Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over budgettaire mutaties van de begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (K) sinds de tweede suppletoire begroting 2021
35 925 K Vaststelling van de begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds voor het jaar 2022
Nr. 9
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 9 februari 2022
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister
van Defensie over de brief van 13 december 2021 inzake budgettaire mutaties van de
begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (K) sinds de tweede suppletoire
begroting 2021 (Kamerstuk 35 925 K, nr. 8).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 7 februari 2022. Vragen en
antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De fungerend voorzitter van de commissie, De Roon
Adjunct-griffier van de commissie, Mittendorff
Vraag 1
Is de betaling van BTW voor de F-35 een uitgave aan de Nederlandse Minister van Financiën?
Om welk bedrag gaat het en waarover precies wordt het geheven? Was het niet voorzienbaar
dat deze belasting moest worden betaald?
Antwoord 1
Het proces van de afdracht van BTW is voor één F-35, die eind 2021 is geleverd, sneller
doorlopen dan voorzien. Hierdoor is een bedrag van circa € 14 miljoen reeds in 2021
afgedragen aan het Ministerie van Financiën. De BTW van 21% wordt geheven over de
waarde van het toestel.
Vraag 2
Kunt u per zogeheten IT-project aangeven hoeveel meer moet worden uitgegeven en waarom
dat precies zo is?
Antwoord 2
Met de brief van 13 december en de incidentele suppletoire begroting van 21 december
is aangegeven dat er, naar verwachting, voor respectievelijk € 270 en € 155 miljoen
hogere verplichtingen in 2021 zullen worden aangegaan voor de ICT van Defensie. Het
aangaan van deze hogere verplichtingen in 2021 heeft voor geen enkel IT-project hogere
uitgaven tot gevolg. Het betreft het eerder aangaan van deze verplichtingen of het
meerjarig aangaan van verplichtingen in plaats van voor één jaar. De bijbehorende
uitgaven waren al meerjarig geraamd in de begroting.
Vraag 3
Zijn kortcyclische projecten voor 1 jaar goedkoper dan meerjarige contracten? Kunt
u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
Dat is vaak wel, maar soms niet het geval. Defensie besteedt een deel van het onderhoud
aan IT-systemen en de instandhouding van wapen- en communicatiesystemen uit. In overleg
tussen de aanbieder en Defensie wordt regelmatig gekozen voor meerjarige onderhoudscontracten.
Dit heeft voor de bedrijven het voordeel dat zij kunnen rekenen op een voorspelbaar
werkaanbod en dat zij de capaciteit van hun bedrijf daarop kunnen aanpassen. Het inhuren
van personele capaciteit en aangeschafte machinerie voor een kortcyclische opdracht
maakt het duurder. Daarom zijn deze bedrijven genegen om voor meerjarige opdrachten
lagere tarieven te rekenen dan bij kortcyclische jaarcontracten. Voor Defensie is
het vastleggen van capaciteit ook noodzakelijk voor de continuïteit en voorspelbaarheid.
Een nadeel van meerjarige contracten kan optreden bij producten die door snelle technische
ontwikkelingen in de toekomst goedkoper worden of waarbij in de toekomst meer geleverd
kan worden voor eenzelfde of lagere prijs. Een voorbeeld hiervan is mobiele data.
Defensie maakt hier steeds een grondige afweging in en is voor een deel ook van de
marktomstandigheden afhankelijk.
Vraag 4
Kunt u per onderdeel of deelpost aangeven waaraan de extra middelen ter waarde van
60 miljoen euro voor artikel 4 (luchtmaterieel) worden uitgegeven? Zijn er behalve
de NH-90 en de C-130 nog meer posten? Zo ja, welke?
Antwoord 4
Het betreft de volgende vier onderdelen van de investeringen in en de instandhouding
van het Luchtmaterieel.
Het faseonderhoud bij Marshall van de C-130 Hercules (€ 4 miljoen) bij de Luchtmacht is flink in prijs gestegen.
Door de verouderde vloot komt er steeds vaker meerwerk voor waardoor het onderhoud
duurder uitpakt.
Bij het onderhoud en de bestelling van onderdelen voor de NH-90 (€ 6 miljoen) bij
de Luchtmacht heeft de leverancier (NAHEMA) het sturen van facturen voor gerepareerde
en nieuwe onderdelen vanuit 2022 versneld, waardoor de uitgaven voor deze helikopter
in 2021 hoger uitvielen dan begroot.
Bij de DMO is de afdracht van BTW bij het project Verwerving F-35 voor één F-35, die
eind 2021 werd geleverd, sneller doorlopen dan voorzien. Hierdoor is € 14 miljoen
reeds in 2021 afgedragen aan het Ministerie van Financiën, hetgeen was voorzien voor
2022 (zie ook het antwoord op vraag 1).
Het facturatieproces van met name de hoofdleverancier Lockheed Martin voor het project
F-35 bleek eind 2021 sneller te verlopen dan voorzien, waardoor voor € 36 miljoen
facturen in 2021 zijn betaald die waren geraamd in 2022.
Op basis van het in de Verenigde Staten verrichte werk aan de projecten maakt Defensie
een schatting van het via de Foreign Military Sales (FMS) in rekening te brengen bedrag. FMS is het programma waarmee de Amerikaanse
overheid de export van Amerikaanse wapensystemen naar partners faciliteert. De Amerikaanse
overheid is de contractpartij met Nederland, maar ook de contractpartij van de leveranciers.
Facturering vindt plaats door de Amerikaanse overheid ten behoeve van de leveranciers.
Dit proces verloopt niet altijd vloeiend, met als gevolg afwisselend vertragingen
en inhaalslagen in de facturering richting Nederland. De meeste partnerlanden betalen
bij FMS periodiek een voorschot, maar Nederland heeft afspraken gemaakt over een zogenaamde
Special Billing Arrangement (SBA) waardoor betalingen plaatsvinden op basis van daadwerkelijk geleverde prestaties.
De begin december verwachte overschrijding als gevolg van facturering door de Amerikaanse
overheid van de FMS voor de Chinook transporthelikopter en voor de Apache aanvalshelikopter heeft zich niet voorgedaan, wel is er een overschrijding door de
snellere facturering door Lockheed Martin.
Vraag 5
Wat is de reden van de snellere facturering van afrekeningen van FMS voor de Chinook
en Apache? Waarom was dat niet voorzienbaar?
Antwoord 5
In de brief van 13 december is gemeld dat snellere facturering door de Amerikaanse
overheid van afrekeningen werd verwacht van de FMS voor de Chinook transporthelikopter en voor de Apache aanvalshelikopter, hetgeen kan leiden tot hogere uitgaven dan ten tijde van de tweede
suppletoire begroting werd voorzien. Deze afrekeningen zijn vertraagd. De hogere uitgaven
deden zich toch voor, echter, deze hogere uitgaven komen voort uit betalingen voor
de F-35 die waren voorzien voor begin 2022, waaronder een betaling voor BTW.
Bij het antwoord op vraag 4 is aangegeven waarom dit niet is voorzien.
Vraag 6
Waarom is in een kennelijk later stadium besloten tot het aangaan van contracten voor
meerdere jaren voor IT-projecten? Gaat het hier om dezelfde goederen? Zo ja, worden
deze bedragen later terugverdiend of ingeboekt? Zo nee, wat is het verschil?
Antwoord 6
Met het sluiten van langer lopende contracten garandeert Defensie voor een langere
periode de ondersteuning van de Operationele Commando’s. Langer lopende contracten
geven rust in de bedrijfsvoering en garanderen een continue dienstverlening. In sommige
gevallen is dit ook goedkoper. Met name door de motie Hermans en de daaruit resulterende
hogere meerjarige budgetten voor instandhouding IT werd het eind 2021 mogelijk om
meer meerjarige contracten aan te gaan. Het gaat om dezelfde goederen en diensten,
vooral onderhoudscontracten voor wapen- en ICT-systemen, maar dan voor een langere
periode. De bijbehorende uitgaven waren al meerjarig geraamd in de begroting.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
R. de Roon, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie -
Mede ondertekenaar
F.H. Mittendorff, adjunct-griffier