Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de reactie op de motie van de leden Grinwis en Inge van Dijk over proportionele en bij het doel van de noodverlenging passende verlengingsprijzen en de motie van het lid Grinwis c.s. over een proportionele vergoeding voor de noodverlenging van de radiovergunningen (Kamerstuk 24095-555)
2022D02939 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de Reactie op de
motie van de leden Grinwis en Inge van Dijk over proportionele en bij het doel van
de noodverlenging passende verlengingsprijzen (Kamerstuk 24 095, nr. 552) en de motie van het lid Grinwis c.s. over een proportionele vergoeding voor de noodverlenging
van de radiovergunningen (Kamerstuk 24 095, nr. 537) (Kamerstuk 24 095, nr. 555).
De fungerend voorzitter van de commissie, Azarkan
De adjunct-griffier van de commissie, Van Dijke
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
II
Antwoord/Reactie van de Minister
4
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige stuk en hebben
hierover nog een vraag.
Deze leden hebben tijdens het tweeminutendebat Commerciële radio: rapport SEO en toelichting
op 8 december 2021 door middel van een toezegging aandacht gevraagd voor de mogelijke
effecten van de prijsverhogingen op de radiosector. Daarop gaf de Minister aan een
om vinger aan de pols te houden. Op welke wijze is de Minister voornemens om de effecten
van de prijsverhogingen op de radiosector te monitoren, mede in het licht van de mogelijk
voortdurende effecten van de coronacrisis op de radiosector?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie vragen de Minister of zij kan toelichten waarom zij, na
het niet uitvoeren van de unaniem aangenomen motie-Grinwis c.s. over een proportionele
vergoeding voor de noodverlenging van de radiovergunningen (Kamerstuk 24 095, nr. 537), eveneens weigert om de breed aangenomen motie- van de leden Grinwis en Inge van
Dijk over proportionele en bij het doel van de noodverlenging passende verlengingsprijzen
(Kamerstuk 24 095, nr. 552) uit te voeren. Welke stappen is de Minister voornemens te zetten om ook op dit punt
«nieuw elan» te bevorderen?
De leden van de PVV-fractie vragen waarom de voorganger van de Minister, gegeven de
gerechtvaardigde belangen van de sector in relatie tot de gevolgen van de noodverlenging
en de bereidheid om aan een redelijke vergoeding te voldoen, niet tenminste de moeite
genomen om daarover met de sector in gesprek te gaan.
De leden van de PVV-fractie vragen de Minister of zij zich inmiddels persoonlijk heeft
verdiept in de gevolgen van de door haar voorganger vastgestelde vergoedingen voor
de noodverlenging, de verveelvoudiging van de kosten die dat veroorzaakt en de gevolgen
daarvan voor de Nederlandse commerciële radiostations die hierdoor getroffen worden.
Zo nee, waarom niet en is zij voornemens dat alsnog te doen? Is zij tevens bereid
om daarover alsnog met de commerciële radiostations in gesprek te treden? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, op welke termijn?
De leden van de PVV-fractie vragen de Minister of zij het standpunt deelt dat het
beter is te overleggen dan in te zetten op juridische procedures, zoals haar voorganger
leek te beogen. Welke veranderingen in attitude van haar ministerie staan haar hierbij
voor ogen?
De leden van de PVV-fractie vragen of de Minister gedetailleerd kan toelichten hoe
zij voornemens is om de slechte relatie tussen het Ministerie van Economische Zaken
en Klimaat (EZK) en de sector te verbeteren.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige stuk. Zij betreuren
het dat de regering beide aangenomen moties van de Kamer niet heeft willen uitvoeren
en hebben daarover de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie constateren dat de relatie tussen het Ministerie van EZK
en de (commerciële) radiosector al geruime tijd niet goed is en er sprake lijkt van
een verziekte sfeer. Deelt de Minister deze observatie? Zo ja, is zij bereid deze
kabinetsperiode extra te gaan investeren in de relatie met de sector, door, als eerste
stap, op korte termijn met de sector om de tafel te gaan over het niet uitvoeren van
de motie van de leden Grinwis en Inge van Dijk (Kamerstuk 24 095, nr. 552) en de motie-Grinwis c.s. (Kamerstuk 24 095, nr. 537)? Zo nee, waarop baseert de Minister dat er wel sprake zou zijn van een goede relatie?
Hoe is aangaande het radiobeleid op het Ministerie van EZK de «frisse blik van buiten»
geborgd, waarmee ook nieuwe, alternatieve inzichten en adviezen de ambtelijke en politieke
top bereiken?
De leden van de CDA-fractie willen tot slot van de Minister weten hoe het proces tot
aan de daadwerkelijke noodverlenging er vanaf nu uitziet. Kan zij dit schetsen aan
de hand van een tijdspad?
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat dit schriftelijk overleg zich
toespitst op de reactie van de Minister op de motie van de leden Grinwis en Inge van
Dijk (Kamerstuk 24 095, nr. 552). De reactie luidt dat de motie om diverse redenen niet uitgevoerd gaat worden. Deze
leden constateren dat de manier waarop de noodverlenging en de vergoeding tot stand
zijn gekomen weinig goeds gedaan heeft voor de relatie tussen de radiosector en het
ministerie. In dit schriftelijk overleg willen deze leden ten eerste enkele vragen
stellen over de motie en staan ze stil bij de relatie tussen de sector en het ministerie.
Deze leden vinden dat belangrijk vanwege de uitdagingen die in het vooruitzicht liggen,
bijvoorbeeld investeringen in digitalisering en de ontwikkeling naar DAB+.
De leden van de ChristenUnie-fractie wijzen op de uitspraak van de indiener van de
motie, het lid Grinwis, tijdens het tweeminutendebat over de noodverlenging: praten
is beter dan procederen. Deze leden willen dat in dit schriftelijk overleg graag herhalen:
praten vooraf is beter dan procederen achteraf. De Minister zei in het tweeminutendebat
echter dat, als hij gaat praten, de sector komt aanzetten met advocaten en per definitie
ontevreden zal zijn. De leden van de fChristenUnie-fractie begrijpen dat zowel voor
de sector als voor het ministerie de tijd begint te dringen om voor 1 september 2022
de frequenties te verdelen. Deze leden hebben echter al in juni in een aangenomen
motie gevraagd om in goede samenspraak met de Vereniging landelijke Commerciële Radio
(VCR) en de Vereniging Niet Landelijke Commerciële radioOmroepen (Nlcr) te komen tot
een vergoeding. De sector geeft aan dat er nooit sprake is geweest van goede samenspraak,
terwijl de sector echt welwillend is. Hoewel deze leden het betwijfelen, is het wellicht
niet meer mogelijk om op tijd een onafhankelijke juridische analyse van de mogelijkheden
die de Telecommunicatiewet en de staatssteunregels bieden voor proportionele verlengingsprijzen
uit te laten voeren. Daarom vragen deze leden aan de Minister of zij bereid is om
in ieder geval nog in gesprek te gaan met de sector over de verlengingsprijzen en
te luisteren naar wat zij te zeggen hebben, in plaats van er bij voorbaat vanuit te
gaan dat het gesprek enkel leidt tot verder wrijven in een vlek. Zij vragen of de
Minister ook niet bereid is om de motie deels uit te voeren.
De leden van de ChristenUnie-fractie herinneren de Minister tenslotte graag aan de
motie van het lid Bruins c.s. (Kamerstuk 24 095, nr. 523), waarin de Kamer uitspreekt van mening te zijn dat verder overleg tussen de commerciële
radiosector en het Ministerie van EZK nodig is om tot een goede weging van de rapporten
van de commissies-Don en onderzoeksbureau KWINK te komen en op basis daarvan tot een
gedragen besluit te komen over de veiling of verlenging van de FM-frequenties na 2025.
Deze leden vragen de Minister hoe zij van plan is deze motie nader uit te voeren.
Zij vragen in het licht van die veiling of verlenging na 2025 hoe de Minister gaat
voorkomen dat er weer op het laatste moment pas tot een besluit gekomen wordt. Voorts
vragen de leden hoe de Minister de relatie met de sector op de lange, maar ook op
de korte termijngaat verbeteren.
II Antwoord/reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F. Azarkan, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
D.D. van Dijke, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.