Schriftelijke vragen : De gevolgen van de Hoge Raad uitspraak “overheid moet gelijke kansen bieden bij uitgifte grond”
Vragen van het lid Geurts (CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de gevolgen van de Hoge Raad uitspraak «overheid moet gelijke kansen bieden bij uitgifte grond» (ingezonden 31 december 2021).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de Hoge Raad uitspraak «overheid moet gelijke kansen bieden
bij uitgifte grond»?1 2
Vraag 2
Welke gevolgen heeft het arrest van 26 november 2021, waarin tussen een vastgoedonderneming
en de gemeente Montferland geoordeeld werd over de vraag of de overheid een perceel
grond exclusief aan één partij te koop mag aanbieden of dat alle gegadigden een kans
moet worden geboden om het perceel te kopen, volgens u, voor de Nederlandse woningbouwopgave?
Vraag 3
Kunt u ons uw reflectie sturen op de te verwachten effecten van bovengenoemd arrest
op de praktijk van gebiedsontwikkeling en woningbouw?
Vraag 4
Kunt u alle interne en externe juridische en bestuurlijke adviezen over bovengenoemd
arrest, waarover uw ministerie beschikt, aan de Kamer doen toekomen?
Vraag 5
Is de woningbouwopgave wel gediend bij een limitatie die verder gaat dan de aanbestedingswet,
die namelijk één op één of onderhandse aanbestedingen nog wel mogelijk maakt?
Vraag 6
Is het u bekend dat, als gevolg van onduidelijkheden naar aanleiding van het arrest,
gemeenten gebiedsontwikkelingen en woningbouwplannen stil leggen en op zoek zijn naar
handvatten?
Vraag 7
Welke antwoorden geeft u als gemeenten de vragen stellen naar aanleiding van het arrest:
wij willen verder maar hoe moeten wij dat nu doen? Hoe moeten gemeenten nu de openbare
verkoopprocedure precies vorm geven? Hoe moeten gemeenten omgaan met bestaande bouwclaimovereenkomsten?
Is een partnerselectie (op samenwerkingsprofiel) voldoende om later ontwikkelclaims
aan toe te kennen?
Vraag 8
Kunt u aangeven op welke manier, rekening houdend met het arrest, op een zorgvuldige
wijze aanbesteding van gebiedsontwikkeling plaats kan vinden?
Vraag 9
Bent u bereid om op zeer korte termijn met praktische richtsnoeren of handreikingen
te komen of het voortouw hierin te nemen die op draagvlak kunnen rekenen, bijvoorbeeld
via een hernieuwde reiswijzer gebiedsontwikkeling, vergelijkbare beknoptere gids of
nieuwe richtlijnen?3 Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn is dit gereed?
Vraag 10
Heeft u kennisgenomen van het artikel met als titel: «De Minister van VRO moet aan
de bak met een gebrekkige grondmarkt»?4
Vraag 11
Doet u zelf onderzoek naar de huidige praktijk/ervaringen van aanbesteding, voor-
en nadelen van marktwerking, en de effecten van aanbesteding en marktwerking op het
resultaat van gebiedsontwikkeling?
Vraag 12
Doet u zelf onderzoek naar hoe op de lange termijn volkshuisvesting minder cyclisch
kan worden gemaakt en hoe een stabiele bouwproductie kan worden bereikt? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, kunt u aangegeven wanneer de uitkomsten worden verwacht?
Vraag 13
Kunt u de vragen beantwoorden ruim voor het commissiedebat Woningbouwopgave?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.L. Geurts, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.