Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Plas over de afhandeling van de schade van de wateroverlast in Limburg en Noord-Brabant van juli 2021
Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Economische Zaken en Klimaat en de Minister-President over de afhandeling van de schade van de wateroverlast in Limburg en Noord-Brabant van juli 2021 (ingezonden 17 november 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen
17 december 2021).
Vraag 1
Staat u nog steeds achter de uitspraken van voormalig Staatssecretaris Van Veldhoven:
«We willen als signaal geven: Limburg staat er niet alleen voor, ook financieel niet.»
en achter de uitspraak van demissionair Minister-President Rutte: «Eigenlijk zijn
er nu drie rampen. Eerst was er corona, nu deze overstromingen, en straks moeten alle
mensen aan de slag met het opruimen en herstellen. Het is ramp, na ramp, na ramp.
Maar we zullen Limburg niet in de steek laten.»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Is het correct dat er nog geen enkel bedrag in het kader van de Wet Tegemoetkoming
schade (Wts) is uitbetaald?
Zo ja, wat is de reden dat er nog geen enkel bedrag in het kader van de Wts is uitbetaald?
Antwoord 2 en 3
Nee, dit is niet correct. Eind oktober zijn de eerste betalingen gedaan. Op 14 december
heeft RVO 2.325 meldingen ontvangen. Er zijn al 1.513 schade expertises gepland of
(deels) uitgevoerd. Inmiddels zijn 438 aanvragen beoordeeld. Er is ondertussen 5.232.370
euro uitbetaald aan 234 gedupeerden. Naar verwachting zullen deze aantallen de komende
weken verder oplopen.
Vraag 4
Welke acties onderneemt u om dit te bespoedigen?
Antwoord 4
Zoals ik in mijn beantwoording op vragen van de leden Amahouch, Boswijk en Van Dijk
heb gesteld2 is alles in het werk gezet om de doorlooptijden zo kort mogelijk te houden. RVO heeft
het Wts-loket, voorafgaand aan de inwerkingtreding van de regeling, op 9 augustus
2021 opengesteld. Vanaf die datum konden Wts-meldingen worden ingediend. Voorts heeft
RVO afspraken gemaakt met de schade-experts van Stichting Nederlands Instituut van
Register-Experts (NIVRE) die ter plekke bij de gedupeerden de schade inventariseren
zodat direct met taxaties begonnen kon worden bij de inwerkingtreding van de regeling.
Hierbij is ook aandacht gegeven aan de spreiding van de uit te voeren schade-expertises.
In clusters, verspreid over het getroffen gebied, worden de schade-expertises uitgevoerd.
De schade-expertise leidt tot een schaderapport. De schade-rapporten worden teruggelegd
bij de gedupeerden, die vervolgens twee weken de tijd hebben om hierop te reageren.
Vervolgens wordt het schade-rapport als Wts-aanvraag bij RVO ingediend. RVO spant
zich in om de retour ontvangen Wts-aanvragen binnen 4 tot 6 weken uit te betalen.
Alle aanvragen worden individueel beoordeeld, niet door een geautomatiseerd systeem,
waarbij zorg wordt gedragen voor de menselijke maat. Hierin geeft RVO prioriteit aan
gedupeerden met (dreigende) financiële problemen.
Vraag 5
Kunt u pro forma uitbetalingen verrichten om de getroffenen in ieder geval tegemoet
te komen?
Antwoord 5
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 4 heb aangegeven, verricht RVO kort na de schade-expertise
de daadwerkelijke uitbetaling. Het is daarom niet nodig om een voorschot uit te betalen.
Bovendien veroorzaakt bevoorschotting extra administratieve voor zowel de gedupeerden
als voor RVO en daarmee het risico van vertraging.
Vraag 6 en 7
Deelt u de mening van de heer Daan Prevoo, burgemeester van Valkenburg, dat de meldingstermijn
voor de Wts verlengd moet worden omdat de inhuur van schade experts voor vertraging
zorgt?
Bent u bereid deze termijn met minimaal vier maanden te verlengen naar 15 april 2022?
Antwoord 6 en 7
Allereerst merk ik op dat de beschikbaarheid van schade-experts niet zorgt voor vertraging.
Verder merk ik op dat een gedupeerde kan volstaan met uiterlijk 15 december melding
te doen van mogelijke schade. Het is niet nodig om dan al een compleet beeld te hebben
van de schade. Na de genoemde datum kan de melding namelijk nog worden aangevuld.
Het opnemen van de schade en de taxatie gebeurt na de melding en kan ook op een later
moment als de schade eerder nog niet zichtbaar of taxeerbaar is.
Vanaf half november heeft RVO in samenwerking met de regio ingezet op nog meer bewustwording
met de «meld je schade aan» campagne. Denk hierbij o.a. aan advertenties in regionale
bladen. Gemeenten hebben met behulp van een door RVO beschikbaar gestelde gereedschapskist
zelf aanvullend actie ondernomen. Dit heeft geresulteerd in een toename van het aantal
meldingen. De Wet tegemoetkoming schade bij rampen bevat overigens een hardheidsclausule
waarvan ik, indien een individueel geval daartoe aanleiding geeft, gebruik kan maken.
Gelet op het vorenstaande zie ik geen aanleiding de termijn te verlengen.
Vraag 8
Bent u op de hoogte van de zogenaamde «Beurspolissen» (verzekeringsvorm) waarbij er
niet wordt uitbetaald en de verzekeraar probeert de kosten door te schuiven naar de
Wts?
Antwoord 8
Ja, ik ben ervan op de hoogte dat sommige verzekeraars met een beroep op de polisvoorwaarden
de schade niet vergoeden.
Verzekeraars die geen dekking bieden voor een risico dat bij andere verzekeraars wel
gedekt kan worden, kunnen die kosten overigens niet doorschuiven naar de Wet tegemoetkoming
schade bij rampen (Wts). De Wts stelt immers de eis dat er uitsluitend een tegemoetkoming
wordt verstrekt als een risico redelijkerwijs niet verzekerbaar is. Hiervan is geen
sprake als andere verzekeraars het risico wel dekken. Overigens heb ik begrepen dat
overstromingsrisico’s als maatwerk en onder voorwaarden ook aan beurspolissen kunnen
worden toegevoegd.
Vraag 9 en 10
Zo ja, heeft u de mogelijkheid om hierop in te grijpen?
Zo nee, kunt u hier onderzoek naar doen?
Antwoord 9 en 10
Beurspolissen zijn onderdeel van privaatrechtelijke overeenkomsten. Als de polisvoorwaarden
inderdaad overstromingsschade uitsluiten, kan de verzekeraar besluiten niet uit te
keren. Ik heb geen mogelijkheid hierop in te grijpen. Als de verzekerde van mening
is dat de verzekeraar zich ten onrechte beroept op de polisvoorwaarden staat gang
naar de rechter open. Ik heb geen mogelijkheid om in dergelijke civielrechtelijke
verhoudingen in te grijpen. Dit acht ik ook niet wenselijk. Het is aan de getroffen
ondernemers, ondernemers die in gebied met grotere kans tot overstromingen wonen of
hun verzekeringsagent om te onderzoeken welke dekking zij nodig hebben en of zij die
moeten aanpassen, al dan niet bij een andere verzekeraar. Wel heb ik vernomen dat
verschillende zakelijke verzekeraars en verzekeringsmakelaars overwegen hun dekking
standaard uit te breiden. Het Verbond van Verzekeraars en de Nederlandse Vereniging
Assurantie Beurs laten daarom onderzoek uitvoeren naar de risico’s van niet-primaire
waterkeringen zodat marktpartijen hierin hun eigen afweging kunnen maken.
Vraag 11, 12 en 13
Deelt u de mening van de heer Prevoo dat er sprake is van een sterke juridisering
van de Wts en dat dit ten koste gaat van de gedupeerden?
Zo ja, kan er een meer coulante manier van omgaan met de afhandeling van de meldingen
worden gevonden?
Zo nee, kan er desalniettemin een meer coulante manier van omgaan met de afhandeling
van de meldingen worden gevonden?
Antwoord 11, 12 en 13
Ik deel de mening van de heer Prevoo niet. Ik acht het van groot belang dat gedupeerden
adequaat en zo snel mogelijk worden geholpen. Tot op heden zijn al ruim 1.513 schade
expertises gepland of (deels) uitgevoerd. Dit betekent dat schade experts bij mensen
thuis of op de locatie van een bedrijf zijn langs geweest om de schade in kaart te
brengen en een rapport op te stellen. Dit rapport wordt voorgelegd aan de gedupeerde
en deze heeft vervolgens twee weken de tijd om met akkoord of niet-akkoord een aanvraag
bij RVO in te dienen. Alle aanvragen worden individueel beoordeeld, niet door een
geautomatiseerd systeem, dus met oog voor de menselijke maat. Ik ben dan ook van mening
dat een meer coulante manier van omgaan met de afhandelingen van meldingen niet nodig
is.
Vraag 14
Welke eisen stelt u aan de kennis en ervaring van taxateurs en volgens welk protocol
moeten zij werken aangezien blijkt dat de taxateurs verschillend te werk gaan bij
de taxatie en het merendeel niet goed is ingevoerd in de sector waardoor veel zaken
onduidelijk zijn, zo gaat de ene taxateur wel actief het veld in om te kijken terwijl
de ander vanaf de keukentafel de zaken beoordeeld?
Antwoord 14
De RVO maakt gebruik van schade-experts van de Stichting Nederlands Instituut Van
Register Experts (NIVRE). Door middel van een Europese aanbesteding is het NIVRE de
opdracht nemende partij geworden die RVO voorziet van onafhankelijke schade-experts.
Het NIVRE voorziet in schade-experts die gespecialiseerd zijn in verschillende soorten
schade en kennis hebben van verschillende bedrijfssectoren. De schade-experts werken
volgens de taxatierichtlijnen die hen door RVO zijn verstrekt waarbij de taxatie door
de schade-expert in goed overleg met de schademelder uitgevoerd dient te worden. Indien
een schademelder vragen heeft tijdens de taxatie dan kan deze te allen tijde de schade-expert
hierover bevragen. Vragen en opmerkingen over de schade-experts kunnen ook gemeld
worden bij RVO. De procedure van de Wts biedt daarnaast gelegenheid tot het niet akkoord
gaan met de taxatie, waarop een hertaxatie plaatsvindt door een andere schade-expert
van het NIVRE.
Vraag 15
Vindt u het acceptabel dat de termijn van afhandeling van de schades lang is – na
taxatie komt na dertien weken een reactie van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
(RVO) en daarna duurt het nog eens zeven weken voordat er wat uitbetaald wordt – en
wat gaat u er aan doen om deze periode te verkorten?
Antwoord 15
De Wts is een vangnetregeling die ingezet kan worden na een ramp. Naast het kader
dat de wet biedt, biedt de wet ruimte om invulling te geven aan de specifieke gebeurtenis
die tot ramp wordt verklaard. Dat betekent altijd een zekere mate van maatwerk binnen
de kaders van de Wts en het levert helaas vaak ook specifieke vraagstukken op waardoor
de afhandeling gefrustreerd kan worden. De 13 weken termijn is dan ook een ruime termijn
waarmee rekening wordt gehouden met mogelijke knelpunten in de complexe werkelijkheid
van de ramp die schuurt met het kader van de vangnetregeling. Voor dossiers die compleet
zijn, geldt dat over het algemeen de 13 weken termijn niet volledig benut hoeft te
worden. Hetzelfde geldt voor de betaaltermijn. De indicatie is 4 tot 6 weken maar
RVO streeft ernaar zo snel als mogelijk na een definitieve beoordeling de betaling
te doen. Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 16
Waarom is gekozen voor de omslachtige manier van melden op basis van kadastraal nummer
in plaats van via de al bij u aanwezige gegevens voor de Landbouwtelling?
Antwoord 16
Hiervoor is gekozen met het oog op het snel openzetten van het digitale meldingsformulier
en de complexiteit van het bouwen van de koppeling aan de gecombineerde opgave.
Vraag 17
Kunt u aangeven wat de spelregels zijn met betrekking tot de vergoeding van meerjarige
teelten, aangezien er nog veel onduidelijk is, en/of kunt u zorgen dat de RVO vragen
hierover wel beantwoordt en dan met een klip en klare reactie?
Antwoord 17
Bij teeltplanschade aan meerjarige teelten gaat het om maatwerk. Een schade-expert
van het NIVRE maakt in deze gevallen gebruik van bedrijfsspecifieke gegevens waarbij
een zo goed mogelijke indicatie wordt gegeven van de schade die op het moment van
de ramp is aangericht. Dit zal, veelal in overleg met de gedupeerde, door het NIVRE
opgepakt worden.
Vraag 18
Wat is volgens u de correcte toepassing van de drempel uit de Wts – de Wts kent een
drempel van 20% schade maar het is bij RVO niet helder te krijgen of dit geldt per
perceel, per gewas, per gewasgroep of per bedrijf – en kunt u ervoor zorgen dat de
RVO vragen hierover wel beantwoordt en dan met een klip en klare reactie?
Antwoord 18
Voor de bepaling van de teeltplanschade wordt per bedrijf per productierichting gekeken
naar het productieverlies. In de praktijk betekent dit dat per gewas per bedrijf het
productieverlies wordt bepaald.
Vraag 19
Hoe moeten getroffenen zonder Kamer van Koophandel (KVK) en/of BTW-nummer, die geen
melding kunnen doen, zoals een burger die geen kadastrale nummer kan opgeven terwijl
zij soms wel een gecombineerde opgave voor landbouw indienen, hun schade verhalen?
Antwoord 19
De taxateur neemt, na een schademelding, alle schade bij een gedupeerde op. De taxateur
maakt daarbij gebruik van alle beschikbare informatie. Ook als er een gecombineerde
opgave aanwezig is.
Vraag 20
Kunt u op de kortst mogelijke termijn beter leesbare kaarten in hogere resolutie verstrekken,
aangezien de gehanteerde kaarten om te bepalen welke percelen in de regeling vallen
zeer onduidelijk zijn, zodat getroffenen kunnen bepalen of hun perceel binnen de regeling
valt? Zo ja, per wanneer?
Antwoord 20
RVO gaat het schadegebied beter zichtbaar maken door middel van detailkaarten, gebaseerd
op de huidige basiskaart. Hierdoor moet het makkelijker worden om het schadegebied
te bepalen. Zodra deze kaarten beschikbaar zijn zal RVO deze op de website voor de
Wts plaatsen en deze aan de taxateurs beschikbaar stellen.
Vraag 21
Bent u op de hoogte van de geluiden dat taxaties uitgevoerd zijn om in beeld te brengen
wat de schade was na de ramp, maar dat deze onvoldoende dan wel niet worden meegenomen
in de beoordeling door de taxateurs die hiervan op de hoogte zijn? En wat vindt u
er van als dit aan de orde zou zijn?
Antwoord 21
Vrij kort na de wateroverlast in Limburg is er in opdracht van RVO een bureautaxatie,
een zogenaamde «Quick Scan», uitgevoerd teneinde een inschatting te kunnen maken van
de mogelijke schadelast in het kader van een eventuele inwerking stellen van de WTS.
Een aantal gedupeerden i.c. aanvragers dat teeltplanschade heeft opgelopen heeft er
voor gekozen om al snel voor eigen rekening en risico door een deskundige een rapportage
te laten opstellen van de situatie kort na de gebeurtenis.
Deze gegevens worden door de experts van het NIVRE gebruikt als basis en leidraad
voor de definitieve schadevaststelling.
Vraag 22
Is extreme schade door regenval nu wel of niet gedekt nu het regenwater onvoldoende
kon afstromen waardoor schades zijn ontstaan die de facto veroorzaakt zijn door de
overstromingen?
Antwoord 22
De Regeling tegemoetkoming waterschade in Limburg en het onbedijkte gebied langs de
Maas in Noord-Brabant in juli 2021 dekt zowel materiële schade die is ontstaan als
rechtstreeks en onmiddellijk gevolg van de overstromingen als schade door afstromend
water veroorzaakt door extreem zware regenval in heuvelachtig terrein. De regeling
dekt geen schade die door directe regenval is ontstaan, want dit is verzekerbare schade.
Vraag 23
Kunt u aangeven waarheen het gemaaid gras, wat vervuild was en op een hoop is gezet
op het perceel om een nieuwe snede voor het vee geschikt te maken, naartoe afgevoerd
moet worden, aangezien aannemers deze opdracht van het waterschap krijgen? Wie draagt
hiervoor de kosten? Worden deze kosten binnen de regelingen vergoed. Zo ja, binnen
welke regeling worden deze vergoed?
Antwoord 23
Vervuild gemaaid gras moet worden afgevoerd naar een erkende afvalverwerker. Als de
kosten van het opruimen verband houden met schade die het rechtstreeks en onmiddellijk
gevolg is van een overstroming of afstromend water, kunnen deze kosten onder de Wts
voor een tegemoetkoming in aanmerking komen. Of de in de vraag geschetste opruimkosten
hieronder vallen hangt af van de specifieke omstandigheden die beoordeeld worden door
de taxateur.
Vraag 24
Is het ook toegestaan om vervuild gemaaid gras op een hoop te laten staan en in het
voorjaar te verspreiden over het land en onder te werken?
Antwoord 24
Dit is in uiterwaarden niet toegestaan op basis van de Waterwet. Als Rijkswaterstaat
bij inspectie grashopen aantreft en het risico op opstuwing en/of verontreiniging
onaanvaardbaar acht, dan geeft Rijkswaterstaat de eigenaar of pachter van het perceel
opdracht om de grashopen te verwijderen, eventueel gevolgd door een waarschuwingsbrief
of een ander passend handhavingsinstrument.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
B. Visser, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.