Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Lee, Nijboer, Azarkan, Van der Plas, Van Raan, Omtzigt, Stoffer, Van Haga, Tony van Dijck, Den Haan en Dassen over het coalitieakkoord
Vragen van de leden Van der Lee (GroenLinks), Nijboer (PvdA), Azarkan (DENK), Van der Plas (BBB), Van Raan (PvdD), Omtzigt (Omtzigt), Stoffer (SGP), Van Haga (Groep Van Haga), Tony van Dijck (PVV), Den Haan (Fractie Den Haan) en Dassen (Volt) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het coalitieakkoord (ingezonden 23 december 2021).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie), mede namens de Minister van Economische
Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen
14 januari 2022).
Vraag 1
Kunt u onderstaande vragen behandelen als feitelijke vragen, waarbij de gestelde vragen
doorgaans niet van alle bovengenoemde fracties het standpunt vertegenwoordigen?
Antwoord 1
Ja, voor zover het feitelijke vragen betreft.
Vraag 2
Kunt u onderstaande (feitelijke) vragen, voorafgaand aan het debat over de regeringsverklaring,
een voor een beantwoorden of, indien een antwoord op een bepaalde vraag nog niet beschikbaar
is, aangeven op welke datum het antwoord op deze vraag wel beschikbaar is?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Wat betekent een klimaatdoelstelling van maximaal 1,5 graad? Hoeveel CO2-reductie hoort bij die doelstelling?
Antwoord 3
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gaat op deze vraag in bij hun reflectie
op de leefomgevingsthema’s in het coalitieakkoord 2021–2025. De conclusie is dat de
55-procentdoelstelling voor broeikasgasemissies van Europa ruwweg in overeenstemming
is met 1,5°C als dit zonder sinks (opslag van CO2 in bossen of onder de grond) wordt gedaan, tijdelijke overshoot en negatieve emissies worden geaccepteerd en Europa geen extra verantwoordelijkheid
neemt uit rechtvaardigheidsprincipes. Als eerlijkheidsprincipes zouden meewegen, komt
de passende reductie in Europa groter uit dan in een kostenoptimaal pad. Voor eerlijkheidsprincipes
bestaan ook andere mechanismen dan aangescherpte binnenlandse emissiereductiedoelen.
Zo is in de klimaatconferentie in Glasgow ook opgeroepen ontwikkelingslanden ruimhartiger
bij te staan in de te maken kosten voor klimaatmitigatie en -adaptatie, en de Europese
Unie zou daar gehoor aan kunnen geven.
Vraag 4
Welke fossiele subsidies/vrijstellingen/belastingenkortingen blijven de komende jaren
bestaan? Kunt u aangeven om welke bedragen het gaat?
Antwoord 4
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 5
Wat betekent «we ronden de procedure rond Ternaard af»? Wat zijn de gevolgen hiervan
voor de plannen van Shell en andere bedrijven om gas te winnen onder de Waddenzee?
Antwoord 5
In het coalitieakkoord is aangegeven dat de lopende vergunningsprocedure voor de gaswinning
Ternaard zal worden afgerond, maar dat daarna geen nieuwe vergunningen voor gaswinning
onder de Waddenzee meer zullen worden afgegeven. Dit betekent dat de vergunningsaanvraag
van de NAM voor de gaswinning Ternaard zal worden getoetst aan het huidige beleid
en de van toepassing zijnde wet- en regelgeving.
Vraag 6
Welk CO2-reductie percentage hoort bij de onderkant van de bandbreedte van dit regeerakkoord
(25,4 Mton reductie in 2030)?
Antwoord 6
25,4 Mton komt overeen met een extra reductie van ongeveer 11% in 2030 ten opzichte
van 1990. Dit is een extra reductie ten opzichte van de 38–48% reductie in het basispad
uit de Klimaat- en Energieverkenning 2021 (KEV 2021) van PBL. In de reflectie op het
coalitieakkoord geeft PBL aan dat wanneer de 25,4 – 31,0 Mton reductie uit het coalitiepad
gerealiseerd wordt, de totale reductie in 2030 uitkomt op 49% – 62%.
Vraag 7
Wat houdt de subsidieregeling CO2-vrije gascentrales in? Wat zijn CO2-vrije gascentrales precies?
Antwoord 7
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 8
Klopt het dat hyperscale datacenters niet actief geweerd gaan worden?
Antwoord 8
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 9
Kan de 35 miljard euro uit het klimaat- en transitiefonds ook aan houtige biomassa
en carbon capture and storage (CCS) worden uitgegeven?
Antwoord 9
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 10
Kan het zijn dat de ETS-bodemprijs onder de verwachte ETS-prijs komt te liggen, net
zoals de nationale CO2-minimumprijs elektriciteitsopwekking?
Antwoord 10
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 11
Gaat de indirecte kostencompensatie ETS van ruim 80 miljoen euro door, nu in het coalitie-akkoord
het plan staat om de marginale heffing bovenop de prijs in het Europese emissiehandelssysteem
(ETS) te verhogen? Hoe verhoudt het compenseren van kosten die worden gemaakt door
het ETS zich tot plannen om de kosten juist te verhogen? Is dat niet juist in strijd
met elkaar?
Antwoord 11
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 12
Wat betekent het afbouwen van het gebruik van houtige biomassa voor energie «waarbij
we rekening houden met de kosteneffectiviteit»? Kan dit betekenen dat er toch wordt
afgezien van het afbouwen van het gebruik van houtige biomassa voor energie?
Antwoord 12
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 13
Wat wordt bedoeld met houtige biomassa «voor energiedoeleinden»?
Antwoord 13
Het betreft toepassingen van houtige biomassa voor energieproductie in energiecentrales,
bij bedrijven en bij huishoudens.
Vraag 14
Wat betekent «Biomassa wordt zo hoogwaardig mogelijk ingezet aan de hand van de cascaderingsladder»
precies? Hoe ziet de cascaderingsladder eruit? Geldt dit voor alle biomassa of alleen
houtige biomassa?
Antwoord 14
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 15
Waarom moet houtige biomassa voor iets ingezet worden? Is het een optie dat houtige
biomassa blijft bestaan zoals het is, nl. in de vorm van bos?
Antwoord 15
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 16
Klopt het dat het de afgelopen kabinetsperiode niet mogelijk was om alle herkomst
van alle houtige biomassa te traceren? Hoe komt dat en waarom zou dat aankomende kabinetsperiode
anders zijn? Is het uitgesloten dat er straks weer een rapport verschijnt zoals «Wood
pellet damage: How Dutch government subsidies for Estonian biomass aggravate the biodversity
and climate crisis»?
Antwoord 16
In het Nederlandse systeem is in het geval van bosbiomassa de bron tot het niveau
van het land van herkomst bekend evenals het gebruikte duurzaamheidscertificaat van
het bos. Door de publieke toezichthouder is informatie tot op bosniveau te achterhalen,
mocht daartoe aanleiding zijn.
Vraag 17
Hoe verhouden de plannen voor houtige biomassa zich tot de in de Eerste Kamer aangenomen
motie Koffeman c.s. waar de regering wordt verzocht definitief geen nieuwe of verlengde
subsidies te geven op het stoken van houtige biomassa (Kamerstuk 35 668, nr. F)?
Antwoord 17
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 18
Klopt het dat er geen subsidie meer naar mestvergisting gaat en kan er de komende
jaren nog op andere manieren dan via de SDE++ subsidie naar mestvergisters gaan?
Antwoord 18
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 19
Waarom wil de coalitie nog meer onderzoek doen naar «de mogelijkheden om financiële
prikkels voor fossiele brandstoffen af te bouwen om vervolgens de financiële stimulering
voor deze brandstoffen waar mogelijk te beëindigen», terwijl er al zo veel onderzoeken
zijn gedaan waaruit concrete beleidsopties zijn voortgekomen, waaronder ambtelijke
onderzoeken?
Antwoord 19
Dit is een vraag gericht aan de coalitiefracties en niet aan het kabinet.
Vraag 20
Klopt het dat de duurzaamheidswinst van CCS in twijfel wordt getrokken en dat het
een techniek is die niet bewezen effectief is (waar dan ook ter wereld) in de aanpak
van klimaatverandering?
Antwoord 20
Nee, De techniek kan wel degelijk een effectieve bijdrage leveren, zoals blijkt uit
diverse IPCC-rapporten, en wordt mondiaal al succesvol toegepast in 27 projecten met
een jaarlijkse capaciteit van 37 Mton.
Vraag 21
Op welke manier voorkomt CCS dat er meer olie en gas worden gewonnen?
Antwoord 21
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 22
Via welke instrumenten kan er de komende kabinetsperiode subsidie worden verstrekt
ten behoeve van houtige biomassa en CCS?
Antwoord 22
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 23
Via welke instrumenten worden er uitgaven gedaan ten behoeve van kernenergie?
Antwoord 23
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 24
Wat zal het aandeel grijze, blauwe, groene en paarse waterstof en eventueel andere
soorten waterstof zijn waar het kabinet op inzet (in percentages van het totaal)?
Valt er onder groene waterstof ook waterstof die is geproduceerd met behulp van houtige
biomassa?
Antwoord 24
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 25
Hoe kan het dat het coalitie-akkord volledig duurzame energievoorziening voor Caribisch
Nederland beoogt, terwijl Bonaire Brandstof Terminals B.V. nieuwe olie-infrastructuur
gaat verzorgen op Bonaire, waardoor dit eiland voor de komende 30 à 40 jaar vastzit
aan fossiele brandstoffen?
Antwoord 25
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 26
Op welke termijn wordt het bouwen van de kerncentrales verwezenlijkt? Welk type centrale
zal worden gebouwd? Waar zullen deze komen te staan? Wanneer zullen deze actief worden?
Welk aandeel van CO2-reductie van de gehele benodigde CO2-reductie voor 2030 moet hiermee verwezenlijkt worden?
Antwoord 26
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 27
Hoeveel CO2-vrije gascentrales verwacht u te kunnen (om)bouwen met de subsidie in het coalitieakkoord.
En welk aandeel in de energiemix moeten deze gascentrales gaan spelen tegenover nucleair
en hernieuwbaar?
Antwoord 27
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 28
Welke verhoging van de marginale heffing bovenop de prijs van het ETS acht u nodig
om de klimaatambitie van ten minste 55% te verwezenlijken?
Antwoord 28
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 29
Welk bedrag is er via welke subsidiestroom gereserveerd om CO2-neutrale technologieën te ontwikkelen?
Antwoord 29
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 30
U heeft een tussendoel voor 2030 om het gebruik van primaire abiotische grondstoffen
te halveren. Hoe wilt u in het uitvoeringsprogramma circulaire economie deze halvering
meetbaar maken en monitoren?
Antwoord 30
Deze vraag wordt mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
(IenW) beantwoord, die coördinerend bewindspersoon is ten aanzien van de circulaire
economie. In januari 2021 is de eerste Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER)
verschenen (Kamerstuk 32 852, nr. 138). PBL geeft hiermee inzicht in de voortgang van de transitie naar een circulaire
economie en de resultaten die worden bereikt met de ingezette maatregelen ten behoeve
van de circulaire economie. Begin 2022 verschijnt een beknopte voortgangsrapportage,
gevolgd door de tweede ICER in het eerste kwartaal van 2023.
Ten aanzien van de 2030-doelstelling wordt, zoals gemeld aan de Kamer (Kamerstuk 32 852, nr. 170), vanuit het Ministerie van IenW, samen met de andere betrokken ministeries en de
maatschappelijke partners van het Grondstoffenakkoord, gewerkt aan het nader concretiseren
van deze doelstelling om te komen tot specifieke doelen op het niveau van (clusters
van) prioritaire productgroepen. Hierover zal de Staatssecretaris van IenW voor de
zomer 2022 een bericht aan de Kamer sturen.
Vraag 31
Welke bedrijven vallen er onder de tien tot twintig grootste uitstoters? Welk percentage
van de Nederlandse emissies valt er onder de ketens achter deze bedrijven? Worden
deze ketens meegenomen in de maatwerkafspraken?
Antwoord 31
Voor het eerste deel van de vraag verwijs ik naar de website van de Nea voor de emissiecijfers
(https://www.emissieautoriteit.nl/), waaruit blijkt welke bedrijven in de top 10 – 20 staan. Het antwoord op het laatste
deel van de vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet. U wordt
hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 32
Hoeveel geld van het klimaatfonds wordt er specifiek beschikbaar gesteld voor de subsidiëring
van hernieuwbare energie en welk aandeel van de energiemix gaat hernieuwbaar via het
klimaatfonds hierdoor spelen in 2030 en 2040?
Antwoord 32
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 33
Hoeveel CCS wordt er verwacht nodig te zijn, lees hoever zal het plafond mogelijk
verhoogd worden, om de klimaatdoelen uit het coalitieakkoord te halen?
Antwoord 33
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 34
Hoeveel subsidie krijgt een gemiddelde woningeigenaar bij aanvraag onder het Nationaal
isolatie programma? Hoeveel woningen verwacht u te isoleren met de totale hoeveelheid
beschikbare subsidie onder alle subsidieprogramma’s en de uitbreiding in het regeerakkoord?
Hoe verhoudt deze hoeveelheid zich tot de Europese (voorgestelde)plannen voor de gebouwde
omgeving?
Antwoord 34
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 35
Hoeveel hybride warmtepompen verwacht u met de regeling in het coalitieakkoord in
Nederland aan te brengen tot 2030, en hoe verhoudt deze hoeveelheid zich tot de Europese
(voorgestelde)plannen voor de gebouwde omgeving?
Antwoord 35
Het gaat volgens het Coalitieakkoord om 150.000 warmtepompen per jaar vanaf 2025.
Het antwoord op het laatste deel van de vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming
van het kabinet. U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 36
Welk percentage voor belasting op kerosine acht u nodig om het vliegen dusdanig te
ontmoedigen om de klimaatdoelen te halen? Hoe verhoudt deze belasting zich tot de
voorgestelde EU verordening op dit thema?
Antwoord 36
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 37
Blijft het doel van 55% CO2-reductie in 2030, zoals de coalitie op wil nemen in de Klimaatwet, een streefdoel,
net zoals de huidige doelstelling van 49% CO2-reductie (artikel 2, tweede lid van de Klimaatwet)?
Antwoord 37
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 38
Wordt voor het opstellen van het voorstel tot wijziging van de Klimaatwet eerst een
analyse gemaakt van de haalbaarheid van de voorgestelde doelstelling van 55% CO2-reductie in 2030, met in achtneming van onder meer de knelpunten in het energienet
en het tekort aan technisch personeel?
Antwoord 38
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 39
Is het de bedoeling om de maatregelen met het oog op extra CO2-reductie in ETS-sectoren bovenop wat Europa vraagt te koppelen aan het uit de markt
nemen van emissierechten voor serieuze emissiereductie op Europees niveau, rekening
houdend met het waterbedeffect?
Antwoord 39
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 40
Welk tijdpad voor de bouw van twee nieuwe kerncentrales heeft u voor ogen?
Antwoord 40
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 41
Betekent de genoemde normering voor hybride warmtepompen de facto dat de normale CV-ketel
verboden gaat worden?
Antwoord 41
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 42
Waarom is, ondanks de aangenomen motie voor het zo snel mogelijk tolvrij maken van
de Westerscheldetunnel (Kamerstuk 35 570-A nr. 67) en de unanieme steun van de Kamer voor het opstellen van het draaiboek voor het
tolvrij maken van de Westerscheldetunnel (Kamerstuk 35 570-A nr. 64), gekozen voor het parkeren van het tolvrij maken van de Westerscheldetunnel tot
2030 of mogelijk zelfs later, in de wetenschap dat de tolheffing al in 2033 zou vervallen?
Antwoord 42
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 43
Komt er een kwantitatieve doelstelling voor verlaging van de regeldruk voor ondernemers
en professionals?
Antwoord 43
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 44
Wanneer worden de heldere afstandsnormen voor de bouw van windmolen op land ingevoerd?
Op basis waarvan zullen die afstandsnormen gelden en wat gebeurt er met windmolens
die al gebouwd zijn en niet voldoen aan die afstandsnormen?
Antwoord 44
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 45
Wat is de definitie van een hyperscale datacentrum? Wat gebeurt er met de regie rond
datacentra die kleiner zijn dan hyperscale?
Antwoord 45
Dit zijn zeer grootschalige datacenters (vaak meer dan 10 hectare en een vermogen
van meer dan 70 megawatt) van meestal grote techbedrijven zoals Microsoft en Google.
Het antwoord op het tweede deel van deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming
van het kabinet. U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 46
Kunt u aangeven hoe u precies de realisatie van nieuwe grootschalige energie-infrastructurele
projecten gaat versnellen? Welke obstakels gaat u wegenemen?
Antwoord 46
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 47
Kunt u aangeven welke specifieke maatregelen u kunt en gaat nemen om te zorgen voor
voldoende vakmensen bij de voorgenomen energietransitie van dit kabinet?
Antwoord 47
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 48
Kunt u aangeven welke regelingen u gaat versimpelen voor het midden- en kleinbedrijf
(mkb) met betrekking tot verduurzaming?
Antwoord 48
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 49
Wanneer kan er een knoop worden doorgehakt over de bouw van twee nieuwe kerncentrales?
Kunt u een tijdlijn geven?
Antwoord 49
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 50
Kunt u aangeven met welke hoeveelheid u het CCS plafond wilt gaan verhogen? Wat is
hier het netto-effect van op de CO2-uitstoot?
Antwoord 50
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 51
Hoe gaat u de precies de regeldruk aanpakken voor mkb?
Antwoord 51
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 52
Wat bedoelt u precies met «(reële) bedrijfsopvolging eenvoudiger en eerlijker te maken»?
Antwoord 52
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 53
Kunt u nader toelichten waarom de klimaat gerelateerde fondsen met een looptijd van
10–15 jaar kwalificeren als een incidentele ruimte?
Antwoord 53
Het betreft een incidentele ruimte aangezien het een eindige reeks extra middelen
voor de betreffende periode betreft en geen structurele verhoging van de begroting.
Vraag 54
Komt de 25 miljard euro die nu gereserveerd is voor het Stikstoffonds bovenop de miljarden
die al gereserveerd waren in het basispad? Wat zijn de totale uitgaven aan stikstof
aan het einde van 2035?
Antwoord 54
Het antwoord op deze vraag vergt nadere uitwerking en besluitvorming van het kabinet.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Vraag 55
Komt de 35 miljard euro die nu gereserveerd is voor het Klimaatfonds bovenop de miljarden
die al gereserveerd waren in het basispad? Wat zijn de totale uitgaven aan klimaat
aan het einde van 2030?
Antwoord 55
Ja, de middelen zijn additioneel ten opzichte van de middelen in het basispad. De
totale uitgaven aan klimaat aan het einde van 2030 vergt nog een nadere uitwerking.
U wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie -
Mede namens
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.