Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kops over dreigende grootschalige stroomuitval
Vragen van het lid Kops (PVV) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over dreigende grootschalige stroomuitval (ingezonden 26 november 2021).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 7 februari 2022). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1267.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Vrees voor blackouts stroomnet bij barre winter»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe reageert u op de waarschuwing van energie-experts voor een grootschalige stroomuitval
in Europa deze winter vanwege de schaarste aan gas, de sluiting van de kolencentrales
en te weinig beschikbare «groene» stroom?
Antwoord 2
Op 2 juli 2021 informeerde ik uw Kamer over de leveringszekerheid van elektriciteit
(Kamerstuk 29 023, nr. 269). De leveringszekerheid van elektriciteit is van groot belang voor de Nederlandse
samenleving en economie. TenneT brengt elk jaar een monitor leveringszekerheid uit.
De leveringszekerheid van elektriciteit is momenteel op orde. De monitorrapportages
die TenneT de afgelopen jaren heeft gepubliceerd, lieten hetzelfde beeld zien2.
Op Europees niveau is op 23 november 2021 door het «European Network of Transmission
System Operators for Electricity» (ENTSO-E) de «European Resource Adequacy Assessment,
2021 Edition» (ERAA 2021) uitgebracht. De ERAA 2021 laat zien dat het Europese elektriciteitssysteem
veilige elektriciteit kan leveren, zelfs in het licht van een ongekende energietransitie.
ENTSO-E brengt ook jaarlijks een «Winter Outlook» uit waarin de situatie voor de komende
winter aan de hand van onder andere weerspatronen en uitval van centrales wordt doorgerekend.
In de «Winter Outlook 2021–2022» van 1 december 2021 worden door ENTSO-E in het algemeen
geen risico’s voor de leveringszekerheid gezien voor deze winter. Ook niet met de
hoge gasprijzen van eind 2021 en ook niet voor Nederland specifiek. Op het continent
worden alleen in Frankrijk risico’s waargenomen bij extreem koud weer dat in Frankrijk
tot een stijgende elektriciteitsvraag leidt.
Voor wat betreft de actuele situatie in de gasmarkt en voorbereidingen ten aanzien
van het uitvoeren van het Bescherm- en Herstelplan Gas verwijs ik u naar de gelijktijdig
met deze antwoorden verzonden brief hierover.
Vraag 3
Hoe groot acht u de kans dat een grootschalige stroomuitval zich ook in Nederland
de komende winter zal voordoen? Wat doet u om dit te voorkomen?
Antwoord 3
Om voorbereid te zijn voor het geval de leveringszekerheid in het geding is en de
overheid maatregelen moet nemen, volgt in de Energiewet een bepaling waarmee TenneT
opgedragen kan worden een strategische reserve in te richten. Ook laat de ACM momenteel
een onderzoek uitvoeren naar de Value of lost load (VoLL) voor Nederland. De VoLL
is de waarde van de vraag waaraan in tijden van schaarste niet kan worden voldaan.
Anders geformuleerd: het is de prijs die afnemers zouden hebben willen betalen om
in tijden van schaarste noodzakelijke afschakeling te voorkomen. De VoLL is een centraal
begrip bij het analyseren van de leveringszekerheid. Het geeft aan wat de waarde is
van een ononderbroken levering van elektriciteit en geeft daarmee ook weer boven welke
prijs het maatschappelijk niet meer efficiënt is om voor leveringszekerheid te zorgen.
Behoud van leveringszekerheid komt met stijgende meerkosten. Op een bepaald moment,
vanaf de VoLL, is het verstandiger om tijdelijk vraag af te schakelen dan het systeem
zo in te richten dat er een groot vermogen aan (grotendeels stilstaande) productie-installaties
staat om ook in schaars voorkomende situaties leveringszekerheid voor alle gebruikers
te blijven garanderen.
Een studie naar de VoLL en de jaarlijkse monitoring geven marktpartijen inzichten
in de waarde van elektriciteit en voorziene leveringszekerheid. Dit stimuleert het
ontwikkelen van businesscases in bijvoorbeeld opslag en CO2-vrij regelbaar vermogen. Het in de brief van 2 juli 2021 (Kamerstuk 29 023, nr. 269) aangekondigde onderzoek naar de ontwikkeling van CO2-vrije flexibiliteit is inmiddels ook openbaar gemaakt3, onder andere voor verdere bespreking met partijen uit het klimaatakkoord en extra
inzichten voor marktpartijen.
Vanwege de Europese elektriciteitsmarkt zal Nederland bij eventuele krapte in andere
landen maximaal elektriciteit exporteren. De zogenaamde «dag vooruitmarkt» in Europa4 is echter zo ingericht dat de export zodanig wordt begrensd, dat er geen fysiek tekort
kan optreden in betreffende exporterende landen. Hierdoor wordt voorkomen dat er stroomuitval
in Nederland ontstaat als gevolg van export.
De verwachting op basis van de Monitoring Leveringszekerheid 2021 van TenneT in het
Europese scenario voor het jaar 2022, is dat het aanbod in de vraag zou kunnen voorzien5. De resultaten van die monitoring leveringszekerheid op de korte tot middellange
termijn gaven TenneT geen directe aanleiding om de overheid te adviseren om maatregelen
te treffen om de leveringszekerheid van elektriciteit op deze termijn in Nederland
te waarborgen. TenneT brengt deze monitoring jaarlijks uit en voert elk jaar aanpassingen
door om de leveringszekerheid in de veranderende elektriciteitsmarkt goed te blijven
monitoren.
Vraag 4
Hoe reageert u op de conclusie van GasUnie dat in Nederland «alles onder controle
is omdat er hier nog geen enorme kou is voorzien die het gastransportnet in problemen
zou kunnen brengen»? Bij welke enorme kou (temperatuur) ontstaan er wel problemen?
Antwoord 4
Ik verwijs ook naar de antwoorden van de Staatssecretaris Klimaat en Energie op vragen
van het lid Bontenbal (CDA) over de fors hogere elektriciteits- en gasprijzen zoals
op 24 december 2021 verstuurd (Tweede Kamer, Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2021–2022, nr. 1213). In die beantwoording ga ik ook verder in op de vulgraad van de Nederlandse gasopslagen.
Voor wat betreft de actuele situatie in de gasmarkt en voorbereidingen ten aanzien
van het uitvoeren van het Bescherm- en Herstelplan Gas verwijs ik u naar de gelijktijdig
met deze antwoorden verzonden brief hierover.
Sinds de zomer is er sprake van een uitzonderlijke situatie op de gasmarkt. De energieprijzen,
en in het bijzonder die van gas, zijn in de afgelopen maanden fors gestegen. Het kabinet
ziet dat deze situatie onzekerheid oplevert omdat huishoudens en ondernemers zich
zorgen maken of de prijzen blijven stijgen en of ze hun energierekening nog kunnen
betalen. Het kabinet erkent deze zorgen. Energie is een basisbehoefte en moet zodoende
beschikbaar en betaalbaar zijn en blijven. Het kabinet heeft daarom maatregelen genomen
als compensatie voor de stijgende energieprijzen.
Fysiek is het Nederlandse gastransportnet uitgelegd op het aankunnen van de verwachte
gasvraag die zich bij daggemiddelde effectieve temperaturen tot en met – 17 graden
Celsius voordoet. Dat is de koude temperatuur die zich in Nederland (meetpunt De Bilt)
met een statistische waarschijnlijkheid van eenmaal in de 50 jaar voordoet. Met de
norm van eenmaal in de 50 jaar gaat Nederland verder dan de EU vereist. Verordening
(EU) 2017/1938 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gasleveringszekerheid
hanteert namelijk een norm van een koude temperatuur die zich eenmaal in de 20 jaar
voordoet. In aansluiting daarop heeft Gasunie Transport Services (GTS) ingevolge het
Besluit Leveringszekerheid Gaswet de wettelijke taak voorzieningen te treffen voor
het afdekken van de verwachte gasvraag van kleinverbruikers in het geval van bijzonder
koude omstandigheden, de zogenaamde pieklevering. Hiervoor koopt GTS zowel volume
als capaciteit in, om daarmee de extra kleinverbruikersvraag vanaf -9 tot -17 graden
Celsius af te dekken.
Vraag 5
Deelt u de mening dat energie continu beschikbaar moet zijn, en dus niet afhankelijk
van het weer? Deelt u dan ook de conclusie dat u met het sluiten van onze hypermoderne,
betrouwbare kolencentrales en de uitrol van weersafhankelijke wind- en zonne-energie
de beschikbaarheid van energie zelf in gevaar brengt?
Antwoord 5
Ja, ik ben van mening dat huishoudens en ondernemers continu moeten kunnen rekenen
op de levering van energie. De prijs zal variëren, onder andere als gevolg van het
weer. De leveringszekerheid van elektriciteit is van groot belang voor de Nederlandse
samenleving en economie. Het belang van elektriciteit als energiedrager neemt als
gevolg van elektrificering toe. Daarmee wordt de leveringszekerheid van elektriciteit
nog belangrijker dan deze nu al is.
In een systeem gebaseerd op wind en zon kan en moet de beschikbaarheid van elektriciteit
worden geborgd door een combinatie van import en export, regelbaar vermogen, opslag
en vraagrespons. Net als in het huidige systeem moet de overheid zo nodig ook borgingsmaatregelen
treffen. Weersonafhankelijk regelbaar vermogen kan in de toekomst bijvoorbeeld bestaan
uit centrales op basis van aardgas met CCS, waterstof, e-methaan, ijzerpoeder of kernenergie.
Weersafhankelijkheid is altijd al onderdeel geweest van het energiesysteem. In de
winter is bijvoorbeeld de gasvraag vanwege verwarming van gebouwen en woningen veel
hoger dan in de zomer. De productie van waterkracht is altijd al afhankelijk van de
hoeveelheid neerslag. De laatste jaren komt daar een steeds groter aandeel elektriciteitsproductie
met windmolens en zonnepanelen bij.
Het sluiten van de kolencentrales en de uitrol van wind- en zonne-energie brengt de
beschikbaarheid van energie niet in gevaar. Voor elektriciteit houdt de jaarlijkse
monitoring van TenneT rekening met de ontwikkelingen in het elektriciteitsproductiepark,
zoals onder meer de toename van het vermogen aan wind en zon en het verbod op het
gebruik van kolen vanaf 2030. In de meest recente monitor leveringszekerheid staat
aangegeven dat de leveringszekerheid is geborgd in het zichtjaar 2030. Vanaf 2025
wordt Nederland voor leveringszekerheid wel een toenemend aantal uren per jaar afhankelijker
van import, door afname van zowel gas- als biomassa- en kolenvermogen. Ik blijf daarom
de uitfasering van koleneenheden en sluiting van kerncentrales in de landen om ons
heen nauwlettend volgen. Wat betreft de kolencentrales is gekozen voor een verbod
op kolen en geen sluiting, wat ombouwen naar andere brandstoffen onverlet laat. Daarnaast
is sprake van een gefaseerde aanpak van het verbod op kolen richting 2030, met een
lange overgangstermijn. Tot slot is de productiebeperking op 35% gezet en niet lager.
Dit plafond op jaarbasis biedt kolencentrales voldoende ruimte om gedurende periodes
met schaarste (hoge prijzen/winterperiodes) maximaal beschikbaar te zijn en daarmee
bij te dragen aan de leveringszekerheid. Dit is op basis van de huidige inzichten
en geldende marktomstandigheden. Ik houd de toekomstige ontwikkelingen op de elektriciteitsmarkt
nauwlettend in de gaten, evenals het effect van de productiebeperking hierop. Als
ik tot de conclusie kom dat deze maatregel tot onaanvaardbare risico’s leidt voor
de leveringszekerheid van elektriciteit of de voorzieningszekerheid van gas, zal ik
maatregelen nemen om dit te voorkomen.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het tegenstrijdig is dat u ons land volplempt met windturbines
en zonneparken, die echter vanwege het weer te weinig elektriciteit opwekken, waardoor
we in de praktijk juist meer afhankelijk worden van gas en, vanwege het tekort aan
gas, ook van kolen?
Antwoord 6
Nee, die mening deel ik niet. Elektriciteit die wordt opgewekt met windmolens of zonnepanelen
hoeft op dat moment niet opgewekt te worden met kolen- of gascentrales. Bij een toenemend
aandeel elektriciteitsopwekking uit wind en zon de komende jaren, zal daarmee ook
de hoeveelheid kolen en gas die nodig is voor elektriciteitsopwekking afnemen. Uiteindelijk
zal er, zoals ook in het antwoord op de vorige vraag aangegeven, naast import en export,
opslag en vraagrespons ook een deel regelbaar vermogen nodig zijn dat elektriciteit
opwekt uit moleculen op die momenten dat windmolens en zonnepanelen minder elektriciteit
produceren als gevolg van het weer. Nu zijn die moleculen kolen en aardgas straks
bijvoorbeeld deels waterstof, uranium en groen gas.
Vraag 7
Kunt u uw antwoord op eerdere Kamervragen over de stijgende gasprijs dat «door de
toename van wind en zon de rol van kolen- en gascentrales steeds kleiner wordt» cijfermatig
onderbouwen6? Hoe rijmt u de volgens u «kleiner wordende rol van kolen en gas» met de conclusie
van het Internationaal Energieagentschap dat wereldwijd de vraag naar gas de komende
jaren niet af, maar juist fors toe zal nemen7, en met de conclusie van het CBS dat onze kolencentrales in de eerste helft van 2021
niet minder, maar bijna de helft méér elektriciteit produceerden dan een jaar eerder8?
Antwoord 7
Ja, zie bijvoorbeeld de figuren 4.6 en 5.2 uit de Klimaat- en Energieverkenning 2021
van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) voor de verwachte inzet van kolen en
gas voor elektriciteitsopwekking (Kamerstuk 32 813, nr. 901). Wereldwijd kan het beeld anders zijn dan in Nederland, bijvoorbeeld doordat gas
wereldwijd meer vervuilende brandstoffen als kolen en olie vervangt in sectoren als
de elektriciteitsopwekking, industrie en transport. In 2020 was de gasprijs erg laag,
waardoor elektriciteitsopwekking met gascentrales goedkoper was dan met kolencentrales.
Hierdoor werden vooral de gascentrales ingezet en de kolencentrales minder, tot een
historisch laag niveau in 2020. Momenteel is die situatie andersom en werden de kolencentrales
in 2021 volop ingezet en de gascentrales minder. De langjarige trend voor Nederland
is duidelijk en zal leiden tot een steeds kleinere rol voor kolen- en traditionele
gascentrales. Wereldwijd en op de korte termijn kan de ontwikkeling (tijdelijk) anders
zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.