Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hijink over het bericht ‘Onverzekerdenkwestie lijkt veel op toeslagenaffaire’
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister en Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Onverzekerdenkwestie lijkt veel op toeslagenaffaire» (ingezonden 30 november 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
16 december 2021).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Onverzekerdenkwestie lijkt veel op toeslagenaffaire»?1
Antwoord 1
Sinds 2009 is er een wettelijke regeling voor compensatie aan zorgaanbieders voor
medisch noodzakelijke zorg aan illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen (artikel
122a Zorgverzekeringswet) en sinds 2017 is er de Subsidieregeling medisch noodzakelijke
zorg aan onverzekerden. Deze regeling is bedoeld voor rechtmatig in Nederland verblijvende
personen. Beide regelingen worden door zorgaanbieders goed gebruikt.
Ik verwijs kortheidshalve naar de evaluatie van de Subsidieregeling die ik op 4 oktober
2021 naar de Tweede Kamer heb gestuurd.2
Vraag 2
Wat is uw reactie op de uitspraak dat lang niet alle zorgaanbieders gebruik maken
van subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden, doordat het «een
enorme bureaucratische, administratieve rompslomp» is?
Antwoord 2
Om in aanmerking te komen voor vergoeding van zorg op grond van de Subsidieregeling
zijn er twee belangrijke administratieve verplichtingen:
• een zorgverlener dient binnen zeven dagen nadat zorg aan een onverzekerde persoon
is verleend dit te melden bij het Meldpunt Onverzekerden Zorg en daarbij persoonsgegevens
te verstrekken.
• een zorgverlener dient bij het indienen van een declaratie bij het CAK het meldingsnummer
te vermelden en persoons- en declaratiegegevens te verstrekken.
Voor zowel de melding als de declaratie zijn de gebruikte formulieren (online bij
het Meldpunt) vastgesteld door de Minister van VWS en gedurende de looptijd van de
regeling verschillende keren aangepast om zo eenvoudig en laagdrempelig als mogelijk
de noodzakelijke gegevens te verstrekken. Zo is het aantal formulieren teruggebracht
naar één formulier, wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van «aankruisvakjes» en
mogen zorgaanbieders de regulier door hun systemen aangemaakte nota’s meesturen met
het declaratieformulier.
Ik deel niet de gedachte dat er sprake is van een administratieve rompslomp. Het aantal
administratieve verplichtingen in de Subsidieregeling is teruggebracht tot het minimum
om de subsidie rechtmatig te kunnen uitkeren. Wel is onderkend dat het indienen van
een declaratie (thans per post) in de toekomst digitaal zou moeten om het voor zorgaanbieders
makkelijker te maken.
Vraag 3
Hoeveel mensen zijn sinds 2015 de zorgverzekering uitgezet, omdat zij niet meer staan
ingeschreven bij de Basisregistratie Personen?
Antwoord 3
Dit is niet bekend. Uitschrijving kan om verschillende redenen en als er een signaal
komt dat iemand is uitgeschreven zal een zorgverzekeraar dat onderzoeken en dient
binnen twee weken contact te worden opgenomen met de verzekerde (telefonisch, per
email of per brief). Dit is standaard praktijk bij alle zorgverzekeraars en zo afgesproken
tussen zorgverzekeraars, de Sociale Verzekeringsbank, de Nederlandse Zorgautoriteit,
het CAK en VWS.
Deze afspraken zijn onderdeel van de werkwijze waarop zorgverzekeraars omgaan met
het vaststellen van het begin en einde van de verzekeringsplicht.
De in de Zorgverzekeringswet neergelegde verplichting dat het woonadres overeen moet
komen met het in de Basisregistratie Personen geregistreerde adres (artikel 4a Zvw)
heeft te maken met het feit dat zorgverzekeraars bij het inschrijven van een verzekerde
uitgaan van de premisse van ingezetenschap. Er is sprake van gerede twijfel over de
verzekeringsplicht op grond van ingezetenschap, indien het door de verzekerde opgegeven
woonadres in Nederland afwijkt van het in de BRP opgenomen adres. Daarom wordt het
adresgegeven onderzocht. Mensen mogen – als ze geen woonadres hebben – ook op een
briefadres ingeschreven staan.
Vraag 4
Hoeveel mensen hebben sinds 2017 zorg gekregen die vergoed werd via de subsidieregeling
medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden?
Antwoord 4
In onderstaande tabel is het aantal toegekende declaraties vermeld. Dit geeft een
beeld voor hoeveel mensen zorg is vergoed is op grond van de «Subsidieregeling medisch
noodzakelijke zorg aan onverzekerden». Er kunnen meerdere declaraties voor één persoon
toegekend worden. Hier kan het CAK geen onderscheid in maken.
aantal toegekend
2017
2018
2019
2020
20211
Farmacie (incl. SEZ)
46
58
140
1.168
1660
GGZ (incl. SEZ)
38
651
1.682
2.481
1757
Huisartsenzorg
17
71
147
413
415
Overige Zorg
2
3
3
0
0
Hulpmiddelen
0
0
0
0
0
Eerstelijnsverblijf
0
0
0
11
11
Verloskundige zorg
0
2
10
10
5
Wijkverpleging
0
2
2
8
10
Ziekenhuizen (incl. SEZ)
61
1.263
4.220
8.368
7839
Kraamzorg
0
0
0
6
0
Paramedische zorg
0
0
0
2
0
Tandheelkundige hulp
0
0
0
1
0
164
2.050
6.204
12.468
11.697
Bron: CAK
X Noot
1
t/m oktober 2021
Vraag 5
Hoeveel onverzekerde mensen hebben naar schatting sinds 2017 medisch noodzakelijke
zorg nodig gehad?
Antwoord 5
Aan de hand van het aantal meldingen dat het Meldpunt Onverzekerden Zorg registreert
is in Tabel 1 te zien dat zorgaanbieders sinds 2017 steeds vaker gebruik maken van
de Subsidieregeling. De onderstaande cijfers betreft het totaal aantal meldingen van
zorg aan een onverzekerde persoon, maar is nog niet gecorrigeerd voor meerdere meldingen
van zorg (door verschillende zorgaanbieders) aan dezelfde persoon. Daarnaast leidt
niet elke melding tot een declaratie bij het CAK, omdat zorgaanbieders onder meer
proberen een deel van rekening te verhalen op de patiënt. In dat geval wordt niet
(meteen) gedeclareerd.
Tabel 1
aantal meldingen
2017
2018
2019
2020
2021
2.270
5.675
12.586
20.537
21.183
t/m oktober 2021
Bron: Meldpunt Onverzekerder Zorg (GGD GHOR Nederland)
In onderstaande is het totaal aantal toegekende en afgewezen declaraties vermeld dat
het CAK op grond van de «Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden»
heeft geregistreerd. Er kunnen meerdere declaraties voor één persoon ingediend worden.
Hier kan het CAK geen onderscheid in maken. Ook wordt niet voor elke melding van medisch
noodzakelijke zorg die een zorgaanbieder doet een declaratie ingediend.
Tabel 2
aantal declaraties
2017
2018
2019
2020
2021
Farmacie (incl. SEZ)
160
172
270
1.592
2.105
GGZ (incl. SEZ)
122
992
2.263
2.981
2.234
Huisartsenzorg
77
269
349
624
574
Overige Zorg
19
20
8
1
0
Hulpmiddelen
5
36
0
0
0
Eerstelijnsverblijf
0
0
0
16
13
Verloskundige zorg
5
17
35
28
17
Wijkverpleging
0
5
25
40
30
Ziekenhuizen (incl. SEZ)
323
2.219
5.659
10.567
9.469
Kraamzorg
0
0
0
12
2
Paramedische zorg
0
0
0
5
2
AWBZ instellingen
0
0
0
137
56
Tandheelkundige hulp
0
0
0
5
2
711
3.730
8.609
16.008
14.504
t/m oktober 2021
Bron: CAK
Vraag 6
Deelt u de mening dat alle mensen in Nederland toegang moeten hebben tot goede gezondheidszorg,
zonder dat zij hierdoor met onbetaalbare rekeningen geconfronteerd worden?
Antwoord 6
Ja. Om deze reden zijn de genoemde regelingen in het leven geroepen. Zorgaanbieders
hebben een inspanningsverplichting na te gaan of mensen (een deel van) de rekening
kunnen betalen.
Vraag 7
Worden mensen die als gevolg van deze problematiek onverzekerd waren en hierdoor niet
de zorg hebben kunnen krijgen die ze nodig hadden gecompenseerd voor de materiële
en/of immateriële schade die ze hierdoor hebben opgelopen? Zo ja, waar kunnen zij
zich melden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Iedereen die in Nederland verblijft en onverzekerd is kan medisch noodzakelijke zorg
krijgen. Sinds de genoemde regelingen bestaan worden zorgaanbieders door de rijksoverheid
gecompenseerd. Omdat mensen zorg krijgen en kregen, is compensatie niet aangewezen.
Vraag 8
Welke stappen kunnen er worden ondernomen om ervoor te zorgen dat mensen die hun huis
verliezen niet ook hun zorgverzekering verliezen?
Antwoord 8
Zorgverzekeraars zijn gehouden het adresgegeven te controleren. Zie het antwoord bij
vraag 3. Voor verzekerden is van belang te reageren als de zorgverzekeraar dit onderzoekt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.