Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over nijpende tekorten aan forensische artsen
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Justitie en Veiligheid over nijpende tekorten aan forensische artsen (ingezonden 8 december 2021).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 9 februari 2022). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1200.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het feit dat veel GGD’en de roosters voor forensische artsen
de komende maanden niet rondkrijgen, omdat er een flink tekort aan forensische artsen
is? Zo nee, bent u bereid dit na te gaan bij de diverse GGD’en? Zo ja, hoe lang bent
u hier al van op de hoogte?1
Antwoord 1
Wij zijn op de hoogte van het actuele en dreigende tekort aan forensisch artsen. De
IGJ laat in haar rapport «Gemeentelijke lijkschouw door forensisch artsen onder druk,
veel zorgen op korte termijn» van 15 november 20212 zien dat het tekort acuut is. Deze zorgen bestaan al langer. In 2018 hebben de Ministers
van VWS, JenV en BZK maatregelen aangekondigd om de forensische geneeskunde te versterken3. Bij de beantwoording van vragen 4 en 8 ga ik verder in op die maatregelen. Het Capaciteitsorgaan heeft in 2019 berekend
wat de omvang van het capaciteitstekort zou zijn als niet zou worden geïnvesteerd
in de professionalisering, kwaliteit en continuïteit van de forensische geneeskunde.
Voor forensische geneeskunde is instroom in de erkende profielopleiding tussen 2008
en 2019 bijna volledig uitgebleven, terwijl de beroepsgroep in snel tempo vergrijst.
In meerdere regio’s wordt nu al met forensisch artsen gewerkt die de pensioenleeftijd
snel zullen bereiken of inmiddels al hebben bereikt, hetgeen onwenselijk is.
Het Capaciteitsorgaan berekende in 2019 dat er ca 40 artsen per jaar moeten instromen
om de vergrijzing en andere uitstroom op te kunnen vangen. Aangezien werd voorzien
dat een instroom in de opleiding van 40 studenten per jaar niet gerealiseerd zou kunnen
worden, is in overleg met de beroepsvereniging besloten om in eerste instantie 15
opleidingsplaatsen per jaar beschikbaar te stellen. Deze plaatsen worden tot dusverre
niet volledig gevuld. Zo zijn er in 2020 11 studenten ingestroomd en in 2021 8 studenten.
Wij zijn met o.a. GGD GHOR Nederland en het Forensisch Medisch Genootschap (FMG) in
overleg over tijdelijke noodoplossingen voor het actuele tekort en structurele oplossingen
in de vorm van functiedifferentiatie.
Vraag 2
Klopt het dat veel GGD’en geen forensische artsen in vaste dienst hebben, maar in
plaats daarvan artsen op tijdelijke contracten (meestal op basis van ZZP) inhuren?
Zo ja, waarom is dit?
Antwoord 2
Er zijn enkele GGD’en die werken met forensisch artsen in ZZP- of maatschap verband
en geen forensisch artsen in vaste dienst hebben. Ook worden ZZP-ers door GGD’en ingezet
om acute tekorten in regio’s op te vangen of als flexibele schil om de 24/7 dienstverlening
te kunnen bieden. De groep ZZP is beperkt en de inzet is kostbaar. GGD’en werken samen
met de ministeries van VWS, JenV, en BZK, de beroepsgroep en politie en OM aan een
robuuste en toekomstbestendige organisatie van het vak, als pijler van de publieke
gezondheid en met dwarsverbanden naar andere publieke gezondheidstaken van GGD’en.
Alhoewel ZZP-ers een belangrijke bijdrage leveren aan het vak, is het vanuit het streven
naar een robuuste en toekomstbestendige organisatie juist wenselijk om meer professionals
met een volwaardig dienstverband bij de GGD’en aan te stellen.
Vraag 3
Klopt het dat de afgelopen jaren relatief veel forensische artsen zijn uitgestroomd,
al dan niet vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd en dat de instroom
van nieuwe forensische artsen op dit moment het gat niet kan opvullen wat deze artsen
hebben achtergelaten? Zo ja, was het niet jaren geleden al voorzienbaar, dat veel
forensische artsen met pensioen zouden gaan?
Antwoord 3
Voor de beantwoording verwijs ik u naar het antwoord op vraag 1.
Vraag 4
Wat heeft u de afgelopen jaren gedaan om het beroep van forensische arts aantrekkelijk
te maken? Heeft u genoeg gedaan? Zo ja, waarom denkt u dat?
Antwoord 4
Sinds 2018 wordt door verscheidene ministeries gewerkt aan uiteenlopende maatregelen
om onder meer de aantrekkelijkheid van het beroep van forensisch arts te vergroten,
zoals de totstandkoming van een structurele opleiding, het versterken van de wetenschappelijke
basis, het concentreren van de dienstverlening door GGD’en op het niveau van de 10
politie-eenheden, het inzetten op volwaardige functies met een bijbehorend passend
salaris, het ondersteunen van verdere professionalisering door intervisie en richtlijnontwikkeling
en een goede informatievoorziening. Waar sommige maatregelen uitwerking behoefden
is vooruitlopend hierop door de ministeries van VWS en JenV incidenteel geld vrijgemaakt
voor een tijdelijke opleiding en voor een kennisagenda om de wetenschappelijke basis
te versterken. Inmiddels hebben de Ministers van VWS, JenV en BZK wederom incidenteel
geld vrijgemaakt om ook de structurele driejarige opleiding in 2022 te kunnen financieren.
Vanuit JenV is daarenboven incidenteel geld vrijgemaakt voor de werving van forensische
artsen (inclusief campagne en een arbeidsmarktonderzoek), voor een (op termijn structurele)
leerstoel Forensische Geneeskunde en tenslotte om de reorganisatie van de dienstverlening
op het niveau van de 10 politie-eenheden te ondersteunen. Zoals in de beleidsreactie
op het IGJ-rapport is aangegeven, is voor de versterking van de Forensische Geneeskunde
is jaarlijks structureel € 20 mln nodig4.
Vraag 5
Bent u bereid om te onderzoeken of het wellicht goed zou zijn om de forensische artsen
onder een overkoepelende structuur te plaatsen, zodat dus niet per GGD een ander beleid
gevoerd wordt? Zo ja, op welke termijn kan de Kamer hierover geïnformeerd worden?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
De reorganisatie op het terrein van de forensische geneeskunde – waarbij de GGD‘en
gaan samenwerken op het niveau van de 10 politie-eenheden – is gericht op een versterking
van de continuïteit en kwaliteit van deze dienstverlening. Een van de uitgangspunten
is om te komen tot meer uniformiteit in (personeels-) beleid, werkprocessen en kwaliteit.
GGD GHOR Nederland is als overkoepelende brancheorganisatie een belangrijke partner
en levert een belangrijke bijdrage aan dit reorganisatietraject. Wij zullen uw Kamer
voor de zomer 2022 infomeren over de ontwikkelingen.
Vraag 6
Klopt het dat je als specialist in de publieke gezondheidszorg minder verdient dan
als medisch specialist in een ziekenhuis? Zou dit een reden kunnen zijn waarom er
op dit moment een tekort is aan forensisch artsen?
Antwoord 6
Een specialisme in de publieke gezondheidszorg is niet één op één vergelijkbaar met
een medisch specialisme in een ziekenhuis. Ook binnen het ziekenhuis is het ene medisch
specialisme niet te vergelijken met het andere. Het is echter wel een feit dat er
in tegenstelling tot de medisch specialisten in loondienst er binnen GGD’en momenteel
geen separate salarisschalen voor forensisch artsen bestaan.
De aantrekkelijkheid van een beroep wordt door vele factoren beïnvloed waarbij, zoals
bijvoorbeeld het uitstroomonderzoek van RegioPlus5 ook laat zien, loon niet als de belangrijkste factor geldt. Andere factoren zijn
bijvoorbeeld de inhoud van het werk en ontwikkel- en doorgroeimogelijkheden. Desalniettemin
is het salaris ook een middel om medewerkers te motiveren en te binden en mogen forensisch
artsen net als andere professionals binnen de publieke gezondheidszorg een volwaardige
functie en passende arbeidsvoorwaarden verwachten. Dit uitgangspunt maakt onderdeel
uit van de reorganisatie van de dienstverlening maar is mede afhankelijk van de financiering
door de opdrachtgevers van de dienstverlening.
Er vindt op dit moment overleg plaats met GGD GHOR over een wervingscampagne voor
forensisch artsen. Beoogd wordt om de campagne in het tweede kwartaal van 2022 te
laten starten.
Vraag 7
Bent u bereid zo snel als mogelijk met de GGD’en in overleg te treden om te kijken
wat er gedaan kan worden aan het werven en ook binnenboord houden van forensische
artsen? Bent u bereid daarbij ook te kijken naar de arbeidsvoorwaarden voor forensische
artsen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Voor de beantwoording verwijs ik u naar het antwoord op vraag 6.
Vraag 8
Mocht blijken dat bij de GGD’en behoefte is aan meer geld om bijvoorbeeld betere arbeidsvoorwaarden
te kunnen bieden of meer artsen in vaste dienst aan te kunnen nemen, bent u dan bereid
te kijken of u hier snel extra geld voor kunt uittrekken?
Antwoord 8
Voor de beantwoording verwijs ik u naar het antwoord op vraag 4.
Vraag 9
Waarom wordt besluitvorming over de 20 miljoen euro die volgens de IGJ nodig is om
te investeren in het werk van forensische artsen, overgelaten aan een nieuw kabinet?
Zou het niet beter zijn, gelet op de haast die er is en het belang van structurele
borging van dit belangrijke beroep, om hier nu toe te besluiten?
Antwoord 9
Het maatschappelijke belang, de kwetsbaarheid van de dienstverlening van de forensisch
arts en daarmee de ernst van de situatie worden onderkend. Het is aan het kabinet
om hierover een definitief besluit te nemen, waaronder ook het borgen van de benodigde
dekking.
Vraag 10
Kunt u deze vragen zo snel als mogelijk beantwoorden?
Antwoord 10
Ik heb een poging gedaan om de vragen zo snel mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.