Schriftelijke vragen : Het besluit om de stikstofneerslag verder dan 25 kilometer van de bron niet meer mee te tellen
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Minister voor Natuur en Stikstof over het besluit om de stikstofneerslag verder dan 25 kilometer van de bron niet meer mee te tellen (ingezonden 2 februari 2022).
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat tot januari 2022 de stikstofneerslag van economische activiteiten
met het programma AERIUS berekend kon worden zonder vooraf ingestelde afkapgrens,
waarbij alle neerslag terug kon worden herleid naar de specifieke activiteit?
Vraag 2
Kunt u in begrijpelijke taal uitleggen waarom u vindt dat per januari 2022 de stikstofverbindingen
die verder dan 25 kilometer van een activiteit neerslaan niet meer terug te herleiden
zijn naar de bron?
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat de Europese Habitatrichtlijn een verslechteringsverbod kent
voor alle Natura 2000-gebieden en dat dit in de praktijk betekent dat een activiteit
geen extra stikstofneerslag mag veroorzaken op een Natura 2000-gebied dat reeds met
stikstof overbelast is?
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat het voor de verlening van natuurvergunningen niet relevant is
of een toename van de stikstofdepositie op een bepaalde afstand nog met zekerheid
is toe te schrijven aan een specifiek project, maar dat beoordeeld moet worden of
met wetenschappelijk zekerheid is uit te sluiten dat een project significante effecten
heeft op Natura 2000-gebieden, ongeacht de afstand tot het project?1
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat op een afstand van 20 kilometer van de uitstootbron slechts
30% van de ammoniak (voornamelijk uit de landbouw) is neergeslagen en slechts 10%
van de stikstofoxiden (voornamelijk uit de industrie en verkeer)? Zo ja, waarom telt
u het overgrote deel van de stikstofneerslag niet meer mee?2
Vraag 6
Deelt u de zorg dat u het grootste deel van de stikstofneerslag op papier niet meer
meetelt, waardoor de natuur in werkelijkheid verder achteruit kan gaan?
Vraag 7
Welk belang wordt hiermee gediend? Hoe is de natuur hierbij gebaat?
Vraag 8
Beaamt u dat het kunstmatig stellen van een afkapgrens waarbuiten geen rekening meer
gehouden hoeft te worden met stikstof, vragen is om nieuwe rechtszaken, waarbij de
rechtsgeldigheid van bedrijfsuitbreidingen of nieuwe activiteiten terecht op het spel
staat?
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat vooral de industrie hiervan zal gaan profiteren (en in mindere
mate boeren), omdat de industrie voornamelijk stikstofoxiden uitstoot, die veel verder
weg neerslaan, waarmee de industrie dus de grootste baten heeft bij een kunstmatige
afkapgrens?
Vraag 10
Kunt u bevestigen dat bijvoorbeeld de RWE in de Eemshaven volgens AERIUS stikstofneerslag
veroorzaakt in meer dan 40 overbelaste Natura 2000-gebieden en dat 98,6% van de stikstofuitstoot
van Tata Steel IJmuiden neerslaat buiten de 25 kilometergrens, maar dat al deze uitstoot
niet meer meetelt door de afkapgrens?3
4
Vraag 11
Kunt u bevestigen dat u in antwoord op eerdere Kamervragen stelt dat de stikstofneerslag
die niet meer tot een specifieke activiteit zal worden gerekend door de afkapgrens,
in de projectdeken terecht zal komen? Kunt u bevestigen dat de overheid verantwoordelijk
wordt voor de mitigatie en compensatie van de projectdeken?5
Vraag 12
Beaamt u dat u hiermee de kosten voor mitigatie en compensatie van de neerslag buiten
de 25 kilometer – als dit al plaatsvindt – verschuift van de initiatiefnemer naar
de belastingbetaler? Zo ja, waarom kiest u hiervoor en vindt u het rechtvaardig dat
de vervuiler hier niet langer betaalt, maar de burger?
Vraag 13
Wanneer voorziet u de maatregelen te nemen die deze toename van de projectdeken moeten
compenseren? Kunt u bevestigen dat uit stukken die openbaar zijn geworden middels
een WOB-procedure blijkt dat hiervoor € 180 miljoen extra belastinggeld wordt gereserveerd?
Zo ja, hoe rechtvaardigt u het dat de initiatiefnemers van projecten niet zelf voor
deze kosten opdraaien?6
Vraag 14
Wat zal er volgens u gebeuren als bedrijven in bijvoorbeeld de Eemshaven, die met
uw afkapgrens denken te zijn vrijgesteld van de natuurvergunningplicht, hun activiteiten
gaan uitbreiden en vervolgens door natuurorganisaties voor de rechter worden gesleept?
Vraag 15
Wie draait er voor de kosten op als deze uitbreidingsbesluiten door de rechter worden
vernietigd, omdat ze in strijd zijn met de wetten en regels? Moet de uitbreiding dan
worden teruggedraaid, of draait de belastingbetaler dan weer op voor de kosten voor
legalisatie, zoals nu bij de PAS-melders?
Vraag 16
Denkt u dat u bedrijven een dienst bewijst met deze juridisch onzekere geitenpaadjes?
Denkt u niet dat bedrijven juist snakken naar juridische zekerheid voordat ze investeringen
gaan doen?
Vraag 17
Bent u bereid het toepassen van de afkapgrens in AERIUS terug te draaien, waardoor
alle stikstofuitstoot van een activiteit weer meegerekend wordt en zo per project
een zorgvuldige afweging gemaakt kan worden van de mogelijke schade die het toebrengt
aan de natuur? Zo nee, waarom niet?
Vraag 18
Kunt u deze vragen één voor één en binnen de gestelde termijn beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof -
Indiener
F.P. Wassenberg, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.