Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over de opzegging van de overeenkomsten van de standplaatsen op het Vakantiepark Meerzicht
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de opzegging van de overeenkomsten van de standplaatsen op het Vakantiepark Meerzicht (ingezonden 23 december 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening), mede namens
de Minister van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 16 februari 2022)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht van de Recreanten Vakantiepark Meerzicht inzake de opzegging
van de overeenkomst van hun standplaatsen op dit vakantiepark?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Bent u inmiddels doordrongen van het feit dat er sprake is van een kwalijke trend
gezien de opkoop van vele vakantieparken door roofinvesteerders?
Deelt u de mening dat het hier weer gaat over poen boven fatsoen?
Hoeveel mensen moeten hier nog de dupe van worden voordat deze roofinvesteerders,
die deze vakantieparken opkopen en de mensen wegjagen, gestopt worden?
Antwoord 2, 3 en 4
De overname van het vakantiepark Meerzicht is in de eerste plaats een privaatrechtelijke
aangelegenheid tussen de standplaatshouders en de park eigenaar. De juridische basis
hiervoor ligt in het Burgerlijk Wetboek. De afspraken tussen de standplaatshouders
en de eigenaar zijn vastgelegd in een privaatrechtelijke overeenkomst tussen deze
beide partijen. Hierin kunnen ik noch de Minister van EZK treden.
Tijdens het tweeminutendebat volkshuisvestelijke en ruimtelijke ordeningsaspecten»
van 23 november 2021 is een tweetal moties ingediend door de SP. Met de moties wordt
de regering verzocht onderzoek te doen met betrekking tot het opkopen van vakantieparken
door investeerders en de gevolgen hiervan voor onder andere de huidige gebruikers.
Deze moties zijn aangenomen. Daar deze twee moties nauw verbonden zijn is besloten
om middels één onderzoek beide moties in uitvoering te brengen. De Minister van Economische
Zaken en Klimaat en ik hebben dit inmiddels samen opgepakt.
Ik verwacht uw Kamer in het tweede kwartaal van 2022 over de resultaten te kunnen
informeren. Ik wacht met een reactie op uw vraag over de eventuele gevolgen van het
opkopen van vakantieparken, totdat ik de resultaten van het onderzoek heb ontvangen.
Vraag 5 en 6
Hoeveel schade mag de natuur lijden voordat deze roofinvesteerders, die deze vakantieparken
opkopen en vervolgens slopen, gestopt worden?
Hoeveel schade mag er aan het welzijn van dieren nog toegebracht worden voordat roofinvesteerders,
die deze vakantieparken opkopen en vervolgens met de sloop hun broed- en rustplaatsen
verstoren, gestopt worden?
Antwoord 5 en 6
Na de overname van een vakantiepark kan de eigenaar overgegaan tot de (gedeeltelijke)
sloop of uitbreiding van het park. Bij de sloop of uitbreiding van een vakantiepark
moet worden voldaan aan de geldende publiekrechtelijke regelgeving. Het is in de eerste
plaats aan het lokale bevoegd gezag, de gemeente of provincie, om te beoordelen wat
in dat kader wel en niet mogelijk is. Dit doen zij binnen de grenzen van nationale
en internationale regelgeving, bijvoorbeeld op het gebied van natuur, stikstof en
grondwater en via lokale instrumenten als verordeningen en bestemmingsplannen.
Belanghebbenden kunnen een verzoek om handhaving indienen bij het bevoegd gezag als
zij de indruk hebben dat de sloop of uitbreiding van het park in strijd is met de
geldende regelgeving. In het geval dat het bevoegd gezag toestemming heeft verleend
voor de sloop of uitbreiding, bijvoorbeeld in de vorm van een vergunning, dan kunnen
belanghebbenden ook daartegen in bezwaar en vervolgens in beroep bij de rechter indien
gewenst.
Overigens komt het geregeld voor dat een (nieuwe) eigenaar aanpassingen aan een park
doorvoert welke binnen de kaders van de geldende wet- en regelgeving zijn toegestaan.
Het is dus niet altijd zo dat een eigenaar toestemming van de gemeente, of een andere
overheid, nodig heeft om aanpassingen te maken aan het vakantiepark.
Zoals ik in mijn antwoord op vragen 2,3 en 4 heb aangegeven heb ik, samen met de Minister
van Economische Zaken en Klimaat, opdracht gegeven om een onderzoek uit te voeren
naar het opkopen van vakantieparken. Hierbij zal ook gekeken worden naar de gevolgen
van het opkopen van vakantieparken voor de natuur.
Vraag 7, 8 en 9
Wat vindt u van het feit dat deze standplaatshouders daags voor de Kerstdagen een
opzegging van de overeenkomsten van hun standplaatsen krijgen?
Wat vindt u van het feit dat deze opzegging op de meest onpersoonlijke manier namelijk
per aangetekende mail plaatsvindt?
Deelt u de mening dat opzegging van de overeenkomsten net vóór de Kerstdagen extra
wrang is?
Antwoord 7, 8 en 9
Het opzeggen van de overeenkomsten is vastgelegd in een privaatrechtelijke overeenkomst
tussen de standplaatshouder en de eigenaar van het park. In deze overeenkomst zijn
de voorwaarden voor opzegging en de relevante (opzeg)termijnen vastgelegd.
Vraag 10, 11, 12, 13, 14 en 15
Deelt u de mening dat de nieuwe eigenaar van de grond Europarcs met betrekking tot
de opzegging onzorgvuldig gehandeld heeft? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Welke zorgplichten heeft de oude eigenaar van de grond?
Welke zorgplichten heeft de nieuwe eigenaar van de grond als het om het proces in
aanloop naar de opzegging van de overeenkomst gaat?
Waarom spelen de belangen van de standplaatshouders geen rol bij een verkoop van de
grond?
Heeft de oude eigenaar van de grond de zorgplicht richting de betreffende standplaatshouders
geschonden? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Heeft de nieuwe eigenaar van de grond de zorgplicht richting de standplaatshouders
geschonden? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 10, 11, 12, 13, 14 en 15
De oude en nieuwe eigenaar van camping Meerzicht zijn aangesloten bij de brancheorganisatie
HISWA-RECRON. Dat betekent dat de voorwaarden van HISWA-RECRON van toepassing zijn
op het opzeggen van contracten met recreanten.
De juridische basis voor het plaatsen van een stacaravan op een recreatiebedrijf ligt
in het Burgerlijk Wetboek: huur van grond. Met het oog op versterking van de rechtspositie
van de consument hebben HISWA-RECRON enerzijds ANWB en de Consumentenbond anderzijds
de zogenaamde RECRON-voorwaarden afgesproken, die een verbijzondering vormen op de
algemene bepalingen van het Burgerlijk Wetboek. Deze afspraken komen steeds tot stand
in het kader van de Coördinatiegroep Zelfregulering van de Sociaal Economische Raad.
De RECRON-voorwaarden bieden extra bescherming boven de algemeen geldende wet- en
regelgeving van het contractenrecht. De zorgplicht van de verhuurder wordt in deze
voorwaarden vormgegeven. Het gaat dan om voorwaarden voor opzegging, de opzegtermijnen
en regelingen ter compensatie. Daarnaast is op het terrein van recreatie de Geschillencommissie
Recreatie actief die klachten van consumenten tegen recreatieondernemers behandelt.
Tot slot kan een recreant zich voor een onafhankelijk oordeel tot de rechter wenden.
Het is niet aan mij, of aan de Minister van EZK, om te beoordelen of de verhuurder
zich in dit geval aan de afspraken en voorwaarden heeft gehouden.
Tot slot wil ik ook hier verwijzen naar het voormelde onderzoek dat EZK en BZK samen
zullen laten uitvoeren. Daar worden de positie van- en de effecten voor recreanten
in het geval van overnames in meegenomen.
Vraag 16
Kunt u zich een voorstelling maken van de boosheid en het verdriet van deze standplaatshouders?
Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 16
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 7, 8 en 9.
Vraag 17, 18 en 19
Deelt u de mening dat de voorgestelde tegemoetkoming te beperkt is? Kunt u uw antwoord
nader toelichten?
Deelt u de mening dat de standplaatshouders gecompenseerd moeten worden voor investeringen
die door de standplaatshouders gedaan zijn?
Hoe kan het zo zijn dat de nieuwe eigenaar na de aankoop van de grond slechts vijf
weken tijd nodig gehad heeft om over te gaan tot opzegging van de overeenkomsten?
Antwoord 17, 18 en 19
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 10, 11, 12, 13, 14 en 15.
Vraag 20
Kan de opzegging van de overeenkomst leiden tot dakloosheid?
Antwoord 20
Nee, want er zijn op dit moment geen aanwijzingen dat er permanente bewoning plaatsvindt
op het park. Dit is bovendien ook niet toegestaan.
In situaties waar permanente bewoning wel voorkomt en waar dat ook wenselijk en mogelijk
is, probeer ik gemeenten te ondersteunen om parken te transformeren naar woningen.
Hiervoor is bijvoorbeeld het Expertteam Transformatie Vakantieparken in het leven
geroepen om gemeenten te ondersteunen om niet-vitale vakantieparken te veranderen
naar een woonbestemming.
Vraag 21
Kunt u ervoor zorgen dat de opzegging van de overeenkomst niet zal leiden tot dakloosheid?
Antwoord 21
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 20.
Vraag 22
Deelt u de mening dat de voorgestelde tegemoetkoming geen recht doet aan de werkelijke
schade c.q. kosten? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 22
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 10, 11, 12, 13, 14 en 15.
Vraag 23
Bent u bereid te onderzoeken of de verkoop van de grond aan alle gestelde voorwaarden
voldoet, gezien de (mogelijke) grote impact op de mensen, de natuur en de dieren?
Antwoord 23
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 10, 11, 12, 13, 14 en 15.
Vraag 24
Deelt u de mening dat deze standplaatshouders juridisch nooit kunnen opboksen tegen
roofinvestereerders als Waterland Private Equity Investments die een meerderheidsbelang
in Europarcs hebben? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 24
Zoals ik heb aangegeven zal ik samen met de Minister van Economische Zaken en Klimaat
een onderzoek laten uitvoeren naar het opkopen van vakantieparken. Hierbij zal ook
gekeken worden naar de mate waarin recreanten (juridisch) beschermd zijn tegen dergelijke
gebeurtenissen, en of er aanpassingen aan wet- en regelgeving noodzakelijk zijn. Ik
wacht de resultaten van het onderzoek af.
Vraag 25 en 26
In welk stadium zit de aangenomen motie Beckerman met betrekking tot het onderzoek
naar uitbreiding van rechten van deze huurders in wet- en regelgeving?2
In welk stadium zit de aangenomen motie Beckerman aangaande de ontwikkeling dat steeds
meer vakantieparken door roofinvesteerders opgekocht worden en het onderzoek naar
de opkoop en wenselijkheid van deze ontwikkelingen op de ruimtelijke ordening?3
Antwoord 25 en 26
Ik ben samen met de Minister van Economische Zaken en Klimaat gestart met de uitvoering
van beide moties. We hebben gezamenlijk besloten om beide moties af te doen middels
één onderzoek waarin alle gevraagde aspecten aan bod zullen komen. Ik verwacht uw
Kamer in het tweede kwartaal van 2022 over de resultaten te kunnen informeren.
Vraag 27
Is het mogelijk om in deze onderzoeken de casus van de standplaatshouders van de camping
Meerzicht mee te nemen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 27
In het onderzoek zal gekeken worden naar elementen die ook (kunnen) spelen bij de
casus met betrekking tot de camping Meerzicht.
Vraag 28
Deelt u de mening dat Camping Meerzicht die zijn oorsprong heeft vóór de Tweede Wereldoorlog
op een lijst van cultureel erfgoed hoort te staan? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 28
Het is aan de gemeente om te beoordelen of het recreatiepark onderdeel is van het
cultureel erfgoed van de gemeente. Daarbij beschikt de gemeente over verschillende
mogelijkheden om erfgoed te beschermen, als objectbescherming via een verordening
of als planologische bescherming via het bestemmingsplan.
Vraag 29
Deelt u de mening dat het opkopen van campings zoals Camping Meerzicht schade toebrengt
aan het cultureel erfgoed van Nederland? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 29
De uitgangspunten en regels voor de instandhouding van cultureel erfgoed in Nederland
zijn onafhankelijk van het eigenaarschap. Verkoop aan een andere eigenaar heeft hierop
als zodanig dus geen invloed.
Vraag 30
Wat gaat u doen om de diversiteit van het aanbod van vakantiewoningen te waarborgen
nu het aanbod steeds schraler wordt?
Antwoord 30
Zoals ik in mijn antwoord op vragen 2,3 en 4 heb aangegeven zal er dit jaar een onderzoek
plaats vinden naar het opkopen van vakantieparken. Hierbij zal ook gekeken worden
naar de gevolgen voor de diversiteit en betaalbaarheid van vakantieparken.
Vraag 31
Deelt u de mening dat de grootschalige opkoop van vakantieparken door roofinvesteerders
een ernstige ontwikkeling is? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 31
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 2, 3 en 4.
Vraag 32
Deelt u de mening dat de opkoop van vakantieparken door roofinvesteerders als Waterland
Equity Investments een ongezonde ontwikkeling?
Antwoord 32
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 2, 3 en 4.
Vraag 33
Wat kunt u nu al doen om standplaatshouders zoals de campinghouders op het vakantiepark
Meerzicht te beschermen?
Antwoord 33
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 2, 3 en 4.
Vraag 34 en 35
Wat kan de provincie doen om de standplaatshouders op het park Meerzicht te beschermen?
Wat kan de gemeente doen om de standplaatshouders op het park Meerzicht te beschermen?
Antwoord 34 en 35
Zoals ik in mijn antwoord op vragen 2,3 en 4 heb aangegeven zal er dit jaar een onderzoek
plaats vinden naar het opkopen van vakantieparken. Hierbij zal ook gekeken worden
naar de instrumenten die medeoverheden tot hun beschikking hebben om dit proces van
opkopen te beïnvloeden.
Vraag 36
Wat vindt u ervan dat de nieuwe eigenaar van de grond Europarcs nog geen vergunning
voor de herstructurering heeft maar toch alvast overgaat tot opzegging van de overeenkomsten?
Antwoord 36
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 5 en 6 heb aangegeven is het, afhankelijk van het
bestemmingsplan, niet perse noodzakelijk dat vergunningen worden aangevraagd voor
aanpassingen aan het park. Voor de voorwaarde omtrent het opzeggen van de overeenkomst
verwijs ik u naar mijn antwoord op vraag 10, 11, 12, 13, 14 en 15.
Vraag 37
Welke mogelijke problemen/obstakels ziet u voor de nieuwe eigenaar van de grond als
deze wil overgaan tot sloop van het park dan wel bij mogelijke uitbreiding?
Antwoord 37
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 5 en 6.
Vraag 38
Welke rol spelen de natuurwaarden en de dieren in de voorgenomen sloop dan wel bij
mogelijke uitbreiding?
Antwoord 38
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 5 en 6.
Vraag 39
Wat vindt u van de ontwikkeling dat roofinvesteerders in vakantieparken steeds meer
parken opkopen en deze transformeren naar het dure dan wel het topsegment?
Antwoord 39
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 2, 3 en 4.
Vraag 40
Deelt u de mening dat vakantieparken steeds minder toegankelijk zijn voor mensen tot
een modaal inkomen en dat ontspanning daardoor steeds meer een luxe product wordt
dat alleen toegankelijk is voor mensen met een hoger inkomen? Kunt u uw antwoord nader
toelichten?
Antwoord 40
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 2, 3 en 4.
Vraag 41
Deelt u de zorgen van deze standplaatshouders als het om de natuur gaat? Kunt u uw
antwoord nader toelichten?4
Antwoord 41
Ik onderschrijf het belang om oog te houden voor de natuur bij ruimtelijke ontwikkeling.
Daarom is het van belang dat in dergelijke situaties de vigerende wet- en regelgeving
gevolgd wordt. Ik zie geen reden om aan te nemen dat de wet- en regelgeving in deze
niet gevolg wordt.
Vraag 42
Welke procedures moeten ervoor zorgen dat de natuurwaarden en de dieren bij de voorgenomen
sloop dan wel mogelijke uitbreiding goed beschermd worden?
Antwoord 42
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 5 en 6.
Vraag 43
Deelt u de mening dat de marktwerking niet alleen in deze casus maar ook in andere
casussen leidt tot offers die mensen, natuur en dieren moeten maken ten gunste van
het rendement van één private equity firm? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 43
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 2, 3 en 4.
Vraag 44
Deelt u de mening dat standplaatshouders invloed moeten kunnen hebben op ontwikkelplannen
die roofinvesteerders hebben als zij hun park opkopen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 44
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 2, 3 en 4.
Vraag 45
Ziet u een rol voor de gemeente dan wel voor de provincie in deze fase weggelegd om
de schade voor deze standplaatshouders te beperken? Zo ja, welke is/zijn dat? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 45
De afhandeling van de eventueel geleden schade is een privaatrechtelijke aangelegenheid.
Ik verwijs u hiervoor naar mijn antwoord op vraag 10, 11, 12, 13, 14 en 15.
Vraag 46
Deelt u de mening dat standplaatshouders de mogelijkheid geboden moet worden om de
grond onder hun standplaats te kopen voordat deze bij vervreemding in andere handen
overgaat? Zo ja, welke rol zou de (lokale) overheid hierin kunnen spelen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 46
Het staat standplaatshouders vrij om, in overleg met de nieuwe eigenaar, mee te gaan
in de beoogde herstructurering en een nieuw recreatieobject aan te schaffen dan wel
te huren passend in het vernieuwde park. Eventuele voorschriften met betrekking tot
de verkoop van een (gedeelte) van een park grijpen in op het eigendomsrecht.
Wel zal de mate waarin recreanten (juridisch) beschermd zijn tegen de eventuele negatieve
gevolgen van de overname van een vakantiepark onderzocht worden. Ik verwijs u ook
naar mijn antwoord op vraag 24.
Vraag 47
Wat vindt u van het feit dat de nieuwe eigenaar niet eerst met de mensen in gesprek
is gegaan alvorens deze een besluit tot sloop genomen heeft?
Antwoord 47
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 7, 8 en 9.
Vraag 48
Deelt u de mening dat de aangenomen moties zo snel mogelijk uitgevoerd moeten worden
om nog meer slachtoffers en schade aan de natuur en de dieren te voorkomen? Zo ja,
hoe snel kunnen de onderzoeken worden uitgevoerd?
Antwoord 48
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 25 en 26.
Vraag 49
Hoe gaat u waarborgen dat er geen schade aan de broed- en rustplaatsen van vleermuizen
en vogels toegebracht wordt?
Antwoord 49
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 5 en 6.
Vraag 50
Deelt u de mening dat het missionstatement van de nieuwe eigenaar Europarcs niet in
overeenstemming is met de belangen van de huidige standplaatshouders dan wel met de
belangen van de natuur en de dieren in de (nabije) omgeving? Kunt u uw antwoord nader
toelichten?
Antwoord 50
Het missionstatement van Europarcs is voor mij als Minister voor Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening niet relevant. De belangen van de natuur en de huidige standplaatshouders
zijn geborgd in de huidige wet- en regelgeving en in de overeenkomsten tussen de standplaatshouders
en de eigenaar.
Vraag 51 t/m 59
Deelt u de mening dat de voorgenomen sloop van deze camping dan wel mogelijke uitbreiding
zal leiden tot veel meer autoverkeer en/of lichtvervuiling en/of meer drukte gedurende
het hele jaar aangezien het zeer aannemelijk is dat de (horeca)voorziening(en) ook
voor niet-parkgasten bereikbaar zal zijn? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Is de voorgenomen sloop gevolgd door nieuwbouw niet strijdig met de klimaateisen/klimaatdoelen
die we in Nederland gesteld hebben aangezien deze nieuwbouw onnodig voor extra CO2 uitstoot zorgt? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Welke (mogelijke) gevolgen heeft de voorgenomen sloop in combinatie met de mogelijke
uitbreiding voor de grondwaterstand?
Bieden de bestaande bestemmingsplannen genoeg mogelijkheden om de natuur en de dieren
goed te beschermen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Hoeveel extra stikstof zal er worden uitgestoten op basis van het ontwikkelplan dat
door de nieuwe eigenaar Europarcs is opgesteld?
Is deze extra stikstof gezien de reeds aanwezige stikstofcrisis wenselijk?
Kan het ontwikkelplan van de nieuwe eigenaar Europarcs leiden tot teveel overlast
in de ruimste zin des woords dus naast geluid ook verkeersoverlast, lichtvervuiling,
vervuiling etc?
Betekent de verkoop aan de nieuwe eigenaar ook een einde aan de rustperiode zoals
die nu geldt in de periode van ruwweg november tot april? Kunt u uw antwoord nader
toelichten?
Deelt u de mening dat gezien de referentieprojecten van Europarcs deze hier niet zal
bijdragen aan een klimaat adaptieve leefomgeving? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 51 t/m 59
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 5 en 6.
Vraag 60
Deelt u de mening dat gezien de referentieprojecten van Europarcs het ontwikkelplan
kan leiden tot extra hittestress en verdroging in warme perioden en tot wateroverlast
in de natte perioden? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 60
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 59.
Vraag 61, 62 en 63
Deelt u de mening dat de camping een onlosmakelijk deel kan uitmaken van iemands leefomgeving?
Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Deelt u de mening dat de sloop van iemands standplaats een inbreuk in de levenssfeer
van deze persoon is? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Kunt u zich voorstellen dat deze standplaatshouders hun standplaats als een echt (t)huis
zien?
Antwoord 61, 62 en 63
Recreëren is voor veel mensen een belangrijke activiteit die in het teken staat van
rust, reflectie en samenzijn. Ik begrijp dat recreanten gehecht zijn aan een vaste
recreatieplek.
Vraag 64
Is de nieuwe eigenaar eigenlijk niet verplicht om een sociale meting te doen naar
de mogelijke gevolgen van de sloop? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 64
De verplichtingen voor de nieuwe eigenaar aangaande de sloop van (gedeelten van) het
park zijn voorgeschreven in de relevante wet- en regelingeving en de onderlinge overeenkomst
tussen standplaatshouder en eigenaar.
Vraag 65
Deelt u de mening dat tot een gemeenschap behoren mensen waardigheid en geborgenheid
biedt?
Antwoord 65
Ja.
Vraag 66, 67 en 68
Deelt u de mening dat de voorgenomen sloop niet alleen een sloop van woningen is,
maar ook de sloop van een gemeenschap inhoudt?
Dient de sloop van een gemeenschap aan voorwaarden verbonden te worden?
Is het mogelijk dat deze standplaatshouders gezondheidsschade kunnen oplopen nu hun
ontspanningsmogelijkheid ontnomen wordt?
Antwoord 66, 67 en 68
Zoals ik eerder heb aangegeven heb ik samen met de Minister van Economische Zaken
en Klimaat opdracht gegeven om een onderzoek uit te voeren naar de gevolgen van de
opkoping van vakantieparken. Hierbij zullen we ook de door u genoemde gevolgen in
vraag 66, 67, 68 meenemen.
Vraag 69
Is hier sprake van een gedwongen huisuitzetting? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 69
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 20 en 21.
Vraag 70
Bent u een voorstander van een rechtelijke toets om te bepalen of het rendement van
deze roofinvesteerders die vakantieparken opkopen boven het woongenot van de standplaatshouders
mag staan? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 70
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 2, 3 en 4.
Vraag 71
Kunt u de vragen apart beantwoorden en niet clusteren alstublieft?
Antwoord 71
Omwille van de leesbaarheid en veelvoud van gelijkluidende vragen is een deel van
de antwoorden geclusterd beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Mede namens
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.