Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Erkens en Boucke over het artikel 'Anode Energie vraagt faillissement aan vanwege energieprijzen'
Vragen van de leden Erkens (VVD) en Boucke (D66) aan de Minister en Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het artikel «Anode Energie vraagt faillissement aan vanwege energieprijzen» (ingezonden 6 december 2021).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 15 februari 2022). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 995.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Anode Energie vraagt faillissement aan vanwege energieprijzen»?
Dit is de vierde energiemaatschappij die in korte tijd omvalt, terwijl de winter nog
niet is begonnen, hoe apprecieert u dit?1
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend. Deze periode van hoge prijzen voor gas en elektriciteit
vormt een grote opgave. We zien dat meerdere energieleveranciers hierdoor helaas failliet
zijn gegaan en dat dit nadelige gevolgen voor consumenten heeft. Dit vind ik vanzelfsprekend
erg vervelend voor de gedupeerden.
Vraag 2 en 3
Kunt u inventariseren hoeveel klanten worden geraakt door deze faillissementen en
welke financiële gevolgen dit voor hen heeft? Wat betekent dit concreet voor de terug
geleverde energie van klanten?
Klopt het dat veel klanten van energiebedrijven een maandelijks voorschot betalen
waar een marge in zit, zodat ze aan het einde van het jaar niet hoeven bij te betalen?
Hoeveel klanten zijn bij een faillissement van de failliete energiemaatschappijen
hun teveel betaalde voorschot kwijtgeraakt?
Antwoord 2 en 3
Uit navraag bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM) is gebleken dat bij de inmiddels
acht faillissementen ruim 160.000 klanten (consumenten en kleinzakelijke klanten)
geraakt zijn.2 Laat ik vooropstellen dat ik het uitermate vervelend vind wanneer huishoudens te
maken krijgen met het faillissement van hun energieleverancier. Ongeveer 2% van de
(totaal ca. 8 miljoen) Nederlandse huishoudens heeft deze winter te maken gehad met
het faillissement van de energieleverancier. De energievoorziening van deze huishoudens
komt niet in gevaar, maar een faillissement in de winter heeft helaas financiële gevolgen
voor de huishoudens die hiermee te maken hebben.
De financiële gevolgen van een faillissement verschillen en zijn afhankelijk van de
specifieke situatie van elke afnemer. De hoogte van de voorschotbedragen, een eventuele
waarborgsom en het verbruik van energie zijn per afnemer verschillend. Afhankelijk
van de hoogte van de betaalde voorschotbedragen, een eventuele waarborgsom of cash-back
bonus, de hoogte van het verbruik, het moment dat de jaarrekening wordt opgesteld
en het moment van het faillissement kan het mogelijk zijn dat de afnemer meer heeft
betaald voor het verbruik dan nodig zou zijn geweest. Dit is een mogelijk nadelig
financieel gevolg voor de afnemer, omdat de bovengenoemde gelden door het faillissement
in de failliete boedel vallen. Voor hoeveel consumenten dit zal gelden, is niet te
zeggen omdat ik geen inzage heb in de afgesloten overeenkomsten en het individuele
verbruik.
Ja, het klopt dat veel klanten van energiebedrijven een maandelijks voorschot betalen.
Het maandelijks voorschotbedrag aan de energieleverancier is gebaseerd op het verwachte
jaarverbruik (plus belastingen en netwerkkosten). Hierdoor worden de energiekosten
evenredig over het jaar in rekening gebracht terwijl de kosten van het daadwerkelijke
verbruik sterk fluctueren over het jaar omdat huishoudens in de zomer doorgaans veel
minder energie verbruiken dan in de winter. Ten opzichte van de wintermaanden worden
in de zomermaanden dus meer betaald dan verbruikt.
Over consumenten die terugleveren, en dus gebruikmaken van de salderingsregeling,
kan ik het volgende opmerken. Deze afnemers kunnen bij faillissement van hun leverancier
nadeel ondervinden doordat zij hun elektriciteitsafname van het net niet meer volledig
kunnen salderen met de door henzelf opgewekte elektriciteit, bijvoorbeeld met zonnepanelen.
Saldering wordt toegepast over het totale verbruik van de jaar- of eindafrekening.
Het is voor de consument voordelig dat dit op deze wijze gebeurt, omdat over het algemeen
in de zomer meer elektriciteit op het net wordt ingevoed dan afgenomen en dit in de
winter juist precies andersom is en het daardoor gunstig is een en ander tegen elkaar
weg te kunnen strepen in de jaarfactuur. De consument heeft vooral te maken met een
nadeel als hij op het moment dat het faillissement plaatsvindt meer elektriciteit
van het net heeft afgenomen dan hij heeft kunnen invoeden. Door het faillissement
van de energieleverancier is het voor de consument niet meer mogelijk dit verbruik
nog te salderen met latere invoeding op het net, wat zonder faillissement wel had
gekund doordat het contractjaar in dat geval zou zijn doorgelopen.
Ik heb geen inzicht in de boedelverdeling van een failliete energieleverancier. De
financiële gevolgen vloeien voort uit het wettelijk systeem van faillissementen. Bij
faillissement van een energiebedrijf gelden namelijk dezelfde regels als bij een faillissement
van elk ander bedrijf, zoals bepaald in het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet.
In een eerdere brief d.d. 14 december 2021 heeft mijn ambtsvoorganger hier een nadere
toelichting over gegeven.3
Op dit moment doe ik een onderzoek naar de vraag of het wenselijk en mogelijk is om
nadere eisen te stellen aan het wettelijke kader en zo ja, welke eisen het doel het
beste bereiken en goed uitvoerbaar zijn voor zowel energieleveranciers als de ACM.
Dit is aangekondigd in december 2021 in antwoord op eerdere Kamervragen. 4 Daarbij wordt ook onderzocht wat de gevolgen zouden kunnen zijn op de prijsvorming
en op de mogelijkheid voor nieuwe leveranciers om tot de markt toe te treden. Bij
dit onderzoek heb ik tevens de onderzoekers gevraagd om te kijken naar eventuele mogelijkheden
om de positie van consumenten bij faillissementen van energieleveranciers te verbeteren.
Ik laat dit door een externe partij onderzoeken. Indien dit leidt tot wijzigingen
in wetgeving, zal ik uw Kamer informeren.5
Vraag 4
Welke wettelijke bescherming is er voor klanten die energie terugleveren of die een
positief saldo op hun maandelijks voorschot hebben bij een faillissement van een energiemaatschappij?
Hoe houdt de Autoriteit Consument en Markt (ACM) hier toezicht op?
Antwoord 4
Allereerst geldt dat in geval van een faillissement van een energieleverancier de
wettelijke procedure leveringszekerheid in werking treedt. Consumenten blijven gas
en elektriciteit ontvangen van een leverancier met een vergunning op basis van het
Besluit Leveringszekerheid Elektriciteitswet 1998 en het Besluit Leveringszekerheid
Gaswet. De ACM zorgt ervoor dat deze procedure wordt toegepast en uitgevoerd.
Naast de procedure leveringszekerheid zoals genoemd in bovengenoemde besluiten is
de Faillissementswet van toepassing op faillissementen. Consumenten die geld moeten
terugkrijgen van de leverancier wegens teruglevering of een positief saldo op hun
maandelijks voorschot kunnen als concurrent schuldeiser een vordering indienen bij
de curator. De ACM heeft hierbij geen rol.
Op dit moment doe ik een onderzoek naar de vraag of het wenselijk en mogelijk is om
nadere eisen te stellen aan het wettelijke kader en zo ja, welke eisen het doel het
beste bereiken en goed uitvoerbaar zijn voor zowel energieleveranciers als de ACM.
Bij dit onderzoek worden tevens de mogelijkheden uitgezocht om de positie van consumenten
bij faillissementen van energieleveranciers te verbeteren. Indien dit leidt tot wijzigingen
in wetgeving, zal ik uw Kamer informeren.6
Zoals ik in het antwoord op vraag 2 en 3 heb aangekondigd, zal ik de positie van de
consument bij faillissement van een energieleverancier meenemen bij het onderzoek
naar mogelijk extra financiële eisen aan energieleveranciers.
Vraag 5
Welke mogelijkheden, zoals een garantiefonds, zijn er om klanten van energiebedrijven
beter te beschermen tegen het kwijtraken van hun voorschot of geld dat zij nog krijgen
voor teruglevering van energie?
Antwoord 5
Een waarborgfonds heeft voordelen en nadelen. Het belangrijkste voordeel van een waarborgfonds
is dat consumenten zekerheid hebben dat zij teveel betaalde voorschotten terugkrijgen
die zij aan hun energieleveranciers hebben betaald die failliet gaan. Tegelijkertijd
zie ik ook de volgende risico’s en bezwaren.
Allereerst de (hoge) kosten. Een garantiefonds is niet gratis. Het fonds moet van
grote omvang zijn als het alle financiële gevolgen van huishoudens bij het omvallen
van ook grote leveranciers zou moeten dekken. De vraag is dan ook door wie dit fonds
gevuld zou moeten worden. Indien het fonds wordt gefinancierd door de sector, is het
onvermijdelijk dat die kosten uiteindelijk bij huishoudens op hun energierekening
neerslaan met als gevolg dat de energierekening zal stijgen.
Ten tweede kan er risicoverplaatsing optreden. Ook zijn er uitvoeringskosten (fondsbeheer)
mee gemoeid. Als het fonds alleen door de sector wordt gefinancierd, draagt de gehele
sector het financiële risico van commerciële partijen die risicovol gedrag vertonen.
Hierdoor worden betrouwbare energieleveranciers als het ware «beboet» voor risicovol
gedrag van concurrenten.
In het aangekondigde onderzoek waar ik in het antwoord op vraag 3 aan refereer, worden
de mogelijkheden om al dan niet strengere financiële eisen aan leveranciers te stellen
(en/of zekerheden, bijvoorbeeld bankgaranties) in het onderzoek meegenomen. Hiermee
zou ten dele risicovolle gedrag van energieleveranciers kunnen worden voorkomen. Risicovol
gedrag is echter nooit te voorkomen, maar ik vind het van groot belang te kijken naar
de mogelijkheden om de kans hierop te verkleinen. Ik zal bij dit onderzoek ook kijken
naar de mogelijkheid van een waarborgfonds. De vraag of er een uitvoerbare en doelmatige
uitwerking van een dergelijke fonds mogelijk is zal dan worden meegenomen.
Vraag 6
Wat vindt u ervan dat zo’n hoog aandeel van de klanten bij energiebedrijven een variabel
contract heeft, waarbij het risico van een tariefstijging volledig bij de consument
ligt? Welke mogelijkheden ziet u om klanten er bewust van te maken dat zij na afloop
van een energiecontract automatisch in een variabel contract terechtkomen?
Antwoord 6
Consumenten hebben de vrijheid om een contract met vaste tarieven te sluiten of een
contract met variabele tarieven. De afgelopen jaren zijn er prijsdalingen geweest,
waar consumenten met een variabel tarief meer van profiteerden en consumenten met
een vast tarief niet. De afgelopen maanden zijn de energietarieven door de veranderingen
op de markt enorm gestegen en in dat geval hebben de consumenten met een vast tarief
een stabiele prijs.
Wanneer een energiecontract (bijna) afloopt, doet de energieleverancier over het algemeen
een aanbod voor een energiecontract met vaste leveringstarieven. Ook kan de consument
na het einde van de looptijd van een contract zonder opzegvergoeding overstappen naar
een andere leverancier. Gaat de consument niet in op een eventueel aanbod van de leverancier
en kiest hij er voor om niet over te stappen, dan krijgt de consument automatisch
een contract voor onbepaalde tijd met variabele leveringstarieven. Met dit contract
kan de consument zonder opzegvergoeding overstappen naar een andere leverancier. Dit
kan op elk moment met een opzegtermijn van 30 dagen.
Ik ben het met de vragenstellers eens dat het belangrijk is om klanten er actief bewust
van te maken dat zij na afloop van het eerder afgesloten energiecontract automatisch
in een variabel contract terechtkomen. In de Elektriciteitsrichtlijn die in het wetsvoorstel
voor de Energiewet wordt geïmplementeerd, wordt bepaald (in bijlage I van de Elektriciteitsrichtlijn)
dat de eindafnemer in de factuur en factureringsinformatie duidelijk geattendeerd
moet worden op de einddatum van het contract, indien van toepassing. Het wetsvoorstel
van de Energiewet bevat een grondslag om bij lagere regelgeving hieromtrent nadere
regels te stellen. Het wetsvoorstel Energiewet ligt momenteel voor bij betrokken toezichthouders
voor een uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoets. Ik verwacht dit wetsvoorstel
na advisering van de Raad van State eind dit jaar aan uw Kamer te sturen. Met de wijziging
zal de consument tijdig op de hoogte worden gebracht van het feit dat het contract
afloopt.
Vraag 7
Waar kunnen de gedupeerden terecht die een nieuw energiecontract nodig hebben? Wat
doet u om de klanten die moeten overstappen naar een andere energieleverancier bij
te staan in het krijgen van een redelijk contract?
Antwoord 7
Allereerst geldt dat in geval van een faillissement van een energieleverancier de
wettelijke procedure leveringszekerheid in werking treedt. Consumenten wiens leverancier
failliet is gegaan, worden op grond van de besluiten Leveringszekerheid beleverd door
een nieuwe leverancier. Dit kan gaan via een overname door een nieuwe leverancier,
of via restverdeling waarbij de klanten over verschillende andere leveranciers worden
verdeeld. Bij dit besluit staat de leveringszekerheid voorop, dat wil zeggen de zekerheid
dat de consument kan rekenen op elektriciteit en gas en niet door het faillissement
van de energieleverancier in een koud huis komt te zitten.
In de periode vanaf het faillissement en het overgaan naar de nieuwe leverancier,
de zogenoemde vensterperiode die maximaal 20 dagen duurt, kunnen de consumenten niet
overstappen. Deze periode is nodig voor de leveringszekerheid, om te zorgen dat de
overstap goed in de systemen geregistreerd wordt. Direct na de vensterperiode kunnen
de consumenten weer overstappen naar een andere energieleverancier, met inachtneming
van de reguliere wettelijke opzegtermijn. De consument kan zelf vrij kiezen van welke
leverancier en tegen welke voorwaarden hij/zij elektriciteit en/of gas wil afnemen,
waaronder de keuze voor grijze of hernieuwbare elektriciteit, de keuze voor vaste
of variabele prijzen en de keuze voor een kort of lang lopend contract. De ACM houdt
er toezicht op dat vergunninghoudende energieleveranciers zich aan de wet houden en
eerlijk zaken doen.
Via de website of telefoonlijn van de ACM via ConsuWijzer kan de consument praktische
onafhankelijke informatie verkrijgen over onder meer het afsluiten van een energiecontract,
overstappen, vergelijken, meters, verbruik, en over de verschillende soorten leveringstarieven
(vast, variabel of dynamisch). Voor juridisch advies kunnen zij zich (eventueel) richten
tot hun rechtsbijstandverzekering of het Juridisch Loket.
Tot slot, zoals omschreven staat in het antwoord op vraag 6, is het kabinet geen contractspartij
en heeft om die reden geen bemoeienis in de totstandkoming en de inhoud van het contract.
De consument kan wel, indien een energieleverancier zich (vermoedelijk) niet aan de
regels houdt, hier een melding van doen via de website van ConsuWijzer. De ACM kan
in dat geval handhavend optreden.
Vraag 8 en 9
Bent u bekend met het verslag van het faillissement van Energieflex waarin wordt gesteld
dat toezichthouder ACM geen vergunning had mogen geven aan Energieflex? Hoe apprecieert
u dit? Geeft dit volgens u de noodzaak aan dat een vergunning in de toekomst minder
makkelijk afgegeven moet worden? Welke acties gaat u op dit vlak ondernemen?7
Hoe garandeert u dat de levensvatbaarheid van bestaande energiebedrijven voldoende
is getoetst? Hoe worden consumenten op de energiemarkt beschermd tegen zwakke energiebedrijven?
Wat doet u om dit te waarborgen en hoe kan dit worden verbeterd? Bent u hierbij bereid
om op korte termijn de ACM te verzoeken een stresstest uit te voeren gegeven de voortdurende
hoge energieprijzen en verwante faillissementen?
Antwoord 8 en 9
Ja, daar ben ik bekend mee.
In de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet en de Besluiten vergunning levering gas
en elektriciteit aan consumenten is geregeld aan welke eisen een aanvrager moet voldoen
om een leveringsvergunning van de ACM te krijgen. Deze eisen gaan over de benodigde
organisatorische, financiële en technische kwaliteiten. De ACM toetst hieraan en geeft
er invulling aan. Het is aan de aanvrager van een vergunning om aan te tonen dat hij
aan de vergunningsvereisten voldoet en aan de ACM om als onafhankelijke toezichthouder
een vergunning af te geven als de aanvrager aan de (wettelijke) vereisten voldoet.
Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft daarbij geen rol.
Uiteraard vind ik het belangrijk dat consumenten worden beleverd door betrouwbare
leveranciers. Dit is ook wettelijk geregeld. Om dat nog beter te kunnen waarborgen,
worden in het wetsvoorstel voor de Energiewet ten aanzien van de inhoud en toezicht
op de vergunning een aantal aanpassingen voorgesteld die ervoor zorgen dat leveranciers
aan meer eisen moeten voldoen om elektriciteit en gas te kunnen leveren aan consumenten.
Het wetsvoorstel Energiewet ligt momenteel voor bij betrokken toezichthouders voor
een uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoets. Ik verwacht dit wetsvoorstel na advisering
van de Raad van State eind dit jaar aan uw Kamer te sturen.
In het wetsvoorstel worden de volgende aanpassingen voorgesteld. Leveranciers (het
bedrijf en de bestuurders) zullen bij de aanvraag (en periodiek na afgifte) van een
vergunning een Verklaring Omtrent Gedrag (hierna: VOG) moeten overleggen. De eis voor
het overleggen van een VOG zal in lagere regelgeving worden opgenomen en verder worden
uitgewerkt. Hierbij moet gedacht worden aan de vaststelling van termijnen waarbinnen
de VOG zal moeten worden overlegd, en consequenties van het niet kunnen overleggen
van een VOG. Op deze wijze wordt eentoets(moment) uitgevoerd dat zorgt voor een grotere
betrouwbaarheid en integriteit van energieleveranciers (het bedrijf en de bestuurders).
Ze moeten niet alleen hun taken goed (kunnen) uitvoeren, maar als leverancier van
nutsvoorzieningen ook in algemene zin integer zijn. Bovendien leidt een VOG-screening
tot bescherming van de afnemers, omdat beter geborgd is dat zij beleverd worden door
betrouwbare leveranciers.
Ten tweede biedt het wetsvoorstel de ACM de mogelijkheid gebruik te kunnen maken van
de wet Bevordering Integriteits Beoordelingen door het Openbaar Bestuur (wet Bibob).
De Wet Bibob maakt het mogelijk dat de integriteit van de aanvrager van een vergunning
wordt getoetst. Het doel is daarmee ook de integriteit van het toetsende bestuursorgaan,
in dit geval de ACM, te beschermen, door te voorkomen dat vergunningen worden verleend
aan niet betrouwbare en/of niet- integere partijen. Ook kunnen al afgegeven vergunningen
worden ingetrokken.
Hiermee wordt voorkomen dat de ACM ongewild criminele activiteiten faciliteert.
Verder wordt voorgesteld te expliciteren dat de vergunninghouder aan de bij de vergunningaanvraag
gestelde eisen moet blijven voldoen. In het wetsvoorstel is daartoe een bepaling opgenomen
dat een leverancier om een vergunning te krijgen en behouden, moet beschikken over
de benodigde organisatorische, financiële en technische kwaliteiten alsmede voldoende
deskundigheid voor een goede uitvoering van zijn taak. Dit is nu niet als zodanig
expliciet in de wet opgenomen.
Nieuw opgenomen is de kwaliteit van voldoende deskundigheid. Deze moet borgen dat
leveranciers met voldoende kennis van zaken actief zijn op de markt.
In lagere regelgeving zal hier nadere uitwerking aan worden gegeven.
In het wetsvoorstel is een grondslag opgenomen om bij lagere regelgeving nadere uitwerking
te geven aan de genoemde kwaliteiten. Wijzigingen in één of meer van deze kwaliteiten
kunnen er toe leiden dat niet meer voldaan wordt aan de vergunningseisen. Voor de
verdere invulling hiervan zal lagere regelgeving een plicht gaan bevatten om wijzigingen
in bepaalde aspecten van die kwaliteiten te melden.
Het kan hier bijvoorbeeld gaan om bij grote organisatorische of financiële veranderingen.
Een dergelijke meldplicht was niet eerder expliciet bepaald, wel was dit door de wetgever
beoogd en als zodanig door de ACM in de vergunningseisen opgenomen.8 Naast deze meldplicht zal in lagere regelgeving worden bepaald dat bij de vergunningsaanvraag
een accountantsverklaring (controle verklaring) overlegd moet worden en dit na vergunningverlening
jaarlijks te herhalen.
De ACM controleert als onafhankelijk toezichthouder of energiebedrijven kunnen voldoen
aan de eisen voor betrouwbare levering en monitort in dat kader de financiële positie
van energieleveranciers. Zij doet dit jaarlijks in oktober en vanwege de huidige marktomstandigheden
afgelopen jaar al in september, maar ook doorlopend o.b.v. signalen en door middel
van risico georiënteerd toezicht. De ACM kijkt daarbij een jaar vooruit.
Naar aanleiding van de ontwikkelingen op de energiemarkt is en wordt gekeken of het
wettelijk kader, op de naleving waarvan de ACM toezicht houdt, robuust genoeg is.
Hierover zijn door mijn voorganger gesprekken gestart met zowel ACM als met de energieleveranciers.
Deze gesprekken zal ik voortzetten. Het is een gezamenlijke opdracht om te zorgen
dat de energieleveranciers voldoende kwaliteit, klantgerichtheid en risicomanagement
hebben om de verwachtingen van consumenten te kunnen waarmaken. Klanten moeten er
vanuit kunnen gaan dat hun leverancier voldoende financiële middelen heeft om de inkoop
voor energie ook bij hogere marktprijzen te kunnen garanderen. De ACM heeft zelf ook
aangekondigd dat zij laat onderzoeken of en zo ja, hoe zij in dergelijke gevallen
de belangen van consumenten nog beter kan waarborgen.
Zoals uiteengezet in het antwoord op vraag 2 en 3, vind ik het dan ook belangrijk
– gezien de faillissementen van de afgelopen maanden en de nadelige financiële gevolgen
voor consumenten – om in aanvulling op de al voorgestelde aanpassingen in het wetsvoorstel
voor de Energiewet een onderzoek te doen naar de wenselijkheid en mogelijkheid van
het stellen van extra financiële eisen aan energieleverancier om zo de kans te verkleinen
dat faillissementen zich voordoen.
Bij dit onderzoek wil ik tevens de mogelijkheden onderzoeken om de positie van consumenten
bij faillissementen van energieleveranciers te verbeteren.
Als aangekondigd, laat ik dit door een externe partij onderzoeken. Indien dit leidt
tot wijzigingen in de wetgeving, zal ik uw Kamer informeren.
Vraag 10
Hoe kan worden voorkomen dat er deze winter nog meer consumenten de dupe zullen worden
van zwakke energiebedrijven die omvallen? Hoe gaat u hieraan bijdragen?
Antwoord
De ACM vraagt jaarlijks in oktober informatie op over de financiële positie van leveranciers.
Vorig jaar is deze uitvraag door de marktomstandigheden vervroegd naar september en
gezien de aanhoudende marktomstandigheden houdt de ACM een extra vinger aan de pols
door ook deze winter de financiële positie van leveranciers op te vragen. Deze uitvraag
is onderdeel van de monitoring die de ACM voert op de financiële positie van leveranciers.
Dit biedt geen garantie dat er geen faillissementen volgen, dat hangt vooral af van
de marktomstandigheden (met name de prijs van elektriciteit) en weersomstandigheden
(met name of de winter streng of mild wordt).
Zoals aangegeven heeft de Staatssecretaris voor Klimaat en Energie de Kamer toegezegd
dat er een onderzoek zal worden uitgevoerd waarbij onder andere wordt gekeken naar
de mogelijkheden om de positie van consumenten bij faillissementen van energieleveranciers
te verbeteren. Tevens zal nader onderzocht worden of het wenselijk en mogelijk is
nadere eisen te stellen aan de financiële positie van de energieleveranciers om zo
de kans te verkleinen dat faillissementen zich voordoen, zonder dat dit grote gevolgen
heeft voor de betaalbaarheid van energie.9 Zoals eerder in deze brief aangegeven, zal ik dit punt dus meenemen in het onderzoek.
Of en op welk punten het wetsvoorstel van de Energiewet en de lagere regelgeving zullen
worden gewijzigd, hangt sterk af van de uitkomsten van het onderzoek.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.