Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Palland over het bericht ‘‘Gratis geld, en nog laat KLM haar flexwerkers spartelen’’
Vragen van het lid Palland (CDA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Gratis geld, en nog laat KLM haar flexwerkers spartelen» (ingezonden 12 augustus 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Wiersma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
16 december 2021) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3944.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Gratis geld, en nog laat KLM haar flexwerkers spartelen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Kunt u aangeven hoeveel medewerkers de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij (KLM) hebben
(moeten) verlaten sinds het begin van de coronacrisis, uitgesplitst naar vaste en
flexibele contracten én naar flexkrachten die werkten via een uitzendbureau en flexkrachten
die in dienst waren van KLM zelf?
Hoeveel van al deze medewerkers hebben een vertrekregeling, ontslagvergoeding en/of
begeleiding van werk naar werk aangeboden gekregen (en geaccepteerd)?
Antwoord 2 en 3
Het is voor mij niet mogelijk om alle gevraagde informatie te verstrekken, omdat ik
daarover niet beschik. Het volgende antwoord is gebaseerd op de informatie die KLM
wel openbaar heeft gemaakt.
KLM heeft aangegeven in 2020 afscheid te hebben genomen van 3.450 medewerkers die
via een uitzendorganisatie of met een contract voor bepaalde duur bij KLM werkzaam
waren. Daarnaast hebben ruim 2.600 medewerkers met een vast dienstverband gebruik
gemaakt van de door KLM aangeboden vrijwillige vertrekregelingen. Waar de vrijwillige
vertrekregelingen en het Sociaal plan van toepassing zijn en voorzien in vergoedingen
of begeleiding, is dat aan de medewerkers aangeboden. Door natuurlijk verloop is in
2020 het aantal arbeidsplaatsen met 500 medewerkers teruggebracht.
Vraag 4
Kunt u de volledige subsidieaanvraag voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de
globalisering voor ontslagen werknemers (EFG), die KLM in samenwerking met uw ministerie
heeft ingediend als cofinanciering voor het sociaal plan, met ons delen?
Antwoord 4
Aangehecht treft u de aanvraag van KLM2 aan waarbij de gedeeltes die bedrijfsvertrouwelijke gegevens bevatten onzichtbaar
zijn. Daarnaast heeft de Europese Commissie ook een uittreksel van de aanvraag gepubliceerd.
Daarin treft u informatie aan over de aanleiding, de beoogde aantallen getroffen medewerkers
en de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd
Vraag 5
Hoe is deze subsidieaanvraag tot stand gekomen? Welke partijen zijn geconsulteerd
en op welk moment? Klopt het dat vakbonden niet zijn geraadpleegd, terwijl de subsidieaanvraag
zou vermelden van wel?
Antwoord 5
KLM heeft het initiatief genomen om een EGF aanvraag in te dienen. KLM heeft in mei
2020 contact opgenomen met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).
Dit contact vond plaats nadat de eerste contouren van het reorganisatieplan van KLM
bekend waren en KLM aangekondigd had dat in totaal 4.500 tot 5000 fte aan banen zou
verdwijnen.
KLM is de sociale plannen in het kader van de reorganisatie met zijn sociale partners
overeengekomen. KLM geeft aan de vakbondsvertegenwoordigers in december 2020 voorafgaand
aan indiening van de EGF aanvraag over deze aanvraag te hebben geïnformeerd. In de
EGF-aanvraag zelf staat niks over het raadplegen van de vakbonden over deze aanvraag.
Vraag 6 en 7
Wat zijn de precieze voorwaarden om voor subsidie uit het EFG in aanmerking te komen?
Is het juist dat de subsidieaanvraag gedaan door KLM en het Ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid alleen ziet op KLM-personeel met een vast contract en niet
op personeel met een flexibel contract?
Indien ja, waarom is hiervoor gekozen? Was het mogelijk geweest ook voor medewerkers
met een flexibel contract subsidie aan te vragen? Zijn er medewerkers, ongeacht contractvorm,
die hierdoor vergoeding of begeleiding zijn misgelopen? Indien ja, om hoeveel mensen
gaat het?
Antwoord 6 en 7
KLM heeft haar aanvraag ingediend onder de oude EGF Verordening (1309/2013). Ten tijde
van het voorbereiden en indienen van de aanvraag was nog niet duidelijk hoe de nieuwe
Verordening eruit zou komen te zien.
De oude verordening (1309/2013) had als voorwaarde dat de aanvraag betrekking heeft
organisaties die te maken hebben met een massaontslag, dat wil zeggen 500 man ontslagen
personen. Deze ontslagen moeten samenhangen met grote veranderingen in de wereldhandelspatronen
als gevolg van een wereldwijde economische crisis. Ook de COVID-19 pandemie geldt
als een dergelijke crisis.
Onder de huidige verordening (2021/691) is sprake van massaontslag bij 200 personen.
Ook de reikwijdte van de verordening is uitgebreid, de ontslagen dienen het gevolg
te zijn van grote herstructureringen, die veroorzaakt worden door uitdagingen die
te maken hebben met globalisering.
Een verdere voorwaarde in beide Verordeningen is dat de ontslagen binnen een referentieperiode
vallen. Bij één onderneming dienen de ontslagen binnen een periode van vier maanden
plaats te vinden. Bij een aanvraag vanuit een sector dienen de ontslagen binnen een
periode van negen maanden te hebben plaatsgevonden in één of twee aan elkaar grenzende
provincies.
Een EGF-aanvraag wordt ingediend door de lidstaat en niet het bedrijf of de sector.
Nederland verleent als lidstaat geen cofinanciering van maatregelen.
Het is juist dat de aanvraag van KLM om ondersteuning vanuit het EGF voor het van
werk naar werk begeleiden enkel zag op medewerkers met een vast contract en dus niet
op personeel met een tijdelijk contract bij KLM of personeel met een flexibel contract
bij een uitzendbureau.
Voor medewerkers met een flexibel contract bij een uitzendbureau is sprake van een
verschil in voorwaarden tussen de oude en de huidige Verordening. In de oude Verordening
1309/2013 vielen medewerkers met een flexibel contract bij een uitzendbureau niet
onder het begunstigdenbegrip van de Verordening. Op basis van de huidige Verordening
2021/691 vallen ook medewerkers met een flexibel contract bij een uitzendbureau onder
het begunstigdenbegrip op basis van art. 3, lid 1 en art. 5, onder d.
Zowel onder de oude als nieuwe Verordening valt personeel met een tijdelijk contract
onder de reikwijdte van de EGF-regeling. Niettemin heeft KLM voor dit personeel waarvan
het contract afliep geen EGF aangevraagd. Ook dit heeft te maken met de voorwaarden
van het EGF. De bijdrage van het EGF is bedoeld voor bovenwettelijke activiteiten
die getroffen medewerkers helpen bij het vinden van een nieuwe baan. Om in aanmerking
te komen voor steun vanuit het EGF moet een bedrijf namelijk een gecoördineerd pakket
aan dienstverlening bieden dat, in de Nederlandse situatie, door het bedrijf zelf
gecofinancierd moet worden. Wanneer een werkgever geen gecoördineerd pakket aan dienstverlening
aanbiedt, dan kan ook geen aanspraak gemaakt worden op steun vanuit het EGF. Het ontvangen
van een transitievergoeding na afloop van een contract (ten behoeve van omscholing
of de mogelijkheid om een eigen bedrijf te kunnen beginnen) is onvoldoende om te kunnen
spreken van een gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening.
Vraag 8
Kunt u bevestigen dat luchthaven Schiphol voor te ontslaan personeel heeft afgezien
van een subsidieaanvraag uit het EFG, omdat de subsidieregeling «verouderd, administratief
bewerkelijk en complex» zou zijn? Indien ja, was u hiervan op de hoogte en bij betrokken?
Wat vindt u van deze uitkomst?
Antwoord 8
De heer Benschop heeft in zijn brief van 4 juni 2021 in antwoord op de door mevrouw
Jongerius verzonden brief geschreven dat het Sectorfonds Luchtvaart van oordeel is
dat het EGF verouderd, administratief bewerkelijk en complex is. Het Sectorfonds Luchtvaart
heeft geadviseerd dat er alternatieve regelingen (ESF, NLLD) zijn die toegankelijker
zijn en hetzelfde of een beter effect hebben.
Schiphol heeft zich laten adviseren door het Sectorfonds Luchtvaart, hier was het
Ministerie van SZW niet bij betrokken.
Verder heeft Minister Koolmees kennisgenomen van de brief van de heer Benschop, maar
was hij hier niet bij betrokken. Tijdens het Commissiedebat Formele Raad op 9 juni
2021 heeft Minister Koolmees toegezegd om contact op te nemen met de heer Benschop
en het regionale mobiliteitsteam van de gemeente Haarlemmermeer.
Vraag 9
Vindt u dat Nederland in het algemeen en KLM en Schiphol in het bijzonder optimaal
gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheden die het EFG biedt, om mensen aan het werk
te houden en/of aan het werk te krijgen? Heeft Nederland naar uw oordeel kansen laten
liggen, waar luchtvaartpersoneel de dupe van is geworden?
Antwoord 9
Vanuit het Ministerie van SZW wordt ondersteuning geboden bij aanvragen voor een bijdrage
uit het EGF van werkgevers of sectoren. Het initiatief om gebruik te maken van het
EGF ligt bij de werkgever of sector. Op basis van een database3 van de Europese Commissie is te zien dat Nederland in de periode 2006–2020 na Spanje
het meeste aantal EGF aanvragen ingediend heeft. In totaal is ongeveer € 35,2 miljoen
aan steun vanuit het EGF ontvangen, waarmee Nederland op de 10e plaats staat.
Vraag 10
Wat zijn de mogelijkheden om alsnog een nieuwe, aanvullende subsidieaanvraag voor
het EFG te doen, waarmee met name ontslagen medewerkers met een flexibel contract
alsnog kunnen rekenen op een vergoeding en/of begeleiding van werk naar werk?
Antwoord 10
Indien wordt voldaan aan de voorwaarden (200 ontslagen binnen een referentieperiode
van 4 maanden bij één bedrijf of binnen negen maanden binnen een bepaalde sector in
één of twee aangrenzende provincies), dan kan ook een aanvraag ingediend worden voor
werknemers met een flexibel contract. Het is niet mogelijk om voor werknemers met
een flexibel contract die aan het begin van de COVID-19-crisis (maart tot en met mei
2020) waren ontslagen nu nog een aanvraag in te dienen.
Vraag 11
Wie zou zich volgens u verantwoordelijk moeten voelen voor het goed van werk naar
werk begeleiden van werkenden in de flexibele schil van een bedrijf?
Antwoord 11
De verantwoordelijkheid voor het van werk naar werk traject ligt bij werkgever en
werknemer. De overheid biedt ondersteuning, bijvoorbeeld – samen met andere partijen
– via de regionale mobiliteitsteams.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.D. Wiersma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.