Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kröger over het bericht ‘Afvalwaterinjectie in Twente gaat ondanks motie gewoon door’
Vragen van het lid Kröger (GroenLinks) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Afvalwaterinjectie in Twente gaat ondanks motie gewoon door: «Tweede Kamer is kennelijk toch een soort poppenkast»» (ingezonden 24 december 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
7 februari 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1326. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1469.
Vraag 1
Kent u het bericht «Afvalwaterinjectie in Twente gaat ondanks motie gewoon door: «Tweede
Kamer is kennelijk toch een soort poppenkast»»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het bericht.
Vraag 2
Klopt het, dat de injectie van afvalwater gewoon blijft doorgaan, zoals de woordvoerder
in het artikel beweert? Ondanks de aangenomen motie?
Antwoord 2
Het klopt dat NAM de waterinjectie in Twente heeft voortgezet nadat de motie van het
Kamerlid Mulder (c.s.) 2 is aangenomen. NAM beschikt over vergunningen om productiewater van de oliewinning
in Schoonebeek in oude gasvelden in Twente te injecteren. Zolang NAM zich aan de voorschriften
in de vergunning houdt, is er geen rechtsgrond om de activiteiten die onder de vergunning
vallen stop te zetten. Het Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM) houdt toezicht
op de waterinjectie. SodM legt maatregelen op wanneer NAM zich niet aan de vergunningsvoorschriften
of de wetgeving houdt of er een onveilige situatie ontstaat.
Vraag 3
Welke stappen zijn er gezet om de vergunning op te schorten?
Antwoord 3
In lijn met de door mijn ambtsvoorganger gemaakte afspraken ben ik met NAM in gesprek
om alternatieven voor de waterinjectie in Twente te verkennen. Deze gesprekken worden
gevoerd in het kader van de herevaluatie waarin NAM alternatieve verwerkingswijzen
van het productiewater van de oliewinning in Schoonebeek onderzoekt. Als NAM de herevaluatie
heeft afgerond zal ik zo snel mogelijk een besluit nemen over de waterinjectie in
Twente. Ik overweeg daarbij een methode voor te schrijven die milieuvriendelijker
is en met een lager risico, bijvoorbeeld door middel van een zuiveringstechniek, indien
dit een realistische optie is.
Vraag 4
Is er een juridische verkenning uitgevoerd om de vergunning op te schorten of aan
te passen? Zo ja, kan deze zo snel mogelijk met de Kamer gedeeld worden? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 4
Een vergunning kan alleen ingetrokken of gewijzigd worden op grond van een in de wet
genoemde reden. De vergunningen voor de waterinjectie in Twente zijn in 2010 verleend
onder de destijds vingerende Wet milieubeheer en Lozingenbesluit bodembescherming.
Met de komst van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zijn de verschillende
milieuvergunningen opgegaan in één omgevingsvergunning waarvoor ik bevoegd gezag ben.
In de Wabo worden verschillende redenen genoemd waarin ik de waterinjectievergunningen
zou kunnen wijzigen of intrekken. Zo kan ik ingrijpen wanneer er ontoelaatbare nadelige
gevolgen voor het milieu ontstaan, bijvoorbeeld als gevolg van het optreden van een
ongewoon voorval. Ook kan ik een vergunning aanpassen om te bereiken dat de best beschikbare
technieken worden toegepast. Verder kan de vergunninghouder een wijzigingsverzoek
indienen of een belanghebbend bestuursorgaan in belang van de bescherming van het
milieu. Op basis van de in de wet genoemde gronden zie ik geen ruimte om de vergunningen
nu op te schorten. Wel ben ik in gesprek met NAM om de herevaluatie zo snel mogelijk
af te ronden en voor 1 juli 2022 bij mij in te dienen. Dan heb ik een wettelijke grond
om een besluit over de waterinjectie te nemen.
Vraag 5 en 6
Waarom zou u niets kunnen doen aan de afvalwaterinjectie, maar het kabinet wel, zoals
in het genoemde artikel wordt beschreven?
Wat kan het kabinet doen om de injectie van afvalwater te stoppen? Gaat het kabinet
dit doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5 en 6
Het kabinet en ik hebben dezelfde mogelijkheden ten aanzien van de waterinjectie.
Zie ook de antwoorden bij vraag 2 en 4 en de appreciatie van de motie Mulder c.s.
door de toenmalige Minister van Economische Zaken en Klimaat tijdens het debat van
15 december jl.3 Zolang iemand een vergunning heeft en aan de voorwaarden voldoet is er geen rechtsgrond
om de activiteiten die onder de vergunning vallen stop te zetten. Ik zou desalniettemin
kunnen besluiten de waterinjectie in Twente op te schorten, maar zo’n besluit heeft
juridische en financiële consequenties. Het zou betekenen dat de overheid een afgegeven
vergunning, waarbij de aanvrager voldoet aan de voorwaarden, min of meer willekeurig
kan intrekken. Dat zou haaks staan op de beginselen van behoorlijk bestuur. NAM zou
dan mogelijk gecompenseerd moeten worden voor de inkomstenderving en investeringen
in een alternatieve verwerkingswijze. Daarbij wil ik nogmaals herhalen en nogmaals
benadrukken dat de veiligheid van de omgeving het allerbelangrijkste is: als blijkt
dat het niet veilig kan of niet veilig gebeurt, dan stopt de waterinjectie.
Ik ben met NAM in overleg om de herevaluatie te bespoedigen en alternatieven te verkennen.
NAM kijkt met een brede blik naar alternatieven. Ik heb begrepen dat er kansrijke
alternatieven zijn waarbij het productiewater wordt teruggebracht in delen van het
Schoonebeek veld. Hierbij wordt het productiewater gezuiverd zodat het water opnieuw
gebruikt kan worden en zal een restroom geïnjecteerd worden in een deel van het Schoonebeek
veld. Zie ook mijn antwoord bij vraag 3.
De oplevering van de herevaluatie is afhankelijk van het onderzoek naar ROW-2 (zie
ook het antwoord op vraag 7). De planning is vooralsnog dat NAM de herevaluatie uiterlijk
1 juli 2022 bij mij indient. Daarna beoordeelt SodM de eindrapportage en vraag ik
Deltares om een onafhankelijk toetsing, zoals verzocht door de Kamer.4 Ook betrek ik de regionale overheden voor advies. Na de zomer neem ik vervolgens
een besluit over de waterinjectievergunningen.
Vraag 7
Is de vertraging naar het onderzoek naar de alternatieven voor het lozen in de ondergrond
niet in strijd met de vergunning? Is dit dan niet uit zichzelf een reden voor het
opschorten van die vergunning?
Antwoord 7
Nee, de vertraging van de herevaluatie is niet in strijd met de verleende vergunningen.
In de vergunningsvoorschriften staat dat NAM iedere zes jaar moet evalueren wat de
meest geschikte verwerkingsmethode van het productiewater is. De eerste herevaluatie
is opgeleverd in 2016 en de tweede moet NAM in 2022 indienen. NAM is op verzoek van
uw Kamer5 eerder begonnen met het uitvoeren van de herevaluatie met als doel deze in 2021 te
voltooien. Echter, zoals aan uw Kamer gemeld op 13 september6 en 6 december7 jl., is de herevaluatie van de waterinjectie in Twente vertraagd vanwege de situatie
bij put ROW-2 en het onderzoek dat NAM op aanwijzing van SodM naar deze put en de
naastgelegen put ROW-7 uitvoert. Ik deel het ongenoegen van uw Kamer dat de herevaluatie
is vertraagd. Daarom heb ik NAM verzocht zo snel mogelijk deelrapportages beschikbaar
te stellen. De tussenrapportage heb ik gelijktijdig met deze brief met uw Kamer gedeeld.
Zolang NAM de totale herevaluatie voor het einde van 2022 bij mij indient, voldoet
NAM aan de verleende vergunningen. Desalniettemin heb ik NAM verzocht de herevaluatie
voor 1 juli 2022 bij mij in te dienen.
Vraag 8
Kunt u uitleggen hoe langetermijnrisico’s meetellen bij de afweging van de best beschikbare
technieken (BBT)? Is de uitkomst van een BBT-onderzoek altijd een techniek om van
het afval af te komen, of kan er ook uitkomen dat de maatschappelijk gezien beste
optie is om helemaal geen afval te produceren?
Antwoord 8
Het doel van het in kaart brengen van best beschikbare technieken (hierna: BBT) is
om te komen tot de meest doeltreffende methoden die technisch en economisch haalbaar
zijn, om emissies en andere nadelige gevolgen voor het milieu van een activiteit te
voorkomen. Uit een BBT-vergelijking voor het verwerken van productiewater komt dus
altijd een techniek waarmee productiewater kan worden verwerkt.
De Europese Commissie heeft een richtsnoer opgesteld voor het toepassen van BBT bij
het winnen van olie en gas, inclusief het verwerken van productiewater.8 Daarbij is gekeken naar energiegebruik, gebruik van mijnbouwhulpstoffen, de mate
van waterproductie en kosten. Naast het minimaliseren van de hoeveelheid geproduceerd
water adviseert de Europese Commissie om productiewater terug te injecteren in de
diepe ondergrond als BBT. Het zuiveren van het geproduceerde water wordt door de Europese
Commissie gezien als minder gunstig vanwege de benodigde energie en de resterende
afvalstromen.
Vraag 9
Zijn eenmaal verleende vergunning voor het lozen van afval (in bodem, lucht of water)
voor eeuwig of tijdelijk?
Antwoord 9
De vergunningen voor de waterinjectie in Twente zijn verleend voor onbepaalde tijd.
Daarbij geldt wel de kanttekening dat de injectievergunning is verleend voor het injecteren
van productiewater van de oliewinning in Schoonebeek. De oliewinning in Schoonebeek
kent een verwachte einddatum in 2050. Ook zijn in de vergunningen maxima gesteld aan
het hoeveelheid water dat mag worden geïnjecteerd. Daarnaast is in de injectievergunningen
het voorschrift opgenomen dat iedere zes jaar de verwerking van het productiewater
moet worden geëvalueerd, om de ontwikkeling van andere verwerkingsmethoden te blijven
bevorderen.
Vraag 10
Welke gronden zijn er voor het intrekken van een dergelijke vergunning? Zijn voortschrijdend
inzicht over gezondheidseffecten of onzekerheden over lange termijn effecten aan de
kant van de vergunningverlener reden om een lozingsvergunning in te trekken?
Antwoord 10
In de Wabo staan de gronden om een vergunning in te trekken beschreven. De belangrijkste
gronden zijn gegeven in het antwoord op vraag 4.
Vraag 11
Bent u bereid alle onderzoeksresultaten van injectieput Rossum2 openbaar te maken?
Antwoord 11
Ja, ik zal de resultaten van het onderzoek naar put ROW-2 openbaar maken. Sinds de
waterinjectie in Twente onder verscherpt toezicht staat, maakt SodM informatie over
put ROW-2, zoals inspectierapporten en onderzoeken, openbaar via haar website.9 De onderzoeken naar ROW-2 en ROW-7 die NAM momenteel op aanwijzing van SodM uitvoert,
zullen, gelijktijdig met de beoordeling door de toezichthouder, worden gepubliceerd.
Vraag 12
Wanneer komt u met definitieve onderzoeksconclusies van injectieput Rossum 2, waarvan
u sinds 2019 antwoordt op onze vragen dat de putmeting «geen reden voor onrust gaf»?
Antwoord 12
NAM moet de resultaten van het onderzoek naar de scheur in put ROW-2 uiterlijk 31 maart
2022 bij SodM indienen. Vervolgens zal SodM deze resultaten beoordelen. SodM maakt
naar verwachting de onderzoeksresultaten en haar oordeel daarover openbaar voor de
zomer.
De afronding van dit onderzoek stond gepland voor december 2021. Echter, vanwege technisch
complexe modelering die lang duurt en de specialistische consultants die beperkt beschikbaar
zijn, was deze inleverdatum niet haalbaar voor NAM. SodM hecht belang aan goed en
volledig onderzoek en heeft daarom ingestemd met uitstel.10
Vraag 13
Wanneer komt u met de meetresultaten van injectieput Rossum 7 die jarenlang niet toegankelijk
bleek voor onderzoeksapparatuur?
Antwoord 13
Zoals gemeld in de brief van 6 december jl. van de toenmalige Minister van Economische
Zaken en Klimaat11 is de aanname dat put ROW-7 ontoegankelijk was voor onderzoeksapparatuur onjuist.
In dezelfde brief is de stand van zaken van de metingen van put ROW-7 beschreven,
namelijk dat NAM heeft aangegeven dat zij begin november 2021 put ROW-07 metingen
aan de put heeft uitgevoerd. De resultaten zijn onderdeel van het onderzoek dat NAM
nu uitvoert naar put ROW-2 en worden gedeeld zodra het rapport hierover is beoordeeld
door SodM (zie ook het antwoord op vraag 12).
Vraag 14
Bent u bereid het voorzorgsprincipe toe te passen en de twee (van de oorspronkelijk
ruim tien) nog overgebleven injectieputten stil te leggen?
Antwoord 14
Nee. Zoals ik ook in de antwoorden op vraag 2 en 4 heb aangegeven, heb ik geen wettelijke
grond om de injectie via de overgebleven putten stil te leggen.
Vraag 15
Welke schade kan er ontstaan wanneer het misgaat bij injectieput Rossum 5, op tien
meter afstand van natura2000 gebied Voltherbroek?
Antwoord 15
De risico’s van de waterinjectie zijn vooraf inzichtelijk gemaakt in de milieueffectrapportage12 en worden gedurende de injectie op verschillende wijzen gemonitord13. Het is met name het risico op lekkage van productiewater uit leidingen of installaties
dat mogelijk tot schade aan het Natura 2000-gebied Voltherbroek kan leiden. Bij het
verlenen van de injectievergunningen zijn deze risico’s meegewogen; dit vormde geen
grond om de vergunningen te weigeren, wel zijn er voorschriften gesteld om schade
te voorkomen dan wel te beperken. Ik verwijs u naar mijn brief van 20 augustus 202114 waarin ik bespreek welke maatregelen NAM heeft getroffen om de veiligheid van de
waterinjectie in Twente te waarborgen en daarmee het Natura 2000-gebied Voltherbroek
te beschermen.
Vraag 16
Wanneer komt u met de onderzoeksresultaten van de gescheurde injectieput Sch447?
Antwoord 16
Zoals beschreven in van 6 december jl. van de toenmalige Minister van Economische
Zaken en Klimaat15, heeft SodM het voornemen om de beoordeling van het onderzoek openbaar te maken zodra
dit is afgerond. SodM kan op dit moment niet aangeven wanneer dat zal zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.