Schriftelijke vragen : Het schrappen van de pont Nieuwer Ter Aa over Amsterdam-Rijnkanaal
Vragen van het lid Van der Molen (CDA) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het schrappen van de pont Nieuwer Ter Aa over Amsterdam-Rijnkanaal (ingezonden 4 februari 2022).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht «Boosheid om schrappen van de pont over Amsterdam-Rijnkanaal»?1
Vraag 2
Klopt het dat u binnenkort een besluit neemt over de toekomst van het fiets-voetveer
over het Amsterdam-Rijnkanaal tussen Nieuwer Ter Aa en Breukelen?
Vraag 3
Wordt in de besluitvorming meegewogen dat zowel het gemeentebestuur als de inwoners
van Stichtse Vecht het niet eens zijn met het voornemen om de pont uit de vaart te
nemen zolang er geen structurele alternatieve oeververbinding is?
Vraag 4
Waarom heeft er geen participatietraject plaatsgevonden met de inwoners van Stichtse
Vecht voordat Rijkswaterstaat Midden-Nederland u adviseerde de pont uit de vaart te
nemen?
Vraag 5
Waarom heeft er geen participatietraject plaatsgevonden met de inwoners van Stichtse
Vecht bij het eerder genomen besluit van Rijkswaterstaat Midden-Nederland om toe te
staan dat er groter en meer vrachtverkeer gebruik kan gaan maken van het Amsterdam-Rijnkanaal?
Vraag 6
Klopt het dat Rijkswaterstaat een budget van 50.000 euro heeft voor zowel participatie
als veiligheidsmaatregelen op een eventuele (door de gemeente en inwoners ongewenste)
omrijroute? Kunt u zich voorstellen dat de gemeente Stichtse Vecht en haar inwoners
met een dergelijk budget zich absoluut niet serieus genomen voelen?
Vraag 7
Wat is de betekenis van inwonersparticipatie als die plaatsvindt nadat u op voordracht
van Rijkswaterstaat een besluit genomen hebt?
Vraag 8
Op basis waarvan kunt u besluiten dat de pont tussen Nieuwer Ter Aa en Breukelen uit
de vaart moet worden genomen? Klopt het dat het Veiligheidsrapport (van MARIN) aangeeft
dat er nog mitigerende maatregelen mogelijk zijn, wat inhoudt dat het hier niet gaat
om een acuut probleem?
Vraag 9
Hoe beoordeelt u het standpunt van de gemeente Stichtse Vecht dat de pont moet blijven
totdat er een structureel en veilig alternatief is?
Vraag 10
Onderkent u dat aan de door Rijkswaterstaat voorgestelde omrijroute langs de westelijke
oever van het kanaal grote bezwaren kleven? Klopt het dat die route twintig minuten
omrijtijd oplevert voor onder andere scholieren in het primair en voortgezet onderwijs,
thuiszorgmedewerkers, recreanten en inwoners die boodschappen moeten doen? Klopt het
dat het budget niet toereikend is om de route veilig te maken met plaatsing van drie
extra lantaarnpalen?
Vraag 11
Is er gesproken over een fietsbrug als alternatief en bent u bereid daar financieel
aan bij te dragen?
Vraag 12
Klopt het dat ook de provincie Utrecht zich achter het standpunt van de gemeente Stichtse
Vecht en haar inwoners schaart dat een fietsbrug het enige juiste en veiligste alternatief
is?
Vraag 13
Houdt u er rekening mee dat de pont, of als alternatief een fietsbrug, is opgenomen
in het regionaal fietsroutenetwerk van de provincie Utrecht?
Vraag 14
Bent u ervan op de hoogte dat er een convenant bestaat tussen Rijkswaterstaat en het
waterschap dat er tussen Nieuwer Ter Aa en Breukelen altijd een vaste of varende oeververbinding
over het Amsterdam-Rijnkanaal moet blijven bestaan en dat Rijkswaterstaat het waterschap
heeft verzocht om ontbinding van dat convenant?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H. van der Molen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.