Schriftelijke vragen : De berichten ‘Vogelgriepuitbraken ondanks ophokplicht, strop pluimveesector dreigt’ en ‘Europa kampt met zwaarste vogelgriepuitbraak ooit’
Vragen van het lid Van Campen (VVD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de berichten «Vogelgriepuitbraken ondanks ophokplicht, strop pluimveesector dreigt» en «Europa kampt met zwaarste vogelgriepuitbraak ooit» (ingezonden 7 januari 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van beide berichten?1
2
Vraag 2
Hoe verklaart u het grote aantal uitbraken van hoogpathogene vogelgriep terwijl voor
al het pluimvee sinds eind oktober een ophokplicht geldt? Hoe komt hoogpathogene vogelgriep
ondanks de ophokplicht toch binnen bij bedrijven? Kunt u aangeven welk onderzoek is
gedaan naar insleeproutes in de laatste vijf jaar en welke bevindingen dat heeft opgeleverd?
Vraag 3
Kunt u aangeven op welke wijze toezicht wordt gehouden op het naleven van de ophokplicht
en hoe het gesteld is met de naleving hiervan in alle categorieën, te weten: commercieel
gehouden pluimvee, dierentuinen, kinderboerderijen en eigenaren van hobbyvogels?
Vraag 4
Kunt u tevens aangeven hoe het gesteld is met de meldingsbereidheid van vondsten van
dode wilde vogels bij de daarvoor bestemde instanties en kunt u dit met cijfers onderbouwen?
Vraag 5
Welk nut en effect heeft de ophokplicht volgens u? Deelt u de opvatting dat verantwoorde,
regionale inzet van de ophokplicht onnodige schade aan bedrijven kan voorkomen en
bent u bereid om met de sector en de deskundigengroep te onderzoeken of het regionaal
opheffen van de ophokplicht, op verantwoorde en veilige wijze mogelijk is naar Duits
voorbeeld?
Vraag 6
Is het juist dat de besmettingen de laatste jaren overwegend op zichzelf staande gevallen
zijn, waarbij de introductie op het pluimveebedrijf hoogstwaarschijnlijk uit de wilde
vogelpopulatie komt, via direct contact, of een vector zoals vogelmest of plaagdieren,
waarbij geen sprake is van versleping tussen veehouderijen; zo ja tot welke conclusie
leidt dat, zo nee waarom niet?
Vraag 7
Bent u bereid om u in Europa in te zetten om voor vrije-uitloopeieren de handelsnormen
aan te laten passen conform de regels voor biologische eieren, waarbij geen 16 weken
termijn geldt, om daarmee te zorgen dat er toekomstperspectief blijft voor een maatschappelijk
gewenste houderijvorm?
Vraag 8
Deelt u de vrees onder pluimveehouders voor afwaardering van vrije-uitloopeieren wanneer
de ophokplicht half februari nog geldt? Herkent u de situatie dat dit voor sommige
boeren kan betekenen dat zij tienduizenden euro’s per week aan inkomsten mislopen
en bent u bereid om met de sector en met de retail in gesprek te gaan over oplossingen
om deze zorgen weg te nemen?
Vraag 9
Deelt u de opvatting dat de inzet van vaccinatie kan leiden tot een aanzienlijke vermindering
van het grootschalig ruimen van pluimvee bij de uitbraak van vogelgriep en welke mogelijkheden
ziet u om in Europa vaccinatie onderdeel te laten worden van het strategisch beleid
om de pluimveehouderij te beschermen tegen het vogelgriepvirus uit wilde watervogels?
Vraag 10
Op welke wijze wilt u invulling geven aan verordening (EU) 2016/429 om in het kader
van de Animal Health Regulation de volksgezondheid en gezondheid van gehouden dieren
te beschermen tegen besmettelijke ziekten, waaronder aviaire influenza?
Vraag 11
Wanneer kan de Kamer de door u in de Kamerbrief van 26 oktober jongstleden aangekondigde
beoordeling van het insleeprisico door de deskundigengroep dierziekten tegemoetzien?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Thom van Campen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.