlijk monopolist gehouden aan zowel het Europese als Nederlandse
kaders die voorschrijven dat ze non-discriminatoir jegens een ieder opereren. Netbeheerders
geven hier invulling aan door aanvragen op volgorde van binnenkomst te behandelen.
Dit is juist bij schaarste een zuiver principe voor de netbeheerder. Ik zet bij de
aanpak van de schaarse transportcapaciteit in op een combinatie van maatregelen waarbij
waar mogelijk het net sneller verzwaard kan worden en betere gezamenlijke planning
aan de voorkant tussen netbeheerders, overheden en marktpartijen. Op nationaal niveau
doen we dit bijvoorbeeld met het Meerjarenplan Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK).
Decentrale overheden werken aan regionale varianten hierop en ook hierover ben ik
met hen in gesprek.
Vraag 12
Klopt het dat voor datacenters er geen financiële prikkels zijn om minder energie,
via de zogenaamde volumeheffingskorting, te gebruiken? Bent u daarom bereid om financiële
prikkels in te bouwen, zodat zeer grote verbruikers van het elektriciteitsnet zoals
datacenters efficiënter omgaan met de beschikbare transportcapaciteit?
Antwoord 12
Het is niet goed mogelijk om één prikkel in te bouwen die tegelijkertijd het efficiënt
omgaan met transportcapaciteit beloont en tegelijkertijd ook prikkelt tot energiebesparing.
De belangrijkste financiële prikkel voor energiebesparing voor datacenters, en andere
elektriciteitsgebruikers, volgt uit de prijs van het product elektriciteit en de belasting
die daarover wordt geheven. De volumecorrectieregeling is daarentegen onderdeel van
de nettarievenstructuur, welke voorschrijft volgens welke verdeelsleutels netbeheerders
de tarieven van aangeslotenen op het elektriciteitsnet berekenen. Omdat de kosten
van het elektriciteitsnet voornamelijk capaciteitsgedreven zijn, beprijst de nettarievenstructuur
met name het gebruik van capaciteit (vermogen) en niet het verbruik van elektriciteit.
Het klopt daarom niet dat er door het bestaan van de volumecorrectieregeling geen
of minder prikkels zijn voor datacenters om energie te besparen. De volumecorrectieregeling
prikkelt daarentegen wel tot het efficiënter omgaan met transportcapaciteit: de regeling
leidt tot procentueel lagere transporttarieven voor grote elektriciteitsgebruikers,
maar alleen als deze een zeer vlak en stabiel afnamepatroon kennen. Dat leidt eveneens
tot een efficiënter gebruik van de beschikbare transportcapaciteit. Elektriciteitsgebruikers
met een grillig elektriciteitsgebruik daarentegen komen niet in aanmerking voor de
regeling. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat elke elektriciteitsgebruiker met
een voldoende groot en voldoende stabiel afnamepatroon gebruik kan maken van de volumecorrectieregeling.
De regeling richt zich dus niet op datacenters en niet alle datacenters zullen in
aanmerking komen voor deze regeling.
Vraag 13
Bent u het eens dat het ongewenst is dat de gemeente Hollands Kroon een «gedoogbeslissing»
heeft afgegeven aan een hyperscale datacenter van Microsoft, waardoor zonder dat alle
democratische procedures zijn doorlopen?
Antwoord 13
Het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland is in het geval van het datacenter
van Microsoft bevoegd gezag voor het afgeven van de omgevingsvergunning. Op 15 september
jl. is namens het college door de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) aan
Microsoft een gedoogbeslissing afgegeven20. Voordat de gedoogbeslissing is gegeven is de inpasbaarheid van het datacenter ook
getoetst aan de concept-datacenterstrategie van de provincie Noord-Holland.
Met de gedoogbeslissing kan Microsoft voor eigen rekening en risico starten met bouwen
in afwachting van besluitvorming over de vereiste omgevingsvergunning. Voor deze gedoogbeslissing
is onder meer een m.e.r.-beoordelingsbesluit genomen. Hierbij zijn de volgende milieuaspecten
beoordeeld: bodem, lucht, energiegebruik, watergebruik, geluid, afvalwater, externe
veiligheid en de bescherming van de natuur ingevolge de Wet natuurbescherming. De
besluitvorming over de aanvraag van Microsoft voor een omgevingsvergunning doorloopt
alle democratische procedures. De genoemde milieuaspecten worden nu voor de beoordeling
van de aanvraag voor de omgevingsvergunning opnieuw beoordeeld. Voordat de definitieve
omgevingsvergunning wordt verleend, wordt eerst een ontwerpvergunning gepubliceerd.
De OD NZKG verwacht deze nog dit jaar of uiterlijk in januari 2022 ter inzage te kunnen
leggen. Inwoners en belanghebbenden hebben vanaf dat moment de mogelijkheid tot inspraak
door middel van het indienen van een zienswijze. De ontwerpvergunning en alle bijbehorende
stukken worden dan ook gepubliceerd en voor iedereen openbaar.
Vraag 14 en 15
Bent u verder niet bezorgd dat lokale politici de lastige keuze moeten maken over
het toestaan van hyperscale datacenters? Bent u het daarom eens dat het verstandiger
is om de bevoegdheid voor het plaatsen van hyperscale datacenters bij het Rijk te
leggen?
Bent u om die reden dan ook van plan om als regisseur een leidende rol te nemen om
strakke regels rondom water- en elektraverbruik, restwarmte en inpasbaarheid in het
landschap bij datacenters vast te leggen?
Antwoord 14 en 15
Voor hyperscale datacenters spreekt de NOVI voorkeur uit om deze te vestigen aan de
randen van Nederland, op locaties waar veel aanbod is van (hernieuwbare) elektriciteit,
waar aansluiting op het elektriciteitsnetwerk kan worden geboden en waar ruimte minder
schaars is. Daarnaast geeft de NOVI richtingen mee voor het benutten van restwarmte,
landschappelijke inpassing en duurzame energie. In lijn met het coalitieakkoord zal
dit kabinet de landelijke regie en de toelatingscriteria ten aanzien van (hyperscale)
datacenters aanscherpen. De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
komt hier dit voorjaar in een gezamenlijke brief met de Minister voor Klimaat en Energie
op terug.
Verder heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, in afstemming met
de Minister en Staatssecretaris van BZK uw Kamer op 17 december jl. een brief (Kamerstuk
32 813, nr. 968) gestuurd mede n.a.v. vragen van Kamerlid Bontenbal (CDA). Deze brief gaat verder
in op de verwachte groei van de datacentersector, de elektriciteitsvraag die daarbij
gepaard gaat en de wenselijkheid van datacenters mede gezien schaarse ruimte en de
landschappelijke impact.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Mede namens
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie -
Mede namens
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.