Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kerseboom over landonteigening zonder compensatie in Zuid-Afrika
Vragen van het lid Kerseboom (FVD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over landonteigening zonder compensatie in Zuid-Afrika (ingezonden 10 december 2021).
Antwoord van Minister Knapen (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 5 januari 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «South Africa’s ANC Drops Constitution Change for Land
Reform» van 8 december 2021?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat de Zuid-Afrikaanse Minister van Justitie ondanks het mislukken
van de grondwetsherziening vastberaden blijft om landonteigening zonder compensatie
door te zetten?
Antwoord 2
Landhervorming is een nationale verantwoordelijkheid, zo ook nationale wetgeving die
deze hervorming vormgeeft, waaronder de voorwaarden voor onteigening. Landhervorming,
inclusief de mogelijkheid om als staat tot onteigening over te gaan, staat al jaren
op de politieke agenda van de regeringspartij, het ANC. Het ANC heeft, nadat er in
het parlement onvoldoende steun bleek voor een aanpassing van de Grondwet, aangegeven
dat het parlementaire proces verder zal gaan met een tweede (reeds geplande) wetswijziging2, te weten de aanpassing van de bestaande onteigeningswet (Expropriation Act) die
uit 1975 dateert. Dit wetsvoorstel dient de randvoorwaarden en procedures rondom onteigening
te verduidelijken. Het betreft een wetsvoorstel waarvan het democratisch totstandkomingsproces
nog gaande is. Via openbare consultaties hebben alle belanghebbenden de kans gekregen
hun mening kenbaar te maken. Het is aan het Zuid-Afrikaanse parlement om hierover
te stemmen.
De regering heeft geen reden om aan te nemen dat de Zuid-Afrikaanse autoriteiten gedurende
dit proces voorbij zullen gaan aan hun internationale verplichtingen, met name op
grond van mensenrechtenverdragen waar het land aan is gebonden. Nederland is geen
voorstander van onteigening zonder redelijke of evenredige compensatie.
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat de focus op landonteigening slechts een poging is om het
falende ANC-beleid ter bestrijding van de armoede, mede als gevolg van de ongebreidelde
corruptie in alle lagen van de Zuid-Afrikaanse overheid, te verhullen?
Antwoord 3
Het is niet aan de Nederlandse regering om te speculeren over de redenen die politieke
partijen in andere landen hebben om nationale wetgeving te introduceren in hun parlementen.
In dit geval gaat het om aanpassing van bestaande wetgeving waarvan het democratisch
totstandkomingsproces nog gaande is.
Vraag 4
Maakt u zich zorgen dat de onophoudelijke pogingen van het ANC om blanke Zuid-Afrikanen
te onteigenen, tot onrust en geweld in Zuid-Afrika kunnen leiden?
Antwoord 4
Zoals op 30 september jl. op vragen van uw Kamer is geantwoord3 over de gevolgen van landonteigening zonder compensatie in Zuid-Afrika, is de regering
van mening dat onduidelijkheid over de aanpassing van wetgeving inzake onteigening
en felle discussies in de Zuid-Afrikaanse politiek en maatschappij over dit thema,
zorgen voor onzekerheid bij eigenaren van land en investeerders, ook uit Nederland.
Deze onzekerheid kan onrust veroorzaken bij deze eigenaren en investeerders. Het is
daarom van belang dat eventuele onteigening plaats vindt binnen de kaders van het
recht.
Vraag 5 en 6
Wat vindt u van de uitspraak van de Minister van Justitie van Zuid-Afrika «While a
lot of the land redistribution has centred on rural areas, the real need is in the
semi-urban and urban areas»?
Wat denkt u dat wordt bedoeld met «land redistribution in semi-urban and urban areas»?
Antwoord 5 en 6
Ik heb kennis genomen van de citaten van de Zuid-Afrikaanse Minister van Justitie
Lamola in het door u aangehaalde krantenartikel «South Africa’s ANC Drops Constitution
Change for Land Reform» van 8 december 2021 en heb daar geen oordeel over. Het is
mij niet bekend wat de Zuid-Afrikaanse Minister verstaat onder herverdeling van land
in de door hem genoemde gebieden.
Vraag 7 en 8
Bent u het ermee eens dat minderheden in Zuid-Afrika dezelfde bescherming verdienen
van hun overheid als de meerderheid, wanneer het gaat om eigendomsrecht?
Maakt u zich zorgen over het feit dat de veiligheid van privaat eigendom, zoals huizen
en bedrijven in Zuid-Afrika, onder andere ook eigendom van Nederlandse burgers en
bedrijven, niet kan worden gegarandeerd op de lange termijn?
Antwoord 7 en 8
De regering heeft geen reden om aan te nemen dat de Zuid-Afrikaanse autoriteiten voorbij
zullen gaan aan hun verplichtingen, bijvoorbeeld als het gaat om eigendomsrechten.
Zuid-Afrika heeft sterke democratische instellingen en een robuust systeem van grondwettelijke
«checks and balances». Hierin zijn ook eigendomsrechten verankerd. Zuid-Afrika kent
daarnaast een sterk en onafhankelijk rechtssysteem. Dit rechtssysteem geldt ook voor
Nederlandse burgers en bedrijven die in Zuid-Afrika actief zijn.
Vraag 9
Blijft het Ministerie van Buitenlandse Zaken deze ontwikkelingen aandachtig volgen?
Antwoord 9
Ja.
Vraag 10, 11 en 12
Wat is de volgende stap die u gaat zetten om gehoor te geven aan de aangenomen motie
32 735 nr. 262 van Van Helvert en Van der Staaij?
Voert u nog steeds gesprekken met de Zuid-Afrikaanse overheid over het waarborgen
van het eigendomsrecht in Zuid-Afrika?
Welke stappen bent u bereid te nemen om Nederlands eigendom in Zuid-Afrika te beschermen?
Welke opties liggen er concreet op tafel om in te grijpen als dat nodig is?
Antwoord 10, 11 en 12
Conform de motie Van Helvert/Van der Staaij4 van 1 juli 2019, is dit onderwerp herhaaldelijk door Nederland aan de orde gesteld
in bilaterale gesprekken met Zuid-Afrika. Zo heeft de toenmalige Minister van Buitenlandse
Zaken Blok het met de Zuid-Afrikaanse Minister van Buitenlandse Zaken Pandor besproken
en marge van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York in september
2019 en tijdens zijn bezoek aan Zuid-Afrika in februari 20205.
Op 22 november jl. heb ik het onderwerp wederom besproken tijdens bilaterale politieke
consultaties met Zuid-Afrika. De zorgen van de regering zijn tevens diverse keren
overgebracht in bilaterale gesprekken op hoog ambtelijk niveau tussen Nederland en
Zuid-Afrika. In multilateraal verband heeft Nederland het onderwerp aangekaart in
EU verband en binnen de OESO. De EU delegatie in Zuid-Afrika heeft namens de EU lidstaten
in het kader van het publieke participatieproces over het onteigeningswetsvoorstel
(genoemd in antwoord op vraag 2), zorgen geuit over een aantal aspecten van dit wetsvoorstel.
De regering zal dit onderwerp blijven volgen en de zorgen die er bestaan in Nederland
blijven delen met de Zuid-Afrikaanse gesprekspartners zo lang dat nodig is. Behartiging
van de Nederlandse belangen zal worden voortgezet, waaronder de belangen van Nederlandse
eigenaren van bezit in Zuid-Afrika. De handelingsopties van de Nederlandse regering
zijn beperkt, aangezien de aanpassing van de nationale wetgeving in Zuid-Afrika op
democratische en transparante wijze verloopt. Zuid-Afrika beschikt voorts over een
robuuste Grondwet waarin ook eigendomsrechten verankerd zijn en kent daarnaast een
sterk en onafhankelijk rechtssysteem.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Knapen, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.