Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Plas over de (her)opening van scholen
Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over de (her)opening van scholen (ingezonden 6 januari 2022).
Antwoord van Minister Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs), mede namens de Minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 8 februari 2022).
Vraag 1
Op 3 januari maakte het kabinet bekend dat de basisscholen en middelbare scholen op
10 januari weer zullen openen. Kunt u vertellen of en welk onderzoek gedaan is naar
het gedrag van leerlingen in de klas als zij telkens opnieuw aan een optimaal leerklimaat
en groepsgevoel moeten wennen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1
Voor zover ik na heb kunnen gaan, is er nog geen systematisch onderzoek naar het effect
van schoolsluiting op het gedrag van leerlingen na een schoolsluiting in de klas gedaan,
wel krijgen we veel signalen binnen en er is onderzoek dat dit thema raakt. In het
kader van Nationaal Programma Onderwijs (NP Onderwijs) spreken mijn ambtenaren en
ik regelmatig met leraren, schoolleiders en leerlingen. Het signaal dat na een periode
van afstandsonderwijs en schoolsluiting de dynamiek in de groep hersteld moet worden,
hebben wij langs verschillende wegen ontvangen. Het gaat daarbij om meer dan alleen
het groepsgevoel. Leraren geven aan dat een gebrek aan motivatie en concentratievermogen,
stress en moeite met plannen het leren in de weg staat. Uit een grootschalige enquête
in september 2021 blijkt dat schoolleiders zich niet alleen zorgen maken over de leerprestaties
op de kernvakken, maar ook over de executieve vaardigheden en het welbevinden van
leerlingen. Dat geldt met name in het voortgezet onderwijs en (voortgezet)speciaal
onderwijs. Vanaf het begin van het NP Onderwijs hebben deze aspecten de aandacht gekregen
en behoren interventies op dit terrein tot de menukaart waaruit scholen kunnen kiezen.
Scholen kiezen in grote getalen voor interventies op het terrein van welbevinden.1 Uit gesprekken die mijn ambtenaren en ik hebben met leraren en schoolleiders blijkt
dat deze interventies door hen heel belangrijk worden gevonden: leerlingen hebben
hier behoefte aan en het is goed voor de groepsdynamiek.
Vraag 2
Zijn er prognoses voor wat de langetermijngevolgen kunnen zijn voor leerlingen die
onderbroken worden in hun ontwikkeling door onregelmatige en onzekere schoolsluitingen?
Zo nee, kunt u de Kamer beloven hier direct onderzoek naar te laten doen? Hoe en wanneer
denkt u deze langetermijngevolgen aan te pakken zonder kinderen in nog stressvollere
situaties te storten?2
Antwoord 2
Met de grote investering in het NP Onderwijs van vorig jaar (8,5 miljard voor alle
sectoren), wil het kabinet er voor zorgen dat die langetermijngevolgen beperkt blijven
en leerlingen en studenten weer perspectief geven. De investering stelt scholen en
instellingen in staat om leerlingen en studenten de extra ondersteuning te geven die
zij nodig hebben om leervertragingen in te lopen.
In het kader van het NP Onderwijs volgen we nauwgezet hoe het met de leerlingen en
de uitvoering van het programma gaat. De eerste voortgangsrapportage heeft uw Kamer
op 28 oktober jl. ontvangen.3 In die rapportage wordt aan de hand van onderzoek gerapporteerd over de omvang van
de leervertragingen, de aard van de problematiek bij leerlingen en welke leerlingen
het hardst getroffen lijken door de schoolsluiting. Een prognose ten aanzien van de
mogelijke langetermijneffecten van de schoolsluitingen hebben we daarbij niet gemaakt.
Vraag 3
Het kabinet heeft geld vrijgemaakt voor verbetering van ventilatie op scholen. Kunt
u al een indicatie geven van de mate waarin scholen hier al in geslaagd zijn? Zo nee,
kan dit zo snel mogelijk gebeuren? Op welke termijn zou dit kunnen plaatsvinden?
Antwoord 3
Om een beeld te krijgen van de status van de projecten van de Specifieke Uitkering
Ventilatie in Scholen (SUVIS), heeft kenniscentrum Ruimte-OK in december 2021 een
digitale vragenlijst uitgezet onder 830 subsidieaanvragers. De uitvraag is verzonden
naar gemeenten, omdat zij als eerste aanspreekpunt dienen. Tot eind december 2021
heeft 27% op deze uitvraag gereageerd. Er stromen nog steeds antwoorden binnen. Hieruit
is gebleken dat 63% van de projecten loopt of in voorbereiding is. 17% van de projecten
is reeds afgerond. Van de overige projecten is 8% gestopt of is de status onduidelijk
(12%). Voor de projecten uit deze laatste categorie staat (nog) niet vast of de projecten
uitvoerbaar zijn door tekort aan investeringsruimte of tekort aan capaciteit aan vraag-
en aanbodzijde. Volgende maand volgt een bredere analyse van de binnengekomen informatie.
Vraag 4
Kunnen scholen terugvallen op landelijk huisvestings- en onderhoudsbeleid van schoolgebouwen?
Indien dit al aanwezig is, wordt hier actief op gehandhaafd? Indien dit niet bestaat,
wanneer kan de Tweede Kamer dit verwachten?
Antwoord 4
De taken en bevoegdheden op het gebied van onderwijshuisvesting in het primair- en
voortgezet onderwijs zijn sinds 1997 belegd op lokaal niveau. Gemeenten stellen een
huisvestingsplan vast en schoolbesturen maken voor hun schoolgebouwen een onderhoudsplan.
Voor plannen op het gebied van landelijk onderwijshuisvestingsbeleid wil ik u verwijzen
naar de beleidsreactie op het Interdepartementaal Beleid Onderzoek Onderwijshuisvesting:
«Een vak apart. Een toekomstbestendig onderwijshuisvestingsstelsel»
, die op 21 december 2021 aan uw Kamer is aangeboden.
Vraag 5
Bent u bekend met het initiatief «scholen veilig open»? Wat is uw reactie op een dergelijk
initiatief? Wordt hier beleid op geformuleerd? Zo ja, welk beleid? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 5
Het is mij niet duidelijk naar welk initiatief u vraagt. Er zijn de afgelopen maanden
diverse organisaties geweest die een verzoek hebben gedaan om de scholen weer op een
veilige manier te openen. Ik ben me daarvan bewust en heb begrip voor de oproep van
UNICEF en 59 andere organisaties (en in het verlengde daarvan een oproep van schoolleiders
in Rotterdam en Amsterdam) uit december 2021 om de scholen te openen.4 Daarnaast heeft uw Kamer reeds het advies ontvangen van het Platform Perspectief
Jongeren (PPJ) waarin is gepleit om het onderwijs op een veilige en verantwoorde manier
te laten verlopen. Ik zal er alles aan doen dat de scholen niet meer worden gesloten,
zeker niet in een endemische situatie.
Vraag 6
De grote kans op besmettingen en het online les moeten geven in het onderwijs kunnen
voor beginnende docenten een reden zijn het onderwijs te verlaten. Hoe gaat u hiermee
om?
Antwoord 6
Alle volwassenen hebben reeds de boosterprik kunnen halen, zo ook het onderwijspersoneel.
Daarnaast gelden er in het onderwijs aanvullende maatregelen om de scholen verantwoord
en veilig open te houden.
Ik heb geen signalen ontvangen dat beginnende docenten vanwege de zorgen om het virus
het onderwijs verlaten, datzelfde geldt voor het verzorgen van afstandsonderwijs.
Werknemers in het onderwijs die vanwege het coronavirus niet op school willen werken,
moeten dit bespreken met het schoolbestuur. Schoolbestuur en leraar bespreken samen
wat de mogelijkheden voor het werk zijn. In de protocollen voor het primair en voortgezet
onderwijs staat wat zij kunnen afspreken.
Vraag 7
Wanneer kunnen studenten die in onzekerheid verkeren of zich al geconfronteerd zien
met studievertraging hulp van het kabinet verwachten? Welke hulp kunnen zij verwachten?
Antwoord 7
Via het NP Onderwijs is in totaal € 8,5 miljard beschikbaar gesteld voor het hele
onderwijs, van funderend tot en met hoger onderwijs in de studiejaren 2021–2022 en
2022–2023. Hoofddoel van deze investering is het herstellen van de door corona veroorzaakte
vertragingen bij leerlingen en studenten op cognitief en sociaal-emotioneel gebied
en op het gebied van welbevinden binnen de looptijd van het programma. Circa € 2,7
miljard uit het NP Onderwijs gaat naar nieuwe en verlengde maatregelen voor het mbo,
hbo en wo. Het welzijn van studenten en de sociale binding met de opleiding zijn voor
het mbo en ho een van de thema’s waarop het beschikbare geld door de instellingen
kan worden ingezet.
Het Ministerie van OCW en de sectorraden hebben over de invulling van de zogenoemde
corona-enveloppe in mbo en ho in mei 2021 een bestuursakkoord bereikt. In dit akkoord
is afgesproken dat de maatregelen die instellingen nemen, focussen op extra begeleiding
en ondersteuning. Het bestuursakkoord heeft als hoofddoelstelling het voorkomen of
inhalen van studievertraging bij studenten die is ontstaan door de coronamaatregelen.
Deze vertraging kan betrekking hebben op de kwalificerende kant van het onderwijs,
maar ook op het gebied van socialisatie en persoonsvorming.
Daarnaast wordt er van onderwijsinstellingen verwacht dat zij in redelijkheid meedenken
met studenten die gebonden zijn aan de quarantaineplicht en daardoor niet fysiek aanwezig
kunnen zijn bij bijvoorbeeld examenonderdelen. Zij zoeken met elkaar naar passende
en tijdige oplossingen, waarbij aandacht is voor het zoveel mogelijk voorkomen van
een verhoogde onderwijslast en studievertraging. Dit is opgenomen in de servicedocumenten
voor het mbo en ho.
Ook kunnen studenten in bijzondere omstandigheden, met een functiebeperking of een
ondersteuningsbehoefte een beroep doen op het Profileringsfonds. Het Profileringsfonds
is een fonds voor de financiële ondersteuning van studenten die door bijzondere omstandigheden
studievertraging oplopen.
Vraag 8
Wat zijn de plannen van het kabinet op de korte termijn om mogelijk ernstige gevolgen
voor de mentale gezondheid van studenten te beperken?
Antwoord 8
Naast de activiteiten vanuit het bestuursakkoord wordt er tevens in het hoger onderwijs
samen met veldpartijen gewerkt aan het realiseren van een integrale aanpak gericht
op preventie, vroeg signalering en begeleiding. In het mbo wordt met de gezonde schoolaanpak
ingespeeld op de brede gezondheid van mbo-studenten. Deze aanpak richt zich ook op
mentaal welzijn. De ambitie is om de gezonde schoolaanpak uit te bereiden naar meer
mbo-instellingen, waarbij het mentaal welzijn een zeer belangrijk onderdeel van de
aanpak is.
Vraag 9
Wat gaat het kabinet doen om (ziekte)verzuim en het daarmee samenhangend personeelstekort
in het onderwijs aan te pakken?5
Antwoord 9
Het stijgende ziekteverzuim van onderwijspersoneel hangt de afgelopen periode grotendeels
samen met de oplopende coronabesmettingen. Het kabinet neemt daarom coronamaatregelen
om het acute ziekteverzuim als gevolg hiervan zo veel mogelijk terug te dringen. Breder
geldt dat het terugdringen van verzuim een bijdrage kan leveren aan de aanpak van
het lerarentekort. De schoolbesturen zijn primair verantwoordelijk voor goed personeelsbeleid
en de aanpak en preventie van verzuim. Zij kunnen daarbij ondersteuning krijgen van
het Vervangingsfonds (po) en arbodienst/kerndeskundigen (vo). Daarnaast werken we
samen met sector- en vakorganisaties aan de aanpak van werkdruk in het onderwijs –
een belangrijke oorzaak van uitval. Zowel het vorige kabinet als dit kabinet investeren
daar in. We werken daarnaast samen met de ministeries van VWS en SZW en vertegenwoordigers
vanuit werkgevers en werknemers aan een Brede Maatschappelijke Samenwerking Burn-outklachten
om de stijging van burn-outklachten en psychosociale arbeidsbelasting (PSA) terug
te dringen – een andere oorzaak van verzuim. Het gaat hier bij voorbeeld om het ontwikkelen
van aanpakken, interventies en scholing en opleiding.
Vraag 10
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden en de Kamer de antwoorden zo spoedig
mogelijk doen toekomen?
Antwoord 10
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs -
Mede namens
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.