Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kat over de tv uitzending Radar ‘De rol van de gerechtsdeurwaarder’
Vragen van het lid Kat (D66) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de tv-uitzending Radar «De rol van de gerechtsdeurwaarder» (ingezonden 19 oktober 2021).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming), mede namens de Staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 13 december 2021). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 601.
Vraag 1
Bent u bekend met de tv-uitzending van Radar van 18 oktober jl. over «De rol van de
gerechtsdeurwaarder» met als aanleiding de Lekdetectiecentrale en Rijken Gerechtsdeurwaarder
in Den Bosch?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat dit soort praktijken absoluut niet mogen voorkomen?
Antwoord 2
Ja, voor zover het daadwerkelijk gaat om een gerechtsdeurwaarder die willens en wetens
een dubieuze vordering probeert te incasseren vind ik dat dit absoluut niet kan en
mag.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat deze gerechtsdeurwaarders werken in opdracht van een bedrijf
dat achteraf annuleringskosten vraagt, gezien het feit dat het om een beëdigd ambtenaar
gaat met speciale gerechtelijke taken?
Antwoord 3
De gerechtsdeurwaarder speelt geen rol in een overeenkomst die tussen partijen wordt
gesloten. Partijen zijn daarin immers vrij. Wanneer een van beide partijen vervolgens
van mening is dat de ander de overeenkomst niet nakomt, kan deze hierop actie ondernemen
door bijvoorbeeld het opstarten van een incassoprocedure – daarvoor kan een gerechtsdeurwaarder
worden ingeschakeld. Als de vordering wordt betwist, is het aan de schuldeiser om
deze voor te leggen aan de rechter om te oordelen of een partij terecht claimt een
vordering te hebben op de andere partij.
Vraag 4
Wat zijn de mogelijkheden voor de mensen die hierdoor worden getroffen? Zou u hen
adviseren om het bedrag in eerste instantie te betalen?
Antwoord 4
Laat ik vooropstellen dat ik geen algemeen geldend advies kan geven over wat mensen
in een individueel geval zouden moeten doen. Zoals ik in antwoord op vragen van het
lid Van Nispen (SP), Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1075, aangeef, moet eenieder die zich geconfronteerd ziet met een vordering die hij/zij
niet herkent, zich kunnen verweren daartegen. Dat kan door eerst contact te zoeken
met het bedrijf, de incassodienstverlener of gerechtsdeurwaarder. Een dergelijk verweer
dient door de schuldeiser, incassodienstverlener en deurwaarder in behandeling te
worden genomen. De schuldenaar dient vervolgens een reactie te ontvangen op zijn verweer.
Als dit niet tot een gezamenlijke oplossing leidt en de schuldeiser blijft van mening
dat het een vordering heeft op de schuldenaar, dan is het vervolgens aan de schuldeiser,
als eisende partij, om bij de rechter te bewijzen dat er sprake is van een toewijsbare
vordering. De schuldenaar wordt dan gedagvaard en kan zich bij de kantonrechter verweren.
Ik zet me ervoor in dat schuldeisers en schuldenaren in een zo vroeg mogelijk stadium
contact met elkaar hebben over de herkomst en hoogte van de vordering en de betalingsmogelijkheden
hierbij. Juist door de focus op een minnelijke oplossing van schulden voorkomen we
dat schulden gejuridiseerd worden en zowel schuldeisers als schuldenaren de gang naar
de rechter moeten maken met alle daartoe bijkomende kosten. Er zijn verschillende
mogelijkheden waarmee schuldenaren, zowel personen als bedrijven, gratis informatie
kunnen vinden over het traject van minnelijke incasso of een vordering die zij niet
(h)erkennen. Denk bijvoorbeeld aan voorbeeldbrieven, toegang tot verschillende gemeentelijke
initiatieven voor snelle hulp bij het betwisten van een schuld en natuurlijk hulp
van het Juridisch Loket. Niet alles hoeft via een advocaat of rechtsbijstandverzekering
te lopen.
Vraag 5
Specifiek bij deurwaarders gaat het vaak om mensen met minder doenvermogen en minder
middelen die te maken krijgen met deze praktijken, wat kunt u samen met de branche
doen om deze mensen te helpen, het melden makkelijker te maken en tot een oplossing
te komen? En specifiek voor deze mensen in de tv-uitzending van Radar?
Antwoord 5
Zoals ik aangaf in mijn antwoord op vraag 4 treed ik niet in een specifieke individuele
casus, zoals aan de orde in de tv-uitzending van Radar.
Wat betreft het doenvermogen van schuldenaren heeft het kabinet met de Brede Schuldenaanpak
een pakket aan maatregelen getroffen, die schuldenaren weerbaarder moeten maken. Zo
worden mensen op een laagdrempelige manier gestimuleerd om snel hulp te zoeken bij
financiële problemen (o.a. door de campagne ‘De eerste stap helpt je verder? en de
Nederlandse Schuldhulproute), is er aandacht voor laaggeletterdheid (programma Tel
mee met Taal) en zijn er aanvullende maatregelen die rekeninghouden met het doenvermogen
van mensen. De gerechtsdeurwaarders leveren op dit terrein ook een belangrijke bijdrage
door te verwijzen naar schuldhulpverlening of andere hulpverleners. Voorbeeld is ook
de verwijsindex schuldhulpverlening (VISH), een initiatief van de gerechtsdeurwaarders
en de NVVK, waarbij de gerechtsdeurwaarders het mogelijk hebben gemaakt dat in een
vroeg stadium bij hen bekend wordt of iemand in de schuldhulpverlening zit.2
Vraag 6
Wat kunnen mensen doen om onder deze omgekeerde bewijslast uit te komen?
Antwoord 6
Hiervoor verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 4.
Vraag 7
Hoe dient een dergelijk proces rondom betwiste vorderingen te verlopen en hoe vindt
u dat de desbetreffende gerechtsdeurwaarder in de tv-uitzending van Radar heeft gehandeld?
Antwoord 7
Ik kan geen uitspraken doen over een individuele zaak. Voor het proces van een betwiste
vordering verwijs ik u naar mijn antwoord op vraag 4.
Vraag 8
Deelt u de mening dat dit gaat over ongeoorloofde druk of het verkondigen van onwaarheden
zoals beschreven onder artikel 8 en artikel 12 van de Verordening beroeps- en gedragsregels
gerechtsdeurwaarders?
Antwoord 8
Van ongeoorloofde druk zoals bedoeld onder artikel 8 van de Verordening beroeps- en
gedragsregels gerechtsdeurwaarders is sprake wanneer er druk wordt uitgeoefend door
het aankondigen van maatregelen, welke de gerechtsdeurwaarder niet uit hoofde van
zijn opdracht, de wet en de hem verstrekte titel daadwerkelijk kan nemen. Conform
mijn antwoord op vraag 4 onthoud ik mij van een oordeel of in deze individuele casus
sprake is geweest van ongeoorloofde druk.
Vraag 9
Op welke manier wordt er precies toezicht gehouden op gerechtsdeurwaarders en wat
zou dat toezicht in deze gevallen kunnen betekenen?
Antwoord 9
Het Bureau Financieel Toezicht (hierna: BFT) houdt integraal onafhankelijk toezicht
op de gerechtsdeurwaarders.
Dit toezicht bestaat uit zowel financieel toezicht als toezicht op de kwaliteit en
integriteit. Het toezicht bij gerechtsdeurwaarders wordt uitgevoerd door de beoordeling
van periodiek (per kwartaal) ingediende financiële gegevens en door onderzoeken ter
plaatse. Deze toetsingen leidden tot risico-indicaties en risico-classificaties. De
onderzoeken zijn gericht op o.a. financieel kwetsbare kantoren en toezicht op de derdengeldenrekeningen.
Maar ook is er toezicht op speciale thema’s, zoals het in rekening brengen van onterechte
kosten dan wel het maken van onnodige kosten. Een gerechtsdeurwaarder dient namelijk
nauwgezet en zorgvuldig te handelen in financiële aangelegenheden. Hij maakt geen
onnodige kosten. Uiteindelijk kunnen vanuit het toezicht geconstateerde normschendingen
leiden tot een tuchtklacht bij de Kamer voor gerechtsdeurwaarders. Daarnaast kan een
belanghebbende zich op laagdrempelige wijze richten tot de tuchtrechter wanneer deze
van mening is dat er bijvoorbeeld sprake is van ongeoorloofde druk.
Vraag 10
Hoe kijkt u in het licht van de tv-uitzending van Radar naar de genomen stappen om
het verdienmodel van deurwaarders te beperken bij het onnodig verrichten van extra
handelingen? Draagt dit voorbeeld bij aan een maatschappelijk verantwoord (buiten)
gerechtelijk incassostelsel?
Antwoord 10
Het verdienmodel van gerechtsdeurwaarders is -voor zover dat mogelijk is in verband
met de mededingingsregels- aan regelgeving onderworpen. Zie bijvoorbeeld de Verordening
die de grenzen reguleert aan tariefmodellen van gerechtsdeurwaarders.3
Wat betreft het maatschappelijk verantwoord incasseren heb ik uw Kamer, mede namens
de Staatssecretaris van SZW, bij brief van 3 november jl. geïnformeerd over de gesprekken
die hebben plaatsgevonden in het kader van de uitwerking van de motie Van Beukering-Huijbregts
c.s.4 Die motie verzocht het kabinet om te kijken naar het huidige stelsel van maatschappelijk
verantwoorde incasso- en deurwaardersactiviteiten en partijen hierbij te consulteren.
De partijen zelf hebben een paper met tien punten meegegeven. In mijn brief zijn acties
genoemd die dit jaar al in gang worden gezet en aangekondigd dat schulden een thema
is dat, zeker gelet op de post-corona gevolgen, de komende jaren aandacht blijft vragen.
De verschillende rollen van de gerechtsdeurwaarder en de perceptie bij schuldenaren
worden meegenomen in deze verdere uitwerking.5
Vraag 11 en 12
Deelt u de analyse dat uit dit voorbeeld ook blijkt dat een incasso voorafgaand aan
een gerechtelijk traject, maar uitgevoerd door de gerechtsdeurwaarder mensen grote
schrik aan kan jagen? Vindt u dat het voor mensen altijd duidelijk genoeg is welke
instrumenten een (gerechts)deurwaarder wanneer mag inzetten?
Deelt u de mening dat het uitvoeren van incassotaken voor commerciële partijen door
gerechtsdeurwaarders een bepaald spanningsveld oplevert?
Antwoord 11 en 12
Nee, deze mening deel ik niet. Zoals ik ook bij de beantwoording van de vragen van
het lid van Nispen (SP), Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1075 heb aangegeven, kan ik mij voorstellen dat wanneer niet duidelijk zou zijn in welke
hoedanigheid een gerechtsdeurwaarder zijn taken in een specifiek geval uitoefent,
dit tot verwarring kan leiden bij een consument. Gerechtsdeurwaarders dienen vanuit
de geldende beroeps- en gedragsregels zeer zorgvuldig te communiceren naar schuldenaren.
Zij mogen geen maatregelen aankondigen aan iemand, die zij gezien de fase van de vordering
en de rol die zij dan vervullen, niet mogen treffen. Wanneer een gerechtsdeurwaarder
dat wel doet en daarmee oneigenlijke druk uitoefent, is de betreffende gerechtsdeurwaarder
tuchtrechtelijk aansprakelijk.
In aanvulling op hetgeen reeds bij of krachtens de Gerechtsdeurwaarderswet geldt voor
de beroepsgroep, gelden straks ook voor de gerechtsdeurwaarders die incassowerkzaamheden
verrichten de kwaliteitseisen die aan de incassodienstverlening worden gesteld. Het
wetsontwerp Wet kwaliteit incassodienstverlening (Wki) waarin deze kwaliteitseisen
zijn opgenomen, ligt ter behandeling in uw Kamer. Zo is onder meer als eis opgenomen
dat een incassodienstverlener alle relevante informatie aan zowel schuldenaren als
schuldeiser verstrekt en in de communicatie en omgang met deze betrokken partijen
transparant, ondubbelzinnig, herkenbaar en correct is. Bij algemene maatregel van
bestuur worden nog nadere regels hieromtrent vastgesteld.
Pogingen van een schuldeiser om via een incassodienstverlener of gerechtsdeurwaarder
zaken eerst minnelijk te regelen, past juist bij wat maatschappelijk mag worden verwacht.
Een voorbeeld hiervan is het treffen van een betalingsregeling of een laatste aanschrijving
voordat een dagvaarding wordt uitgebracht. Wanneer een gerechtsdeurwaarder dreigt
met maatregelen waarvoor geen (wettelijke) grondslag is of geen toestemming is verkregen
van de opdrachtgever kan hierover een klacht ingediend worden bij de tuchtrechter.
Vraag 13
Kunt u aangeven hoe het staat met het onafhankelijke tuchtrecht van deze beroepsgroep,
wat de cijfers zijn met betrekking tot gegronde klachten, betwiste vorderingen en
onzorgvuldig handelen?
Antwoord 13
Gerechtsdeurwaarders hebben in 2020 1.770.400 ambtshandelingen verricht.6 Dat is een deel van het totaal aan werkzaamheden dat de gerechtsdeurwaarder verricht
en waarover potentieel een klacht kan worden ingediend. Hierbij dient opgemerkt te
worden dat tuchtklachten ook ingediend kunnen worden voor de nevenactiviteiten die
naast de ambtshandelingen verricht worden. Uit de cijfers van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders
blijkt dat in 2020 623 nieuwe klachten zijn geregistreerd, waaronder negen door het
BFT.7 605 zaken werden dat jaar afgehandeld door de Kamer. In die zaken waar sprake was
van een gegrondverklaring zijn de volgende maatregelen opgelegd: 12 waarschuwingen,
16 berispingen, 6 geldboetes, 5 schorsingen, 4 ontzettingen uit het ambt en 5 gegrondverklaringen
zonder oplegging van een maatregel.
Vraag 14
Is er wat u betreft sprake van voldoende rechtsbescherming voor mensen die te maken
hebben met incasso en gerechtsdeurwaarders?
Antwoord 14
Ja. Ik verwijs u naar mijn antwoord op de vragen 8 en 9 op vragen van het lid Van
Nispen (SP), Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1075.
Vraag 15
Hoe staat het met de aanpak van frauderende gerechtsdeurwaarders?
Antwoord 15
In de gevallen dat daar sprake van zou zijn, ligt dat toezicht bij het BFT en voor
het tuchtrechtelijk oordeel bij de Kamer voor gerechtsdeurwaarders.
Vraag 16
Bent u bereid om deze vragen te beantwoorden voor het commissiedebat Armoede- en Schulden
van 11 november 2021?
Antwoord 16
Het commissiedebat Armoede en Schulden is verzet naar 15 december 2021. Deze vragen
worden daarvoor beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
A.D. Wiersma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.