Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bontenbal over het bericht ‘Welkom Energie officieel failliet: gedupeerde klanten zien kans op compensatie slinken’
Vragen van het lid Bontenbal (CDA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Welkom Energie officieel failliet: gedupeerde klanten zien kans op compensatie slinken» (ingezonden 3 november 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
14 december 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 592.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Welkom Energie officieel failliet: gedupeerde klanten
zien kans op compensatie slinken»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat de 90.000 klanten van deze kleine energieleverancier honderden euro’s
dreigen te verliezen, omdat zij bijvoorbeeld te veel betaalde termijnbedragen niet
terug zullen krijgen? Wat betekent voor deze klanten de overstap naar een nieuwe energieleverancier?
Antwoord 2
Laat ik vooropstellen dat ik het uitermate vervelend vind wanneer consumenten geconfronteerd
worden met het faillissement van hun energieleverancier, zowel voor wat betreft de
onzekerheid die hen dit geeft ten aanzien van de energielevering als ten aanzien van
de onzekerheid over eventuele financiële gevolgen. Ik ga in onderstaand antwoord eerst
in op de gevolgen die consumenten ondervinden van het faillissement en als tweede
in op de gevolgen die consumenten ondervinden van de overstap naar een nieuwe energieleverancier.
Ten eerste heeft een faillissement financiële gevolgen voor de consument, maar geen
gevolgen voor de leveringszekerheid van consumenten, die is te allen tijde gewaarborgd.
Het is wettelijk gegarandeerd dat de klanten van de wegvallende leverancier voorzien
zijn van energie.2 De financiële gevolgen vloeien voort uit het wettelijk systeem van faillissementen,
want bij een faillissement van een energiebedrijf gelden dezelfde regels als bij een
faillissement van elk ander bedrijf, zoals bepaald in het Burgerlijk Wetboek en de
Faillissementswet. De volgorde van uitbetaling van vorderingen aan schuldeisers is
wettelijk bepaald. Het uitgangspunt in het Burgerlijk Wetboek (BW) is de «paritas
creditorum». Dat betekent dat alle schuldeisers in beginsel hetzelfde recht hebben
op een gelijke vergoeding uit de netto opbrengst van de boedel, naar evenredigheid
van hun vordering, tenzij de wet iets anders heeft geregeld, bijvoorbeeld door een
bepaalde schuld voorrang te geven. Een consument is volgens de wet een «concurrent
schuldeiser». Concurrente schuldeisers worden uitbetaald nadat onder meer de boedelvorderingen
(bv. salariskosten van curator, taxatiekosten), zekerheidsgerechtigde schuldeisers
(pand- en hypotheekhouders) en vorderingen van schuldeisers met preferente vorderingen
zoals de Belastingdienst zijn betaald. Consumenten krijgen betaald naar verhouding
van de omvang van hun openstaande vordering bij hun failliete leverancier.
Als de energieleverancier die failliet is gegaan, de consument nog gelden schuldig
is, bijvoorbeeld te veel betaalde voorschotbedragen, een eventuele waarborgsom of
een cash-back bonus, dan zijn deze gelden onderdeel van de failliete boedel.
Afhankelijk van de hoogte van betaalde termijnbedragen, een eventuele waarborgsom,
de hoogte van het verbruik, het moment van de jaarafrekening en het moment van het
faillissement is het mogelijk dat de consument meer heeft betaald dan voor het verbruik
benodigd zou zijn geweest. Meerdere variabelen zijn hierop van invloed en daarom zullen
er bij faillissementen altijd consumenten zijn die meer financieel verlies lijden
en er zullen altijd consumenten zijn die minder financieel verlies leiden.
Uiteindelijk is het de curator die bepaalt hoe de financiële afhandeling wordt gedaan
op basis van de Faillissementswet. Uit het eerste verslag van de curator blijkt dat
hij bezig is met het in kaart brengen van de verschillende schulden en baten.3 Op basis daarvan en aan de hand van de in de wet bepaalde volgorde zal worden bepaald
of consumenten nog gelden terugkrijgen, en zo ja hoeveel. Hier kan ik geen uitspraken
over doen.
De beschreven systematiek geldt niet alleen bij het faillissement van een energieleverancier,
deze systematiek geldt breed voor alle faillissementen in Nederland. Dit veranderen
zou een forse wijziging van het systeem en een aantal wetten eisen, onder andere de
Faillissementswet, het Burgerlijk Wetboek en de Invorderingswet.
Om op de korte termijn een verschil te maken voor consumenten, zie ik meer mogelijkheden
bij het specifieke wettelijke kader voor toezicht op energieleveranciers. Naar aanleiding
van de ontwikkelingen op de markt ben ik in gesprek met ACM en leveranciers om te
kijken of het wettelijk kader voor toezicht van ACM robuust genoeg is. Het is een
gezamenlijke opdracht om te zorgen dat de energieleveranciers voldoende kwaliteit,
klantgerichtheid en risicomanagement hebben om de verwachtingen van consumenten te
kunnen waarmaken. Klanten moeten er vanuit kunnen gaan dat hun leverancier voldoende
financiële middelen heeft om de inkoop voor energie ook bij hogere marktprijzen te
kunnen garanderen.
Ik wil onderzoeken of het wenselijk en mogelijk is om hier nadere eisen aan te stellen
en zo ja, welke eisen het doel het beste bereiken en goed uitvoerbaar zijn voor zowel
energieleveranciers als de ACM. Daarbij moet ook onderzocht worden wat de gevolgen
zouden kunnen zijn op de prijsvorming en op de mogelijkheid voor nieuwe leveranciers
om tot de markt toe te treden. Bij dit onderzoek wil ik tevens de mogelijkheden onderzoeken
om de positie van consumenten bij faillissementen te verbeteren. Ik zal dit door een
externe partij laten onderzoeken, in goed overleg met de ACM en de leveranciers. Indien
dit leidt tot wijzigingen in de wetgeving, zal ik uw Kamer informeren. Zie hierover
ook het antwoord op vraag 3.
Naast de beschreven financiële gevolgen voor een consument van een faillissement van
een energieleverancier, is een ander nadelig gevolg dat consumenten te maken krijgen
met een nieuw energiecontract en dus nieuwe voorwaarden. De huidige ontwikkelingen
op de energiemarkt uiten zich helaas in stijgende energietarieven. Ook voor (nieuwe)
klanten bij Eneco is het maandbedrag hoger, aangezien Eneco in oktober tegen de hogere
prijzen energie voor de nieuwe klanten heeft moeten inkopen.
In de brief naar aanleiding van motie Omtzigt c.s. bij de derde termijn van de Algemene
Financiële Beschouwingen inzake energieleveranciers (Kamerstuk 34 552, nr. 38) heb ik uiteengezet waarom de precieze omvang van de hogere kosten voor de consumenten
van Welkom Energie verschilt per individuele klant en niet algemeen vast te stellen
is. De casus van Welkom Energie laat zien dat individuele compensatie zeer ingewikkeld
is en veel tijd zou kosten, met als gevolg dat de consumenten lang zouden moeten wachten
op enige compensatie. Dat is niet in het belang van de consument en juist daarom heeft
het kabinet gekozen voor de generieke en snelle ingreep op de energierekening door
het verlagen van de belastingen voor iedereen. De door het kabinet voorgestelde aanpassing
van de energiebelastingen gaat per 1 januari 2022 in, maar Eneco heeft de verlaging
al doorberekend in de voorschotten die deze klanten betalen. Daarmee wordt uiteraard
niet de gehele stijging voor deze huishoudens gecompenseerd, ook niet voor de klanten
van Welkom Energie, maar het is wel een substantiële compensatie.
Vraag 3
Op welke manier beschermt de overheid consumenten voor te hoge prijsstijgingen op
de energierekening en een faillissement van de energieleverancier? Is deze consumentenbescherming,
gelet op de huidige situatie, naar uw mening nog voldoende? In hoeverre mag van consumenten
verwacht worden dat zij alle consequenties overzien van de energiecontracten die zij
sluiten?
Antwoord 3
De Europese Unie heeft eind jaren negentig gekozen voor een vrije energiemarkt voor
elektriciteit en gas (eerste liberaliseringsrichtlijn voor energie). Ook in Nederland
zijn energieleveranciers actief op een vrije markt, waarin sprake is van onderlinge
concurrentie. Inherent aan deze concurrerende omgeving is de toe- en uittreding van
energieleveranciers, waarbij faillissementen helaas kunnen voorkomen.
Het voordeel van een vrije markt is dat consumenten zelf energietarieven kunnen vergelijken,
keuzevrijheid hebben uit verschillende energieleveranciers en dat energieleveranciers
innoveren in producten, dienstverlening en soort energie die aangeboden wordt (bijvoorbeeld
hernieuwbare elektriciteit, hernieuwbare elektriciteit uit Nederland etc.). Zo kan
elk huishouden zelf vrij kiezen van welke leverancier en tegen welke voorwaarden hij/zij
elektriciteit en gas wil afnemen, waaronder de keuze voor grijze of hernieuwbare elektriciteit,
de keuze voor vaste of variabele prijzen, de keuze voor een kort of lang lopend contract
en de keuze om te wisselen van energieleverancier.
In deze energiemarkt worden energieprijzen door leveranciers doorberekend aan consumenten.
Consumenten kunnen kiezen voor vaste of variabele tarieven en voor een kort of lang
lopend contract. De overheid beschermt consumenten niet tegen prijsstijgingen, zoals
dat ook voor prijsstijgingen van andere producten en diensten niet gebruikelijk is.
Sinds afgelopen zomer is er echter sprake van een uitzonderlijke situatie op de gasmarkt.
De energieprijzen, en in bijzonder die van gas, zijn de afgelopen maanden fors gestegen.
Het kabinet ziet dat deze situatie onzekerheid oplevert, omdat huishoudens en ondernemers
zich zorgen maken of de prijzen blijven stijgen en of ze hun energierekening nog kunnen
betalen. Het kabinet erkent deze zorgen en heeft daarom besloten om dit jaar, eenmalig,
de energiebelastingen aan te passen om een lastenverlichting te realiseren.
De ACM controleert of energieleveranciers kunnen voldoen aan de eisen voor leveringszekerheid
en monitort in dat kader de financiële positie van energieleveranciers. Zij doet dit
jaarlijks in oktober en vanwege de huidige marktomstandigheden dit jaar al in september,
en kijkt daarbij een jaar vooruit. Door het gehele jaar heen voert ACM risico georiënteerd
toezicht. Zo kijkt de ACM bijvoorbeeld met de coronacrisis en nu de hoge gasprijzen
in hoeverre dergelijke crises invloed hebben op de betrouwbaarheid van de levering
door de leveranciers. Daarnaast monitort de ACM de organisatorische, technische en
financiële vereisten voor energieleveranciers blijvend, hetgeen ook dient ter bescherming
van consumenten. Als ACM problemen signaleert, zal ze in nauwer contact met de onderneming
te treden en zich in het uiterste geval voor te bereiden op de procedures rond eventuele
faillissementen of intrekking van de leveringsvergunning voor het leveren aan huishoudens
en klein-zakelijke afnemers. Het behoort niet tot de taak van ACM om faillissementen
te voorkomen en dit ligt ook niet binnen de mogelijkheden van ACM. De taak van ACM
is om de leveringszekerheid te borgen, met andere woorden om te zorgen dat consumenten
niet zonder elektriciteit en gas komen te zitten.
In aanvulling op het huidige toezicht, werk ik aan een scherper wettelijk kader voor
toezicht en scherpere eisen aan energieleveranciers, bijvoorbeeld de verplichting
tot aanlevering van accountantsverklaringen en een expliciete meldplicht bij wijziging
in organisatorische, financiële en administratieve kwaliteiten bij de onderneming.
De aanscherpingen zijn opgenomen in het voorstel voor een nieuwe Energiewet, welk
wetsvoorstel momenteel voorligt bij betrokken toezichthouders voor een uitvoerbaarheids-
en handhaafbaarheidstoets en zal na advisering door de Raad van State in 2022 naar
uw Kamer worden gestuurd.
Deze periode van hoge prijzen voor gas en elektriciteit vormt een grote opgave voor
alle leveranciers en voor het systeem van Nederland. We zien dat meerdere energieleveranciers
failliet zijn gegaan en dat dit grote nadelige gevolgen voor consumenten heeft. Zoals
uiteengezet in het antwoord op vraag 2, vind ik het dan ook belangrijk – gezien de
faillissementen dit jaar en de nadelige financiële gevolgen voor consumenten – om
nader te onderzoeken of het wenselijk en mogelijk is nadere eisen te stellen aan de
financiële positie van de energieleveranciers om zo de kans te verkleinen dat faillissementen
zich voordoen. Bij dit onderzoek wil ik tevens de mogelijkheden onderzoeken om de
positie van consumenten bij faillissementen te verbeteren, in aanvulling op de uitkomsten
van het bovenstaande onderzoek. Als aangekondigd, zal ik dit door een externe partij
laten onderzoeken, in goed overleg met de ACM en de leveranciers. Indien dit leidt
tot wijzigingen in de wetgeving, zal ik uw Kamer informeren.
Tot slot ga ik in op de vraag in hoeverre consumenten de consequenties van energiecontracten
kunnen overzien. De leveranciers hebben de verplichting consumenten te informeren
over hun rechten alvorens zijn een energiecontract afsluiten. Het is momenteel wettelijk
geborgd dat consumenten voordat zij hun contract sluiten op de hoogte worden gebracht
van de belangrijkste aspecten van het leveringscontract. Hieronder valt niet alleen
de prijs en prijs per factuurperiode, maar ook de duur van de overeenkomst, of de
overeenkomst automatisch verlengd wordt, en informatie over opzeggen van het contract.
De nieuwe Elektriciteitsrichtlijn die in het wetsvoorstel van de Energiewet wordt
geïmplementeerd, bevat extra eisen ten opzichte van de huidige wettelijke regels,
bijvoorbeeld een samenvatting van het contract en opname van de einddatum van het
contract in de factuur en factureringsinformatie.
Ook stelt de Elektriciteitsrichtlijn eisen aan prijsvergelijkingsinstrumenten zodat
de consument op transparante wijze van informatie wordt voorzien om hem in staat te
stellen het contract te kiezen dat het beste bij hem past.
Daarnaast biedt ACM Consuwijzer onafhankelijke informatie over het aangaan en opzeggen
van contracten. Met de recente verhoging van de energieprijzen ziet de ACM de informatiebehoefte
van consumenten veranderen. Daarom geeft de ACM onder andere via het loket van ACM
ConsuWijzer meer voorlichting over leveringszekerheid en de rechten die consumenten
hebben bij het aangaan en opzeggen van hun contract.
Vraag 4
Is het mogelijk dat een aantal energieleveranciers, zijnde de zogenaamde «prijsvechters»,
te grote risico’s heeft genomen in de contractering van nieuwe klanten en contracten
op de energiemarkten? Kan het zijn dat deze prijsvechters gegokt hebben op lage elektriciteitsprijzen
op de spotmarkten en nu de rekening gepresenteerd krijgen, en dat de klanten hier
nu de dupe van zijn? Hoe waardeert u dit gedrag en bent u bereid maatregelen te treffen
zodat energieleveranciers prudent inkoopbeleid hebben?
Antwoord 4
De markt voor levering van energie aan kleinverbruikers is een vrije markt. Dat betekent
onder meer dat energieleveranciers die voldoen aan de vergunningvereisten, vrij zijn
in hun keuzes in bedrijfsvoering. Dit vergroot de concurrentie op de markt en leidt
tot meer keuze en betere prijzen voor consumenten. Inherent aan deze concurrerende
omgeving is de toe- en uittreding van energieleveranciers, waarbij de uittreding onder
meer kan worden veroorzaakt door een faillissement.
In mijn brief naar aanleiding van motie Omtzigt c.s. naar aanleiding van de derde
termijn van de Algemene Financiële Beschouwingen inzake energieleveranciers (Kamerstuk
29 023, nr. 275) ben ik ingegaan op de onafhankelijke rol van toezichthouder ACM op de energiemarkt
en de wijze waarop zij deze rol vervult, ook specifiek ten aanzien van het financiële
toezicht. Zo heeft ACM dit jaar in het jaarlijkse informatieverzoek leveranciers gevraagd
te beschrijven welke inkoopstrategie ze hanteren. Hiermee verkrijgt ACM inzicht in
de inkoopstrategie van energieleveranciers die kan worden gebruikt om extra duiding
te geven aan de financiële cijfers (zo zou een partij met beperkte liquide middelen
extra risico lopen als zij een risicovolle inkoopstrategie hanteert, waardoor ACM
gerichter en uitgebreider kan doorvragen).
Zoals ik in het antwoord op vraag 2 heb aangekondigd, wil ik een externe partij onderzoek
laten doen, in goed overleg met de ACM en de leveranciers. Het onderwerp van prudent
inkoopbeleid kan bij dit onderzoek worden meegenomen. Indien dit leidt tot wijzigingen
in de wetgeving, zal ik uw Kamer informeren.
Vraag 5
Deelt u de mening dat er strengere regels zouden moeten zijn voor (nieuwe) energieleveranciers
met betrekking tot het aanhouden van financiële buffers, net zoals dat bij banken
het geval is? Op welke wijze zou een dergelijk voorschrift vorm gegeven kunnen worden?
Antwoord 5
De ACM houdt toezicht op energieleveranciers die leveren aan huishoudens en klein
zakelijke afnemers. Leveranciers moeten beschikken over een vergunning die zij aanvragen
bij ACM. De ACM toetst of de leverancier op een betrouwbare wijze en onder redelijke
tarieven en voorwaarden energie kan leveren aan huishoudens en klein-zakelijke afnemers.
De ACM toetst of de leverancier de consument goed kan bedienen: de leverancier moet
beschikken over de benodigde organisatorische, financiële en technische kwaliteiten.
Met deze eisen is bedoeld te voorkomen dat energieleveranciers zich te lichtvaardig
aanmelden voor deze taak en bijvoorbeeld onvoldoende kennis hebben van de energiemarkt.
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 3, toetst de ACM de financiën van een leverancier
jaarlijks en kijkt onder meer of de financiën van een energieleverancier een jaar
vooruit voldoende zijn. In mijn brief naar aanleiding van motie Omtzigt c.s. bij de
derde termijn van de Algemene Financiële Beschouwingen inzake energieleveranciers
(Kamerstuk 29 023, nr. 275) heb ik aangegeven, dat ik aan een scherper wettelijk kader voor toezicht door de
ACM en scherpere eisen aan energieleveranciers werk, bijvoorbeeld de verplichting
tot aanlevering van accountantsverklaringen en een expliciete meldplicht bij wijziging
in organisatorische, financiële en administratieve kwaliteiten bij de onderneming.
Deze maatregelen zijn opgenomen in het wetsvoorstel voor de Energiewet dat thans voorligt
bij de betrokken toezichthouders voor een uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoets
en dat in 2022 naar uw Kamer wordt gestuurd. Het onderwerp van financiële buffers
kan tevens worden meegenomen bij het onderzoek dat ik heb aangekondigd in het antwoord
op vraag 2.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.