Brief formateur : Verslag van de formateur, dhr. M. Rutte over zijn formatiewerkzaamheden
35 788 Kabinetsformatie 2021
Nr. 102
BRIEF VAN DE FORMATEUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 januari 2022
Hierbij bied ik u, na afloop van de constituerende vergadering van heden, het verslag
aan van mijn werkzaamheden als formateur.
Aan uw opdracht zal ik verder, met inachtneming van de relevante bepalingen van de
Grondwet, uitvoering geven door Z.M. de Koning verslag te doen en hem in overweging
geven overeenkomstig de inhoud van dit verslag te besluiten.
De formateur, M. Rutte
Verslag
Op 16 december 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 36, Debat over het eindverslag van
de informateurs) nam de Tweede Kamer met het aannemen van de motie-Rutte c.s. (Kamerstuk
35 788, nr. 78) het advies van de informateurs J.W. Remkes en W. Koolmees over om mij, op basis
van hun verslag, aan te wijzen als formateur met de opdracht tot «vorming van een
kabinet bestaande uit VVD, D66, CDA en ChristenUnie» (Kamerstuk 35 788, nr. 77).
Op 17 december ving ik mijn werkzaamheden als formateur aan met een bijeenkomst met
de (wnd.) voorzitters van de fracties van VVD, D66, CDA en ChristenUnie. In hun eindverslag
hebben de informateurs J.W. Remkes en W. Koolmees vastgesteld dat de voorzitters van
de fracties van VVD, D66, CDA en ChristenUnie overeenstemming hebben bereikt over
«een kabinet van twintig Ministers en negen Staatssecretarissen. Van de Ministers
zullen er acht worden voorgedragen door de VVD, zes door D66, vier door het CDA en
twee door de ChristenUnie. Voor de Staatssecretarissen zijn de respectievelijke aantallen
drie, drie, twee en een « (Kamerstuk 35 788, nr. 77).
Op basis van de gevoerde besprekingen is in de formatie definitief overeenstemming
bereikt over de verdere uitwerking hiervan. Deze omvat de aanduiding van de acht Ministers
zonder portefeuille, enkele departementale herindelingen, de verdeling van posten
en taken tussen bewindspersonen en de samenstelling van het beoogde kabinet.
De acht Ministers zonder portefeuille zijn achtereenvolgens:
– de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (bij het Ministerie
van Buitenlandse Zaken),
– de Minister voor Rechtsbescherming (bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid),
– de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (bij het Ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties),
– de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs (bij het Ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap),
– de Minister voor Klimaat en Energie (bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat),
– de Minister voor Natuur en Stikstof (bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit),
– de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen (bij het Ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en
– de Minister voor Langdurige Zorg en Sport (bij het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport).
De departementale herindelingen hebben betrekking op het beleidsterrein versterking
en perspectief Groningen dat overgaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties naar het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en op het
beleidsterrein maatschappelijke diensttijd dat overgaat van het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport naar het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
De Minister voor Klimaat en Energie coördineert het beleid met betrekking tot het
klimaat en de Minister voor Natuur en Stikstof coördineert het beleid met betrekking
tot stikstof.
De wnd. voorzitter van de VVD-fractie S. Hermans, de voorzitter van de D66-fractie
S.A.M. Kaag, de voorzitter van de CDA-fractie W.B. Hoekstra en de voorzitter van de
ChristenUnie-fractie G.J. Segers, hebben de inhoud van dit verslag op 7 januari 2022
ontvangen. Zij onderschreven dit en deelden voorts de conclusie dat in het buitenland
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de titel van Minister voor Migratie
voert, de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties daar de titel
van Minister voor Digitalisering voert en de Staatssecretaris van Infrastructuur en
Waterstaat daar de titel van Minister voor Milieu voert.
Op 30 december 2021 heb ik u schriftelijk geïnformeerd over twee aangenomen moties
(Kamerstuk 35 788, nr. 101).
Op 3, 4, 5 en 6 januari 2022 heb ik de kandidaat-Ministers en kandidaat-Staatssecretarissen
ontvangen. In deze gesprekken heb ik bij elk van hen de bereidheid vastgesteld om
zonder voorbehoud tot het beoogde kabinet toe te treden op basis van het coalitieakkoord
van de fracties van VVD, D66, CDA en ChristenUnie (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77).
Met hen besprak ik voorts de formele vereisten, zoals onder meer neergelegd in de
brief aan de Tweede Kamer van mijn voorganger van 20 december 2002 (Kamerstuk 28 754, nr. 1) en mijn brief aan de Tweede Kamer van 15 december 2021 (Kamerstuk 35 925 III, nr. 12), de gedragsregels en, voor zover aan de orde, de taakomschrijving van de Staatssecretaris.
Op 8 januari 2022 heeft de constituerende vergadering plaatsgevonden. Op basis hiervan
kan ik u meedelen dat de volgende personen bereid zijn als Minister tot het kabinet
toe te treden:
drs. M. Rutte
Minister-President, Minister van Algemene Zaken
mr. W.B. Hoekstra,
Minister van Buitenlandse Zaken, tevens Vice-Minister-President
D. Yeşilgöz-Zegerius,
Minister van Justitie en Veiligheid
mr. drs. H.G.J Bruins Slot,
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
dr. R.H. Dijkgraaf,
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
S.A.M. Kaag
Minister van Financiën, tevens Vice-Minister-President
drs. K.H. Ollongren
Minister van Defensie
M.G.J. Harbers
Minister van Infrastructuur en Waterstaat
mr. drs. M.A.M. Adriaansens
Minister van Economische Zaken en Klimaat
ir. C.E.G. van Gennip
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
dr. E.J. Kuipers
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
H. Staghouwer
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
mr. drs. E.N.A.J. Schreinemacher
Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
F.M. Weerwind,
Minister voor Rechtsbescherming
H.M. de Jonge,
Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
drs. A.D. Wiersma
Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
R.A.A. Jetten Msc.
Minister voor Klimaat en Energie
drs. C.J. Schouten
Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, tevens Vice-Minister-President
C. Helder
Minister voor Langdurige Zorg en Sport
C. van der Wal-Zeggelink
Minister voor Natuur en Stikstof
De volgende personen zijn bereid als Staatssecretaris tot het kabinet toe te treden:
E. van der Burg
Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
drs. A.C. van Huffelen
Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
dr. G. Uslu
Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
mr. M.L.A. van Rij
Staatssecretaris van Financiën
A. de Vries
Staatssecretaris van Financiën
mr. drs. C.A. van der Maat
Staatssecretaris van Defensie
drs. V.L.W.A. Heijnen
Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
dr. J.A. Vijlbrief
Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
M. van Ooijen Msc.
Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Graag dank ik de Tweede Kamer voor het in mij gestelde vertrouwen.
M. Rutte
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Rutte, formateur