Schriftelijke vragen : Het op straat zetten van alleenstaande gezinnen
Vragen van het lid Sahla (D66) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het op straat zetten van alleenstaande gezinnen (ingezonden 9 februari 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Kinderen dreigen dakloos te worden door strikt beleid
van gemeenten tegenover alleenstaande ouders»?1
Vraag 2
Welke oorzaak ziet u voor de observatie van Defence for Children dat zij de afgelopen
twee jaar ruim honderd zaken ontvingen van kinderen die dakloos dreigden te raken,
terwijl dat tot vijf jaar geleden nauwelijks voorkwam?
Vraag 3
Hoe kijkt u aan tegen het gegeven dat een kwart van de gemeenten geen voorrang geeft
aan alleenstaande ouders en bijna de helft van de gemeenten wijst naar de andere ouder
zonder rekening te houden met het kind?
Vraag 4
Bent u het eens dat kinderen op straat zetten in strijd is met het kinderrechtenverdrag?
Wat gaat u doen om dit te allen tijde te voorkomen?
Vraag 5
Bent u bekend met signalen uit gemeenten waar ouders die dakloos dreigen te raken,
geadviseerd worden hun kinderen vrijwillig uit huis te laten plaatsen?
Vraag 6
Bent u bekend met signalen dat ouders ook bedreigd worden met ondertoezichtstelling
of uithuisplaatsing als gevolg van dak- of thuisloosheid?
Vraag 7
Hoe vaak komen situaties zoals genoemd onder vragen 5 en 6 per jaar voor in de afgelopen
vijf jaar?
Vraag 8
Hoe verhoudt een dergelijk dreigement voor een jeugdbeschermingsmaatregel als gevolg
van dak- of thuisloosheid zich met nationale en internationale wet- en regelgeving?
Vraag 9
Welke invloed heeft het op de rechtspositie van de ouder wanneer zij onder druk kiezen
voor een vrijwillige uithuisplaatsing?
Vraag 10
Welk deel van de (vrijwillig) uithuisgeplaatste kinderen houdt verband met huisvestingsproblematiek?
Vraag 11
Bij welk deel van de (vrijwillig) uithuisgeplaatste kinderen was huisvestingsproblematiek
de enige of doorslaggevende reden om kinderen uit huis te plaatsen?
Vraag 12
Bent u van mening dat er direct gekeken moet worden naar terugplaatsing van kinderen,
als huisvestingsproblematiek de enige of doorslaggevende reden was voor een beschermingsmaatregel
en de ouder vervangende woonruimte heeft gevonden?
Vraag 13
Wat gaat u doen tegen het feit dat gemeenten in dit soort gevallen slechts naar de
positie van de ouders kijkt in plaats van naar de positie van het kind?
Vraag 14
Hoe borgt u het recht van kinderen, op grond van het VN-Kinderrechtenverdrag en het
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens op onderdak en recht op bescherming tegen
inbreuk op hun gezinsleven, in het licht van de genoemde signalen?
Indieners
-
Gericht aan
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
F. Sahla, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.