Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Inge van Dijk en Palland over het artikel 'Juridische fuik overheid maakt burgers 'kansloos''
Vragen van de leden Inge van Dijk en Palland (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Justitie en Veiligheid over het artikel «Juridische fuik overheid maakt burgers «kansloos»» (ingezonden 2 december 2021).
Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris
            van Financiën (ontvangen  23 december 2021).
         
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van bovengenoemd artikel?1
Vraag 2
            
Wat vindt u van de roep van deskundigen om de Algemene wet bestuursrecht (Awb) aan
               de passen om een einde te maken aan situaties waarin burgers door kleine administratieve
               fouten volledig klem komen te zitten als zij een overheidsbesluit willen aanvechten?
            
Vraag 3
            
Deelt u de mening dat een burger nagenoeg kansloos is bij overheid en rechter als
               hij te laat, dus na de wettelijke termijn van doorgaans zes weken, bezwaar indient?
               In welke gevallen vindt u dit niet gerechtvaardigd en in welke gevallen wel?
            
Vraag 4
            
Wat vindt u ervan dat burgers vrijwel nooit slagen in een beroep op «verschoonbare
               termijnoverschrijding» terwijl overheden die zich niet aan de wettelijke termijnen
               houden een periode van herstel krijgen?
            
Vraag 5
            
In hoeverre strookt de huidige strikte interpretatie van termijnen met het gegeven
               in het bestuursrecht dat de overheid de «machtige» partij is waartegen de burger beschermd
               dient te worden?
            
Vraag 6
            
Hoe beoordeelt u de in het artikel gegeven voorbeelden van juridische fuiken waarmee
               Ikram te maken heeft gekregen bij DUO en Rudy Veen bij IMG?
            
Vraag 7
            
Wat vindt u van de reactie van de grondlegger van de Awb, Michiel Scheltema, over
               hoe «zijn» wet verkeerd uitpakt aan de hand van het volgende citaat: «Op een aantal
               punten, met name over de termijnen, heeft de interpretatie van de rechter mij verbaasd.»?
            
Vraag 8
            
Wat vindt u van de reactie van Michiel Scheltema dat de tijd rijp is om de wet aan
               te passen voor wat betreft de termijnen, namelijk: «Je zou een veel langere termijn
               moeten hebben, zoals zes maanden. De burger is na zes weken de toegang tot de rechtsstaat
               kwijt. Waarom moet je die toegang sluiten, terwijl er geen enkel algemeen belang gediend
               is?»
            
Vraag 9
            
Wat vindt u in het licht van het «doenvermogen» van burgers van de uitspraken van
               hoogleraar bestuursrecht Ymre Schuurmans aan de hand van de hierna volgende citaten:
               «Het vraagt best wel veel vermogen van een burger om binnen zes weken te begrijpen
               wat in een brief van de overheid staat, te begrijpen dat je nu bezwaar of beroep in
               moet stellen en ook nog uit te leggen wat niet klopt aan dat besluit» en «Mensen die
               het niet mee hebben zitten en de taal niet voldoende vaardig zijn, kunnen minder goed
               procederen. Het kan soms tegenzitten in je leven dat je het niet georganiseerd krijgt.»?
            
Vraag 10
            
Bent u van mening dat, zoals Scheltema betoogt, de wijze waarop de «wet» wordt gewaardeerd
               en is gepositioneerd in het bestuursrecht aan een herwaardering toe is nu bekend is
               dat de «wet» niet perfect is, niet altijd rekening houdt met het doenvermogen van
               mensen en niet alle toekomstige gevallen kan voorspellen?
            
Vraag 11
            
Hoe beziet u het pleidooi voor een meer dynamische wetsinterpretatie in het bestuursrecht?
Vraag 12
            
Bent u van mening dat de Awb voor wat betreft termijnen inderdaad te hard uit kan
               pakken voor burgers?
            
Vraag 13
            
Bent u van mening dat met de ervaringen van de toeslagenaffaire, waarin kleine administratieve
               fouten zulke desastreuze gevolgen hebben gehad, het algemeen belang gediend zou zijn
               met het kritisch bezien van de termijnen in de Awb?
            
Vraag 14
            
Bent u van mening dat ten aanzien van de toepassing van termijnen in de Awb ook meer
               naar de menselijke maat moeten worden gekeken?
            
Vraag 15
            
Bent u bereid de overwegingen terzake de eventueel aanpassing van termijnen voor burgers
               in de Awb mee te nemen in het onderzoek waarom met de motie Omtzigt (Kamerstuknummer
               35 925 VI, nr. 115) is gevraagd en de resultaten te betrekken bij de voorbereiding van het wetsvoorstel
               voor aanpassing van de Awb dat in het voorjaar van 2022 in publieke consultatie gaat?
            
Mededeling
            
Hierbij deel ik u, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, mede dat de schriftelijke
               vragen van de leden Inge van Dijk en Palland (beiden CDA), van uw Kamer aan de Minister
               van Justitie en Veiligheid over het artikel «Juridische fuik overheid maakt burgers
               «kansloos»» (ingezonden 2 december 2021) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen
               worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
            
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid - 
              
                  Mede namens
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.