Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Paulusma en Kuiken over de laatste stand van zaken in de aanpak tegen zorgverleners die corona ontkennen, bagatelliseren, nepnieuws verspreiden of bewust medicatie/behandelingen voorschrijven die wetenschappelijk bewezen ineffectief zijn
Vragen van de leden Paulusma (D66) en Kuiken (PvdA) aan de Minister voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de laatste stand van zaken in de aanpak tegen zorgverleners die corona ontkennen, bagatelliseren, nepnieuws verspreiden of bewust medicatie/behandelingen voorschrijven die wetenschappelijk bewezen ineffectief zijn (ingezonden 13 december 2021).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 24 januari
2022).
Vraag 1
Hoe beoordeelt u het recente bericht van de Stichting Artsen Covid Collectief die
oproept om terughoudend te zijn met vaccineren van zwangere vrouwen?1
Antwoord 1
De mRNA-vaccins zijn inmiddels op grote groepen zwangere vrouwen getest en zijn door
het EMA veilig bevonden voor deze groep. Ook de Gezondheidsraad adviseert mRNA vaccins
aan te bieden aan zwangere vrouwen. Recent is aangetoond dat het coronavirus ook de
placenta kan binnendringen en kan leiden tot ernstige ontstekingen en verdikkingen.
Dit kan resulteren in een placenta die niet meer werkt. Dit kan levensbedreigend zijn
voor het ongeboren kind. Daarom is het van groot belang dat zwangere vrouwen zich
wél laten vaccineren. Vrouwen die zwanger zijn hebben een drie keer hogere kans om
door besmetting met het coronavirus op de intensive care te belanden en aan de beademing
te moeten dan vrouwen uit dezelfde leeftijdsgroep die niet zwanger zijn. Daarnaast
hebben ze een 1,7 keer hogere kans op overlijden vergeleken met niet-zwangere vrouwen
van dezelfde leeftijd. Door het ontraden van vaccinatie voor zwangere vrouwen brengt
Stichting Artsen Covid Collectief zowel aanstaande moeders als hun ongeboren kinderen
in gevaar.
Vraag 2
Hoe verhoudt dit bericht zich tot adviezen van Bijwerkingencentrum Lareb en het standpunt
van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie & Gynaecologie (NVOG), Koninklijke Nederlandse
Organisatie van Verloskundigen (KNOV), Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
(NVK), Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (NVMM), Rijksinstituut voor
Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en Vereniging voor Hygiëne & Infectiepreventie in
de Gezondheidszorg (VHIG) die met «nadruk adviseert om alle zwangere vrouwen, ongeacht
de termijn van de zwangerschap, en vrouwen in het kraambed zich te laten vaccineren
omdat zij per definitie tot een risicogroep behoren»?2,
3
Antwoord 2
Zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 3
Bent u, en is de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), van mening dat het advies
van de Stichting Artsen Covid Collectief, dat dus gegeven wordt door artsen, in strijd
is met het Standpunt van de NVOG en dat terughoudendheid in vaccineren bij zwangeren
juist tot ernstige en vermijdbare gezondheidsschade kan leiden? Zo ja, hoe strookt
dit met de artseneed waarin staat: «Ik zal aan de patiënt geen schade doen. Ik luister
en zal hem goed inlichten»?
Antwoord 3
Het «Standpunt Vaccinatie tegen COVID-19 rondom kinderwens, zwangerschap en kraambed»
van onder meer de NVOG, KNOV, NVK en het RIVM, is duidelijk en beschrijft het nut
en de noodzaak van het vaccineren van zwangeren, vrouwen met een kinderwens en vrouwen
die borstvoeding geven. Het advies van de Stichting Artsen Collectief is, zoals ik
in het antwoord op vraag 1 heb beschreven, met dit standpunt in strijd. Zorgverleners
zoals gynaecologen, (huis-)artsen en verloskundigen zijn belangrijk bij het juist
informeren en het adviseren van deze groep mensen. De IGJ gaat ervan uit dat zorgverleners
daarbij het genoemde Standpunt uitdragen.
Vraag 4
Wat is de juridische status van dit standpunt van de NVOG in het tuchtrecht voor artsen?
Antwoord 4
De algemene tuchtnormen uit de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
(Wet BIG), waaraan de tuchtrechter in een tuchtrechtelijke procedure het handelen
en/of nalaten van een BIG-geregistreerde beroepsbeoefenaar toetst, zijn in de wet
in globale termen geformuleerd. Deze tuchtnormen worden nader ingevuld aan de hand
van protocollen, richtlijnen en gedragsregels van de desbetreffende beroepsgroep.
De NVOG is de wetenschappelijke beroepsvereniging voor gynaecologen. Het standpunt
van de NVOG over vaccinatie tegen COVID-19 rondom kinderwens, zwangerschap en kraambed,
is daarnaast tot stand gekomen in samenwerking met diverse andere beroepsverenigingen
zoals genoemd in vraag 2. De tuchtrechter zal dan ook in een mogelijke tuchtrechtelijke
procedure over deze materie onder meer toetsen aan het standpunt van de NVOG.
Vraag 5
Welle andere stichtingen of organisaties, naast de Stichting Artsen Covid Collectief,
zijn nog actief die vertegenwoordigd worden door zorgverleners en in disproportionele
mate communiceren tegen de adviezen van wetenschappelijke verenigingen in? Zo ja,
welke?
Antwoord 5
Er zijn verschillende organisaties die in meer of mindere mate «anti-geluiden» laten
horen. Deze organisaties zijn bij mij bekend en de content die zij plaatsen wordt
in de gaten gehouden. Ik zie geen noodzaak deze organisaties expliciet bij naam te
benoemen.
Vraag 6 en 7
Wat is de laatste stand van zaken van de IGJ ten aanzien van het aantal aanwijzingen,
bevelen, boetes of voorlegde zaken bij de tuchtrechter sinds het laatste bericht op
31 augustus jl.? Kunt u per type maatregel aangeven hoeveel er zijn uitgedeeld?4
Waarom is er sinds 31 augustus jl. geen nieuw bericht van de Inspectie meer gekomen
over het aantal zaken richting zorgverleners die onjuiste informatie verspreiden?
Antwoord 6 en 7
Zoals ik heb geantwoord op eerdere vragen van uw Kamer5, heeft de IGJ individuele artsen waarover meldingen zijn ontvangen, aangesproken
op hun activiteiten. De IGJ heeft de indruk dat de betreffende artsen zich hierna
terughoudender hebben opgesteld en dat is ook wat de IGJ beoogt. Op het moment dat
er opnieuw meldingen of signalen komen dat deze artsen weer hebben gehandeld in strijd
met de richtlijnen van hun eigen beroepsgroep of desinformatie verspreiden, kan dat
voor de IGJ aanleiding zijn voor verdere actie.
Na het nieuwsbericht van 31 augustus 20216 heeft de IGJ nog enkele meldingen ontvangen, waarop zorgverleners zo nodig zijn aangesproken.
Naast de opgelegde boete heeft IGJ een tuchtzaak in voorbereiding. Verder zijn er
nog geen andere bestuursrechtelijke maatregelen aan BIG-geregistreerde zorgverleners
opgelegd. De IGJ heeft overigens wel boetes opgelegd voor het aanprijzen van behandelingen
voor het voorkomen en/of genezen van COVID-19, maar dat betrof in die gevallen geen
BIG-geregistreerde zorgverleners.
Vraag 8
Bent u het ermee eens dat Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG)-geregistreerde
zorgverleners die desinformatie willens en wetens blijven verstrekken als uiteindelijke
sanctie geschrapt moeten kunnen worden? Is dit als eens gebeurd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Dit is ter beoordeling van de tuchtrechter. De tuchtrechter heeft de mogelijkheid
om, als een tuchtklacht gegrond wordt bevonden, de maatregel van doorhaling van de
inschrijving in het BIG-register op te leggen. De tuchtrechter heeft echter ook de
mogelijkheid om andere, minder ingrijpende maatregelen op te leggen. Het is aan de
tuchtrechter om in individuele gevallen te bepalen welke maatregel passend is. De
maatregel van doorhaling van de BIG-registratie is in een dergelijke situatie nog
niet eerder opgelegd. Daar kunnen verschillende redenen voor zijn, zoals dat in een
dergelijke zaak (nog) geen tuchtklacht is ingediend of dat een dergelijke tuchtzaak
nog in behandeling is.
Vraag 9
In hoeverre is berisping mogelijk als zorgverleners mensen bewust van zorg afhouden?
Hoe verhoudt dit zich tot de eed: «Ik zal aan de patiënt geen schade doen. Ik luister
en zal hem goed inlichten»? Zijn daar eerder sancties voor opgelegd? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 9
Als de tuchtrechter een tuchtklacht gegrond verklaart, dan is het aan de tuchtrechter
om op grond van de feiten en omstandigheden te bepalen welke maatregel passend is.
Het tuchtrecht is van toepassing op alle BIG-geregistreerde beroepsbeoefenaren, ongeacht
of zij een medische eed hebben afgelegd. Voor het overtreden van normen waarbij de
beroepsbeoefenaar aan de patiënt schade heeft toegebracht en/of waarbij hij de patiënt
niet goed heeft voorgelicht zijn over de jaren in diverse tuchtzaken maatregelen opgelegd.
Vraag 10
Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk en ieder afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 10
Zie hierboven.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.