Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hammelburg over het bericht dat De Nederlandsche Bank (DNB) een handhavingstraject is gestart tegen de Rabobank
Vragen van het lid Hammelburg (D66) aan de Minister van Financiën over het bericht dat De Nederlandsche Bank (DNB) een handhavingstraject is gestart tegen de Rabobank (ingezonden 19 november 2021).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën) (ontvangen 14 december 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «DNB voert druk op bij Rabobank wegens gebrekkige witwascontrole»1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wanneer werden uw ministerie en u geïnformeerd over de beslissing van het Openbaar
Ministerie (OM) om een handhavingstraject te starten tegen de Rabobank?
Antwoord 2
Het artikel waar in vraag 1 naar wordt verwezen beschrijft een handhavingstraject
geïnitieerd door De Nederlandsche Bank (DNB) bij Rabobank, geen handhavingstraject
van het OM. Het gaat volgens Rabobank om een voorgenomen aanwijzing en een punitief
handhavingstraject waarvan DNB aangekondigd heeft dat het wordt gestart. Hierover
ben ik voor het eerst op hoog ambtelijk niveau geïnformeerd op 11 november jl.
Vraag 3 en 4
Kunt u aangeven welke stappen u heeft gezet – sinds de schikking tussen het OM en
ABN AMRO in april van dit jaar vanwege jarenlange en structurele overtreding van de
Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) bij haar activiteiten
in Nederland – al dan niet richting de Nederlandse Bank, om Nederlandse banken nogmaals
op hun plicht te wijzen de Nederlandse wet na te leven?
Herinnert u zich uw antwoord op eerdere vragen waarin u aangaf dat u «de tekortkomingen
bij de naleving van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme
(…) zeer pijnlijk»2 vond, nadat DNB concludeerde dat «verschillende financiële instellingen hun verantwoordelijkheid
voor het beheersen van integriteitrisico’s nog onvoldoende adequaat oppakken»3? Wat heeft u sinds die conclusie gedaan om de naleving van de wet door Nederlandse
banken op orde te brengen?
Antwoord 3 en 4
Sinds de transactie met ING waar in vraag 4 naar wordt verwezen, heeft het voorkomen
van het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen en het financieren van terrorisme
een hoge prioriteit bij de Minister van Justitie en Veiligheid en mij. In 2019 hebben
wij daartoe gezamenlijk het plan van aanpak witwassen met verschillende voorgenomen
maatregelen gepresenteerd.4 Dat plan is in samenspraak met betrokken publieke en private partijen tot stand gekomen.
Sindsdien informeren de Minister van Justitie en Veiligheid en ik uw Kamer periodiek
over de voortgang van de uitvoering van voornoemd plan.5 Begin 2022 sturen wij uw Kamer de vierde voortgangsbrief.
Naar aanleiding van de transactie van ABN AMRO met het Openbaar Ministerie van april
van dit jaar heb ik, aanvullend op de lopende maatregelen, aan DNB gevraagd hoe het
gaat met de naleving van deze regelgeving in de sector en of DNB voldoende toegerust
is voor het toezicht. DNB antwoordde in haar brief dat de sector van ver moet komen
en dat de problemen omvangrijk en persistent zijn. DNB noemt dat bij 28 banken (ongeveer
een derde van alle banken die onder Wwft-toezicht van DNB vallen) herstel- en verbetertrajecten
lopen. Een structureel herstel van gebreken uit het verleden vraagt op dit moment
extra inzet van de sector. DNB ziet de afgelopen jaren wel dat de sector zich bewuster
is geworden van de rol van poortwachter en concreet werk maakt van het op orde brengen
en houden van deze verantwoordelijkheid.6
Vraag 5
Hoe beoordeelt u het feit dat de Rabobank de derde systeembank is in Nederland die
recentelijk door het OM is berispt vanwege de gebrekkige naleving van de Wwft?
Antwoord 5
Op dit moment is mij alleen bekend dat Rabobank zelf heeft gemeld dat Rabobank een
dwangsom van DNB heeft verbeurd en dat Rabobank een voorgenomen aanwijzing van DNB
heeft ontvangen. Volgens Rabobank heeft DNB voorts aangekondigd dat een punitief handhavingstraject
wordt gestart waarvan de uitkomst op dit moment niet bekend is. Maatregelen vanuit
het OM jegens Rabobank zijn mij niet bekend. Desalniettemin is het uiteraard geen
goed signaal dat Rabobank, na de transacties van ING en ABN AMRO met het OM, als derde
grootbank tekort is geschoten bij het naleven van de Wwft. Private partijen zoals
banken hebben als poortwachter een verantwoordelijkheid om te voorkomen dat hun dienstverlening
wordt misbruikt voor witwassen en financieren van terrorisme. Het voorkomen van witwassen
en financieren van terrorisme is een belangrijke maatschappelijke en wettelijke taak
die banken adequaat behoren te vervullen. De instellingen moeten hiertoe verbeteringen
doorvoeren en investeringen doen. Het is daarbij van groot belang dat bestuurders
van financiële instellingen hun verantwoordelijkheid nemen en integriteit boven commercie
stellen. Ik blijf hiervoor aandacht vragen van bestuurders.
Vraag 6
Hoeveel mensen werken er bij Nederlandse banken, en hoeveel van hen zijn belast met
de naleving van de Wwft?
Antwoord 6
Volgens de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) was het aantal (vaste) medewerkers,
werkzaam in de bankensector in Nederland 66.701 in 2020. Het aantal mensen dat zich
bezighoudt met de naleving van compliance gerelateerde aangelegenheden, waaronder
de Wwft, is ongeveer 12.000 volgens de NVB.
Vraag 7
Welke kansen voor innovatie om de controle op potentieel frauduleuze betalingen efficiënter
en effectiever te maken worden er gesignaleerd en hoe draagt u eraan bij dat financiële
instellingen hier voortvarend mee aan de slag kunnen gaan?
Antwoord 7
Het vergroten van de effectiviteit van de poortwachtersfunctie is een van de pijlers
van het plan van aanpak witwassen.7 Door middel van technologische innovatie en verbeterde samenwerking tussen publieke
en private partijen alsook tussen private partijen onderling kan de effectiviteit
verbeterd worden. Zo bereid ik samen met de Minister van Justitie en Veiligheid het
Wetsvoorstel Plan van aanpak witwassen voor ter indiening bij de Tweede Kamer. Dit
voorstel bevat onder meer verruiming van de mogelijkheden voor poortwachters om onderling
informatie uit te wisselen. Daarnaast zijn er verschillende samenwerkingsverbanden
actief waarin publieke en private partijen informatie over risico’s en witwasmethodes
met elkaar delen. Een voorbeeld hiervan is de publiek-private samenwerking in het
Financieel Expertise Centrum (FEC) en het Anti Money Laundering Centre (AMLC). Dit
gebeurt ook in de Fintell Alliance, waarin de Financial Intelligence Unit Nederland
informatie over algemene fenomenen en typologieën deelt met de deelnemende banken.8 In algemene zin ben ik van mening dat samenwerking en het delen van informatie in
grote mate kunnen bijdragen aan de effectiviteit van de vervulling van de poortwachtersfunctie.
Een groot deel van het anti-witwasraamwerk wordt gevormd door Europese wetgeving.
Daarom zet ik mij bij de onderhandelingen over de voorstellen van de Europese Commissie
voor de nieuwe Europese anti-witwasrichtlijn en -verordening9 in voor duidelijker regels met betrekking tot informatie-uitwisseling en mogelijkheden
voor poortwachters om samen te werken.
Vraag 8 en 10
Kunt u toelichten welke vorderingen er zijn gemaakt bij het adequaat beheersen van
integriteitsrisico’s door Nederlandse banken en welke vorderingen er nog gemaakt moeten
worden?
Hoe oordelen DNB en de Europese Centrale Bank (ECB) over de naleving van de Wwft?
Zien zij dat de naleving in andere landen beter verloopt? Zo ja, waarom verloopt de
naleving daar beter dan in Nederland?
Antwoord 8 en 10
Ten aanzien van de bancaire sector constateerde DNB onlangs bij de transactie met
ABN AMRO dat deze transactie past in het beeld dat DNB in algemene zin van deze sector
heeft over de afgelopen periode.10 DNB zag dat de sector zich de afgelopen jaren bewuster is geworden van haar poortwachtersfunctie
en concreet werk maakt van het op orde brengen en houden van deze verantwoordelijkheid.
Ook nam DNB waar dat bestuurders meer eigenaarschap tonen voor het naleven van de
Wwft. Tegelijk stelt DNB vast dat de sector nog veel te doen heeft. DNB schreef dat
zij sinds de transactie van het OM met ING in verband met de Wwft tien formele handhavende
maatregelen heeft opgelegd aan banken. Verder meldt DNB dat zij in twee situaties
(waaronder de ABN AMRO-zaak) haar bevindingen heeft ingebracht in het tripartite overleg
met het OM en de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD), waarna het OM heeft
besloten tot de start van een strafrechtelijk onderzoek. DNB gaf aan dat in de komende
periode de bankensector de tekortkomingen die in het verleden zijn ontstaan moet herstellen
om de rol van poortwachter adequaat in te vullen. DNB monitort de vorderingen van
de sector en neemt waar nodig aanvullende maatregelen. Het is van doorslaggevend belang
dat de verbeterprogramma’s die bij verschillende banken lopen tot structurele verbeteringen
leiden. DNB zal mij in haar jaarlijkse zbo-verantwoording blijven informeren over
de stand van zaken in de bancaire sector. Daarnaast blijf ik, samen met de Minister
van Justitie en Veiligheid, in gesprek met alle betrokken partijen over de voortgang
van het reeds ingezette plan van aanpak witwassen en bezien wij doorlopend of aanvullende
maatregelen nodig zijn.
De ECB heeft geen directe toezichtbevoegdheid met betrekking tot naleving van de anti-witwasrichtlijn
of de Wwft door banken in Nederland. De ECB is verantwoordelijk voor het prudentiële
toezicht op de grootbanken. Bij de uitoefening van de prudentiële toezichtstaken kan
de ECB optreden, indien kwesties rond witwassen en terrorismefinanciering gevolgen
zouden kunnen hebben voor de veiligheid en soliditeit van de instelling. Omdat optreden
van de ECB in dit kader toezichtvertrouwelijk is, heb ik geen informatie of dit daadwerkelijk
heeft plaatsgevonden. De ECB is gezien de hierboven beschreven verantwoordelijkheden
geen aangewezen partij om een algemeen oordeel te geven over de stand van de naleving
van de Wwft door de bancaire sector. De Europese Commissie heeft recent echter voorstellen
gedaan om tot een Europese anti-witwastoezichthouder te komen, zodat tot borging van
het toezicht op Europees niveau kan worden gekomen. Het kabinet verwelkomt het voorstel
voor de oprichting van deze Europese anti-witwasautoriteit (AMLA). Nederland heeft
meermaals opgeroepen tot de oprichting van een Europese toezichthouder ter versterking
van de effectiviteit van het Europese anti-witwasraamwerk.11
Vraag 9
Hoe beoordeelt u de Nederlandse regels ter bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering,
die de aanleiding geven voor deze maatregel van DNB, in internationaal perspectief?
Antwoord 9
Het systeem van poortwachters van het financiële stelsel bestaat al geruime tijd en
was ook al onderdeel van de wetten die de voorganger van de Wwft waren. Dit systeem
wordt internationaal als het meest effectieve systeem gezien om witwassen te voorkomen
en te bestrijden. Het maakt onderdeel uit van de internationale standaarden van de
Financial Action Task Force (FATF) en de Europese anti-witwasrichtlijnen. Nederland
wordt in internationaal verband periodiek geëvalueerd. Naar verwachting zal de Europese
Commissie begin volgend jaar een evaluatie over de implementatie van de anti-witwasrichtlijn
door de lidstaten opleveren. Daarnaast evalueert de FATF de effectiviteit van de systemen
van de aangesloten landen periodiek. De FATF-evaluatie van Nederland vindt op dit
moment plaats. In juni 2022 ligt de definitieve versie van het rapport voor in de
plenaire vergadering van de FATF. Tot slot verricht de Algemene Rekenkamer op dit
moment onderzoek naar de opbrengsten van de meldketen. Naar verwachting presenteert
de Algemene Rekenkamer haar rapport in het voorjaar van 2022. Uiteraard zal ik de
resultaten van deze evaluaties met uw Kamer delen en aangeven welke lessen uit deze
evaluaties getrokken kunnen worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.