Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kops en Wilders over het verder opendraaien van de Groningse gaskraan
Vragen van de leden Kops en Wilders (beiden PVV) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het verder opendraaien van de Groningse gaskraan (ingezonden 10 januari 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
16 februari 2022).
Vraag 1
Deelt u de conclusie dat het verder opendraaien van de Groningse gaskraan de zoveelste
gebroken belofte is en allesbehalve getuigt van een betrouwbare overheid?1
Antwoord 1
Nee. De belofte die mijn voorgangers hebben gedaan en die ook ik met het gehele kabinet
doe is dat ik mij maximaal inzet om de gaswinning in Groningen zo snel als mogelijk
volledig en definitief te beëindigen. Mijn voorgangers hebben daar in het verleden
verwachtingen over uitgesproken en hebben daarbij de onzekerheden benoemd. De gaswinning
uit het Groningenveld is de afgelopen jaren in grote stappen afgebouwd. Daardoor is
het veiliger geworden in Groningen.
Ik bekijk op dit moment of en zo ja welke verhoging van het winningsniveau nodig is
en zal uw Kamer hier conform de motie van het lid Paternotte c.s. over alternatieven
om het winnen van extra gas uit het Groningenveld te voorkomen (Kamerstuk 35 788, nr. 127) over informeren. Voor 1 april 2022 zal ik een definitief besluit nemen over het
winningsniveau.
Vraag 2
Bent u ervan op de hoogte dat er nog ruim 30.000 schademeldingen openstaan? Hoe legt
u het verder opendraaien van de Groningse gaskraan uit aan alle Groningse gedupeerden
die al jarenlang in de ellende zitten, in een kapot huis wonen en eindeloos moeten
wachten op schadeafhandeling en versterking?
Antwoord 2
Het nieuwe kabinet wil de gaswinning in Groningen zo snel mogelijk volledig en definitief
beëindigen. Mijn voorganger heeft uw Kamer op 6 januari jl. geïnformeerd dat er mogelijk
meer gas moet worden gewonnen dan eerder gedacht. Dat bericht was voor veel Groningers
teleurstellend. Zeker voor de mensen die nog wachten op behandeling van hun schademelding
of op versterking. Zoals aangegeven in het antwoord bij vraag 1 bekijk ik op dit moment
of en zo ja welke verhoging van het winningsniveau nodig is. Daarbij bekijk ik op
welke manier de gevolgen voor het winningsniveau en de sluitingsdatum kunnen worden
geminimaliseerd. SodM zal over de veiligheidsrisico’s adviseren. Dit betrek ik bij
mijn besluit over het winningsniveau dat ik voor 1 april 2022 neem.
Ik ben ervan op de hoogte dat er momenteel 28.000 aanvragen in behandeling zijn bij
het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). In totaal zijn er ook 113.300 schademeldingen
voor fysieke schade en 100.211 aanvragen voor waardedaling afgehandeld. Het IMG is
een organisatie die er op ingericht is te werken met een grote werkvoorraad. Voor
de individuele bewoner is het van belang te weten hoe lang het ongeveer duurt voordat
zijn of haar melding is afgehandeld. De omvang van de werkvoorraad is hierbij minder
relevant. De gemiddelde doorlooptijd ligt momenteel net boven het streven van het
IMG van binnen een half jaar, maar daalt door de introductie van de vaste vergoeding,
waarbij geen schadeopname hoeft plaats te vinden. Ik heb aandacht gevraagd voor de
doorlooptijden bij het IMG. Ik blijf dit monitoren en ga waar nodig in gesprek. Het
IMG heeft ook dossiers onder zijn hoede waarbij de doorlooptijd inmiddels langer dan
een jaar (5580) of 2 jaar (723) is. Dit kan onder andere komen doordat dossiers complex
zijn omdat er meerdere dingen samenvallen, zoals schade aan een bedrijfspand in combinatie
met een woning. Dit vraagt meer aandacht en overleg met bewoner over de afhandeling
ervan. Er kan ook sprake zijn van een lopende bezwaarprocedure. Ook hier heb ik aandacht
voor gevraagd. Ik zal dit blijven monitoren en mij inzetten voor een spoedige afhandeling.
Vraag 3
Kunt u zich uw belofte herinneren dat het Groninger gasveld alleen nog maar als «waakvlam»
ingezet zou worden, oftewel bij extreme kou? Deelt u de conclusie dat er momenteel
geen sprake is van extreme kou?
Antwoord 3
Mijn voorgangers hebben, op basis van ramingen van de landelijke netbeheerder Gasunie
Transport Services B.V. (GTS), de verwachting uitgesproken dat het Groningenveld,
mits de stikstofinstallatie in Zuidbroek tijdig gereed zou zijn, vanaf medio 2022
alleen nodig zou zijn als reservemiddel (Kamerstuk 33 529, nr. 902). Vanaf dat moment is het Groningenveld alleen nodig in uitzonderlijke situaties,
zoals extreme kou of uitval van installaties. Dat gaat gepaard met een zogenoemde
minimumflow (ook wel waakvlam) om productielocaties te kunnen gebruiken als dat nodig
is. Dit is nog steeds het beeld. De stikstofinstallatie wordt naar verwachting deze
zomer volledig in gebruik genomen.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het onaanvaardbaar is dat er meer Gronings gas gewonnen zal
worden om het vervolgens gedeeltelijk naar Duitsland te sturen? Wat hebben de Groningse
gedupeerden met de gasbehoefte in Duitsland te maken?
Antwoord 4
Delen van Duitsland, Noord-Frankrijk en België zijn aangesloten op een laagcalorisch
gasnetwerk. Deze huishoudens en bedrijven zijn, net als Nederlandse huishoudens en
bedrijven, daardoor afhankelijk van laagcalorisch gas uit Nederland. Het vraagstuk
dat momenteel voorligt betreft een mogelijke toename in de fysieke vraag uit het gasnetwerk
die niet aansluit bij het aanbod. Indien dit fysieke probleem niet wordt opgelost,
komen afnemers in Nederland en Duitsland zonder gas te zitten.
Ik ben daarom in gesprek met mijn Duitse ambtgenoot over de vraag hoe de export kan
worden geminimaliseerd en om tot alternatieve oplossingen te komen. Ik span mij maximaal
in om het Groningenveld zo snel als mogelijk volledig en definitief te sluiten.
Vraag 5
Deelt u de conclusie dat we onmiddellijk moeten stoppen met het exporteren van ons
gas?
Antwoord
Nee. Het per direct stoppen met het exporteren is geen optie. Het inzetten van dit
middel is ten eerste niet wenselijk in de relatie tussen buurlanden. Ten tweede hebben
huishoudens geen alternatief. Specifieke delen van het net kunnen in geval van calamiteiten
om veiligheidsredenen worden afgesloten (bijvoorbeeld bij beschadiging). Dit heeft
dan, afhankelijk van het af te sluiten netdeel, ook gevolgen voor Nederlandse afnemers
en kent grote technische en veiligheidsrisico’s. Bovendien zou dit het ingrijpende
gevolg hebben dat er huishoudens in de kou worden gezet.
Uiteraard wordt de export van laagcalorisch gas (het type gas dat uit het Groningenveld
komt) wel spoedig afgebouwd. In België, Duitsland en Frankrijk zijn omvangrijke ombouwoperaties
in gang gezet waarbij de komende jaren honderdduizenden afnemers per jaar zullen worden
omgezet naar een andere vorm van energie, waaronder hoogcalorisch gas. Hierdoor neemt
de export gemiddeld met ongeveer 10% per jaar zal af en is de export naar verwachting
aan het eind van dit decennium nul. De Taskforce Monitoring L-gas market bewaakt de
voortgang. In de Kamerbrief van 24 september 2021 heeft mijn voorganger uw Kamer over
de voortgang geïnformeerd (Kamerstuk 33 529, nr. 902).
Het Groningenveld kan al eerder volledig en definitief sluiten, omdat de vraag naar
laagcalorisch gas voldoende verlaagd wordt zodat deze vraag met andere middelen ingevuld
kan worden, onder andere door de inzet van stikstofinstallaties.
Vraag 6
Welke «energiebesparende maatregelen hebben in Duitsland een minder groot effect hebben
gehad dan verwacht»? Welke rol speelt de totaal rampzalige Energiewende, met niet-werkende
windturbines, gesloten kerncentrales etc., hierin?
Antwoord 6
Het gaat met name om energiebesparende maatregelen bij huishoudens die gebruik maken
van gas en niet om het aanbod van hernieuwbare elektriciteit met behulp van bijvoorbeeld
windturbines. Het Duitse Netzentwicklungsplan Gas (NEP) wordt als input gebruik voor
de prognose van de vraag naar laagcalorisch gas. Het NEP 2022–2032 is recent beschikbaar
gekomen. Daarin zijn de verwachtingen voor de vraag naar laagcalorisch gas bijgesteld,
omdat zich afgelopen jaren geen energiebesparing heeft voorgedaan. Energie-efficiëntie
doelstellingen voor maatregelen bij huishoudens (van gemiddeld 1% per jaar) worden
niet gehaald. Daarbovenop wordt een verschuiving verwacht naar gas van overige fossiele
brandstoffen.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het te schandalig voor woorden is dat de Groningers hiermee
niet alleen de dupe worden voor uw falen, maar ook voor het falende energiebeleid
in Duitsland?
Antwoord 7
Zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 5 vindt er een grootschalige ombouwoperatie
plaats in België, Duitsland en Frankrijk. Deze ombouw loopt dankzij grote inspanningen
van onze buurlanden op schema. Daarnaast heeft de Duitse netbeheerder GTG Nord een
extra mengstation gebouwd, waarmee laagcalorisch gas verrijkt kan worden met hoogcalorisch
gas binnen de
Duitse vereisten voor laagcalorisch gas. Deze is sinds het voorjaar van 2021 operationeel.
Hiermee kan de export van laagcalorisch gas naar Duitsland verder beperkt worden.
In 2018 is daarnaast een elektriciteitscentrale in Duitsland versneld overgestapt
van laagcalorisch naar hoogcalorisch gas. Duitsland blijft bekijken of er manieren
zijn om de ombouw verder te versnellen en daar zal ik bij mijn ambtgenoot ook op blijven
aandringen.
Vraag 8
Bent u ervan op de hoogte dat de PVV herhaaldelijk heeft verzocht, al in 2014, om
de exportcontracten open te breken en daarmee de export van Gronings gas te beëindigen?
Deelt u de conclusie dat als er naar de PVV was geluisterd, de vraag naar Gronings
gas nu vele malen lager was geweest? Bent u ertoe bereid de exportcontracten, in het
belang van de Groningers, alsnog open te breken?
Antwoord 8
De omvang van de export wordt eerst en vooral bepaald door de fysieke behoefte aan
laagcalorisch gas bij eindgebruikers in België, Duitsland en Frankrijk. Het is ook
die behoefte die, tezamen met de Nederlandse behoefte, leidend is bij de bepaling
van het jaarlijks uit het Groningenveld te winnen volume. Dit op basis van de raming
die jaarlijks wordt opgesteld door GTS op grond van informatie van de netbeheerders
uit de voornoemde landen. De bestaande leveringscontracten spelen daarbij geen rol,
de netbeheerders hebben ook geen zicht op deze contracten. Bovendien wordt niet alleen
met gas dat is gekocht onder lange termijn contracten invulling gegeven aan de fysieke
behoefte, dat gebeurt ook met gas dat wordt gekocht op de gashandelsplaats. Daarbij
gaat het onder meer om gas dat de volgende dag of de volgende maand moet worden geleverd.
Voor wat betreft de nog aanwezige lange termijn contracten geldt dat GasTerra, de
verkoper van het Groningengas, deze jaren geleden heeft afgesloten met buitenlandse
afnemers die langjarige zekerheid wilden omtrent de levering van gas voor hun eindverbruikers.
Deze contracten, waarvan sommige teruggaan tot ver in de vorige eeuw, bevatten een
maximum en minimum volume dat per jaar wordt afgenomen. Binnen die bandbreedte wordt
de exacte hoeveelheid gas die wordt afgenomen bepaald door de fysieke vraag naar gas
van eindgebruikers. Deze eindgebruikers hebben geen alternatief voor laagcalorisch
gas.
In 2013 heeft het kabinet onderzoek gedaan naar de lange termijn contracten. De Tweede
Kamer is daarover per brief van 17 januari 2014 geïnformeerd (Kamerstuk 33 529, nr. 28). De langjarige exportcontracten van GasTerra bevatten, buiten overmacht, geen ontbindende
voorwaarden waarop GasTerra een beroep kan doen in geval van een productiebeperking.
Een beroep op overmacht is alleen onder zeer exceptionele omstandigheden mogelijk
en ook alleen als dat gepaard gaat met evenredige reductie van levering aan andere
afnemers (binnen Nederland en elders). Dat is mede ingegeven door Europeesrechtelijke
afspraken betreffende de interne gasmarkt.
Een reductie van levering zou dus betekenen dat huishoudens en bedrijven in Duitsland
én Nederland (tijdelijk) minder gas kunnen afnemen.
Omdat, zoals gezegd, de export wordt bepaald door de fysieke vraag, ligt mijn prioriteit
bij het reduceren van die vraag. Zoals benoemd in het antwoord op vraag 4, ben ik
hierover in gesprek met mijn Duitse ambtgenoot. Zoals benoemd in het antwoord op vraag
5, lopen er ook al omvangrijke operaties om de vraag naar laagcalorisch gas in het
buitenland spoedig af te bouwen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.