Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Alkaya over het stopzetten van ondernemerskrediet door ABN AMRO
Vragen van het lid Alkaya (SP) aan de Minister van Financiën over het stopzetten van ondernemerskrediet door ABN AMRO (ingezonden 1 december 2021).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën) (ontvangen 14 december 2021).
Vraag 1
Wat vindt u van het feit dat ABN AMRO ondernemers midden in de coronacrisis slapeloze
nachten bezorgt, door hun ondernemerskrediet plotseling stop te zetten?1,
2
Antwoord 1
Ik heb kennis genomen van het stopzetten van het product Ondernemerskrediet door ABN
AMRO. Ik vind het vervelend als ondernemers die zich financieel al in moeilijkheden
bevinden, zich nu extra zorgen maken over de gevolgen van de keuze van ABN AMRO om
dit product stop te zetten.
Navraag bij ABN AMRO leert dat de bank een team heeft ingericht om klanten te begeleiden
met vragen en ze persoonlijke hulp te kunnen bieden. Het team neemt proactief contact
op met klanten die veelvuldig gebruikmaken van het ondernemerskrediet en/of zich in
coronagevoelige sectoren bevinden.
Vraag 2 en 3
Hoe kan het dat ABN AMRO eenzijdig hiertoe kan besluiten?
Dienen ondernemers met een overeenkomst met ABN AMRO niet zelf ook akkoord te gaan
met een ingrijpende wijziging of beëindiging van hun overeenkomst?
Antwoord 2 en 3
ABN AMRO gaat zelf over haar productaanbod en zij kan ervoor kiezen om een product
niet meer aan te bieden. Onder welke voorwaarden en op welke termijn dit mogelijk
is, hangt met name af van wat daarover specifiek is bepaald in de overeenkomst tussen
klant en bank. Ik vind het belangrijk dat financiële instellingen hier zorgvuldig
mee omgaan.
ABN AMRO is van mening dat de bank het krediet op grond van de overeenkomst eenzijdig
kan opzeggen. ABN AMRO zegt dat de bank daarbij rekening houdt met de belangen van
de klant door middel van het aanbieden aan de klant van verschillende mogelijkheden
om het krediet terug te betalen.
Ik kan niet treden in de beoordeling van overeenkomsten tussen een individuele financiële
instelling en haar klanten. Dat is in voorkomend geval voorbehouden aan het Kifid,
indien het krediet onder de Gedragscode Kleinzakelijke Financiering valt, of aan de
rechter.
Vraag 4
Wat is de betrokkenheid geweest van de aandeelhouders, waaronder de staat, bij de
vaststelling van de nieuwe strategie3 waaruit deze keuze van ABN AMRO volgt?
Antwoord 4
Het vaststellen van een nieuwe strategie is een aangelegenheid van de raad van bestuur,
waarop de raad van commissarissen toezicht houdt. ABN AMRO heeft in 2020 de hoofdlijnen
van zijn aangescherpte strategie wel aan mij toegelicht. Deze specifieke kredietfaciliteit
is toentertijd niet aan bod gekomen.
De uitvoering van de strategie en bedrijfseconomische keuzes (bijvoorbeeld over de
kredietverlening aan klanten) zijn bovendien aangelegenheden van de bank zelf. Ik
heb daar als aandeelhouder – mede ingevolge de ACM-maatregelen die verhinderen dat
NLFI noch ik invloed mogen uitoefenen op de commerciële strategie – geen betrokkenheid
bij.
Vraag 5
Deelt u de mening dat klanten, die door ABN AMRO drie opties krijgen aangeboden4, in geen enkele situatie benadeeld mogen worden door deze eenzijdige stap van de
bank?
Antwoord 5
Ik vind het van belang dat een financiële instelling, en in dit geval dus ABN AMRO,
in zulke situaties mogelijke opties voor de klant schetst en aangeeft maatwerk te
willen verrichten, waarbij wordt gezocht naar de best mogelijke oplossing voor de
klant.
Volgens ABN AMRO geldt een opzegtermijn van 12 maanden voor het ondernemerskrediet.
Klanten hebben daarmee een jaar de tijd om het krediet af te lossen, ofwel uit eigen
middelen ofwel met ander krediet. ABN AMRO verwacht dat een groot deel van de klanten
naar kredietverstrekker New10 over kan gaan.
Indien de klant niet in staat is om af te lossen of over te sluiten, kan een betaalregeling
overeengekomen worden. Daarbij wordt het ondernemerskrediet in vijf jaar afgebouwd.
ABN AMRO geeft aan via het team ondernemerskrediet ondersteuning te bieden, passend
bij de specifieke situatie.
Vraag 6
Wat gaat u doen om dit te bewerkstelligen?
Antwoord 6
Ik heb bij ABN AMRO in zijn algemeenheid aandacht gevraagd voor goede communicatie
over de mogelijke opties en gevolgen daarvan. Ik kan mij niet mengen in de individuele
contractuele relatie tussen klant en bank of eventuele geschillen die daaruit voortvloeien.
Indien een klant het oneens is met (de wijze van) beëindiging van het krediet, kan
de klant bij ABN AMRO een klacht indienen via de interne klachtprocedure. Indien het
krediet onder de Gedragscode Kleinzakelijke Financiering valt, kan de klacht ook worden
voorgelegd aan het Kifid. Valt het krediet daarbuiten, dan staat de gang naar de rechter
open.
Vraag 7
Deelt u de mening dat de mogelijkheid voor maatwerk duidelijk opgenomen dient te worden
in de correspondentie met bestaande klanten en dat reeds gecontacteerde klanten ook
hiervan op de hoogte dienen te worden gesteld?
Antwoord 7
Ik vind het belangrijk dat klanten bij een dergelijk besluit tot stopzetten van een
product goed worden geïnformeerd. Daarbij is van belang dat de klant inzicht wordt
geboden in de mogelijke opties en de gevolgen daarvan. Ik verwacht tevens dat ABN
AMRO maatwerk levert waar dit op zijn plaats is en hierover ook goed communiceert.
Vraag 8
Bent u bereid om over het opnemen van de mogelijkheid voor maatwerk in de correspondentie
met bestaande klanten in gesprek te gaan met ABN AMRO?
Antwoord 8
Ik heb bij ABN AMRO aandacht gevraagd voor goede communicatie over de mogelijke opties
en gevolgen daarvan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.