Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Peter de Groot over de berichten 'Brug over Prinses Margrietkanaal in Kootstertille onveilig: bussen en vrachtverkeer moeten omrijden' en 'Wijkertunnel (A9) op slot voor vrachtverkeer'
Vragen van het lid Peter de Groot (VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstraat over de berichten «Brug over Prinses Margrietkanaal in Kootstertille onveilig: bussen en vrachtverkeer moeten omrijden» en «Wijkertunnel (A9) op slot voor vrachtverkeer» (ingezonden 12 oktober 2021).
Antwoord van Minister Visser (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 16 december
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 529.
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Brug over Prinses Margrietkanaal in Kootstertille
onveilig: bussen en vrachtverkeer moeten omrijden» van 7 oktober 2021 en «Wijkertunnel
(A9) op slot voor vrachtverkeer» van 8 oktober 2021?1,
2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u toelichten wat de «code rood» classificering van de brug Kootstertille door
Rijkswaterstaat precies betekent? Is de brug onveilig of is de brug niet veilig te
verklaren?
Antwoord 2
Een inspectie naar de constructieve veiligheid van de brug eind september 2021 heeft
uitgewezen dat, gezien de huidige belasting en de staat van de brug, een lastbeperking
voor zwaar verkeer noodzakelijk is, om de veiligheid van de brug te kunnen blijven
garanderen.
Code rood is de vertaling die de lokale media aan de ontstane situatie geeft.
Vraag 3
Waarom is er nu toch sprake van een beperking, terwijl na de aanvaring in de 2013,
met ernstige schade tot gevolg, de brug na reparatie veilig gebruikt zou kunnen worden
tot 2025?
Antwoord 3
Bij de aanvaring van 2013 is één van de pijlers van de brug beschadigd geraakt. Deze
pijler is destijds hersteld, waarmee de brug weer in dezelfde staat was teruggebracht
naar de situatie van voor de aanvaring. Destijds was de verwachting dat de brug tot
aan de geplande vervanging (toen voorzien eind 2024) veilig gebruikt zou kunnen worden.
Uit onderzoek is recent (eind september 2021) gebleken dat de belasting van de aanbruggen
(het deel van de brug dat de hoofdoverspanning met een landhoofd verbindt) te zwaar
is en dat lastbeperking noodzakelijk is om de constructieve veiligheid te blijven
garanderen.
Vraag 4
Wat zijn de gevolgen voor de verbinding met Noordoost-Friesland voor de landbouw en
industrie nu niet alleen deze brug wordt afgesloten voor zwaar verkeer, maar ook de
brug bij Skûlenboarch al langere tijd dicht is voor zwaar verkeer?
Antwoord 4
Op 11 oktober heeft RWS moeten ingrijpen met de lastbeperking om de veiligheid van
de (vaar)weggebruikers te blijven garanderen. In samenwerking met de provincie Fryslân
en de betrokken gemeenten is het mogelijk gemaakt dat sinds maandag 25 oktober agrarisch
verkeer, bussen en het overgrote deel van het vrachtverkeer met een ontheffing via
afwisselend éénrichtingsverkeer de brug kan passeren. De wachttijd via het afwisselend
éénrichtingsverkeer beperkt zich tot enkele minuten. Navraag bij naastgelegen bedrijf
leert dat bijna 90% van hun transporten met een ontheffing via de brug Kootstertille
kunnen. De verwachting is dat dit ook voor de andere bedrijven met zwaar transport
geldt.
Het deel van het zware verkeer dat niet via een ontheffing via de brug kan rijden,
zal helaas nog steeds via de omrijroutes moeten rijden. Dit betreft voertuigen van
30 tot 50 ton al naar gelang de afstand tussen de twee assen van het voertuig en voertuigen
zwaarden dan 50 ton. Voor hen bedraagt de extra reistijd 13 minuten.
Vraag 5
Kunt u toelichten waarom ervoor is gekozen om per maandag 11 oktober 2021 de ontheffingen
voor de boeren in de omgeving, die zo nu en dan gebruik maakten van de brug bij Skûlenboarch,
in te trekken?
Antwoord 5
Voor die brug gold al een verbod (een zogenaamde «geslotenverklaring») voor vrachtwagens
en bussen. Daarbij waren ontheffingen afgegeven voor voertuigen van de gemeente en
voor één agrarisch bedrijf. Zowel het verbod als de ontheffingen zijn ingetrokken
en vervangen door eenzelfde lastbeperking als bij de brug Kootstertille. Zo is de
situatie eenduidig geregeld en wordt het uitwijken van zwaar agrarisch verkeer naar
de brug Schuilenburg minder waarschijnlijk.
Vraag 6
Kunt u uitleggen waarom de vervanging van de brug onlangs door het rijk nog met een
jaar werd uitgesteld? Zijn alle mogelijkheden in kaart gebracht? Zorgt extra budget
voor beheer en onderhoud voor een versnelling van dit project?
Antwoord 6
Het uitstellen van de start van de gebiedsgerichte verkenning naar vervanging van
de bruggen Kootstertille en Schuilenburg is ambtelijk besproken met de betrokken regionale
partners bij een voorbereidend overleg voor het Bestuurlijk Overleg MIRT in juni jl.
Bij de voorbereidende werkzaamheden om te komen tot een startbeslissing, is op basis
van bijgewerkte ramingen gebleken dat er onvoldoende budget en capaciteit beschikbaar
is, waardoor niet wordt voldaan aan de MIRT spelregel dat bij de start minimaal 75%
van het benodigd budget beschikbaar moet zijn. Aangezien dit niet het enige deelproject
is dat binnen het programma «Opwaardering Hoofdvaarweg Lemmer Delfzijl» (HLD) te maken
heeft met budgettaire tekorten, is recent in Bestuurlijk Overleg met de regionale
bestuurders de problematiek rond Groningse en Friese bruggen integraal bezien. In
dit overleg is afgesproken om onder andere de brug Kootstertille met voorrang op te
pakken. Voor de verdere uitkomsten van dit BO bent u separaat geïnformeerd op 16 december
2021.
De opwaardering van de hoofdvaarweg staat binnen het aanlegprogramma HLD centraal.
De voornaamste kosten en urgentie worden echter bepaald door de vervanging van (onderdelen
van) de bruggen die veelal (bijna) einde levensduur zijn. Indien er extra geld voor
dit aanlegprogramma beschikbaar komt, zou de verkenning naar vervanging van de bruggen
Kootstertille en Schuilenburg eerder gestart kunnen worden.
Vraag 7
Bent u bereid om een contra-expertise op te starten voor een tijdelijke versterking
van de brug om hiermee een snelle oplossing voorhanden te hebben die ruimschoots voor
de definitieve vervanging en het liefst op korte termijn wordt uitgevoerd met als
doel het beperken of opheffen van de hinder?
Antwoord 7
In het onderzoek naar de technische staat van de brug, heeft reeds contra-expertise
plaatsgevonden. Door zowel Arcadis als Nebest zijn berekeningen uitgevoerd. Beide
bedrijven komen tot dezelfde conclusie. Vervolgens is ook de expertise van een regionaal
bedrijf nog benut, dat leidde tot een bevestiging van de conclusies die Arcadis en
Nebest hebben getrokken.
Zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 4 is inmiddels afwisselend éénrichtingsverkeer
over de brug Kootstertille ingesteld om de hinder te beperken.
Vraag 8
Hoe kan het dat Rijkswaterstaat ineens werd geconfronteerd met de defecte ventilatoren
in de Wijkertunnel, waardoor de keuze is gemaakt om de tunnel van de één op de andere
dag af te sluiten voor vrachtverkeer?
Antwoord 8
Op 30 september en 1 oktober jl. zijn in de tunnelbuis (oostbuis) richting Alkmaar
en in de tunnelbuis (westbuis) richting Amsterdam tijdens een reguliere inspectie
gebreken aan ventilatoren geconstateerd. Het gaat om loszittende geluiddempende beplating
en versleten lagers van motoren. Het ventilatiesysteem (langsventilatie) heeft een
veiligheidsfunctie en is bedoeld om bij brand in de tunnel de rook met de verkeersrichting
mee de tunnel uit te blazen en om te voorkomen dat de rook langs onder andere het
plafond weer terug de tunnel in stroomt.
Om brand in de tunnel en daarmee veiligheidsrisico’s tot een minimum te beperken is
besloten om tijdelijk geen vrachtwagens en touringcars toe te staan in de Wijkertunnel.
Vraag 9
Waarom is de sluiting voor onbepaalde tijd? Waarom kan er geen gerichte termijn worden
gegeven?
Antwoord 9
Nader onderzoek moest uitwijzen of de ventilatoren dan wel de defecte onderdelen gerepareerd,
gereviseerd of vervangen konden worden. De bewuste ventilatoren zijn niet meer in
die maatvoering verkrijgbaar en toepasbaar. Ook betreft het geen standaard onderdelen
en zijn deze onderdelen niet voorradig. Hierdoor was het bepalen van een hersteltermijn
niet mogelijk.
Voor de tunnel is in beide richtingen inmiddels een oplossing gevonden. Richting Amsterdam
zijn de oude ventilatoren van de Schipholtunnel hergebruikt, waardoor sinds 16 oktober
de tunnel weer open is voor vrachtverkeer en touringcars. Richting Alkmaar is het
gelukt om de ventilatoren te repareren waardoor vanaf 29 oktober de tunnelbuis weer
opengesteld voor het vrachtverkeer en touringcars.
Vraag 10
Welke andere mogelijkheden waren er om een volledige afsluiting voor vrachtverkeer
te voorkomen?
Antwoord 10
Rijkswaterstaat zag geen andere mogelijkheden om de veiligheid te borgen.
Vraag 11
In hoeverre worden de ondernemers en bedrijven die de dupe zijn van dit besluit van
te voren meegenomen in de besluitvorming?
Antwoord 11
Ondernemers en bedrijven zijn niet meegenomen in de besluitvorming, omdat sprake is
van een noodzakelijke spoedmaatregel t.b.v. de veiligheid van de weggebruiker.
Vraag 12
Worden deze ondernemers en bedrijven gecompenseerd voor eventuele extra kosten die
zij moeten maken als gevolg van de afsluiting?
Antwoord 12
Het Ministerie van I&W heeft beleid met betrekking tot nadeelcompensatie. In deze
beleidsregel staan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor vergoeding van schade
en de bijbehorende procedure voor het indienen van een vergoedingsverzoek. Ondernemers
en bedrijven die menen in aanmerking te komen voor deze nadeelcompensatie kunnen een
vergoedingsverzoek indienen. Dit betreft per verzoek maatwerk.
Vraag 13
Heeft u in beeld wat de gevolgen zijn voor het verkeer en de drukte op de weg nu deze
vrachtwagens gebruik moeten maken van nabijgelegen tunnels?
Antwoord 13
Vrachtwagens en bussen werden omgeleid via de Velsertunnel, Coentunnel en Zeeburgertunnel.
De afgelopen periode heeft dit niet geleid tot overmatige drukte op de omleidingsroutes.
Rijkswaterstaat heeft ook extra weginspecteurs ingezet om te hoge vrachtwagens bij
de naastgelegen Velsertunnel snel weg te geleiden.
Vraag 14
Zijn er meerdere vergelijkbare situaties bekend waarbij Rijkswaterstaat de defecten
en/of het achterstallig onderhoud niet volledig in kaart heeft?
Antwoord 14
In het geval van de Wijkertunnel was het bekend dat de ventilatoren al eerder vervangen
hadden moeten worden. Omwille van een budgettekort is dit uitgesteld naar 2023, waarmee
het risico op ongepland uitvallen toenam. Dit risico is uiteindelijk ook opgetreden.
Rijkswaterstaat heeft in beeld wat de restlevensduur is van de verschillende soorten
objecten op basis van bouwjaar en inspectierapporten. U bent daarover geïnformeerd
in de «Staat van de infrastructuur» die vorig jaar december 2020 voor het eerst met
uw kamer is gedeeld. U ontvangt binnenkort de rapportage «St4aat van infrastructuur
over het jaar 2020» waarin deze gegevens wederom inzichtelijk zijn gemaakt. Over de
voortgang van dit ontwikkelplan bent u op 15 december jl. geïnformeerd via de brief
over de voortgang van de MIRT-projecten.
Dit inzicht voorkomt echter niet dat situaties als bij de Wijkertunnel blijven voorkomen.
Zoals aangegeven in de instandhoudingsbrief van 29 oktober jl. (Kamerstuk 35 925 A nr. 14) zullen er zonder extra middelen voor instandhouding keuzes gemaakt moeten worden
over de eisen die we aan de netwerkkwaliteit stellen, welk onderhoud nog wel kan worden
uitgevoerd en welk onderhoud wordt uitgesteld. Dit heeft naar verwachting grote consequenties
voor de bereikbaarheid en gaat gepaard met aanzienlijke hinder.
Vraag 15
Op welke wijze kan vroegtijdige communicatie naar weggebruikers worden verbeterd,
in plaats van voor voldongen feiten komen te staan, zoals bij de beperkingen van de
Wijkertunnel?
Antwoord 15
Rijkswaterstaat zet erop in om de regio en belanghebbenden al naar gelang de aard
van de werkzaamheden, de hinder en urgentie steeds en tijdig te betrekken. De reguliere
lijn is dat, bij gepland en dus voorzienbaar onderhoud en renovaties, de belanghebbenden
vroegtijdig worden betrokken via regulier overleg. Indien er acuut ingegrepen moet
worden, zoals in het geval van de Wijkertunnel, betrekt Rijkswaterstaat de stakeholders
direct in een crisisaanpak. We kunnen helaas op voorhand niet aangeven wanneer storingen
of uitval plaats gaat vinden. Ik zal u binnenkort nader informeren over de hinderaanpak
en hoe de omgeving daar in wordt meegenomen.
Vraag 16
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Antwoord 16
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.