Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over COVID-19 virusvariant B.1.1.529 en medicijnen tegen COVID-19
Vragen van het lid Omtzigt (Omtzigt) aan de Minister-President en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over COVID-19 virusvariant B.1.1.529 en medicijnen tegen COVID-19 (ingezonden 29 november 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 23 december
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de variant B.1.1.529, die is waargenomen in Zuid-Afrika, Botswana
en Hong Kong, die wordt geassocieerd met grotere immuniteit evasie en besmettelijkheid?1
Antwoord 1
Ja. Ik heb uw Kamer in de maatregelenbrief COVID-19 van 26 november jl.2 geïnformeerd over maatregelen m.b.t. de nieuwe virusvariant zuidelijk Afrika en in
de kamerbrief «Stand van zaken maatregelen omikronvariant van het coronavirus» van
29 november jl.3 over deze variant geïnformeerd.
Vraag 2
Is variant B.1.1.529 al waargenomen in Nederland?
Antwoord 2
Ja. Ik heb uw Kamer in de kamerbrief «Stand van zaken maatregelen omikronvariant van
het coronavirus» geïnformeerd over het feit dat bij 14 personen die op 26 november
met twee vluchten op Schiphol zijn aangekomen vanuit Zuid-Afrika de omikronvariant
is aangetroffen. Ook bij passagiers op latere vluchten is deze variant aangetroffen.
Inmiddels heeft het RIVM de omikronvariant ook aangetroffen in testmonsters die al
eerder in november in Nederland waren afgenomen. Het gaat om monsters die zijn afgenomen
bij de GGD tussen 19 en 26 november 2021. Ook in oudere testmonsters wordt gezocht
naar het voorkomen van deze variant.
Vraag 3
Welk percentage van alle testen worden genoom ge-sequenced of getypeerd? Wat is de
huidige capaciteit om dit op te schalen?
Antwoord 3
Het RIVM vaart op wetenschappelijke adviezen van het ECDC en op eigen inhoudelijke
kennis en inzichten om het minimale aantal testen te bepalen, waarmee met voldoende
zekerheid en voldoende «aanlooptijd» de circulatie van bepaalde varianten van het
virus «SARS-CoV-2» kunnen worden gemonitord. Het RIVM volgt de ECDC-norm voor kiemsurveillance,
haalt deze ruimschoots en kan, indien noodzakelijk, opschalen. Het ECDC adviseert
om minimaal een aselecte steekproef van 500 monsters per week te sequencen om inzicht
te krijgen in circulerende varianten (kiemsurveillance). Om daar inzicht in te verkrijgen
is er een absoluut aantal sequenties nodig en niet een percentage. In de afgelopen
weken zijn ruim 1500 monsters per week gesequenced in het kader van kiemsurveillance4. Met 1500 monsters per week wordt een nieuwe variant gevonden bij een lage prevalentie.
In aanvulling hierop worden ook nog ca. 500 sequenties bepaald in het kader van BCO
en andere onderzoeken.
Sinds 26 november jl. vinden er verschillende onderzoeken plaats naar de verspreiding
van de omikronvariant in Nederland. Zo worden de monsters van positief geteste mensen
die terugkeren uit zuidelijk Afrika verder onderzocht bij diverse laboratoria in Nederland.
Ook onderzoekt het RIVM met terugwerkende kracht meer monsters van laboratoria.
Vraag 4
Test u het rioolwater ook op verschillende varianten?
Antwoord 4
Het rioolwater wordt door het RIVM onderzocht op SARS-CoV-2 varianten. Dit geeft,
in aanvulling op de kiemsurveillance, inzicht in of en waar en wanneer de virusvariant
aanwezig is. Ook kan de biobank met opgeslagen rioolmonsters met terugwerkende kracht
worden onderzocht op de aanwezigheid van een variant.
Sinds het bekend worden van de omikronvariant (B.1.1.529) wordt deze gericht opgespoord
in het rioolwater. Op dit moment duurt het analyseren van monsters op varianten maximaal
2–3 weken. Er lopen bij het RIVM processen om dit tijdspad te verkorten.
Vraag 5
In de context van variant B.1.1.529, met welke scenario’s houdt u nu rekening?
Antwoord 5
Afgelopen 14 september hebben wij uw Kamer de Aanpak Najaar toe doen komen. Deze aanpak
gaat uit van drie verschillende scenario’s: COVID-19 als endemische ziekte; een scenario
waarin de opgebouwde immuniteit doorbroken wordt en een scenario waarin oplevingen
van het virus voorkomen. Het laatste scenario is vooralsnog het meest realistische
gebleken. Binnen dit scenario worden drie niveaus gehanteerd: waakzaam, zorgelijk
en ernstig. Deze drie niveaus kennen (naast de maatregelen uit de dijkbewaking die
altijd gelden) ook verschillende maatregelen per niveau. De Aanpak Najaar en de daarin
geformuleerde scenario’s hield op voorhand overigens al rekening met de mogelijke
opkomst van mutaties.
Vraag 6
Heeft Nederland, net als Israël, een war game gedaan om de uitbraak van een gevaarlijkere
variant te simuleren en te kijken of het land klaar is voor de volgende fase van de
pandemie? Zo nee waarom niet? Zo ja wat zijn de lessen en wat zijn de zwakheden in
Nederland?5
Antwoord 6
Nee. Wel hebben we ons voorbereid, passend bij de Nederlandse context, op verschillende
scenario’s. Zo gaat de Aanpak Najaar (zie antwoord hierboven) uit van verschillende
scenario’s. Bij de opstelling van deze aanpak hebben we ons breed laten adviseren.
Zo is deze aanpak besproken met verschillende departementen, is het OMT om een reflectie
gevraagd en is expertise vanuit de verschillende gremia zoals de Nationale Politie,
de Gedragsunit van het RIVM, de GGD en de veiligheidsregio’s alsook communicatie-experts
betrokken; instanties die ons ook adviseren rondom de bestuurlijke afweging die gemaakt
wordt alvorens maatregelen in te zetten.
Vraag 7
Wat zijn de protocollen, en welke voorbereidingen heeft u getroffen, voor het geval
er een meer besmettelijke variant of een variant waartegen de vaccinaties niet goed
werken zijn intrede doet?
Antwoord 7
Vaccinatie is onze grootste troef om uit deze crisis te komen. Daarom zetten we alles
op alles om tot een zo hoog en heterogeen mogelijke vaccinatiegraad te komen. Vaccinproducenten
houden ondertussen de effectiviteit van hun vaccins bij de opkomst van nieuwe varianten
nauwlettend in de gaten. Via onze contacten bij internationale gremia als de WHO en
European Health Security Comittee, monitoren we continu de ontwikkeling van nieuwe
varianten. De opkomst van de omikronvariant doorkruist deze strategie niet, en we
volgen dan ook nauwlettend de kennisontwikkeling over deze variant, ook voor de gevolgen
van een eventueel hogere mate van besmettelijkheid, ziekmakend vermogen en vaccinescape.
Vraag 8
Hoe gaat u reizigers die via bijvoorbeeld Turkije of het Midden-Oosten naar Zuidelijk
Afrika reizen weren, nu u reizigers weert die rechtstreeks uit Zuidelijk Afrika komen?
Antwoord 8
Reizigers die bijvoorbeeld via Turkije naar Nederland reizen, zijn gebonden aan de
eisen van het bestemmingsland. Indien een reiziger vanuit zuidelijk Afrika naar Nederland
reist met een overstap in Turkije, gelden dus de regels die Nederland opstelt voor
reizigers uit zeer hoogrisicogebieden met zorgwekkende variant.
Voor deze mensen geldt een dubbele testplicht voor vertrek. Dat betekent dat een NAAT
(PCR)-test van maximaal 48 uur oud bij vertrek en aanvullend een sneltest van maximaal
24 uur oud bij vertrek verplicht zijn. Tevens geldt een quarantaineplicht van een
periode van 10 dagen bij aankomst, die eventueel kan worden verkort tot 5 dagen na
een negatieve test bij de GGD. De naleving van de quarantaineplicht wordt streng gecontroleerd.
Voor reizigers die rechtstreeks vanuit aangewezen zeer hoogrisicogebieden met de zorgwekkende
omikronvariant naar Nederland reizen, gelden vliegverboden. Momenteel zijn deze van
kracht voor Mozambique, Zuid-Afrika, Lesotho, Eswatini, Botswana, Namibië, Malawi
en Zimbabwe. Mensen uit deze landen kunnen alleen naar Nederland reizen als zij hier
woonachtig zijn, of via Nederland naar hun woonplaats in de EU/Schengen-regio reizen.
Vraag 9
Bent u ervan op de hoogte dat een aantal antivirale middelen ontwikkeld wordt, die
in de eerste klinische studies een behoorlijke effectiviteit laten zien?6 En bent u ervan op de hoogte dat er ook andere middelen ontwikkeld worden, die lijken
te helpen bij ernstige ziekte?7
Antwoord 9
Ja, hier ben ik van op de hoogte. In het kader van COVID-19 wordt onderzoek gedaan
naar veel verschillende soorten behandelingen. De Europese Commissie (EC) heeft een
portfolio van de 10 meest veelbelovende COVID-19-therapieën gepubliceerd8.
Vraag 10
Bent u zich ervan bewust dat de regering van de Verenigde Staten al tien miljoen doses
heeft besteld van een van die middelen, voorwaardelijk aan de goedkeuring van de Food
and Drug Administration (FDA)?9
Antwoord 10
Ja, ik heb via de media vernomen dat Verenigde Staten tien miljoen behandelingen van
het antivirale middel Paxlovid van producent Pfizer zou hebben besteld. Ik kan echter
niet verifiëren of dit ook daadwerkelijk zo is.
Vraag 11
Bent u zich ervan bewust dat de regering van het Verenigd Koninkrijk 250,000 en 480.000
doses besteld heeft van deze medicijnen?10
Antwoord 11
Ja, ik heb via de media vernomen dat het Verenigd Koninkrijk 250.000 behandelingen
van het middel Paxlovid van Pfizer en 480.000 behandelingen van het middel Lagevrio
(molnupiravir) van fabrikant MSD heeft besteld. Ik kan echter niet verifiëren of dit
ook daadwerkelijk zo is.
Vraag 12
Kunt u aangeven wanneer u wettelijke goedkeuring verwacht voor antivirale middelen
tegen COVID-19 die nu beschikbaar komen?
Antwoord 12
Het Europese Medicijn Agentschap (EMA) beoordeelt de werkzaamheid, kwaliteit en veiligheid
van nieuwe geneesmiddelen. Na een positief advies kan de Europese Commissie (EC) een
(voorwaardelijke) handelsvergunning afgeven. Deze beoordeling kan weken tot maanden
duren. Het EMA heeft voor Lagevrio (molnupiravir) aangegeven dat de voorwaardelijke
handelsvergunning binnen enkele weken verwacht kan worden indien de onderzoeksgegevens
voldoende robuust zijn. De tijdlijnen voor het middel Paxlovid van fabrikant Pfizer
zijn nog niet duidelijk.
Vraag 13
Heeft Nederland al bestellingen (eventueel afhankelijk van goedkeuring) van doses
van antivirale middelen geplaatst?
Antwoord 13
Uw Kamer is reeds geïnformeerd over de bestellingen antivirale middelen via de stand
van zakenbrief van 2 november.11
Vraag 14
Kunt u aangeven welke Europese coördinatie er nu plaatsvindt over de aankoop van antivirale
middelen tegen COVID-19 en welke middelen landen nu zelf kopen of waarvoor ze zelf
een Advanced Purchase Order plaatsen?
Antwoord 14
Vanuit de Europese Commissie lopen twee gezamenlijke inkooptrajecten voor de antivirale
middelen Paxlovid van fabrikant Pfizer en Lagevrio van fabrikant MSD. Nederland neemt
deel aan beide trajecten. Ik verwijs u verder naar mijn antwoord op vraag 13.
Ik heb geen informatie over welke middelen landen inkopen via bilaterale overeenkomsten
met deze twee fabrikanten.
Vraag 15
Welke contracten heeft Nederland of de EU om versneld toegang te krijgen tot een mRNA-vaccin
dat ge-update is voor B.1.1.529?
Antwoord 15
Met zowel BionTech/Pfizer, als Moderna zijn afspraken gemaakt over het aanpassen van
de vaccins aan nieuwe varianten, indien de huidige vaccins onvoldoende bescherming
daartegen zouden bieden. In dat geval hebben we het recht om die aangepaste vaccins
af te nemen, i.p.v. de reguliere vaccins.
Vraag 16
Kunt u een overzicht geven van de contracten die u met leveranciers voor vaccins heeft
afgesloten en kunt u daarbij ook inzicht geven in de hele contract, zodat duidelijk
is wie aansprakelijk is onder welke omstandigheden (ofwel de kleine lettertjes van
het contract)?
Antwoord 16
In de afgesloten contracten is afgesproken dat op deze contracten de vertrouwelijkheid
van toepassing is.
Vraag 17
Heeft de Algemene Rekenkamer inzicht in de details van de contracten die u heeft afgesloten
om vaccins te kopen?
Antwoord 17
De Rekenkamer heeft inzicht in de afgesloten contracten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.