Schriftelijke vragen : Het beschermen van kleine ondernemers bij zakelijke kredietverlening.
Vragen van het lid Amhaouch (CDA) aan de minister van Economische Zaken en Klimaat over het beschermen van kleine ondernemers bij zakelijke kredietverlening (ingezonden 24 december 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de verkenning naar non-bancaire mkb-financiering van de Autoriteit
Financiële Markten (AFM)?1
Vraag 2
Herkent u het beeld van de AFM dat kleine ondernemers, zoals zzp’ers, eenmanszaken
of micro-ondernemingen, kwetsbaar zijn, door hun beperkte kennis over of ervaring
met financieringsvraagstukken, de afhankelijkheid van intermediairs, en het feit dat
zij vaak persoonlijk garant staan voor zakelijke leningen? Bent u het met de AFM eens
dat deze ondernemers zich hierin nauwelijks onderscheiden van consumenten?
Vraag 3
Klopt het dat, anders dan bij consumentenkrediet, de AFM geen mandaat heeft om toezicht
te houden op zakelijke kredietverlening? Hoezeer vindt u dit een (on)wenselijke situatie?
Is het juist dat De Nederlandsche Bank (DNB) geen prudentieel toezicht houdt op non-bancaire
aanbieders van zakelijke financiering en bijv. niet toetst op geschiktheid en betrouwbaarheid?
Wat betekent dit voor de positie van kleine ondernemers? In hoeverre zijn zij hierdoor
kwetsbaar?
Vraag 4
Deelt u de observatie van de AFM dat zelfregulering, ter versterking van de positie
van mkb’ers op de non-bancaire financieringsmarkt, op dit moment nog niet effectief
is en onvoldoende functioneert, vanwege het ontbreken van duidelijke en ambitieuze
gedragsnormen, van controle en naleving daarop, van afdwingbaarheid en van een hoge
aansluitingsgraad? Verwacht u dat het niveau van zelfregulering van de sector op korte
termijn zal verbeteren? Welke signalen hebt u daartoe?
Vraag 5
Bent u het met de AFM eens dat, het bovenstaande overziend, kleine ondernemers (nog)
geen toereikende bescherming genieten bij het sluiten van een non-bancaire financiering?
Waarom wel/niet?
Vraag 6
Deelt u de mening dat kredietverlening aan kleine ondernemers, die zich gedragen als
consumenten door hun beperkte omvang, onder toezicht van de AFM gesteld zou moeten
worden? Bent u bereid om, in lijn met de conclusies van de AFM, hiernaar aanvullend
onderzoek te laten doen evenals naar andere, nieuwe beschermingsmogelijkheden, zoals
een maximale kredietvergoeding of een uniforme kostenmaatstaf? Waarom wel, of waarom
niet?
Vraag 7
Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het commissiedebat Ondernemen en bedrijfsfinanciering
op 10 februari 2022?
Indieners
-
Gericht aan
S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Indiener
M. Amhaouch, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.