Schriftelijke vragen : Toegankelijkheid in het openbaar vervoer (ov)
Vragen van de leden Van der Graaf (ChristenUnie), Van Ginneken (D66), Van der Molen (CDA), De Hoop (PvdA) en Bouchallikh (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over toegankelijkheid in het openbaar vervoer (ov) (ingezonden 3 februari 2022).
Vraag 1
Kent u de met algemene stemmen aangenomen motie van het lid Van der Graaf c.s. over
een bestuursakkoord over de toegankelijkheid sluiten?1
Vraag 2
Klopt het dat het Bestuursakkoord toegankelijkheid openbaar vervoer, ondanks de beloofde
«stevige inspanning» voor een akkoord in het voorjaar 20212, nog steeds niet is gesloten?
Vraag 3
Wat zijn momenteel de grootste knelpunten waardoor het bestuursakkoord nog niet gereed
is? En wat is er volgens u nodig om deze knelpunten op te lossen?
Vraag 4
Bent u bereid het bestuursakkoord voor 1 mei te presenteren?
Vraag 5
Wat is de laatste stand van zaken betreffende de bestuurlijke afspraken over reisassistentie
voor mensen met een lichamelijke en visuele beperking op decentrale lijnen? En wat
betekenen die afspraken voor de voorgenomen sluitingen van serviceloketten op stations
(zoals Tilburg)?
Vraag 6
Wat is de laatste stand van zaken betreffende de bestuurlijke afspraken over toiletten
in treinstellen van regionale vervoerders?
Vraag 7
Bent u van mening dat een aanpassing van het Besluit toegankelijkheid van het openbaar
vervoer nodig is om de toegankelijkheid in het openbaar vervoer te vergroten?
Vraag 8
Als belangrijke voorwaarden voor een toegankelijk ov, zoals reisassistentie en toiletten,
niet geregeld worden in het bestuursakkoord, bent u dan bereid dit alsnog af te dwingen
via het Besluit toegankelijkheid van het openbaar vervoer?
Vraag 9
Bent u bereid om voor de zomer met aanpassingen te komen aan wet- en regelgeving,
aanvullend aan het bestuursakkoord?
Vraag 10
Kent u het nieuwsbericht «Stadsbus verdwijnt ’s avonds in Gouda en Alphen: dit is
het alternatief (en het is nog sneller ook)» (AD, 16-12-21)?
Vraag 11
Bent u zich ervan bewust dat normaal toegankelijke lijnbussen regelmatig worden vervangen
door buurtbusconcepten, kleine busjes die vaak niet toegankelijk zijn voor mensen
in een rolstoel?
Vraag 12
Bent u het eens met de stelling dat dit in het kader van het VN-verdrag Handicap onacceptabel
is omdat dit een achteruitgang in toegankelijkheid betreft?
Vraag 13
Bent u zich ervan bewust dat er voor mensen die gebruik maken van een rolstoel vaak
een taxisysteem wordt uitgerold?
Vraag 14
Bent u het eens met de stelling dat een taxisysteem, waarbij (ruim) van tevoren moet
worden gereserveerd, niet gelijkwaardig is aan een toegankelijke bus voorziening en
daarom ook niet acceptabel is?
Vraag 15
Klopt het dat het ministerie momenteel een onderzoek laat uitvoeren naar de toegankelijkheid
van de buurtbus?
Vraag 16
Vindt u het ook onwenselijk dat er gedurende het (door IenW ingestelde) onderzoek
naar de toegankelijkheid van de buurtbus, er andere ontoegankelijke buurtbussen en
gelijkaardige ov-concepten worden geïntroduceerd?
Indieners
-
Gericht aan
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
S.J.F. van der Graaf, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
H. van der Molen, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Habtamu de Hoop, Kamerlid -
Medeindiener
K. Bouchallikh, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
L.M. van Ginneken, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.