Schriftelijke vragen : Het bericht 'Vandalen coronarellen ontlopen betalen van aangerichte schade'
Vragen van het lid Palland (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Vandalen coronarellen ontlopen betalen van aangerichte schade» (ingezonden 26 januari 2022).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Vandalen coronarellen ontlopen betalen van aangerichte
schade»?1
Vraag 2
Is het correct dat gemeenten, de overheid en verzekeraars opdraaien voor de miljoenenschade
die vandalen een jaar geleden hebben aangericht bij de avondklokrellen in plaats van
de vandalen zelf?
Vraag 3
In welke mate is dit (het gestelde onder vraag2 te wijten aan fouten van justitie en het gebrek aan prioriteit?
Vraag 4
Is het correct dat diverse relschoppers veroordeeld zijn tot het storten van geldbedragen
in een schadefonds en dat dit schadefonds (bijvoorbeeld voor Amsterdam n.a.v. Museumpleinrellen),
zou niet zijn opgericht vanwege wettelijke drempels? Welke wettelijke drempels liggen
in de weg aan het oprichten van een schadefonds? Waarom is de Kamer daar niet eerder
op gewezen dat er wettelijke drempels te slechten zijn voor het oprichten van een
schadefonds? Bent u bezig met een wetsvoorstel om deze wettelijke drempels te slechten?
Zo ja, wanneer kan de Kamer deze verwachten? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Hoe groot acht u de kans dat het geld dat door de overheid is uitbetaald via de «Regeling
bedrijvenschade coronarellen» nog via civiele procedures op daders kan worden verhaald?
Welke stappen onderneemt u hiertoe?
Vraag 6
Hoe beoordeelt u de uitspraken over het verhalen van schade op daders in Nederland
van onderzoeker Arlette Schijns aan de VU Amsterdam «Het is eigenlijk het vijfde wiel
aan de wagen bij strafzaken» en «Er wordt gewoon te weinig aandacht aan besteed»?
Waarom is dat zo?
Vraag 7
Is het ook uw beeld dat er grote regionale verschillen zijn in het verhalen van schade
op relschoppers, zoals in het onderzoek van RTL Nieuws?
Kunt u ons nader informeren over die regionale verschillen en eventuele onderliggende
oorzaken van die verschillen?
Vraag 8
Is er een mogelijkheid dat het CJIB alsnog de geldbedragen waartoe relschoppers zijn
of worden veroordeeld int en deze «parkeert» op een G-rekening om deze bedragen alsnog
later uit te kunnen keren waar ze voor bedoeld zijn?
Vraag 9
Welke motivering ligt eraan ten grondslag dat in veel gevallen door het Openbaar Ministerie
(OM) geen schadevergoeding geëist is van de relschoppers? Kan dit worden verholpen?
Vraag 10
Welke motivering heeft de rechter erbij om in veel gevallen het opleggen van schadevergoeding
af te wijzen?
Vraag 11
Ben u in gesprek of bent u bereid om in gesprek te gaan met OM en de rechterlijke
macht om te verkennen of er praktische knelpunten liggen in het verhalen van schade
op relschoppers en welke oplossingsmogelijkheden vanuit de praktijk van OM en rechterlijke
macht daarin worden gezien?
Vraag 12
Is het mogelijk en bent u voornemens om een «script» klaar te hebben liggen, zoals
de suggestie van deskundige Arlette Schijns, hoe om te gaan met verhaal van schade
na rellen op de relschoppers voor onverhoopte toekomstige situaties?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Nispen
(SP), ingezonden 26 januari 2022 (vraagnummer 2022Z01211).
Indieners
-
Gericht aan
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Indiener
H.M. Palland, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.