Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op de vragen van het lid Tjeerd de Groot over ‘Foute’ soja in duurzaam veevoer
Vragen van het lid Tjeerd de Groot (D66) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht ««Foute» soja in duurzaam veevoer» (ingezonden 29 november 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 21 december
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht ««Foute» soja in duurzaam veevoer»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat het volume soja met Round Table on Responsible Soy (RTRS)-credits dat
wordt gebruikt in de Nederlandse veehouderij bijvoorbeeld op bedrijven wordt geproduceerd
waar bos al eerder is gekapt en waar toch certificaten voor worden uitgegeven die
als credits worden verhandeld? Zo ja, hoe reflecteert u op dit gegeven?
Antwoord 2
In de RTRS-standaard worden in totaal vier categorieën land onderscheiden. Voor drie
categorieën geldt dat soja afkomstig uit deze categorieën voor certificering in aanmerking
komt als de landconversie voor juni 2016 legaal heeft plaatsgevonden. Heeft de landconversie
na juni 2016 plaatsgevonden, dan komt de soja niet in aanmerking voor certificering
onder de RTRS-standaard. Voor een categorie land geldt dat de soja daaruit afkomstig
niet in aanmerking komt voor certificering, tenzij de producent kan aantonen dat de
landconversie voor mei 2009 heeft plaatsgevonden. Het kan dus inderdaad zo zijn dat
de in de Nederlandse veehouderij gebruikte RTRS-soja afkomstig is van bedrijven waar
het bos al eerder is gekapt. Echter, de RTRS-standaard en daarvan afgeleide certificering
en certificeringschema’s is een effectief middel gebleken om het Nederlandse verbruik
van geïmporteerde soja voor een belangrijk deel te verduurzamen en ontbossingsvrij
te maken. Dit wordt bevestigd in de meest recente Monitor Duurzame Agro-grondstoffen
2021 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)2.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het tegengaan van ontbossing van het grootste belang is in de
aanpak van de wereldwijde klimaatverandering en het tegengaan van biodiversiteitsverlies?
Deelt u tevens de mening dat Nederland als de grootste soja-importeur van de Europese
Unie hierbij een belangrijke rol te spelen heeft? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Tegengaan van ontbossing en bosdegradatie is deel van het gemeenschappelijke EU-beleid
inzake tegengaan klimaatverandering en opwarming van de aarde door beperking uitstoot
broeikasgassen en tegengaan van verder biodiversiteitsverlies door verduurzaming van
aanvoerketens van belangrijke agrogrondstoffen, waaronder soja. Nederland wil hierop
een belangrijke rol blijven spelen.
Nederland is overigens niet de grootste importeur van soja binnen Europa, maar vooral
toegangspoort naar andere EU-landen. En hoewel Nederland zelf haar sojagebruik heeft
verduurzaamd, geldt dit in veel mindere mate voor andere EU-landen3. Nederland heeft mede daarom de laatste jaren een belangrijke en prominente rol gespeeld
in verduurzaming van de sojaproductie, bijvoorbeeld ook door eigenstandig en samen
met andere ADP-landen (Amsterdam Declaration Partnership) er bij de Europese Commissie
op aan te dringen om met concrete maatregelen te komen om bij te dragen aan het stoppen
van ontbossing en bosdegradatie. Het kabinet verwelkomt daarom dat er nu een voorstel
van wet van de Europese Commissie voorligt om producten, waaronder soja, te weren
die gerelateerd zijn aan ontbossing en bosdegradatie.
Vraag 4 en 5
Deelt u de mening dat consumenten en andere ketenpartijen ervan uit moeten kunnen
gaan dat als zij producten consumeren waar keurmerken op staan die garanderen dat
deze producten niet bijdragen aan ontbossing, zij ervan uit moeten kunnen gaan dat
dit zo is?
Deelt u de mening dat RTRS-credits deze garantie onvoldoende bieden, omdat het niet
gaat om fysieke ontbossingsvrije soja maar om een creditsysteem?
Antwoord 4 en 5
Ik deel uw mening dat ten algemene consumenten en andere ketenpartijen moeten kunnen
vertrouwen op garanties die keurmerken in en via een keten aangeven. Er bestaan op
dit moment echter geen keurmerken of logo’s voor duurzaam geteelde soja op consumentenproducten4. RTRS-credits garanderen bij gebruik van het Book & Claim systeem dat tenminste een equivalent van de gebruikte soja op duurzame wijze geproduceerd
is. Dat dit mogelijk niet aansluit bij verwachtingen van consumenten valt in zichzelf
RTRS niet te verwijten
Vraag 6
Klopt het dat 60% van de soja die in Nederland als veevoer wordt gebruikt, is afgedekt
met RTRS-credits, maar dat het overige deel van het volume alleen voldoet aan de richtlijn
van de Fédération Européenne des Fabricants d'Aliments Composés (FEFAC) die door de
sector zelf is opgesteld, waarbij legale ontbossing is toegestaan en ook vernietiging
van bijvoorbeeld de savannes van de Cerrado niet is uitgesloten? Zo ja, hoe reflecteert
u hierop?
Antwoord 6
Volgens de Monitor Duurzame Agro-grondstoffen 2021 van het CBS5 gebruikten diervoederbedrijven in 2020 1,50 miljoen ton sojameel in mengvoer en werd
voor 1,70 miljoen ton certificaten aangekocht. Ruim 1 miljoen ton daarvan betrof RTRS-certificaten.
Uitgaande van een totaal van 1,70 miljoen ton, bedroeg het aandeel RTRS in 2020 dus
ongeveer 62 procent. RTRS is echter niet het enige certificeringsschema dat staat
voor ontbossingsvrije soja. Er zijn nog enkele andere schema’s die geen legale én
illegale ontbossing toestaan. Uit dezelfde monitor blijkt dat 119 duizend ton soja
andere conversievrije standaarden betrof. Het totaal aandeel ontbossingsvrije soja
komt daarmee uit op ongeveer 69%. Om dit cijfer in perspectief te plaatsen wil ik
nog wijzen op het volgende. In 2015 heeft de Nederlandse diervoedersector de afspraak
gemaakt om in diervoeders bestemd voor de productie van dierlijke producten (melk,
vlees, kaas en eieren) ten behoeve van de binnenlandse consumptie alleen nog RTRS-gecertificeerde
soja te gebruiken. Uit de IDH European Soy Monitor 2019
6 blijkt dat de «soja-voetafdruk» gekoppeld aan de Nederlandse consumptie van dierlijke
producten meer dan 855 duizend ton bedroeg, welke ruimschoots wordt afgedekt met de
aangekochte hoeveelheid RTRS-soja.
De FEFAC
Soy Sourcing Guidelines (FSSG) stellen minimumeisen aan verantwoorde soja. In 2021 zijn 19 standaarden goedgekeurd
volgens de FSSG. Alle standaarden stellen eisen aan het tegengaan van illegale ontbossing.
Daarbij verbieden enkele standaarden, waaronder RTRS, ook legale ontbossing en het
converteren van andere waardevolle ecosystemen. Ik waardeer dit. Wat betreft het beschermen
van ook andere ecosystemen, zoals bijvoorbeeld savannes in de Cerrado in Brazilië,
wijs ik u op het initiatief van de Europese Commissie om te komen tot een wet op ontbossingsvrije
goederen, waaronder soja. Binnenkort zal het BNC-fiche over deze wet aan de Tweede
Kamer worden aangeboden.
Vraag 7
Kunt u de verschillen in de voorwaarden voor FEFAC en RTRS nog eens nader uiteenzetten?
Antwoord 7
De Fédération Européenne de Fabricants d’Aliments Composés (FEFAC) is de Europese brancheorganisatie voor de diervoederindustrie. Met zijn FSSG
formuleert FEFAC minimumeisen waaraan verantwoorde soja moet voldoen. In 2021 zijn
19 standaarden goedgekeurd en daarmee FSSG-compliant. De FSSG is een vrijwillige richtlijn
en benchmarksysteem voor veevoerbedrijven om duurzame soja in te kopen.
De Round Table for Responsible Soy (RTRS) is in 2006 in Zwitserland opgericht door bedrijven, banken en maatschappelijke
organisaties. Overheden zijn geen lid van de RTRS. De RTRS als «platformorganisatie»
heeft in 2010 een mondiale standaard voor duurzame («verantwoorde») sojaproductie
vastgesteld. De RTRS is dus een private duurzaamheidsstandaard en kent diverse certificeringschema
om duurzame soja te certificeren (met onafhankelijk uitvoering van controle en audits)
en handelsmodellen (Chains of Custody) voor de aanvoerketens van duurzame soja.
Kijkend naar het ambitieniveau van FEFAC/FSSG versus dat van RTRS dan blijkt dat RTRS
op inhoudelijke principes en criteria (bijvoorbeeld mensenrechten, chemicaliën, ontbossing)
strengere eisen stelt dan FSGG toelaat. En ook ten aanzien van controle en audits
kiest RTRS voor de «strengste» variant, namelijk controle door onafhankelijke certificerende
instanties, waar FSSG ook lichtere manieren van controle toestaat. Daarbij zij nog
opgemerkt dat RTRS de enige sojastandaard is die ISEAL member is en het enige (FSGG
compliant) sojaschema is dat transparant communiceert over de boeren die gecertificeerd
zijn en de bedrijven die de gecertificeerde soja hebben gekocht.
Vraag 8
Deelt u de mening dat Nederland en Nederlandse (veevoer)bedrijven op dit moment onvoldoende
doen om de wereldwijde ontbossing door sojaproductie tegen te gaan? Zo ja, welke stappen
gaat u zetten om als Nederland wel voldoende actie te ondernemen?
Antwoord 8
Nederland en Nederlandse bedrijven lopen relatief veelal voorop in Europa en de wereld.
Zie hiervoor antwoord op vragen 2 en 3. Niettemin is dit nog niet voldoende en is
er op Europees en mondiaal niveau meer inzet nodig, ik verwijs daarvoor naar antwoord
vraag 3.
Vraag 9
Klopt het dat 80% van de soja die naar Europa wordt verscheept bestemd is voor veevoer
en dat in 2018 23% van geïmporteerde soja uit de savannes van de Cerrado kwam?
Antwoord 9
Ik kan de door u aangegeven cijfers niet bevestigen. Wel kan ik aangeven dat uit de
IDH-European Soy Monitor 2019 blijkt dat van de 34,3 miljoen ton in de EU27+ geïmporteerde soja, 13,7 miljoen
ton (= ca. 40%) afkomstig was uit Brazilië. In dezelfde monitor staat vermeld dat
ongeveer de helft van de uit Brazilië geïmporteerde soja afkomstig is uit de Cerrado,
wat overeenkomt met een aandeel van ca. 20%.
Vraag 10
Deelt u de mening dat deze berichtgeving de nut en noodzaak verder benadrukt van een
transitie naar een kringlooplandbouw waarin er geen soja meer uit ontboste gebieden
hoeft te worden gehaald voor het veevoer in Nederland? Bent u bereid naar aanleiding
van deze berichtgeving het concept van kringlooplandbouw nogmaals te agenderen in
Europa?
Antwoord 10
Mijn visie op de landbouw, en in het bijzonder de kringlooplandbouw, heb ik verwoord
in de beleidsnotitie «landbouw, natuur en voedsel: waardevol en verbonden» en deze
eerder met u gedeeld en besproken7. Verder zet ik via de Nationale Eiwitstrategie8 in op het beperken van de afhankelijkheid van geïmporteerde eiwitten, dit kan leiden
tot minder import van soja.
Vraag 11
Bent u van mening dat de garantie voor consumenten dat ze ontbossingsvrij consumeren
straks voldoende is afgedekt met het voorstel van de Europese Commissie waarin het
verplicht wordt voor bedrijven om aan te tonen dat de producten waarmee zij handelen
niet zijn geproduceerd op land dat is ontbost na 31 december 2020?
Antwoord 11
Voor het standpunt van de regering over het recente voorstel van de Europese Commissie
verwijs ik naar het BNC-fiche dat binnenkort met de Kamer wordt gedeeld.
Vraag 12
Deelt u de mening dat actie om te zorgen dat Nederland niet bijdraagt aan de wereldwijde
ontbossing eigenlijk niet kan wachten tot de implementatie van de nieuwe Europese
richtlijn? Zo ja, welke stappen gaat u op de korte termijn nemen om de ontbossing
tegen te gaan?
Antwoord 12
Om ontbossing te kunnen stoppen zijn meerdere instrumenten nodig, die elkaar kunnen
aanvullen. Dat geldt bijvoorbeeld voor certificeringsstandaarden als RTRS en de op
17 november 2021 nieuw voorgestelde Europese boswet. Ik ben van mening dat het van
groot belang is dat de Europese lidstaten, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven
gezamenlijk op blijven trekken in deze, omdat alleen zo een signaal van voldoende
gewicht kan worden afgegeven en voldoende impact kan worden bereikt. In dit kader
verwijs ik naar onder meer de actieve opstelling van Nederland in het ADP, de Tropical
Forest Alliance en in het ENSI – European National Soy Initiatives – platform, getrokken
door IUCN NL, maar ook de programma’s die Nederland samen met diverse partners ondersteunt
ter verduurzaming van de productie van agrarische grondstoffen.
Vraag 13
Erkent u dat in de Europese verordening niet alle natuurgebieden worden beschermd?
Zo ja, wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat bijvoorbeeld bossavannes ook beschermd
worden tegen ontbossing en consumenten daardoor kunnen vertrouwen op een duurzaamheidskeurmerk?
Antwoord 13
Zie hiervoor het antwoord op vraag 11.
Vraag 14
Bent u van mening dat banken, pensioenfondsen en andere financiële instellingen ook
een rol te spelen hebben in het garanderen dat hun investeringen niet bijdragen aan
de wereldwijde ontbossing? Zo ja, bent u bereid deze aanvulling op de bestaande plannen
te agenderen in Europa? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 14
Banken, pensioenfondsen en andere financiële instellingen spelen een belangrijke rol
als het gaat om het vermijden van investeringen die gerelateerd kunnen zijn aan ontbossing
en biodiversiteitsverlies. Bovendien verwacht het kabinet van ondernemingen die internationaal
opereren dat zij «gepaste zorgvuldigheid» toepassen volgens de OESO-richtlijnen voor
Multinationale Ondernemingen (OESO-RL) en de United Nations Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGPs). Dit houdt onder andere in dat ondernemingen negatieve gevolgen in activiteiten,
toeleveringsketens en zakelijke relaties moeten identificeren en beoordelen, en negatieve
gevolgen mitigeren en voorkomen. Uit onderzoek van onder andere De Nederlandsche Bank
en Planbureau voor de Leefomgeving blijkt dat financiële instellingen aanzienlijke
financieringen hebben uitstaan aan bedrijven met een hoge of zeer hoge afhankelijkheid
van ecosysteemdiensten. Ontbossing en biodiversiteitsverlies vormt daarmee een materieel
risico voor zowel bedrijven als hun financiers. Het Ministerie van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit ondersteunt verschillende initiatieven in de financiële sector
die tot doel hebben de transparantie met betrekking tot de impact op biodiversiteit
(waaronder ontbossing) en afhankelijkheden van ecosysteemdiensten te versnellen.
In EU-verband is door de nieuwe strategie voor duurzame financiering van de Europese
Commissie de aandacht voor duurzaamheid in de financiële sector sterk toegenomen.
Deze strategie kondigt een verscheidenheid aan nieuwe voorstellen en doorlopende initiatieven
aan om duurzaamheid (waaronder biodiversiteit) verder te integreren in de financiële
wereld. Ik blijf mij er voor inzetten dat tegengaan van wereldwijde ontbossing wordt
meegenomen in lopende en aangekondigde EU-initiatieven.
Vraag 15
Kunt u deze vragen elk afzonderlijk en zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Antwoord 15
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.