Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van lid Ellemeet over polio in Bilthoven
Vragen over van het lid Ellemeet (GroenLinks) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over polio in Bilthoven (ingezonden 26 november 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 20 december
2021).
Vraag 1
Hoe vaak zijn er poliobestanddelen aangetroffen in de gemeente Bilthoven de afgelopen
tien jaar?1
Antwoord 1
De voormalige Minister voor Medische Zorg en Sport heeft u eerder geïnformeerd over
incidenten met poliovirus bij een faciliteit in Bilthoven in 2017 (Kamerstuk 25 295, nr. 39) en in 2018 (Kamerstuk 25 295, nr. 47). Sinds januari 2020 wordt het rioolwater op het bedrijventerrein in Bilthoven gemonitord
op de aanwezigheid van poliovirus. In deze surveillance is zes keer infectieus poliovirus
aangetroffen in het rioolwater van het bedrijventerrein in Bilthoven. Daarbij ging
het twee keer om een meldingsplichtig (potentieel ziekteverwekkend) wildtype poliovirus
en vier keer om een niet-meldingsplichtige stam uit het levend orale poliovaccin.
Op 6 april jl. heeft de Minister voor Medische Zorg en Sport uw Kamer geïnformeerd
over het onderzoek naar vondsten in juli 2020 en februari 2021 (Kamerstuk 25 295, nr. 1101). De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) voert momenteel nog onderzoek uit naar
de herkomst van de twee vondsten in oktober dit jaar. Zodra de resultaten van dit
onderzoek bekend zijn, informeer ik uw Kamer hierover.
Vraag 2
Is het poliovirus ook in andere gemeenten aangetroffen de afgelopen tien jaar?
Antwoord 2
Sinds 2011 heeft het RIVM vier keer poliovirus gevonden in de specifieke rioolwatersurveillance
bij opvanglocaties van asielzoekers. In alle gevallen betrof het niet-meldingsplichtige
en niet-pathogene stammen. Het RIVM heeft drie keer poliovirus aangetroffen in het
rioolwater stroomafwaarts van de woning van de besmette medewerker na de laboratoriuminfectie
in Bilthoven in 2017. In de routine rioolwatersurveillance in de bijbelgordel is voor
het laatst in 2006 en 2008 poliovirus gevonden (beide keren niet-meldingsplichtige
en niet-pathogene stammen).
Vraag 3
Welke maatregelen heeft het Ministerie van VWS getroffen om dit soort incidenten te
voorkomen?
Antwoord 3
Nederland verricht sinds januari 2020 rioolwatersurveillance bij poliovirusfaciliteiten,
als enige land ter wereld. Na de vondsten in 2020 is de frequentie van de bemonstering
verdubbeld naar elke drie weken. Deze hoge frequentie wordt nog steeds gehandhaafd.
Bij iedere vondst moeten faciliteiten zelf onderzoek doen naar de mogelijke bron,
dit gebeurt in opdracht van de IGJ. Eventuele verbeterpunten voeren de faciliteiten
door.
De WHO heeft een resolutie opgesteld teneinde een poliovrije wereld te bewerkstelligen.
Nederland heeft deze resolutie ondertekend. Onderdeel van de resolutie zijn strengere
eisen waaraan faciliteiten, zoals vaccinproducenten en onderzoekslaboratoria, moeten
voldoen. De WHO geeft certificaten uit aan faciliteiten die voldoen aan deze strengere
eisen. In dat verband heb ik de IGJ aangewezen als Nationale Autoriteit Containment
(NAC).
Om de IGJ de bevoegdheden te geven om bij de faciliteiten audits uit te kunnen voeren
ten behoeve van het verkrijgen van een dergelijk WHO-certificaat, is een wijziging
nodig van de Gezondheidswet, waarin de taken van de IGJ zijn vastgelegd. Daarnaast
ben ik voornemens om de Wet publieke gezondheid (Wpg) te wijzigen om te borgen dat
alleen poliofaciliteiten met een certificaat in Nederland handelingen met bepaald
type poliovirusmateriaal kunnen verrichten. Een voorstel tot wijziging van beide wetten
is recent geconsulteerd (Overheid.nl | Consultatie Wijziging Wet publieke gezondheid vanwege invoering vergunning-
en meldplicht (internetconsultatie.nl). De ontvangen reacties worden nu bestudeerd. Het wetsvoorstel zal volgend jaar bij
uw Kamer worden ingediend.
In Nederland beschikken momenteel nog zes faciliteiten over poliovirusmateriaal. Twee
faciliteiten die nu nog poliovirusmateriaal in het bezit hebben, hebben aangegeven
dit materiaal te vernietigen zodra de voorgenomen wetswijziging van kracht is. De
overige vier hebben voorbereidingen getroffen om te voldoen aan de WHO-eisen.
Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de voorgenomen wetswijziging, is de polioverwerkende
faciliteiten aangeboden om in een convenant in lijn met de voorgenomen wetswijziging
afspraken vast te leggen over onder andere inspectie door de IGJ ten behoeve van verkrijging
van het WHO-certificaat. De voornaamste reden hiervan is om in afwachting van het
wetstraject reeds zoveel mogelijk te borgen dat de faciliteiten aan strengere eisen
voldoen. Twee van de vier faciliteiten hebben het convenant ondertekend. Met één faciliteit
hebben de gesprekken niet tot ondertekening van het convenant geleid en met één faciliteit
lopen de gesprekken nog.
Vraag 4
Wat is de rol van de waterschappen in het opsporen en voorkomen van dit soort incidenten?
Antwoord 4
De putten die worden gebruikt voor monstername nabij poliovirusfaciliteiten liggen
in het geval van Bilthoven op het terrein van de faciliteiten, en vallen onder het
beheer van de terreinbeheerder. De putten bij de andere twee poliovirusfaciliteiten
liggen op het terrein van de betreffende gemeenten. De waterschappen spelen geen rol
in de bemonstering, omdat de monsters niet worden genomen in hun rioolwaterzuiveringsinstallaties.
Vraag 5
Kunnen de waterschappen extra bevoegdheden krijgen om toezicht te houden en hand te
haven op de rioolwaterkwaliteit? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Momenteel wordt bemonsterd op de putten die het dichtst bij de faciliteiten liggen.
De waterschappen beheren voornamelijk rioolwaterzuiveringsinstallaties die een groter
gebied beslaan. De kans op het detecteren van het poliovirus door het waterschap en
de mogelijkheid om het vervolgens terug te leiden naar een mogelijke bron, is daarmee
te klein. Ik zie dan ook geen toegevoegde waarde van extra bevoegdheden voor de waterschappen.
Vraag 6
Kunnen gemeenten extra toezichthoudende en handhavende bevoegdheden krijgen? Zo ja,
welke? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
De Wpg voorziet in een aantal bevoegdheden van de gemeente. Een arts die polio bij
een persoon vaststelt of vermoedt, moet dit aan de GGD melden. Ditzelfde geldt voor
het hoofd van het laboratorium die bij onderzoek poliovirus vindt. Ingeval van een
vermoede of vastgestelde infectie bij een persoon stelt de GGD de voorzitter van de
veiligheidsregio en de burgemeester van de gemeente waarin de betrokken persoon zijn
woon- of verblijfplaats heeft op de hoogte. De GGD kan het hoofd van het laboratorium
verzoeken om nader onderzoek te doen naar de ziekteverwekker en hem op de hoogte stellen
van het resultaat van dat onderzoek. De burgemeester dan wel voorzitter van de veiligheidsregio
kan nadere medische en epidemiologische gegevens ontvangen die noodzakelijk zijn om
de aard en omvang van het gevaar van verspreiding van de infectieziekte vast te stellen.
Op basis van de geneesmiddelenwet houdt de IGJ toezicht op de productie van geneesmiddelen.
Vraag 7
Heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) bij eerdere incidenten maatregelen
genomen om incidenten te voorkomen? Zo ja, welke en hoe zijn die opgevolgd? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 7
Wanneer de IGJ melding ontvangt van actief poliovirus in het riool, wordt een inventarisatie
gedaan welke faciliteiten met het aangetroffen type virus hebben gewerkt. De faciliteiten
die ermee gewerkt hebben wordt gevraagd onderzoek te doen naar mogelijke oorzaken
in geval dat het aangetroffen virustype van de betreffende faciliteit afkomstig is
én op de uitkomsten van dit onderzoek verbetermaatregelen te nemen. Tot de inwerkingtreding
van de voorgenomen wetswijziging is medewerking aan de inventarisatie, het rapporteren
over eigen onderzoek én het opvolgen van maatregelen op basis van vrijwillige medewerking
van de faciliteit.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.