Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Piri over het bericht 'Gevluchte Afghanen moeten bij vertrek kleren achterlaten'
Vragen van het lid Piri (PvdA) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Gevluchte Afghanen moeten bij vertrek kleren achterlaten» (ingezonden 13 december 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 20 januari
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1232.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Gevluchte Afghanen moeten bij vertrek kleren achterlaten»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4, 5
Bent u het ermee eens dat het allesbehalve wenselijk is voor gezinnen om na hun vertrek
uit Afghanistan wederom spullen, waaronder warme kleren, te moeten achterlaten? Kunt
u uw antwoord toelichten?
Kunt u uitwijden waarom er maar ruimte zou zijn voor Afghaanse evacués om een tas
van 20 kilo mee te mogen nemen naar een andere opvanglocatie, waardoor zij onder andere
spullen moeten achterlaten die vaak door Nederlandse vrijwilligers zijn verzameld?
Bent u bereid om ervoor te zorgen dat Afghaanse evacués meer spullen mee mogen nemen
naar een volgende opvanglocatie? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Wat onderneemt u om te voorkomen dat Afghaanse evacués vaak moeten verkassen tussen
opvanglocaties?
Antwoord 2, 3, 4, 5
Op dit moment worden duizenden mensen op tijdelijke locaties opgevangen, meestal voor
een kortere periode, waardoor het kan voorkomen dat zij vaker moeten verhuizen. Ook
kan het voorkomen dat tijdens het vervoer of op de opvanglocatie in beperkte mate
opslagruimte beschikbaar is. Deze situatie is onwenselijk en het COA streeft naar
meer structurele opvang waar bewoners langer kunnen verblijven. In de tussentijd zet
COA alles in het werk om de bewoners zo goed mogelijk op te vangen en reisbewegingen
tussen verschillende opvanglocaties zo veel mogelijk te beperken. Waar mogelijk wordt
door COA geprobeerd maatwerk te leveren als het gaat om het meenemen van bagage, bijvoorbeeld
door het inhuren van aanvullend vervoer of door het opslaan van de spullen die niet
direct kunnen worden meeverhuisd. Dit laat onverlet dat er situaties kunnen voorkomen
waarbij dit niet mogelijk is en aan bewoners wordt gevraagd om spullen achter te laten
dan wel door te geven aan andere bewoners van noodopvanglocaties.
Vraag 6
Op welke andere manier voert u de motie van het lid Piri omtrent een warm-welkom beleid
voor Afghanen die voor de Nederlandse missie in Afghanistan hebben gewerkt?2
Antwoord 6
Het COA stelt alles in het werk om ook op tijdelijke locaties zo veel mogelijk de
mate van opvang en begeleiding te bieden zoals die ook op reguliere locaties wordt
geboden. De IND beslist daarnaast voortvarend in de procedures van de evacuees. De
evacuees krijgen daarmee snel duidelijkheid over hun verblijfstatus en daarmee hun
toekomst. Wanneer zij een asielvergunning hebben gekregen, voert het COA een huisvestingsgesprek,
ook op de noodopvanglocaties. Dit maakt dat alles in het werk wordt gesteld om deze
personen zo snel als mogelijk te laten doorstromen naar gemeenten. Daarenboven wordt
bij de Afghaanse evacuees ingezet op contacten met de opleidings- en universitaire
wereld, zoals stichting UAF; en op andere initiatieven zoals oriëntatie op de arbeidsmarkt.
Het kabinet zal via een separate brief de Kamer zo snel mogelijk informeren over de
uitwerking van de motie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.