Schriftelijke vragen : Vergoeding van schade naar aanleiding van een uitspraak van de civiele rechter
Vragen van het lid Kathmann (PvdA) aan de Minister voor Rechtsbescherming over vergoeding van schade naar aanleiding van een uitspraak van de civiele rechter (ingezonden 21Â december 2021).
Vraag 1
Is het u bekend dat naast slachtoffers van misdrijven die recht op een schadevergoeding
hebben, ook personen die op grond van een uitspraak van een civiele rechter recht
op een schadevergoeding hebben of door een uitspraak van een civiele rechter anderszins
een vordering hebben op een gedupeerde van de kinderopvangtoeslag die schade of vordering
tijdelijk niet kunnen (laten) innen?1
Vraag 2
Ziet u in dit verband verschil tussen een particulier die op grond van een onrechtmatige
daad schade kan vorderen op een gedupeerde van de kinderopvangtoeslag en een schade
die op grond van een misdrijf is ontstaan? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet en welke
gevolgen verbindt u hieraan?
Vraag 3
Acht u het wenselijk dat in het geval een particulier op grond van een civiel vonnis
een financiële vordering op een gedupeerde van de kinderopvangtoeslag heeft -bijvoorbeeld
uit onrechtmatige daad- dat een voorschot vanuit de overheid aan die particulier op
zijn plaats is, zodat ook die niet wordt benadeeld door de tijdelijke opschorting
van de inning van schulden bij die gedupeerden? Zo ja, hoe gaat u hier zorg voor dragen?
Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Indiener
Barbara Kathmann, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.