Motie (gewijzigd/nader) : Gewijzigde motie van het lid Simons c.s. over de racistische karikatuur van Zwarte Piet verbieden in de openbare ruimte (t.v.v. 35925-VIII-134)
35 925 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022
Nr. 141
GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID SIMONS C.S. TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR.
134
Voorgesteld 16 december 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Zwarte Piet een racistische stereotypering is, en dit door talloze
organisaties (zoals de Verenigde Naties) is onderschreven;
constaterende dat racistische stereotyperingen een symptoom zijn van racisme;
constaterende dat racisme een ernstige vorm is van discriminatie, en discriminatie
op grond van artikel 1 van de Nederlandse Grondwet is verboden en strafbaar is gesteld
op grond van artikel 137 van het Wetboek van Strafrecht;
constaterende dat, dankzij anti-Zwarte-Pietdemonstranten, de meerderheid van de Nederlandse
bevolking inmiddels van mening is dat er in de samenleving geen plek meer is voor
Zwarte Piet en steeds meer gemeenten afstand doen van de racistische karikatuur;
constaterende dat Zwarte Piet desondanks ieder jaar opduikt in de publieke ruimte,
voornamelijk in gemeenten die de racistische karikatuur nog niet hebben verbannen;
overwegende dat de publieke ruimte voor iedereen veilig en toegankelijk moet zijn;
overwegende dat tradities altijd en door de eeuwen heen onderhevig zijn (geweest)
aan verandering;
verzoekt de regering op grond van artikel 137 van het Wetboek van Strafrecht de racistische
karikatuur van Zwarte Piet te verbieden in de openbare ruimte,
en gaat over tot de orde van de dag.
Simons
Van Baarle
Van Esch
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.H. Simons, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
E.M. van Esch, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Stephan van Baarle, Tweede Kamerlid