Schriftelijke vragen : Een voor de belastingdienst beschamende uitspraak bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden over o.a. zwarte lijsten
Vragen van de leden Omtzigt (Omtzigt) en Leijten (SP) aan de Staatsecretaris van Financiën over een voor de belastingdienst beschamende uitspraak bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden over o.a. zwarte lijsten (ingezonden 7 februari 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 25 januari
2022 (ECLI:GHARL:2022:488)?
Vraag 2
Heeft u de uitspraak in zijn geheel gelezen? Wat dacht u toen u de uitspraak las?
Vraag 3
Is het kantoor van de Landsadvocaat op enigerlei wijze bij deze kwestie betrokken
geweest?
Vraag 4
Is er namens de Minister van Financiën beroep in cassatie tegen deze uitspraak ingesteld?
Zo nee, kunt u aangeven dat dit niet zal gebeuren? Zo ja, op welke gronden?
Vraag 5
Zijn de signalen op de FSV-lijst die betrekking hebben op deze onderneming en/of burgers
die eigenaren zijn van deze onderneming onderzocht of is het bij een vermoeden gebleven?
Vraag 6
Begin januari 2021 heeft een van de eigenaren van de belanghebbende zijn belastingdossiers
opgevraagd (CAF en project 1043) en ook zijn FSV-dossier. Waarom zijn deze nog niet
overhandigd? Deelt u de zienswijze dat als deze stukken niet in deze procedure aan
het Hof zijn overgelegd artikel 8:42 van de Algemene wet bestuursrecht niet is nageleefd?
Vraag 7
Is het Besluit Beroep in Belastingzaken in deze zaak nageleefd? Zo ja, hoe verklaart
u het dan dat de zaak eerst tot de mondelinge behandeling voor het hof door de Belastingdienst
is doorgezet en de inspecteur vervolgens pas ter zitting heeft toegezegd de naheffingsaanslagen
te zullen vernietigen?
Vraag 8
Hoe kijkt u in dit licht aan tegen het recente beperken van de rol van de vaktechnisch
coördinator formeel recht bij beroepsprocedures (zie het besluit van de Staatssecretaris
van Financiën van 2 november 2021, Stcrt. 2021, nummer 46005, paragraaf 2.2.4)?
Vraag 9
Wat vindt u ervan dat deze onderneming in deze zaak tot tijdens de mondelinge behandeling
heeft moeten volharden in zijn standpunt? Waarom is deze zaak niet eerder geschikt?
Vraag 10
In de uitspraak wordt beschreven dat deze ondernemer 400 poststukken van de Belastingdienst
heeft ontvangen. Is deze hoeveelheid gangbaar?
Vraag 11
De belanghebbende heeft verklaard 100 bezwaarschriften te hebben gestuurd. Zijn deze
bezwaarschriften behandeld?
Vraag 12
Staan er BV’s en NV’s direct of indirect op de FSV-lijst? Zo ja, hoeveel? Hoe komen
ze van de lijst af?
Vraag 13
Welke rechtsgevolgen had het voor de aandeelhouders als een bedrijf op de lijst stond?
Was er bijvoorbeeld beleid of gewoonte om nooit te schikken, hoge boetes op te leggen,
tegen toegang te verlenen tot schuldsanering of andere zaken?
Vraag 14
Zijn al deze bedrijven en al hun aandeelhouders bericht dat zij op lijsten terecht
zijn gekomen?
Vraag 15
Hoeveel burgers met een eigen onderneming, IB-onderneming of bijvoorbeeld een BV of
NV staan op de FSV-lijst? Hoeveel van deze bedrijven zijn geconfronteerd met onderzoeken?
Vraag 16
Wanneer komt er een generieke FSV-, CAF- en Project 1043-regeling? Wordt hiervoor
een aparte herstelorganisatie opgericht?
Vraag 17
Kunt u aangeven of in deze generieke regeling voor fiscale rechtszaken net zoals in
deze zaak de door belanghebbenden gestelde werkelijke kosten van beroepsmatige rechtsbijstand
voor vergoeding in aanmerking kunnen komen? Zo nee, staat een belanghebbende dan de
weg naar de rechter open?
Vraag 18
Heeft u in de uitspraak van het Hof gelezen dat door de inspecteur is gesteld dat:
«De controle is uitgevoerd door [naam8] en het is bij de Belastingdienst bekend dat
hij een strenge aanpak hanteerde. [naam8] werkt thans niet meer als controleur.»?
Hoe voorkomt u dat andere burgers en bedrijven worden geconfronteerd met de gevolgen
van het handelen van dergelijke medewerkers?
Vraag 19
Het Hof heeft in de procedure de inspecteur tweemaal voorgehouden of de Belastingdienst
kan worden vertrouwd. Bevreemdt deze vraag na het kennisnemen van deze uitspraak u?
Vraag 20
Wat gaat u doen om te werken aan herstel van vertrouwen in de voor onze maatschappij
cruciale overheidsdienst die de Belastingdienst is en aan het voorkomen van dit soort
rechtszaken?
Vraag 21
Hoe en op welke termijn wilt u volledige openheid geven aan de Kamer over de FSV-lijsten,
over de uitwisseling van data en andere zaken die zijn voorgevallen?
Vraag 22
Hoeveel zaken, die betrekking hebben op de Fraudesignaleringsvoorziening (FSV) zijn
geschikt? Kunt u een indicatie geven wat er gevonden is in die zaken?
Vraag 23
Hoeveel rechtszaken spelen er rond FSV en/of de UHT? Wat voor zaken zijn dat (kort
geding, beroep, hoger beroep)? Wat is de inhoud van deze zaken?
Vraag 24
Klopt het dat de Landsadvocaat zaken namens de Belastingdienst behandelt bij deze
zaken? Zo ja hoeveel en hoeveel geld is daarmee gemoeid?
Vraag 25
Hoeveel ambtenaren van de Belastingdienst/Douane/Financiën (of hun echtgeno(o)t(e)/fiscaal
partner) stonden op de FSV-lijsten? Hoe zijn deze mensen geïnformeerd?
Vraag 26
Indien een ambtenaar (of partner) op de FSV-lijst stond, had dat dan intern gevolgen
zoals minder/geen kans op promotie of op verlenging van een tijdelijk contract? Zo
ja, kunt u dat precies aangeven?
Vraag 27
Welke hulp en tegemoetkoming wordt geboden aan (voormalig) ambtenaren van de Belastingdienst
die op de zwarte lijsten stonden?
Vraag 28
Kunt u deze vragen een voor een binnen drie weken beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën -
Indiener
P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.