Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bontenbal over knelpunten in de biovergistingssector
Vragen van het lid Bontenbal (CDA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over knelpunten in de biovergistingssector (ingezonden 15 december 2021).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 8 februari 2022). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1349.
Vraag 1
Bent u bekend met de financiële problemen waar bedrijven in de biovergistingssector
mee te maken dreigen te krijgen als gevolg van een, door de covid-crisis, verstoorde
markt voor grondstoffen en energie?
Antwoord 1
Ja. Het is duidelijk dat de COVID-crisis en de volatiliteit op de energiemarkt de
bedrijfsvoering van vergisters bemoeilijkt. Ik ben op de hoogte van de effecten van
de recente ontwikkelingen op de energiemarkt voor vergisters. Ik heb in mindere mate
zicht op de recente ontwikkeling van de prijs van grondstoffen voor vergisters aangezien
deze zeer divers van aard zijn en de prijsvorming hier niet transparant is.
De SDE++-regeling vergoedt de onrendabele top, oftewel het verschil tussen de kostprijs
van vergisting en de marktprijs van energie. Bij een stijgende energieprijs is er
dus minder subsidie nodig. De marktprijs van de geproduceerde energie wordt vastgesteld
op basis van advies van het Planbureau voor de Leefomgeving (PLB) via een vaste berekeningsmethodiek
die gebruik maakt van marktindices voor elektriciteit en gas. Het algemene beeld is
dat vooral die projecten in problemen zijn gekomen die hun energie voor een vast bedrag
hebben verkocht in plaats van een bedrag gekoppeld aan deze marktindex.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van de verwachting van deze sector dat dit zal leiden tot een
forse terugvordering van subsidiegelden (oplopend tot wel € 1 miljoen per vergistingsinstallatie)
door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor deze producenten bij de
jaarlijkse bijstelling medio mei/juni 2022, in plaats van de gebruikelijke nabetaling?
Antwoord 2
Ja, door de stijgende energieprijzen hebben projecten een hoger voorschot gekregen
dan nodig doordat zij hogere inkomsten kunnen krijgen uit de verkoop van hun energie.
Net als verschillende partijen in uw kamer vind ik het van belang om overstimulering
zo veel mogelijk te voorkomen, en daarom wordt in de SDE++ minder subsidie verleend
als de energieprijzen stijgen. De exacte bijstelling verschilt sterk tussen projecten
vanwege verschil in schaalgrootte, verschil tussen verwachte en gerealiseerde productie,
het jaar waarin ze subsidie hebben gekregen en de verhouding tussen de producten die
ze produceren (elektriciteit, warmte en/of gas).
In september 2021 hebben de projecten waarvan verwacht werd dat een grote bijstelling
aannemelijk was een brief gekregen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)
over dat hun voorschotten mogelijk te hoog zouden zijn. In deze brief werd ook de
optie geboden om de voorschotten stop te zetten om een grote bijstelling te voorkomen.
Vraag 3
Bent u daarnaast op de hoogte van de verwachting vanuit deze sector dat bij terugvordering
of verminderde uitbetaling er direct financiële problemen ontstaan metmogelijk faillissementen
tot gevolg?
Antwoord 3
Het is mij duidelijk dat het terugbetalen van voorschotten van grote invloed is op
de bedrijfsvoering van vergisters. Dat was voor RVO.nl ook de reden om hierover tijdig
te communiceren per brief en via de website. Zoals in mijn antwoord op vraag 1 aangegeven
verwacht ik dat eventuele financiële problemen met name spelen bij de projecten die
ervoor hebben gekozen om hun contracten niet te koppelen aan de in de SDE++ gehanteerde
marktindex.
Vraag 4
Acht u een dergelijke uitkomst wenselijk in het licht van de stimulering van deze
sector en de noodzaak tot de ontwikkeling van hernieuwbare alternatieven voor gas?
Antwoord 4
Op het moment dat bedrijven in de problemen dreigen te komen, is het goed dat de bedrijven
in contact treden met RVO.nl. RVO.nl heeft binnen de regeling mogelijkheden om een
passende verrekening toe te passen zodat onnodige faillissementen kunnen worden voorkomen.
Hierbij moet echter ook voorkomen worden dat het teveel betaalde voorschot uiteindelijk
helemaal niet meer terugbetaald wordt.
Vraag 5
Wat is uw verwachting voor wat betreft de doorwerking van deze problematiek naar de
toekomstige duurzame invulling van ons gasverbruik?
Antwoord 5
In beginsel zorgen hoge energieprijzen ervoor dat hernieuwbaar gasprojecten beter
kunnen concurreren met fossiele energie, zeker als de gasprijs hoger wordt dan de
kostprijs. Het is echter niet voor alle vergisters het geval en het is niet positief
als duurzame energieprojecten in zwaar weer komen. Mijn beeld is dat deze problematiek
op de korte termijn vooral vergistingsprojecten betreft die elektriciteit (en warmte)
produceren en in mindere mate hernieuwbaar gas.
Vraag 6
In hoeverre heeft u in beeld hoe groot deze problematiek is? Kunt u aangeven hoeveel
producenten uit de biovergistingssector hierdoor dreigen te worden getroffen, wat
van deze producenten het opgestelde vermogen is en wat dit vermogen vertegenwoordigd
qua volume aan groen gas?
Antwoord 6
Dit kan ik niet aangeven aangezien ik geen inzicht heb in de bedrijfsvoering van vergisters
en ook niet in de contracten die producenten afsluiten over de verkoop van hun energie.
Ik heb dus ook geen zicht op het aantal projecten dat ervoor gekozen heeft de energieprijs
niet te koppelen aan de marktindices voor energie.
Vraag 7
Bent u zich ervan bewust dat de coronasteunmaatregelen, doordat deze gericht zijn
op omzetverlies, niet goed aansluiten bij de problemen die deze bedrijven ondervinden
als gevolg van ontwikkelingen gerelateerd aan de covid-crisis waardoor zij niet goed
gebruik kunnen maken van steuninstrumenten zoals de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)?
Antwoord 7
Ja, de belangrijkste reden hiervoor is dat deze sector ook in veel mindere mate wordt
getroffen door de directe effecten van de coronacrisis waar de steuninstrumenten zoals
de TVL voor ontworpen zijn, zoals omzetverlies.
Vraag 8
Welke oplossingen ziet u wel om de hierboven geschetste problematiek aan te pakken?
Antwoord 8
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 4 heeft RVO.nl binnen de regeling mogelijkheden
om een passende verrekening toe te passen zodat onnodige faillissementen kunnen worden
voorkomen.
Vraag 9
Ziet u bijvoorbeeld mogelijkheden om door middel van een individuele vaststelling
op basis van accountantsverklaring biogasproducenten de mogelijkheid te bieden om
bij RVO aan te tonen dat de daadwerkelijke marktinkomsten significant afwijken van
het correctiebedrag van de SDE-subsidie waar RVO mee rekent?
Antwoord 9
Nee, ik vind dit niet gepast. De spelregels binnen de SDE++ zijn vooraf bekend en
het is vervolgens aan ondernemers om gegeven deze regels hun eigen afwegingen te maken
ten aanzien van hun bedrijfsvoering. Ondernemers die daarbij een vaste prijs voor
hun energie hebben afgesproken, profiteren hiervan als de energieprijzen dalen en
ondervinden een nadeel als de prijzen stijgen. De keuze voor een vaste prijs betreft
een bedrijfsmatige afweging, de consequenties hiervan zijn daarmee ook voor risico
van de ondernemer.
Vraag 10
Zou een onafhankelijke doorrekening van de hierboven geschetste effecten in 2021 en
2022 gekoppeld aan een mogelijke herziening van de correctiebedragen binnen de SDE-regeling
wat u betreft een mogelijkheid zijn?
Antwoord 10
Nee, zie mijn antwoord op vraag 9. Op het moment dat bedrijven in de problemen dreigen
te komen, is het goed dat de bedrijven in contact treden met RVO.nl.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.