Schriftelijke vragen : De racistische intimidatie van een gezin in Giethoorn en de gebrekkige reactie daarop van lokale instanties
Vragen van het lid Belhaj (D66) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie en Veiligheid over de racistische intimidatie van een gezin in Giethoorn en de gebrekkige reactie daarop van lokale instanties (ingezonden 9 februari 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitzending van Zembla van donderdag 3 februari 2022?1
Vraag 2
Wat is uw reactie op de gang van zaken in de door Zembla onderzochte casus?
Vraag 3
Hoe verklaart u dat het in deze casus zo moeilijk was om aangifte te doen van discriminatie,
terwijl de Aanwijzing discriminatie voorschrijft aangiften van discriminatie in beginsel
altijd op te nemen en in behandeling te nemen?
Vraag 4
Klopt het dat de politie op basis van artikel 2.3 van de aanwijzing zelf alert zou
moeten zijn op eventuele discriminatieaspecten, ook in het geval dat de aangever bijvoorbeeld
slechts melding zou doen van vernieling?
Vraag 5
Bent u bereid het Expertise Centrum Aanpak Discriminatie van de politie – eventueel
in samenwerking met het Landelijke Expertise Centrum Discriminatie (LECD) van het
Openbaar Ministerie – deze casus te laten onderzoeken, met het doel de geleerde lessen
landelijk in de organisatie te implementeren?
Vraag 6
Deelt u de mening dat deze casus de potentiele meerwaarde van gespecialiseerde discriminatierechercheurs
nogmaals onderstreept?
Vraag 7
Herinnert u zich uw antwoord op de vraag naar de laatste stand van zaken van de pilot
discriminatierechercheurs naar aanleiding van de motie Paternotte c.s.?2 3 Hoe ver bent u met het streven om de functies van de discriminatierechercheurs dit
voorjaar ingevuld te hebben?
Vraag 8
Hoe duidt u het gegeven dat de gemeente in dit geval niet heeft gereageerd op de melding
van discriminatie en van de klacht met betrekking tot de afhandeling door de politie?
Ziet u hier voor gemeenten een actievere rol weggelegd? Welke verantwoordelijkheid
heeft de burgermeester in dit soort situaties?
Vraag 9
Heeft de gemeente, voor zover bij u bekend, inmiddels wel actief hulp geboden aan
dit gezin?
Vraag 10
Ziet u voor uzelf een rol weggelegd in het faciliteren van kennisdeling onder gemeenten
over de vraag hoe om te gaan met dit soort casussen? In hoeverre biedt de in de uitzending
aangehaalde soortgelijke casus uit Waspik daar aanknopingspunten voor?
Vraag 11
Klopt het dat op basis van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen, gemeenten
verantwoordelijk zijn voor het bieden van toegang tot een antidiscriminatievoorziening?
Is er voor elke gemeente een antidiscriminatievoorziening zoals Vizier Oost, die in
deze casus essentiële hulp lijkt te hebben geboden in het serieus nemen van de discriminatiemeldingen?
Vraag 12
Deelt u de zorgen over de constatering van Vizier Oost dat zich het afgelopen jaar
al een aantal vergelijkbare zaken hebben voorgedaan, waarbij de officier van justitie
niet tijdig werd geïnformeerd of mensen geen aangifte konden doen?
Vraag 13
In hoeverre worden de ervaringen van de antidiscriminatievoorziening met andere instanties
– zoals politie, Openbaar Ministerie en gemeenten – gemonitord en geëvalueerd? Deelt
u de mening dat deze ervaringen essentiële inzichten kunnen bieden in de integrale
aanpak van racisme en discriminatie?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Belhaj, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.