Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Plas over de lozing van NAM-afvalwater in Dinkelland
Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over lozing NAM-afvalwater Dinkelland (ingezonden 21 januari 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
7 februari 2022).
Vraag 1
Waarom moet het minstens drie jaar duren voordat de afvalwaterlozing door de Nederlandse
Aardolie Maatschappij (NAM) in de gemeente Dinkelland wordt gestopt?1
Antwoord 1
De waterinjectie in Twente is gekoppeld aan de oliewinning in Schoonebeek. NAM heeft
aangekondigd te willen stoppen met de waterinjectie in Twente en een nieuwe verwerkingsmethode
te willen ontwikkelen. Het kost naar verwachting tijd om een nieuwe verwerkingsmethode
van het productiewater te realiseren. Er is een periode nodig om de benodigde vergunningen
te krijgen, de nieuwe installaties te ontwerpen, bestellen, installeren en op te starten.
Vraag 2
Klopt het dat door toenemend volume van de voortdurende afvalwaterlozing de druk op
de ondergrond toe zal nemen door het gewicht van het afvalwater en de dampdruk in
de resterende lege holtes?
Antwoord 2
In Twente wordt productiewater in lege gasvelden opgeslagen. De druk in deze reservoirs
neemt toe omdat het reservoir met het geïnjecteerde water wordt gevuld. De gemiddelde
druk in het reservoir mag niet hoger worden dan de originele druk van gasveld destijds.
Het gasreservoir heeft bewezen dat het integer was bij die originele druk, want anders
had er geen gas in het reservoir gezeten. Bij aanvang van de waterinjectie is de resterende
dampdruk in het reservoir gemeten. Gedurende de waterinjectie neemt de druk toe. De
druk wordt conform het waterinjectie management plan2 gemonitord.
Vraag 3
Kunt u vertellen wanneer bij de afvalwaterlozing in de gemeente Dinkelland de kritische
grens bereikt wordt, waarop bodembeweging, sink holes en aardbevingen verwacht kunnen
worden?
Antwoord 3
Deze extreme effecten worden niet verwacht. Ik verwijs hierbij naar de notitie3 «Waterinjectie in Twentse gasvelden» van TNO van 16 december 2016, die destijds met
de Tweede Kamer is gedeeld. Ik verwijs hierbij ook naar de uitspraak4 van de Raad van State van 27 juli 2011 in het kader van de besluiten over de vergunningen.
Hierin wordt aangegeven dat voor bodemdaling, aardtrillingen of cavernevorming niet
hoeft te worden gevreesd.
Vraag 4
Welke kracht zullen deze aardbevingen naar verwachting maximaal kunnen hebben?
Antwoord 4
Zie hierbij ook de hierboven genoemde notitie en uitspraak. Tot nu toe hebben er zich
in Twente ten gevolge van de waterinjectie geen aardbevingen voorgedaan en deze worden
ook niet verwacht. Aan de andere kant kunnen aardbevingen niet voor 100% worden uitgesloten.
In 2016 heeft NAM een aanvullende risicoanalyse5 laten uitvoeren. Hieruit bleek dat het zeer onwaarschijnlijk is dat er bevingen zullen
plaatsvinden. Tevens is in het rapport de maximale beving berekend. Deze ligt tussen
2,0 en 3,2 op de schaal van Richter.
In Twente is er een monitoringsnetwerk aangelegd om ook hele kleine trillingen met
een magnitude van 0,5 tot 1,0 op de schaal van Richter te kunnen lokaliseren. Als
een trilling plaatsvindt door de waterinjectie, dan wordt dit gemeten en zal de waterinjectie
conform het seismisch risicobeheerplan worden aangepast. Dit plan6 is door NAM opgesteld en is goed gekeurd door het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM).
Vraag 5
Als op grond van artikel 28 van de Mijnbouwwet in een opslagvergunning wordt bepaald
voor welk gebied en welk tijdvak de opslag geldt, voor wanneer moet het in de gemeente
Dinkelland geloosde afval volgens de verleende opslagvergunningen dan uiterlijk worden
teruggehaald? Wat komt daarvoor in de plaats? Hoeveel tijd zal ermee gemoeid zijn,
voordat er weer rust in de ondergrond zal zijn?
Antwoord 5
Het beeld dat de ondergrond in onrust zou zijn door de waterinjectie herken ik niet.
De waterinjectie vindt niet plaats in het kader van een opslagvergunning. Het geïnjecteerde
water kan in theorie weer worden opgepompt. Dit is echter niet het uitgangspunt.
Vraag 6
Als op grond van artikel 3 van de Mijnbouwwet de eigendom van stoffen pas door terughalen
daarvan weer terugkomt bij degene die eigenaar was van de stoffen, direct voorafgaand
aan het in de ondergrond brengen daarvan (in tegenstelling tot het eerste antwoord
op eerdere schriftelijke vragen7), klopt het dan dat de NAM dus de eigendom van het geloosde afvalwater verliest,
zodra de lozing in de ondergrond heeft plaats gevonden?
Antwoord 6
Nee, het betreft hier geen delfstof. Het productiewater komt onvermijdelijk mee met
de winning van de aardolie. De waterinjectie vindt niet plaats binnen een opslagvergunning.
Vraag 7
Is de Staat in dat geval aansprakelijk voor schade gedurende de periode dat die afvalstoffen
zich in de ondergrond bevinden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Nee, de aansprakelijkheid voor de waterinjectie ligt bij de vergunninghouder NAM.
Vraag 8 en 9
Klopt het dat, zonder een bijzondere regeling of overeenkomst met de NAM, de Staat
van rechtswege eigenaar van de ondergrondse opslag van proceswater (op een diepte
van meer dan 100 meter) is?
Bestaat er een dergelijke regeling? Zo ja, hoe luidt die? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8 en 9
De Staat is eigenaar van de diepe ondergrond. NAM is de vergunninghouder en verantwoordelijk
voor de waterinjectie en de eventuele gevolgen daarvan.
Vraag 10
Waar kunnen schadelijdende partijen terecht met schadeclaims, veroorzaakt door ondergrondse
opslag, als de Commissie Mijnbouwschade zich mogelijk niet bevoegd acht voor het behandelen
van dergelijke schades, aangezien de website vermeldt dat zij alleen schades door
gas- of oliewinning uit kleine velden en schades door zoutwinning behandelt.
Antwoord 10
De waterinjectie in Twente is procesmatig onlosmakelijk verbonden met de oliewinning
in Schoonebeek. Dit betekent dat mensen die menen schade te hebben door de waterinjectie
zich kunnen melden bij de Commissie Mijnbouwschade. Deze commissie zal de schade vervolgens
onderzoeken en zich uitspreken over de oorzaak van de schade en de eventuele schadevergoeding.
Vraag 11
Hoe zijn de taken afgebakend met betrekking tot ondergrondse opslag van stoffen tussen
het Staatstoezicht op de Mijnen, de Mijnraad, de Commissie Mijnbouwschade, het Instituut
Mijnbouwschade Groningen, de Technische commissie bodembeweging, de milieu-inspectie
en de Ongevallenraad?
Antwoord 11
De genoemde partijen hebben verschillende taken, die ook wettelijk zijn vastgelegd.
De opslag van stoffen in de diepe ondergrond valt onder de Mijnbouwwet. SodM adviseert
mij bij de vergunningverlening omtrent Mijnbouw. SodM houdt ook toezicht op de naleving
van wet- en regelgeving door mijnbouwbedrijven. De Mijnraad adviseert mij bij de Mijnbouwvergunningverlening.
De Commissie Mijnbouwschade onderzoekt schadegevallen bij de kleine velden en de zoutwinning.
Het Instituut Mijnbouwschade Groningen onderzoekt de schademeldingen door de gaswinning
uit het Groningenveld. De Technische commissie bodembeweging is de wettelijke commissie
die mijnbouwschadegevallen onderzoekt ten gevolge van de voormalige steenkoolwinning
in Limburg en adviseert aan mij over bodembeweging in relatie tot winningsplannen.
Niet de zogenoemde milieu-inspectie, maar SodM houdt toezicht op de milieueffecten
van mijnbouwactiviteiten. De Ongevallenraad is mij onbekend. Mogelijk wordt de Onderzoeksraad
voor Veiligheid (OVV) bedoeld. De OVV is een zelfstandig bestuursorgaan dat na rampen,
grote ongevallen of andersoortige incidenten onderzoek kan doen naar de oorzaken en
gevolgen van het betreffende incident. In het geval van een incident met een ondergrondse
opslag zou de OVV een onderzoek kunnen doen.
Vraag 12
Wanneer gaat de NAM het opgeslagen proceswater in de gemeente Dinkelland uiterlijk
terugwinnen en zuiveren en kan zij deze taak ook uitbesteden aan partijen met meer
expertise om dat veiliger, effectiever en efficiënter te doen? Kan de uiterlijke datum
voor terugwinning vervroegd worden, zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Het is mogelijk om het geïnjecteerde productiewater terug te winnen, maar er is geen
aanleiding om dit doen. Het productiewater is veilig ondergebracht in het voormalige
gasveld in de diepe ondergrond. Het oppompen en zuiveren van het geïnjecteerde productiewater
kost veel energie en zorgt voor een grote stroom aan restproducten waarvoor geen directe
toepassing te vinden is.
Vraag 13
Waarom is het niet gelukt om een pilotproject te realiseren met industriële partijen
die beschikken over waterzuiveringstechnologieën?8
Antwoord 13
De desbetreffende partijen zijn in gelegenheid gesteld om een pilot te realiseren.
Dit is uiteindelijk niet gelukt omdat het productiewater vanwege de samenstelling
lastig te zuiveren is en omdat de desbetreffende technologieën niet geschikt of voldoende
ontwikkeld zijn. In het tussenrapport van de herevaluatie 2021–2022 rapporteert NAM
over de zuiveringspilot. Het tussenrapport is op 7 februari 2022 naar uw Kamer verzonden.
Vraag 14
Welke maatregelen kunnen bedrijven en burgers zelf nemen om schade door bodembeweging
of aardbevingen te voorkomen of te beperken?
Antwoord 14
Er worden geen aardbevingen verwacht door de waterinjectie. Daarnaast is ook de bodembeweging
klein. Schade aan gebouwen door bodembeweging of aardbevingen ten gevolge van de waterinjectie
wordt daarom niet verwacht. Over het algemeen kan schade worden beperkt door gebouwen
te laten voldoen aan de bouwbesluiten, het aanbrengen van dilatatievoegen, dragende
muren niet te verwijderen, en goede funderingen.
Vraag 15
Welke kennisinstellingen in Nederland bezitten en ontwikkelen expertise over lozing,
duurzame terugwinning en verwerking van afvalwater van mijnbouw, met name wat betreft
de economische, juridische, sociale, bestuurlijke en veiligheidsaspecten daarbij?
Antwoord 15
De bovengenoemde expertises zijn vrij breed. In het kader van waterzuivering en lozing
denk ik aan het onafhankelijke kennisinstituut Deltares.
Vraag 16
Welke buitenlandse bedrijven beschikken over expertise om ondergronds opgesloten afvalwater
verantwoord en vooral veilig terug te winnen en te recycleren zonder verdere schade
toe te brengen aan ondergrond, bovengrondse bebouwing, infrastructuur, bedrijvigheid,
recreatie, huisvesting en milieu, inclusief drinkwatervoorraden?
Antwoord 16
Ik heb geen overzicht van buitenlandse bedrijven die over de hierboven genoemde expertises
beschikken.
Vraag 17
Zijn er tests of kunnen deze worden ontwikkeld, waarmee particulieren de veiligheid
van het drinkwater voor hun gezondheid vanaf tappunten thuis kunnen controleren? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 17
Het drinkwater in Nederland is van goede kwaliteit en wordt continu gemonitord door
de drinkwaterbedrijven. Burgers met vragen over de kwaliteit van het drinkwater zouden
contact kunnen opnemen met het bedrijf dat hen in drinkwater voorziet.
Vraag 18
Welke innovaties kunnen er voor Nederland ontwikkeld worden, om bijvoorbeeld diergedrag
te gebruiken bij het voorspellen van bodembewegingen?
Antwoord 18
Het van te voren voorspellen van het tijdstip van een aardbeving is niet mogelijk.
Dieren en ook seismometers kunnen wel enkele secondes voorafgaand aan een grotere
trilling eventuele lichtere trillingen waarnemen. Dit kan, in theorie, gebruikt worden
om mensen te waarschuwen. Bij lichte, regionale, aardbevingen zit echter zo weinig
tijd tussen de eerste, niet merkbare trillingen, en de merkbare trilling dat het niet
mogelijk is om te waarschuwen. Welke toepassingen en innovaties hiermee ontwikkeld
kunnen worden laat ik verder graag aan onderzoekers en ondernemers.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.