Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Ginneken en Podt over het bericht dat de politie onschuldige asielzoekers aan strafrechtelijke informatie koppelde
Vragen van de leden Van Ginneken en Podt (beiden D66) aan de Minister en Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht dat de politie onschuldige asielzoekers aan strafrechtelijke informatie koppelde (ingezonden 16 december 2021).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid (ontvangen 11 februari 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2021–2022, nr. 1258.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Politie koppelde onschuldige asielzoekers aan strafrechtelijke
informatie»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat de politie persoonsgegevens van asielzoekers koppelde aan strafrechtelijke
informatie? Zo ja, op welk moment was de politie op de hoogte van het feit dat persoonsgegevens
van asielzoekers doorzoeken volgens de privacywet AVG niet mag? Bleef de politie er
na dat moment nog mee doorgaan? Zo ja, waarom?
Antwoord 2
De politie (bij de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel (AVIM))
heeft in het kader van de haar toegekende wettelijke taken en bevoegdheden van een
aantal asielzoekers gegevens van de telefoons uitgelezen. Niet alle gegevensdragers
van alle asielzoekers werden uitgelezen. Er vond een selectie plaats op basis van
een handmatige controle. Dat betekent dat alleen van een selecte groep asielzoekers
de gegevens zijn vergeleken met reeds beschikbare opsporingsinformatie op het terrein
van terrorisme en mensenhandel-/-smokkel.
Bij aanvang van het project Athene in 2016 viel deze gegevensverwerking, waaronder
de vergelijking met opsporingsdata, in zijn geheel onder de Wet Politiegegevens (Wpg).
Met de inwerkingtreding van de nieuwe Wet politiegegevens in januari 2019 is deze
verwerking van het project Athene onder de Algemene verordening gegevensbescherming
komen te vallen.
Binnen het project Athene werden opsporingsgegevens geautomatiseerd verstrekt aan
AVIM. Politie heeft zich bij de verandering van het privacy regime niet tijdig genoeg
gerealiseerd dat deze verwerking niet langer op dezelfde wettelijke basis berustte.
Dat besef kwam dankzij de uitvoering van een Data Protection Impact Assessment (DPIA)2 die in november 2021 binnen AVIM als onderdeel van een korpsbreed programma is gedaan.
Toen werd duidelijk dat de opsporingsgegevens (die vallen onder de Wpg) die geautomatiseerd
werden verstrekt in het kader van het Athene-project, niet voor de vreemdelingentaken
van AVIM (die vallen onder de AVG) gebruikt hadden mogen worden, omdat hier geen grondslag
voor was in de Wpg.
Dit is dan ook de aanleiding geweest voor het stopzetten van het project en het laten
vernietigen van alle door AVIM eerder ontvangen opsporingsinformatie in het kader
van het project Athene.
Vraag 3
Wat verstaat de politie onder «verdachte informatie», waarop de telefoons werden doorzocht?
Antwoord 3
Omdat het hier gaat om het vaststellen van de identiteit en/of nationaliteit van de
aanvrager en beoordeling van de aanvraag in relatie tot nationale veiligheid, wordt
in deze specifieke kwestie als «verdachte informatie» gezien het in bezit hebben van
foto’s van meerdere verschillende identiteitspapieren of foto’s, filmbeelden, contactgegevens
en locatiegegevens die betrokkenheid bij een gewapende strijd dan wel mensenhandel/-smokkel
doen vermoeden.
Vraag 4
Is de verzamelde data nog steeds beschikbaar in de systemen van de politie? Zo ja,
kunt u garanderen dat deze data niet alsnog gebruikt zal worden door overheidsinstanties,
noch in de beoordeling van de asielverzoeken die het betreft? Wat wordt er met deze
data gedaan?
Antwoord 4
De politie heeft in november 2021 het project stopgezet en de verkregen data uit de
database Athene vernietigd. Verder heeft de politie mij bericht dat de eerder verkregen
gegevens niet zijn gedeeld met andere instanties.
Vraag 5
Kunt u aangeven in hoeverre deze verzamelde data heeft bijgedragen aan een strafrechtelijk
onderzoek of veroordeling? Zo ja, hoe vaak is dit het geval geweest?
Antwoord 5
Op basis van de resultaten van het jaar 2021 zijn in totaal twintig signalen geweest
op basis waarvan AVIM op grond van de AVG artikel 6, eerste lid, onder c dan wel onder
e, informatie aan de opsporing binnen de politie heeft verstrekt ten behoeve van strafrechtelijk
onderzoek. Volgens de politie heeft dit in geen van deze gevallen geleid tot het starten
van een strafrechtelijk onderzoek, hetgeen niet wil zeggen dat deze informatie niet
heeft bijgedragen aan het opwaarderen van de informatiepositie van de opsporing.
Vraag 6
Hebben de asielzoekers van wie de telefoon in beslag is genomen, gedurende de inbeslagname
een vervangende telefoon gekregen? Deelt u de mening dat asielzoekers die alleen aankomen
een communicatiemiddel zouden moeten hebben?
Antwoord 6
Van de gegevensdragers waarvoor aanleiding bestond deze nader te onderzoeken als onderdeel
van het Identificatie & Registratieproces (I&R-proces) zijn kopieën gemaakt van de
data. De telefoons worden in beginsel binnen 24 uur weer aan de eigenaar teruggegeven.
Vraag 7
Bent u op de hoogte van het feit dat de politie door wil gaan met handmatig controleren
van telefoons van asielzoekers? Zo ja, hoe apprecieert u dit?
Antwoord 7
Het is van belang dat de politie de data die is vastgelegd op gegevensdragers kan
controleren als onderdeel van het I&R-proces. Gegevensdragers kunnen informatie bevatten
die relevant is voor het vaststellen van de identiteit en/of nationaliteit van een
asielzoeker. Het inzien van gegevensdragers is niet alleen van belang voor de beoordeling
van een asielaanvraag maar ook ter bestrijding van mensenhandel en -smokkel en terrorisme.
De Inspectie van Justitie en Veiligheid onderschreef dit belang ook in haar rapport
uit 2016 dat met uw Kamer is gedeeld.3
Vraag 8
Bent u zich bewust van het feit dat asielzoekers weinig inspraak hebben in deze praktijk
omdat ze verplicht zijn mee te werken als ze een asielprocedure willen starten? Wat
zijn de gevolgen als een asielzoeker weigert een telefoon af te staan?
Antwoord 8
Voor de in antwoord 7 genoemde doelen kan het noodzakelijk zijn gegevensdragers te
controleren. Het weigeren om een telefoon af te staan is op grond van de verwijzing
van artikel 108, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 naar artikel 55 van die
wet een strafbare overtreding. Ik ben dusver niet bekend met gevallen waarin medewerking
is geweigerd.
Vraag 9
Bent u op de hoogte van het advies van de Raad van State dat er wettelijke waarborgen
moeten komen voor het verzamelen, gebruiken en opslaan van gegevens van asielzoekers?
Klopt het dat u dit advies naast u neer legt? Zo ja, waarom? Deelt u de mening dat
verzamelen van persoonsgegevens altijd zo veel mogelijk beperkt zou moeten worden?
Bent u alsnog bereid het advies van de Raad van State op te volgen en te zorgen voor
wettelijke waarborgen?
Antwoord 9
Ik ben op de hoogte van het betreffende advies van de Raad van State.4 Zoals te lezen is in het nader rapport waarin is gereageerd op het advies neem ik
het advies van de Raad van State ter harte.
Ik deel de mening dat verzamelen van persoonsgegevens altijd zo veel mogelijk beperkt
zou moeten worden. Dat vloeit ook voort uit het gegevensbeschermingsrecht.
Artikel 55, tweede lid, en artikel 107 a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000
laten alleen verwerking toe voor zover dit nodig is voor de beoordeling van de asielaanvraag
onderscheidenlijk voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor onder meer de doelmatige
en doeltreffende uitvoering van de toelating en het verblijf van vreemdelingen. Ter
waarborging van de persoonlijke levenssfeer wordt artikel 107a van de Vreemdelingenwet
2000 nader uitgewerkt in de artikelen 7.1a tot en met 7.1d van het Voorschrift Vreemdelingen
2000.
Voorts bestaat op grond van artikel 55, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 onder
andere de bevoegdheid om bagage van een vreemdeling te doorzoeken met het oog op eventuele
aanwezigheid van reis- of identiteitspapieren, documenten of bescheiden, die noodzakelijk
zijn voor de beoordeling van zijn asielaanvraag. In een uitspraak van 11 april 2012
heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overwogen dat het uitlezen
van een simkaart vergelijkbaar is met het kopiëren van de in artikel 55, tweede lid,
bedoelde papieren, documenten en bescheiden.5 De regering gaat er, zoals opgemerkt in het nader rapport, vanuit dat deze uitspraak
ook geldt voor het inzien van andere digitale gegevensdragers. Net als het uitlezen
van de simkaart is dat immers vergelijkbaar met het kopiëren van papieren, documenten
en bescheiden als bedoeld in die uitspraak. Hoewel de bevoegdheid om digitale gegevensdragers
in te zien en uit te lezen bestaat, is het passend dit op een geschikt moment te verduidelijken
in de wetstekst van artikel 55, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000. Dit is ook in het
nader rapport aangegeven.
Vraag 10
Welke voorwaarden zijn er voor het doen van proefprojecten zoals Athene en hoe worden
die vooraf en tijdens de uitvoering gecontroleerd? Bent u bereid de Kamer te informeren
als er ontwikkelingen zijn op het gebied van deze proefprojecten?
Antwoord 10
Proefprojecten in het I&R-proces moeten voldoen aan de Vreemdelingenwet 2000 die voor
wat betreft de gegevensbescherming onder het regime van de AVG vallen. In praktijk
zal voor elk proefproject in de regel een DPIA opgesteld moeten worden. Ik informeer
uw Kamer regelmatig over de stand van zaken rondom het verbeteren van het I&R-proces.6 Eventuele ontwikkelingen met betrekking tot proefprojecten zal ik hierin meenemen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.