Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid De Hoop over een interne notitie waaruit blijkt dat personeelsleden op het Gomarus in Gorinchem leerlingen én collega’s die relaties aangingen of wilden aangaan met mensen van hetzelfde geslacht bij de leiding moesten verlinken
Vragen van het lid De Hoop (PvdA) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over een interne notitie waaruit blijkt dat personeelsleden op het Gomarus in Gorinchem leerlingen én collega’s die relaties aangingen of wilden aangaan met mensen van hetzelfde geslacht bij de leiding moesten verlinken (ingezonden 22 december 2021).
Antwoord van Minister Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs) (ontvangen 15 februari
2022).
Vraag 1
Hoe verhoudt de verplichting van personeelsleden om leerlingen en collega’s met homoseksuele
neigingen te verklikken, zich tot de rechtspositie van onderwijspersoneel?1
Antwoord 1
Laat ik voorop stellen dat ik het ten zeerste afkeur als onderwijspersoneel gedwongen
wordt om privéinformatie over leerlingen of hun collegae te delen én als onderwijspersoneel
uit de LHBTIQ+ gemeenschap op deze manier in een benarde situatie wordt gebracht.
De verplichting om leerlingen en collegae te «verklikken» zorgt voor een situatie
waarin medewerkers geen vrijheid hebben om een veilig team te vormen en zichzelf te
zijn. Tevens is een dergelijke verplichting in strijd met de wetgeving.
De rechtspositie van onderwijspersoneel en de sociale veiligheid op scholen is juridisch
gewaarborgd.2 Zo moeten werkgevers te allen tijde zorgen voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.
Bovendien dient het bevoegd gezag zorg te dragen voor een schoolcultuur waarin personeel
en leerlingen zich veilig en geaccepteerd weten. Het verplicht melden van een homoseksuele
gerichtheid van collega’s is volstrekt onacceptabel en past niet bij een dergelijke
cultuur.
Vraag 2
Deelt u de mening dat een dergelijke verplichting volkomen haaks staat op de vertrouwensrol
die het onderwijspersoneel heeft ten opzichte van leerlingen die aan hun zorg zijn
toevertrouwd?
Antwoord 2
Ja, leerlingen moeten kunnen rekenen op een schoolklimaat waarin zij zich veilig en
geaccepteerd weten. Om dat te kunnen waarborgen is het van belang dat zij in vertrouwen
dingen kunnen delen met onderwijspersoneel. Een verplichting voor onderwijspersoneel
om bij het bevoegd gezag melding te maken van iets persoonlijks als de seksuele gerichtheid
van leerlingen, staat hier volledig haaks op.
Vraag 3
Deelt u de mening dat een verplichting om collega’s te verklikken getuigt van slecht
werkgeverschap?
Antwoord 3
Ja, zie de antwoorden op de vragen 1 en 2.
Vraag 4
Ziet u in deze casus redenen reden om de rechtspositie van onderwijspersoneel te versterken
opdat de schoolleiding deze niet langer kan verplichten tot gedrag dat strijdig is
met hun vertrouwensrol? Zo ja, hoe kan deze versterking gestalte krijgen? Zo neen,
waarom niet?
Antwoord 4
Er wordt momenteel gekeken of het in algemene zin nodig is de rechtspositie van onderwijspersoneel
verder te versterken, zoals ook is aangegeven in het Coalitieakkoord. Daarbij worden
de resultaten van de evaluatie van de Wet Veiligheid op School ook meegenomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.