Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
35 984 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022 (Incidentele suppletoire begroting inzake verwerving kunstwerk)
Nr. 7 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 15 december 2021
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, belast met het voorbereidend
onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm
van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 10 december 2021 voorgelegd aan de Minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap. Bij brief van 13 december 2021 zijn ze door de Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De fungerend voorzitter van de commissie, Tellegen
De griffier van de commissie, De Kler
1
Hoe vaak is er in het verleden een kunstaankoop door de Staat gedaan? Kunt u de kunstaankopen
noemen met bijbehorende bedragen?
Alleen bij hoge uitzondering wordt er door de Staat kunst aangekocht. Voorbeelden
daarvan zijn Victory Boogie Woogie van Mondriaan voor 82 miljoen gulden (in 1997) en de huwelijksportretten van Marten
en Oopjen van Rembrandt (in 2016, samen met Frankrijk). Nederland heeft daaraan € 80
miljoen bijgedragen. In de regel ondersteunt de Minister van OCW aankopen via de aankoopregeling
Incidentele Aankopen van het Mondriaan Fonds, eventueel aangevuld met bijdragen uit
het museaal aankoopfonds.
2
Hoeveel geld zit er op dit moment in het museaal aankoopfonds? Hoeveel geld daarvan
is afkomstig uit publiek geld?
Op dit moment zit er € 39 miljoen in het Museaal Aankoopfonds. Dit fonds bestaat volledig
uit publiek geld.
3
Gaat de besteding aankoop ten koste van de OCW-steun voor de cultuursector?
Nee.
4
Wat is het oordeel van het kabinet op amendement van het lid Westerveld over steun
aan de culturele en creatieve sector (Kamerstuk 35 984, nr. 5)?
Het amendement Westerveld c.s. zie ik niet zozeer in het licht van deze voorgenomen
aanschaf maar meer tegen de achtergrond van de steun die bestemd is voor de culturele
en creatieve sector, gegeven de beperkende maatregelen die deze sector raken. Het
gaat tot nu toe om € 1,7 miljard aan specifieke steun en € 1,5 miljard aan generieke
steun voor instellingen, bedrijven en zelfstandigen in de culturele en creatieve sector.
Omdat inmiddels een aanvullend specifiek steunpakket wordt uitgewerkt (zie ook antwoord
op vraag 13), wordt dit amendement ontraden.
5
Hoeveel steun is naar de creatieve en culturele sector gegaan, zowel vanuit de generieke
steunpakketten, als uit de specifieke cultuur-steunpakketten sinds het uitbreken van
de coronacrisis?
Zie antwoord op vraag 4.
6
Hoeveel andere biedingen zijn er gedaan op het schilderij «De Vaandeldrager»?
Het is ons niet bekend of en zo ja, hoeveel andere biedingen er zijn gedaan op dit
schilderij.
7
Waren de andere bieders vooral particulieren die het schilderij na verwerving uit
het openbare domein zouden houden en deze daarmee zouden onttrekken aan het bereik
van museumbezoekers en buitenlandse toeristen in Nederland?
Zie antwoord op vraag 6
8
Waarop is het bod van € 175 miljoen gebaseerd?
Het bod is gebaseerd op de vraagprijs die de verkopende partij aan de Staat heeft
kenbaar gemaakt. Aan dit bod gingen de onderhandelingen vooraf die het Rijksmuseum
met de verkoper heeft gevoerd. Bij het beoordelen of dit een redelijke prijs was,
heb ik mij laten leiden door een taxatierapport uit 2018, dat door het Rijksmuseum
met mij is gedeeld, waaruit bleek dat dit een redelijke prijs is.
De kunstmarkt kent net als andere markten opwaartse prijseffecten waardoor de huidige
prijs van € 175 miljoen geen onredelijke is ten opzichte van die in 2018 toen de waarde
op € 165 miljoen geschat werd.
Dergelijke topwerken zijn internationaal zeer geliefd en gezocht door verzamelaars
over de hele wereld.
Rembrandt is net als Vermeer, Van Gogh, Da Vinci en Picasso hors catégorie. Kunstwerken uit deze «buitencategorie» zijn buitengewoon kostbaar. Het schilderij
De kaartspelers van de Franse impressionist Paul Cézanne, is in 2011 verkocht voor
$ 259 miljoen. Leonardo’s Salvator Mundi is in 2017 verkocht voor $ 450,3 miljoen.
De portretten van Marten en Oopjen zijn in 2016 voor € 160 miljoen verworven. Deze
portretten zijn in opdracht geschilderd toen Rembrandt nog werkzaam was in het atelier
van Uylenburgh. Dit schilderij is het eerste dat hij als zelfstandig kunstenaar schilderde.
De kwaliteit van dit werk van Rembrandt is exceptioneel, zowel artistiek als qua toestand.
Bovendien markeert het Rembrandts artistieke doorbraak.
De internationale kunsthandel is grillig en de prijzen voor de belangrijkste unieke
kunstwerken laten zich moeilijk een op een met elkaar vergelijken.
9
Verdient of verliest de Staat der Nederlanden indien de aankoop zou doorgaan? Op welke
wijze wordt dit berekend?
Als de aankoop doorgaat, verruilt de Staat der Nederlanden een geldbedrag van € 150
miljoen voor een schilderij met een aankoopwaarde van € 175 miljoen. Dit wordt niet
zichtbaar in de begrotingsadministratie omdat het rijk een kas-verplichtingenstelsel
hanteert en geen baten-lastenstelsel, waarin de waarde van het schilderij onderdeel
zou uitmaken van het eigen vermogen. De aankoop is echter niet ingegeven door financiële
overwegingen, maar door het belang van het schilderij voor de Nederlandse cultuur
en samenleving. In die zin is de waarde niet in geld uit te drukken.
10
Kunt u aangeven hoe de Kamer het saldo van het museaal aankoopfonds kan terugvinden
en hoe zij de budgettaire verwerking van hetgeen in de brief van 8 december jl. (Parlis-zaaknummer
2021Z22845) wordt aangekondigd kan volgen en in de toekomst dit saldo ook kan blijven volgen?
De stand van het museaal aankoopfonds en de mutaties in het afgelopen jaar worden
jaarlijks zichtbaar in het financieel jaarverslag van OCW, onderdeel saldibalans.
De budgettaire gevolgen van de aankoop zijn verwerkt in de eerste Incidentele Suppletoire
Begroting bij de OCW-begroting 2022.
11
Kan u aangeven hoe tot de hoogte van het bedrag van € 19 miljoen is gekomen als onttrekking
uit het museaal aankoopfonds?
Er is gekozen voor een bijdrage van € 19 miljoen uit het museaal aankoopfonds. Er
blijft € 20 miljoen achter in het fonds. Het instrument blijft daarmee beschikbaar
om andere aankopen te ondersteunen en ten behoeve van de Indemniteitsregeling voor
de museale sector.
12
Als een oppositiepartij een voorstel had geschreven voor de aankoop van dit schilderij
met dezelfde dekking, was u dan ook akkoord gegaan?
Het kabinet heeft het belang van dit schilderij gezien en ongeacht door wie het voorstel
aangedragen zou zijn is ze van mening dat dit een goede bijdrage is aan de Collectie
Nederland.
13
Kunt u uitleggen waarom er geen geld is voor extra steun aan culturele en creatieve
zzp’ers, en dat deze groep naar de bijzondere bijstand wordt verwezen, maar er nu
wel ineens € 150 miljoen is om deze aankoop te doen?
De culturele sector is een zwaar getroffen sector door de covid-19-maatregelen. Het kabinet heeft daarom ruim € 1,7 miljard specifieke steun beschikbaar
gesteld aan deze sector. Dit komt bovenop het gebruik van de generieke maatregelen
door de culturele sector, in totaal meer dan € 1,5 miljard sinds het begin van de
coronacrisis. Hiermee houden we de sector in stand en behouden we een rijk en divers
cultureel aanbod. Via de steunpakketten voor cultuur is ook gericht steun gekomen
voor makers en zelfstandigen in de culturele en creatieve sector, waarmee vele duizenden
makers en zzp’ers zijn ondersteund. Uw Kamer wordt separaat geïnformeerd over de inzet
op het ondersteunen van makers en zzp’ers in de culturele sector, zoals toegezegd
aan uw Kamer in het debat over het nieuwe steunpakket corona van 8 december jl.
Op dit moment wordt daarnaast gewerkt aan de uitwerking van het steunpakket voor de
periode 28 november tot en met 31 december 2021. Hierover wordt uw Kamer aankomende
dinsdag door het kabinet geïnformeerd. In januari 2022 volgt een meer gedetailleerde
uitwerking.
14
Waar komt de € 131 miljoen vandaan die generaal op de OCW-begroting wordt bijgeboekt?
De € 131 miljoen komt uit de algemene middelen, ofwel ten laste van het saldo.
15
Met het oog op de € 131 miljoen die generaal op de OCW-begroting wordt bijgeboekt,
klopt het dat u niet akkoord gaat met een dergelijke dekking als deze door een oppositiepartij
wordt aangeleverd? Zo ja, waarom is dit nu wel een geldige dekking?
Het kabinet weegt bij elke begrotingswet de inzet van middelen af tegen de problematiek/wensen
en de financiële kaders en doet dan een voorstel aan de Tweede Kamer. Gezien het belang
van dit schilderij is het kabinet van mening dat dit een goede bijdrage is aan de
Collectie Nederland, ongeacht wie het voorstel zou hebben aangedragen.
16
Voor in totaal € 44,0 miljoen zal er een desaldering plaatsvinden op zowel de uitgaven
als de ontvangsten, wat betekent dit?
Een desaldering is een begrotingsadministratieve term die betekent dat de uitgaven
en ontvangsten gelijktijdig met hetzelfde bedrag worden verhoogd. Dit maakt het mogelijk
om ontvangsten in te zetten voor daarmee samenhangende uitgaven. In dit geval komen
de bijdragen van de Vereniging Rembrandt (€ 15 miljoen), het Rijksmuseum (€ 10 miljoen)
en het museaal aankoopfonds (€ 19 miljoen) als ontvangst binnen op de OCW begroting.
Door de uitgaven met hetzelfde bedrag (€ 44 miljoen) te verhogen kunnen deze bedragen
worden besteed aan de aankoop van het schilderij. De desaldering heeft geen gevolgen
voor het begrotingssaldo.
17
Is het geld van de Vereniging Rembrandt en het Rijksmuseum al bijgelegd? Zo nee, wanneer
gebeurt dat?
Er zijn van De Vereniging Rembrandt en Het Rijksmuseum toezeggingen tot een bijdrage
ontvangen. Zolang de aankoop nog niet is gedaan, is er geen sprake van overdracht
van middelen van de Vereniging Rembrandt en het Rijksmuseum aan de Staat. Zodra de
aankoop is uitgevoerd, zal in kort tijdsbestek het financiële deel tussen de genoemde
partijen worden geregeld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
E.C.E. de Kler, griffier
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.