Schriftelijke vragen : Antibody-Dependent Enhancement
Vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over Antibody-Dependent Enhancement (ingezonden 17 december 2021).
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat Pfizer over haar COVID-19-vaccin aan de Amerikaanse medicijnautoriteit
Food and Drug Administration (FDA) ten aanzien van het fenomeen antibody-dependent enhancement (ADE) heeft medegedeeld dat «het risico op ADE op termijn, potentieel geassocieerd
met afnemende immuniteit, nog onbekend is», dat ADE door Pfizer als een «belangrijk
potentieel risico» wordt beoordeeld en dat «de verwachte incidentie van ADE moeilijk
vast te stellen is zodat een betekenisvolle geobserveerde/verwachte analyse op dit
moment niet kan worden uitgevoerd»?1
2
3
Vraag 2
Indien het antwoord op de vorige vraag «ja» is, waar baseert volgens u het RIVM dan
op dat zij de kans dat ADE voor SARS-CoV-2 optreedt na vaccinatie «klein» acht?
Vraag 3
Deelt u de mening dat de «afwezigheid van bewijs» niet gelijk is aan «bewijs van afwezigheid»,
ook wanneer u stelt dat ADE in de afgelopen anderhalf jaar niet is gezien bij mensen
die een COVID-19-vaccinatie hebben ontvangen?
Vraag 4
Bent u ermee bekend dat de «afnemende immuniteit» waarvan Pfizer spreekt en waarmee
het risico op ADE volgens Pfizer potentieel geassocieerd wordt, volgens recente onderzoeken
(pas) vanaf circa vier maanden na de laatste COVID-19-vaccinatie in forse omvang wordt
waargenomen (waarbij na circa zeven maanden de immuniteit is afgenomen tot nul), dat
de eerste «tweede prikken» in Nederland vanaf februari 2021 zijn gezet en dat dus
(pas) sinds op zijn vroegst juni 2021 sprake is van omvangrijke «afnemende immuniteit»
onder de Nederlandse gevaccineerde bevolking?4
5
6
Vraag 5
Bent u er voorts mee bekend dat coronavirussen in het algemeen, en zo ook SARS-CoV-2,
vrijwel alleen prevalentie van betekenis kennen in het griepseizoen, met verreweg
de grootste prevalentie tussen (grosso modo) januari en mei?7
Vraag 6
Aangezien u stelt dat bij ADE pas «een overreactie optreedt» wanneer «het immuunsysteem
een volgende keer aan de betreffende ziekte wordt blootgesteld», deelt u dan de mening
dat het optreden van ADE na COVID-19-vaccinatie voor het eerst pas in de (nabije)
toekomst en naar verwachting pas in volle omvang vanaf januari 2022 zal (kunnen) worden
waargenomen?
Vraag 7
Bent u ermee bekend dat bij dierproeven blootstelling van het immuunsysteem na vaccinatie
aan een ziekteverwekker een «challenge» studie wordt genoemd?
Vraag 8
Bent u ermee bekend dat van de fabrikanten van de vier in Nederland toegelaten COVID-19-vaccins,
alleen Moderna een challenge studie op proefdieren heeft verricht, vijf en dertien
weken na vaccinatie daarvan?8
Vraag 9
Hoe beoordeelt u in het licht daarvan en in het licht van het feit dat de immuniteit
na COVID-19-vaccinatie pas na circa vier maanden fors begint af te nemen, uw stelling
dat de op dit moment beschikbare data geen aanleiding vormt voor aanvullende dierstudies?
Vraag 10
Volgt uit de op dit moment beschikbare data niet juist dat er wél aanleiding bestaat
voor aanvullende dierstudies, te weten challengestudies op dieren die meer dan circa
vier maanden daarvóór zijn gevaccineerd?
Vraag 11
Deelt u de mening dat voor dergelijke aanvullende dierstudies eens te meer aanleiding
bestaat, nu juist bij dergelijke challengestudies ter zake van vaccins tegen andere
coronavirussen, waaronder tegen SARS-CoV, is gebleken dat bij de proefdieren verhoogde
longpathologie en sterfte optrad, hetgeen in hoofdzaak de reden vormt voor het feit
dat – tot de huidige vaccins tegen COVID-19 – nooit eerder een vaccin tegen een coronavirus
is toegelaten voor menselijk gebruik?9
10
11
12
Vraag 12
Handhaaft u uw eerdere stelling dat ADE voorkomt «bij een aantal ziekmakende virussen»,
waaronder «denguevirus», ten aanzien waarvan volgens u ADE «bij mensen [is] aangetoond»?
Vraag 13
Is het juist dat u met uw stelling dat ten aanzien van dengue ADE bij mensen is aangetoond,
doelt op het denguevaccin Dengvaxia van fabrikant Sanofi, dat onder andere vanaf april
2016 aan kinderen op de Filippijnen is gegeven?
Vraag 14
Bent u ermee bekend dat, nadat ernstige ziekte en sterfte geassocieerd met ADE bij
met Dengvaxia gevaccineerde kinderen is ingetreden en Sanofi op 29 november 2017 zelf
waarschuwde voor ernstigere dengue na vaccinatie met Dengvaxia, toediening van dit
vaccin op 1 december 2017 door de Filippijnse autoriteiten is opgeschort – derhalve
pas méér dan anderhalf jaar na de eerste toediening daarvan – en goedkeuring van het
vaccin in februari 2019 uiteindelijk permanent is ingetrokken?13
14 15 16
17
Vraag 15
Bent u er voorts mee bekend dat de Strategic Advisory Group of Experts (SAGE), een
adviesorgaan van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), het optreden van ADE bij Dengvaxia
op 17 maart 2016 nog een «theoretische mogelijkheid» had genoemd?18
19
Vraag 16
Hoe beoordeelt u, in het licht van de vorige vragen, het feit dat ook u het optreden
van ADE bij de COVID-19-vaccins thans «theoretisch mogelijk» noemt?
Vraag 17
Bent u bezorgd dat in de (nabije) toekomst de in Nederland toegelaten COVID-19-vaccins
eenzelfde lot als Dengvaxia beschoren zouden kunnen blijken te zijn, te meer nu volgens
u «ADE in laboratorium setting [is] gezien» voor SARS-CoV-2?
Vraag 18
Kunt u uitsluiten dat de COVID-19-vaccins in de (nabije) toekomst tot vergelijkbare
ziekte en sterfte door ADE zullen leiden als met Dengvaxia het geval is geweest?
Vraag 19
Hoe beoordeelt u, in het licht van de vorige vragen, de zorgvuldigheid van de handelwijze
en adviezen van de Gezondheidsraad?
Vraag 20
Hoe beoordeelt u, in het licht van de vorige vragen, de zorgvuldigheid van de handelwijze
van het Outbreak Management Team (OMT), dat over het belangrijke potentiële risico
van ADE volgens u in géén van de 132 overleggen die zij inmiddels heeft gevoerd heeft
gesproken?
Vraag 21
Bent u van mening dat de Gezondheidsraad en het OMT, gelet op hun handelwijze en (gebrek
aan) advisering ten aanzien van ADE, hebben gehandeld en handelen in strijd met hetgeen
in het maatschappelijk verkeer betaamt?
Vraag 22
Kunt u alle vragen afzonderlijk beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
Pepijn van Houwelingen, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.