Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Koerhuis over het bericht dat meer tribunes in het Goffertstadion onveilig zijn en herstelmaatregelen nodig zijn voor heropening
Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat meer tribunes in het Goffertstadion onveilig zijn en herstelmaatregelen nodig voor heropening (ingezonden 22 december 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
19 januari 2022).
Vraag 1
Kent het bericht «Meer tribunes Goffertstadion onveilig, herstelmaatregelen nodig
voor heropening»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie inzake de constatering dat meer tribunes in het NEC stadion onveilig
blijken te zijn en scheuren blijken te hebben?
Antwoord 2
Ik heb hierover contact opgenomen met de gemeente Nijmegen. De gemeente Nijmegen en
NEC hebben vervolgonderzoek laten uitvoeren door Royal Haskoning DHV. Eerder was door
Royal Haskoning DHV geconstateerd dat bij het op 17 oktober 2021 bezweken tribune-element
sprake was van een ontwerpfout. Uit het vervolgonderzoek is nu gebleken dat ook de
overige tribunedelen, met uitzondering van acht kortere delen, dezelfde fout in de
berekende wapening hebben. Er zullen herstelmaatregelen worden uitgevoerd aan de tribunes.
Hiervoor is op 27 december 2021 een omgevingsvergunning afgegeven. De Omgevingsdienst
Regio Nijmegen (ODRN) ziet namens het College van burgemeester en Wethouders van de
gemeente Nijmegen toe op goede uitvoering hiervan. Na uitvoering van de herstelwerkzaamheden
wordt door de gemeente besloten over de heropening van het stadion.
Vraag 3
Wat heeft u gedaan naar aanleiding van de scheuren van het NAC stadion die in 2016
zijn geconstateerd?
Antwoord 3
De gemeente is bevoegd gezag als het gaat om constructieve veiligheid van gebouwen.
Ik heb daarom navraag gedaan bij de gemeente Breda. Deze heeft mij laten weten dat
naar aanleiding van de scheuren in het NAC stadion in 2016 herstelmaatregelen zijn
uitgevoerd. Mijn ambtsvoorgangers hebben hierbij geen betrokkenheid gehad.
Vraag 4
Wat is de relatie tussen de scheuren in het NEC stadion die nu zijn geconstateerd
en de scheuren in het NAC stadion die in 2016 zijn geconstateerd?
Antwoord 4
De constructie van de tribunes van het NAC-stadion is anders dan die van het NEC-stadion.
Wel was ook bij het NAC-stadion sprake van een ontwerpfout waardoor de scheurvorming
is ontstaan.
Vraag 5
Deelt u de opvatting dat er de afgelopen jaren te veel incidenten zijn geweest met
betrekking tot de bouwveiligheid van stadions?
Antwoord 5
Ja. Mijn ambtsvoorganger heeft eerder ook acties genomen ter verbetering. Na het gedeeltelijk
instorten van het dak van het AZ-stadion (augustus 2019) is in juni 2020 een protocol2 gepubliceerd dat door stadioneigenaren kan worden gebruikt bij het periodiek beoordelen
van de constructieve veiligheid van de stadions. November 2020 heeft de Onderzoeksraad
voor Veiligheid vervolgens zijn rapport over deze instorting gepubliceerd en daarin
de aanbeveling gedaan aan de Minister van BZK om voor grote publieksgebouwen (waaronder
stadions) een wettelijke periodieke beoordeling in te voeren. Deze aanbeveling is
overgenomen en over de aanpak is uw Kamer op 29 januari 2021 (Kamerstuk 28 325, nr. 216) en 24 september 2021 (Kamerstuk 28 325, nr. 222) geïnformeerd. Beide brieven waren geagendeerd voor het recente commissiedebat Bouwregelgeving
van 11 november 2021. Bij dit debat heeft mijn ambtsvoorganger de aanpak om te komen
tot een wettelijke periodieke beoordeling verder toegelicht en is daarbij ook ingegaan
op de instorting van de tribune van NEC-stadion.
Ik werk thans aan de benodigde wijziging van het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (Bbl)
die ik naar verwachting in dit voorjaar aan uw Kamer zal voorleggen in het kader van
de voorhangprocedure. In de bijbehorende regelgeving zal gebruik worden gemaakt van
een NTA3 voor de periodieke beoordeling van de constructieve veiligheid van grote publieksgebouwen.
Deze NTA wordt thans in opdracht van het Ministerie van BZK opgesteld door NEN in
samenspraak met relevante partijen zoals het gemeentelijk bouw- en woningtoezicht,
eigenaren van grote publieksgebouwen en deskundigen op het gebied van constructieve
veiligheid.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de problemen met betrekking tot de bouwveiligheid van stadions
structureel zijn?
Antwoord 6
Ja en daarom wordt door mij ook gewerkt aan een structurele verbetering in de vorm
van een wettelijke periodieke beoordeling zoals toegelicht in mijn antwoord op vraag
5.
Vraag 7
In hoeverre bent u van mening dat alle gemeenten in Nederland de expertise in huis
hebben om de bouwveiligheid van stadions te borgen?
Antwoord 7
Gemeenten zijn bevoegd gezag met betrekking tot de constructieve veiligheid van gebouwen
waaronder stadions. Het is aan gemeenten om te zorgen dat zij beschikken over voldoende
expertise. Gemeenten hoeven echter niet alle expertise in huis te hebben, maar kunnen
ook gebruik maken van een deskundige regionale omgevingsdienst of in voorkomende gevallen
externe deskundigen inhuren. Ik ben van mening dat gemeenten dit op een goede wijze
kunnen invullen. De gemeenteraad kan het College van burgemeester en Wethouders hierop
aanspreken.
De wettelijke periodieke beoordeling voor de constructieve veiligheid, waaraan ik
thans werk, zal overigens het toezicht door gemeenten vereenvoudigen. Eigenaren van
grote publiek gebouwen (waaronder stadions) moeten in de toekomst verplicht een periodieke
beoordeling laten uitvoeren door een onafhankelijke deskundige. De gemeente kan vervolgens
eenvoudig nagaan of deze beoordeling is uitgevoerd en kan waar nodig direct handhaven
als de beoordeling niet is uitgevoerd of als daarbij bepaalde tekortkomingen zijn
geconstateerd.
Vraag 8
Kunt u uiteenzetten hoe België omgaat met de bouwveiligheid van stadions? Wat zijn
de voor- en nadelen van hoe België dat doet?
Antwoord 8
In België zijn de veiligheidseisen voor voetbalstadions vastgelegd in specifieke regelgeving
voor voetbalstadions4. In het kader hiervan is er in België ook een afzonderlijke overheidsdienst, de zogenaamde
Voetbalcel, en geldt er een verplichte periodieke beoordeling van de constructieve
veiligheid van voetbalstadions door een onafhankelijke deskundige. Ik heb geen zicht
op de voor- en nadelen van de wijze waarop dit in België wordt gedaan.
Vraag 9
Bent u bereid om in gesprek te gaan met de expert-groep in België zodat de bouwveiligheid
van stadions in Nederland wordt verbeterd?
Antwoord 9
Zoals genoemd in mijn antwoord op vraag 5 werk ik thans aan de benodigde wijziging
van het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (Bbl) die ik naar verwachting in dit voorjaar
aan uw Kamer zal voorleggen in het kader van de voorhangprocedure. In de bijbehorende
regelgeving zal gebruik worden gemaakt van een NTA voor de periodieke beoordeling
van de constructieve veiligheid van grote publieksgebouwen. Deze NTA wordt thans in
opdracht van het Ministerie van BZK opgesteld door NEN in samenspraak met relevante
partijen zoals het gemeentelijk bouw- en woningtoezicht, eigenaren van grote publieksgebouwen
en deskundigen op het gebied van constructieve veiligheid. Ik heb in dit kader aan
NEN gevraagd om ook buitenlandse praktijkvoorbeelden van periodieke beoordelingen
te bezien op bruikbare elementen voor de op te stellen NTA. NEN heeft al een groot
aantal voorbeelden beschouwd. Ik zal NEN specifiek vragen om ook de Belgische periodieke
beoordelingen hierbij mee te nemen.
Vraag 10
Bent u bereid om een pilot te starten met de expert-groep in België zodat de bouwveiligheid
van stadions in Nederland wordt verbeterd?
Antwoord 10
In mijn antwoord op vraag 9 heb ik aangegeven dat ik NEN zal vragen de Belgische informatie
mee te nemen in de op te stellen NTA. Het starten van een pilot met de expert groep
in België vind ik daarom niet nodig.
Vraag 11
Kunt u uiteenzetten hoe het Verenigd Koninkrijk omgaat met de bouwveiligheid van stadions?
Wat zijn de voor- en nadelen hoe het Verenigd Koninkrijk dat doet?
Antwoord 11
In het Verenigd Koninkrijk wordt gewerkt met de zogenaamde Green Guide5 die is opgesteld door de Sports Grounds Safety Authority (SGSA). Bij grote stadions
worden periodieke beoordelingen van de constructieve veiligheid uitgevoerd. De Onderzoeksraad
geeft een korte beschrijving van deze werkwijze in haar rapport over het AZ-stadion6. Ik heb geen zicht op de voor- en nadelen van de werkwijze in het Verenigd Koninkrijk.
Vraag 12
Bent u bereid om in gesprek te gaan met de stadion-autoriteit in het Verenigd Koninkrijk
zodat de bouwveiligheid van stadions in Nederland kan worden verbeterd?
Antwoord 12
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 9 heb aangegeven, heb ik aan NEN gevraagd om ook
buitenlandse praktijkvoorbeelden van periodieke beoordelingen te bezien op bruikbare
elementen voor de op te stellen NTA. NEN heeft een groot aantal voorbeelden beschouwd
waaronder ook de Green Guide. Dit betekent dat de informatie uit het Verenigd Koninkrijk
inmiddels wordt betrokken bij de vormgeving van de wettelijke periodiek beoordeling
van de constructieve veiligheid van grote publieksgebouwen, waaronder stadions.
Vraag 13
Bent u bereid om in kaart te brengen hoe een stadion-autoriteit, zoals in het Verenigd
Koninkrijk, kan worden ingevoerd in Nederland?
Antwoord 13
Overeenkomstig de aanbeveling van de Onderzoeksraad is de wettelijke periodieke beoordeling
waaraan ik werk bedoeld voor alle grote publieksgebouwen en niet alleen voor stadions.
Verder is het uitgangspunt dat de periodieke beoordeling aansluit bij de huidige systematiek
van de Nederlandse bouwregelgeving en de bestaande toezichts- en handhavingstaken
van gemeenten. De wettelijke periodieke beoordeling zal het toezicht door gemeenten
vereenvoudigen. Eigenaren van grote publiek gebouwen (waaronder stadions) moeten in
de toekomst verplicht een periodieke beoordeling laten uitvoeren door een onafhankelijke
deskundige. De gemeente kan vervolgens eenvoudig nagaan of deze beoordeling is uitgevoerd
en kan waar nodig direct handhaven als de beoordeling niet is uitgevoerd of als daarbij
bepaalde tekortkomingen zijn geconstateerd. Een landelijke stadion-autoriteit, zoals
in het Verenigd Koninkrijk, is hierbij niet nodig en is ook niet door de Onderzoeksraad
aanbevolen. De invoering van een stadion-autoriteit vind ik daarom niet nodig.
Vraag 14
Wilt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Antwoord 14
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.