Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over het woonplan “Dijkzone” in Den Helder
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het woonplan «Dijkzone» in Den Helder (ingezonden 17 december 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening), mede namens
de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 31 januari 2022). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1273.
Vraag 1 en 3
Hoe kijkt u in zijn algemeenheid aan tegen bouwen op plaatsen die door zeespiegelrijzing
getroffen kunnen worden? Kunt u uw antwoord uitgebreid toelichten?
Bent u het met de stelling eens dat het bouwen op plaatsen, die in de (nabije) toekomst
door ziespiegelrijzing getroffen kunnen worden, vermeden moet worden? Kunt u uw antwoord
nader toelichten?
Antwoord 1 en 3
Met het waterveiligheidsbeleid wordt geanticipeerd op met het toekomstige overstromingsrisico
op basis van een inschatting van de ontwikkeling van de economische waarde van het
te beschermen gebied. Dit betekent bijvoorbeeld dat rekening is gehouden met de stijgende
waarde van gebouwen door bijvoorbeeld nieuwe woningen in overstroombare gebieden bij
het vaststellen van de normen voor de waterkeringen, in de Randstad en daarbuiten,
mee te nemen in de berekeningen. We versterken keringen wanneer dat nodig is. Omdat
we hierbij rekening houden met een toename van rivierafvoeren en een hogere zeespiegel
in de toekomst, is er geen directe dreiging voor de plaatsen, die u in uw vraag beschrijft.
Het Expertisenetwerk Waterveiligheid geeft aan dat het huidige systeem op die wijze
zeker 1 meter zeespiegelstijging aan kan (Advies Houdbaarheid Nederlandse waterveiligheidsstrategieën
bij versnelde zeespiegelstijging – ENWinfo).
Met het oog op de lange termijn gevolgen van klimaatverandering wordt in het Kennisprogramma
Zeespiegelstijging nader onderzoek gedaan naar de effecten van zeespiegelstijging
op ons water(veiligheids)systeem, hoe lang dat systeem houdbaar is en hoe we op andere
manieren om kunnen gaan met meerdere meters zeespiegelstijging in de toekomst. Ook
zal de komende periode de lijn van het bodem- en watersysteem als ordenend principe
in ruimtelijke planvorming, zoals benoemd in het coalitieakkoord, nader uitgewerkt
worden, zowel landelijk en regionaal. In mijn reactie op het advies van de Deltacommissaris,
die ik u in het eerste kwartaal van 2022 doe toekomen, zal ik hier verder op in gaan.
Vraag 2 en 19
Is Den Helder een plaats die door zeespiegelrijzing getroffen kan worden?
Is Den Helder een overstromingsgevoelig gebied?
Antwoord 2 en 19
De hele Nederlandse kust zal te maken krijgen met zeespiegelstijging. Nederland is
kwetsbaar voor overstromingen ook al is de kans op een overstroming klein. Zonder
primaire waterkeringen zou ongeveer 60% van ons land regelmatig onder water staan.
In dit gebied wonen ongeveer 9 miljoen mensen en wordt circa 70% van ons bruto nationaal
product verdiend. Primaire waterkeringen (dijken, dammen, duinen) bieden bescherming
tegen overstromingen bij hoogwater vanuit zee, grote rivieren en meren. De dijk bij
Den Helder beschermt het achterliggende gebied tegen overstroming vanuit zee.
Vraag 4, 31, 32 en 33
Dient er scherpere (bouw)regelgeving te komen voor het bouwen langs de kust? Kunt
u uw antwoord nader toelichten?
Bent u het met de stelling eens dat niet alleen in dit woonplan maar in alle woningbouwprojecten
langs de kust het van verantwoordelijke zorg zou getuigen als er rekening wordt gehouden
met een hogere zeespiegelstijging? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Wat is uw visie op bouwen langs de kust? Kunt u daar uitgebreid op ingaan?
Acht u bouwen langs de kust noodzakelijk?
Antwoord 4, 31, 32 en 33
De keuze en verantwoordelijkheid om te bouwen langs de kust ligt bij provincies en
gemeenten. Er gelden vanuit het huidige waterveiligheidsbeleid wel strikte regels
voor het ontwikkelen in de kuststrook (strand en duingebied). Nieuwe ontwikkelingen
worden door de waterkering beheerder beoordeeld zodat de waterkerende functie van
de zeewering niet wordt aangetast. Daarmee is geborgd dat bij bouwen langs de kust
het beschermingsniveau voor het gebied achter de duinen en keringen op orde blijft.
Binnen de regio’s worden vervolgens integrale afwegingen gemaakt met betrekking tot
te bebouwen locaties, waarbij rekening wordt gehouden met diverse factoren en belangen
(zoals de woningvraag, leefbaarheid, verstedelijking, bereikbaarheid en verduurzaming
inclusief klimaatadaptatie). Het is aan lokale partijen om hier nader invulling aan
te geven.
Vraag 5
Heeft de kust bij Den Helder versterking nodig? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) heeft aangegeven dat de dijk
er plaatse van het woonplan aan de waterveiligheidsnorm voldoet (zie ook vraag 23).
Op een aantal andere locaties moet de dijk in Den Helder wel worden versterkt. Uit
de wettelijke beoordeling is gebleken dat de dijk daar niet aan de norm voldoet.
Voor het beoordelen en versterken van dijken brengt het Ministerie van IenW richtlijnen
en handleidingen uit vanwege de systeemverantwoordelijkheid die dit ministerie heeft
voor waterveiligheid.
Vraag 6 en 7
Acht u het wenselijk om, gezien de enorme opgave die er nu al met betrekking tot dijkverzwaring
en ophoging liggen, bij zeeweringen te bouwen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Is het gezien het advies van de Deltacommissaris verstandig om in Den Helder bij zeeweringen
te bouwen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?1
Antwoord 6 en 7
Het is aan het waterschap om te beoordelen of bouwen bij een primaire kering mogelijk
is in het licht van toekomstige versterkingsopgaven. Om voldoende ruimte te behouden
en te reserveren voor versterkingen, houden de waterkeringbeheerders conform de Waterwet
hun legger actueel. Daarin staat de exacte ligging van de waterkering en de verschillende
zones (waterstaatswerk en beschermingszone), inclusief de ruimtelijke reservering
voor toekomstige dijkversterkingen.
Vraag 8
Bent u het eens met de Deltacommissaris als deze in zijn advies schrijft dat er bij
de woningbouw onvoldoende rekening wordt gehouden met de langetermijngevolgen van
klimaatverandering, en met de eisen die water en bodem stellen? Kunt u uw antwoord
nader toelichten?
Antwoord 8
Net als de Deltacommissaris vind ook ik het belangrijk om bij de woningbouwopgave
rekening te houden met de langetermijngevolgen van klimaatverandering, zodat de gevolgen
niet op de toekomstige generaties worden afgewenteld en zoals ook opgenomen in de
Nationale Omgevingsvisie (NOVI)2. Tegelijkertijd is de woningnood groot en is er op korte termijn behoefte aan betaalbare
woningen om de woningnood op te lossen. Hierbij staan we vanuit het oogpunt van klimaatadaptatie
voor een flinke uitdaging, omdat een groot deel van onze bestaande woningvoorraad
zich bevindt in voor klimaatverandering gevoelige gebieden, zo ook een groot deel
van onze nieuwbouwopgave. Voor sommige gebieden met grote kwetsbaarheden en veel nieuwbouwwoningen
kan er een spanning zijn tussen de ambities van aantal woningen en klimaatadaptie.
In de reactie op het advies van de Deltacommissaris zullen we aangeven hoe we aan
de slag gaan met deze uitdaging om enerzijds snel betaalbare woningen te realiseren
en anderzijds rekening te houden met gevolgen van klimaatverandering.
Daarnaast is in het coalitieakkoord opgenomen dat water en bodem sturend moeten worden
in ruimtelijke planvorming. Dit houdt in dat bij de locatiekeuze voor nieuwe ontwikkelingen
en functies gekeken wordt wat past vanuit het bodem- en watersysteem, waarbij integraal
rekening wordt gehouden met de andere belangen die een rol spelen bij woningbouwontwikkeling.
In mijn reactie op het advies van de Deltacommissaris kom ik uitgebreider terug op
een uitwerking hiervan.
Vraag 9, 40 en 49
Bent u bekend met het woonplan «Dijkzone»?3
Bent u het met de stelling eens dat voor dit woonplan (nog) geen onomkeerbare besluiten
genomen mogen worden? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Is er een scenario denkbaar waarin dit woonplan geen doorgang kan vinden? Zo ja, welke?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9, 40 en 49
Het plan Dijkzone in Den Helder is bekend en wordt vermeld in de monitor plancapaciteit
van de provincie Noord-Holland4. Dit woonplan bevindt zich nog in de onderzoeksfase en is nog niet door de provincie
beoordeeld. Daarmee is nog niet vastgesteld of dit woonplan al dan niet doorgang kan
vinden. Van onomkeerbare besluiten over dit plan is vooralsnog geen sprake. Daarvoor
dient eerst de onderzoeksfase te worden afgerond en het reguliere besluitvormingsproces
te worden doorlopen, met inspraakmogelijkheden voor belanghebbenden.
Vraag 10
Heeft het kennisprogramma Zeespiegelstijging het woonplan «Dijkzone» doorgerekend?
Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 10
Nee. Het Kennisprogramma Zeespiegelstijging rekent geen specifieke plannen door. In
dit Kennisprogramma, wordt o.a. onderzoek gedaan naar de houdbaarheid van het huidige
waterveiligheidsbeleid en de wijze waarop we Nederland nu beschermen tegen overstromingen
in het licht van zeespiegelstijging. Daarnaast wordt er onderzoek gedaan naar alternatieve
oplossingsrichtingen om Nederland op de lange termijn te kunnen blijven beschermen.
Uw Kamer wordt op de hoogte gehouden van de vorderingen5.
Vraag 11
Wat betekent het rapport van Sweco, Defacto, Deltares en Ecorys, waaruit blijkt dat
ruimtelijke plannenmakers en waterbeheerders rekening moeten houden met een extra
reservering van 20 tot 50 meter tot 2050 voor toekomstige dijkversterkingen, voor
het woonplan «Dijkzone»? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 11
Keringbeheerders leggen zowel de ligging van een kering als een ruimtelijke reservering
voor toekomstige versterking vast in de legger (zie vraag 6). In het woonplan «Dijkzone»
wordt voorgesteld de binnendijkse reservering voor toekomstige versterking nu al in
te vullen via het ontwerp van de dijkversterking, in combinatie met woningbouw op
de binnenkant van de dijk. Het ontwerp van de dijkversterking houdt rekening met een
zeespiegelstijging van 3,5 meter. Daarnaast is er ruimte om met aanvullende maatregelen,
boven op die 3,5 meter, nog eens 1,5 meter zeespiegelstijging aan te kunnen. Er is
daarom geen sprake van strijdigheid met het genoemde rapport.
Vraag 12 en 23
Welke maatregelen zijn in Den Helder nodig om rekening te houden met het advies van
de deltacommissaris om op voorhand ruimte te reserveren bij een toekomstige zeespiegelstijging
van 2 meter op de Noordzee? In het geval dat deze maatregelen nog niet bekend zijn,
wanneer worden deze maatregelen bekend gemaakt?
Ziet u, net zoals de deltacommissaris in zijn advies in zijn algemeenheid stelt, met
betrekking tot het woonplan «Dijkzone» problemen en/of schade voor toekomstige generaties?
Antwoord 12 en 23
Voor dit antwoord is bij HHNK navraag gedaan, omdat het Hoogheemraadschap verantwoordelijk
is voor de dijk. HHNK heeft aangegeven dat het voor de Helderse Dijk ter plaatse van
het woonplan, op basis van de huidige wettelijke normen, de verwachting is dat over
ca. 80 tot 100 jaar versterkingsmaatregelen nodig zijn. In het versterkingsplan in
het woonplan «Dijkzone» wordt een grondaanvulling gedaan aan de binnenzijde waardoor
het dijklichaam veilig is voor 200 jaar. Deze aanvulling is gedimensioneerd op een
zeespiegelstijging van +3,5 meter. Met deze 3,5 m wordt er dus op voorhand meer ruimte
gereserveerd dan nodig is voor een zeespiegelstijging van 2 meter. Daarnaast is er
ook nog ruimte in het plan om verdere maatregelen te kunnen nemen als de zeespiegelstijging
in een verre toekomst +5 m wordt. Daarmee wordt rekening gehouden met de problematiek
voor toekomstige generaties.
Vraag 13, 14, 29, 35, 36, 37, 39, 44 en 53
Hoe past het woonplan «Dijkzone» in de adviezen van de deltacommissaris d.d. 6 december
jongstleden? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Bent u het met de stelling eens dat gezien de adviezen van de deltacommissaris het
woonplan «Dijkzone» geen goed idee is? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Is het woonplan «Dijkzone» nog realistisch gezien de geschiktheidskaart bebouwing
met geplande woningen tot 2029? Kunt u uw antwoord nader toelichten?6
Hoe kijkt u aan tegen dit woonplan genaamd de «Dijkzone»? Kunt u daar uitgebreid op
ingaan?
Vindt u de risico’s als gevolg van klimaatveranderingen voor het woonplan «Dijkzone»
acceptabel? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Welke risico’s ziet u voor dit woonplan? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Past dit woonplan in de visie die u heeft voor bouwen langs de kust? Kunt u uw antwoord
nader toelichten?
Zijn er risico’s die in dit woonplan niet zijn meegenomen? Zo ja, welke?
Bent u een voorstander van het woningbouwproject «Dijkzone» op de Helderse Zeewering?
Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 13, 14, 29, 35, 36, 37, 39, 44 en 53
Hoe realistisch het woonplan «Dijkzone» is, moet vooral blijken uit de haalbaarheidsanalyse
die momenteel wordt uitgevoerd door Woningstichting Den Helder/Helder Vastgoed BV,
Hoogheemraadschap Hollands-Noorderkwartier en de gemeente. Uit de studie moet blijken
wat er mogelijk is qua woningbouw op deze locatie. Hierbij wordt onder andere gekeken
in hoeverre de plannen passen binnen het vigerende beleid en de regelgeving en wat
dit betekent voor de veiligheid van toekomstige generaties. Ook de kosten en risico’s
die met het plan gepaard gaan worden in beeld gebracht. Daar het plan zich nog in
de haalbaarheidsfase bevindt en onderzoeken nog moeten worden uitgevoerd door betrokken
partijen, kunnen nadere vragen hierover momenteel nog niet worden beantwoord. Verder
is het aan lokale partijen om, na afronding van het haalbaarheidsonderzoek, een integrale
afweging te maken over het al dan niet doorgang laten vinden van dit woonplan.
Vraag 15, 18, 22, 24, 27, 28 en 30
Is de verwachte levensduur van woningen in het woonplan «Dijkzone» gezien de klimaatveranderingen
realistisch te noemen?
Kunt u aangeven of de gegevens uit het laatste rapport van de Intergovernmental Panel
on Climate Change (IPCC) van begin augustus van dit jaar al volledig voor dit woonplan
zijn doorgerekend? Zo ja, kunt u deze doorrekening toesturen? Zo nee, waarom niet?
Welke consequenties heeft dit te hanteren binnentalud voor mogelijk toekomstige, noodzakelijke
aanpassingen? Kunt u uw antwoord uitgebreid toelichten?
Zijn er mogelijke gevolgen voor toekomstige generaties als gevolg van het binnen het
woningbouwproject te hanteren binnentalud? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Hoe geloofwaardig is het als Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) veronderstelt
dat de ophoging van de zeedijk nog circa 200 jaar meegaat gezien de toekomstige zeespiegelstijging?
Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Is het woonplan nog realistisch gezien de uitkomsten in het IPCC-rapport? Zo ja, waarom?
Hoe lang schat u in dat de voorgestelde dijkophoging voor dit woningbouwproject bestand
zal houden? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 15, 18, 22, 24, 27, 28 en 30
Het doorrekenen van zeespiegelscenario’s voor de dijkversterking in het woonplan valt
onder de verantwoordelijkheid van het waterschap. HHNK geeft aan dat Deltares een
review heeft uitgevoerd op het plan en de bijbehorende ontwerpberekeningen voor de
dijkverzwaring. In deze review wordt aangegeven: «De gehanteerde zeespiegelscenario’s zijn in lijn met tamelijk conservatieve bovengrensbenaderingen
van twee recente IPCC rapporten en daarmee is het onwaarschijnlijk dat het ontwerp
niet zal voldoen aan toekomstige zeespiegelwaarden. Ook ten aanzien van de gebruikte
waarden voor golfoverslag over de kruin worden ten aanzien van debiet en duur van
de overslag bovengrensbenaderingen gebruikt die als (meer dan) voldoende robuust worden
beoordeeld.»
Met het gehanteerde binnentalud wordt op basis van een aanname voor zeespiegelstijging
van +3,5 meter voldaan aan de dijkveiligheid voor 200 jaar. Indien deze aanname toch
niet voldoende conservatief blijkt, dan is er een ruimtelijke reservering opgenomen
die het juridisch en ruimtelijk mogelijk maken om verdere versterkingsmaatregelen
te treffen, zonder daarbij woningen te amoveren. De kans op een hogere zeespiegelstijging
de komende 200 jaar wordt op basis van het meest recente IPCC-rapport niet onmogelijk
geacht, maar zeer onwaarschijnlijk. In het plan zijn daarom ook maatregelen voor een
zeespiegelstijging tot +5 meter verkend. Er blijft voldoende ruimte beschikbaar voor
ophoging van de dijkkruin en voor het plaatsen van stabiliteitsschermen om een dergelijke
zeespiegelstijging aan te kunnen.
Er zijn geen gevolgen voor toekomstige generaties ten aanzien van het binnentalud.
Het te hanteren talud is zodanig gedimensioneerd dat er voor 200 jaar geen versterking
meer nodig is.
Vraag 16
Is dit woonplan van Woningstichting Den Helder (WSDH) of van de projectontwikkelaar
(Vastgoed Den Helder BV)?
Antwoord 16
Het onderzoek naar woningbouwplan Dijkzone is verricht in een samenwerking tussen
Woonstichting Den Helder/Helder Vastgoed BV en de gemeente Den Helder. Helder Vastgoed
BV komt voort uit de Woningstichting Den Helder. De gemeente Den Helder, Helder Vastgoed
BV en het Hoogheemraadschap Hollands-Noorderkwartier hebben in 2021 een intentieovereenkomst
ondertekend om het plan nader te onderzoeken.
Vraag 17
Is het woonplan «Dijkzone» een schending van het kustpact? Kunt u uw antwoord nader
toelichten?
Antwoord 17
Nee, dit project betreft reguliere woningbouw. Het Kustpact heeft enkel betrekking
op recreatieve bebouwing in de kustzone zoals die door de Kustpactpartners is gedefinieerd.
Vraag 20
Welk binnentalud wordt er voor dit woonplan gehanteerd?
Antwoord 20
Het binnentalud heeft een taludhelling tussen 1:4 en 1:5.
Vraag 21
In hoeverre wijkt dit gehanteerde binnentalud af van het gangbare? Kunt u uw antwoord
nader toelichten?
Antwoord 21
Voor zeedijken in Nederland zijn binnentaluds met een taludhelling van 1:4 – 1:7 gangbaar.
Het gehanteerde talud wijkt hier niet van af.
Vraag 25
Klopt het dat de dijk aan de buitenzijde in het woonplan niet aangepast wordt? Kunt
u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 25
Ja, dat klopt. HHNK geeft aan dat de dijk aan de buitenzijde niet wordt aangepast
als onderdeel van het woonplan. Het versterken van de waterkering aan de buitenzijde
blijft mogelijk. In de reguliere wettelijke beoordeling zal de sterkte van dit deel
van kering worden beoordeeld. Als blijkt dat de buitenzijde niet voldoet aan de eisen,
zal deze worden versterkt.
Vraag 26
Wat leert het onderzoek in 2018 naar de kwaliteit van de asfaltbekleding op de betreffende
dijk? En welke consequenties heeft dit onderzoek voor het woonplan «Dijkzone»?
Antwoord 26
De (asfalt)bekleding is in 2018 beoordeeld door HHNK. Hieruit is gebleken dat de bekleding
binnen het projectgebied volgens de huidige norm voldoet en in de nabije toekomst
niet vervangen hoeft te worden. Toekomstige aanpassing van de asfaltbekleding blijft
mogelijk. HHNK geeft aan dat het onderzoek geen consequenties heeft voor het woonplan
«Dijkzone».
Vraag 34
Is er een kans dat we de strijd tegen het water verliezen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 34
Op dit moment is Nederland heel goed beschermd tegen overstromingen vanuit de grote
rivieren, meren en de zee. Wel is veel onzekerheid over snelheid en mate van zeespiegelstijging
in de toekomst. Om op deze vraag een goed antwoord te geven is meer kennis noodzakelijk.
Hier wordt aan gewerkt in het Kennisprogramma Zeespiegelstijging (zie het antwoord
bij vraag 10). Tegelijkertijd staat ook de klimaatwetenschap niet stil. Zo ontstaan
er de komende jaren steeds meer inzichten die relevant zijn voor een antwoord op uw
vraag.
Vraag 38
Zijn er of komen er soortgelijke plannen langs de kust op andere locaties? Zo ja,
welke? Zo nee, zijn er redenen waarom deze bouwplannen er niet zijn, en zo ja welke
redenen zijn dat?
Antwoord 38
Ja, plannen van de provincie Noord-Holland zijn te vinden via de monitor plancapaciteit
van de provincie Noord-Holland7. Plannen van de provincie Zeeland zijn te vinden via de planmonitor wonen8 Van de overige kustprovincies is de plancapaciteit niet op planniveau bekend.
Vraag 41
Dienen bewoners in uw optiek meer bij het bouwen langs de kust betrokken te worden?
Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 41
In zijn algemeenheid vindt de rijksoverheid het belangrijk dat belanghebbenden in
een vroegtijdig stadium worden betrokken bij ruimtelijke planvorming. Daarmee kunnen
overheden namelijk op tijd belangen, meningen en creativiteit van belanghebbende op
tafel krijgen. Dit geldt zowel voor reguliere ruimtelijke plannen, alsook voor kustplannen.
In de Omgevingswet en in het Omgevingsbesluit zijn derhalve regels over participatie
opgenomen. Als overheden instrumenten van de Omgevingswet vaststellen, moeten ze aangeven
hoe belanghebbenden betrokken zijn bij de totstandkoming van deze instrumenten en
welke resultaten dat heeft opgeleverd.
Vraag 42
Hoe zijn de bewoners bij dit woonplan betrokken?
Antwoord 42
De betrokken partijen hebben op 14 oktober 2021 een inloopbijeenkomst georganiseerd
waar Woningstichting Den Helder/Helder Vastgoed BV, Hoogheemraadschap Hollands-Noorderkwartier
en de gemeente aanwezig waren en de stedenbouwkundige van West 8 Landschapsarchitecten
een toelichting hebben gegeven op het voorlopig stedenbouwkundig ontwerp.
Vraag 43
Hebben de bewoners voldoende inspraak gekregen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 43
De haalbaarheid van het plan wordt onderzocht. Op welke wijze de bewoners bij de totstandkoming
van het project worden betrokken is aan de gemeente. In elk geval hebben de bewoners
en belanghebbenden in de formele RO-procedure de mogelijkheid om een reactie of zienswijze
in te dienen.
Vraag 45
Met welke maximale zeespiegelrijzing is rekening gehouden bij het ontwerpen van de
dijk? En welke golfhoogte, hoogste stormwaterstand en intensieve regenval horen hier
dan bij?
Antwoord 45
De dijkhoogte en dijkstabiliteit worden gedimensioneerd op een zeespiegelstijging
van 3,5 m en een aanname voor bodemdaling van 0,5 m voor de komende 200 jaar. Het
ontwerp voorziet in de afvoer van water als gevolg van golfoveroverslag over de kruin
en neerslag via afstroming naar de achter de nieuwbouw gelegen gracht. Hierbij wordt
uitgegaan van neerslagintensiteit met een voorkomen tot 1/1.000 jaar en golfoverslag
behorende bij langdurige stormcondities.
Vraag 46
Met welke maximale zeespiegelrijzing is rekening gehouden bij het ontwerp van de zeezijde
van de dijk? En welke golfhoogte, hoogste stormwaterstand en intensieve regenval horen
hier dan bij?
Antwoord 46
HHNK heeft aangegeven dat rekening is gehouden met een hoogste stormwaterstand van
ca. NAP +8 m en een maximale golfhoogte van ca. 2,5 meter bij 3,5 meter zeespiegelstijging.
Vraag 47
Hoe hoog is de bestaande dijk en met hoeveel meter moet die in het slechtste scenario
worden verhoogd?
Antwoord 47
De bestaande hoogte van de dijk is +10,5 NAP. In het plan wordt de dijk tot +11,5
m NAP verhoogd aldus HHNK. De benodigde hoogte voor zeespiegelstijging over 200 jaar
bedraagt +11 m NAP en voor bodemdaling is 0,5 meter aangehouden. Opgemerkt wordt dat
een zeespiegelstijging van 3,5 meter niet 1 op 1 leidt tot dezelfde ophoging van de
dijk. Dit heeft o.a. te maken met de aanwezige overhoogte van de huidige dijk.
Vraag 48
Is de dijkverhoging in alle scenario’s even hoog? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 48
Nee. De dijk in het woonplan wordt zodanig opgehoogd dat bij een aanname voor zeespiegelstijging
van +3,5 meter over een periode van 200 jaar de waterkering voldoet aan de dijkveiligheid.
In een onwaarschijnlijker scenario met hogere zeespiegelstijging kan de dijk nog verder
worden opgehoogd. Als de zeespiegelstijging minder snel gaat, dan kan de dijk van
deze hoogte langer mee dan 200 jaar.
Vraag 50 en 54
Kunt u een nadere toelichting op het ontwerp geven? Kunt u hierbij ook nader ingaan
op de ontwerponderwerpen adaptief, buitenwaartse versterking, verbreding, verhoging
en welke zeespiegelrijzing?
Heeft u of één van uw collega-Ministers nog enige beslissingsbevoegdheid met betrekking
tot dit project? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 50 en 54
Het ontwerp van het woningbouwplan en de uitvoering daarvan is de verantwoordelijkheid
van de gemeente. Het ontwerp van de dijk en de dijkversterking betreft de verantwoordelijkheid
van het waterschap. Deze zal ervoor moeten zorgen dat de woningbouw geen probleem
is voor de versterkingsopgave op lange termijn. In beide gevallen beoordeeld de provincie
de plannen, het Rijk heeft hierbij geen rol.
Vraag 51 en 52
Ben u het met de stelling eens dat de inwoners van de gemeente Den Helder vóór de
gemeenteraadsverkiezing duidelijkheid moeten krijgen over dit woonplan, de consequenties
en de mogelijke risico’s? Zo nee, waarom niet
Kunt u de toezegging doen dat de inwoners van de gemeente Den Helder vóór de gemeenteraadsverkiezing
duidelijkheid krijgen over dit woonplan, de consequenties en de mogelijke risico’s?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 51 en 52
De gemeenteraadsverkiezingen betreffen een lokale aangelegenheid waar ik mij niet
in meng.
Vraag 55
Kunt u deze vragen apart beantwoorden en niet clusteren?
Antwoord 55
Daar waar vragen overlappen of op elkaar aansluiten heb ik geclusterd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Mede namens
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.