Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kat over het artikel 'Geregistreerde Schuld Regeling ontvangen'
Vragen van het lid Kat (D66) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het artikel «Geregistreerde Schuld Regeling ontvangen» (ingezonden 11 oktober 2021).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming), mede namens de Staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 9 december 2021). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 550.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Geregistreerde Schuld Regeling ontvangen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Bent u het eens met de schrijvers van het artikel dat er momenteel onnodige kosten
worden gemaakt door herhaaldelijke beslaglegging, die voor de rekening komen van de
schuldenaar?
Bent u het ermee eens dat deze kosten zoveel mogelijk voorkomen moeten worden en dat
zowel schuldeisers als de schuldenaar baat bij overzicht hebben over alle lopende
beslagleggingen?
Antwoord 2 en 3
Laat ik vooropstellen dat herhaaldelijke beslaglegging met alle kosten van dien soms
noodzakelijk kan zijn om openstaande rekeningen betaald te krijgen door een schuldenaar
die wel kán, maar niet uit zichzelf wíl betalen. Dit wordt anders indien een schuldenaar
over onvoldoende betaalcapaciteit beschikt om alle openstaande vorderingen te voldoen.
Als dan vervolgens verschillende schuldeisers via verschillende gerechtsdeurwaarders
hun vorderingen door middel van beslaglegging proberen te innen, verliest het invorderingsproces
haar effectiviteit. In een dergelijke situatie worden onnodige kosten gemaakt en in
rekening gebracht bij de schuldenaar. Ik deel derhalve met u dat dit zoveel mogelijk
dient te worden voorkomen.
Dat raakt ook de kern van de thematafelgesprekken van afgelopen zomer over mogelijke
verbeteringen op het terrein van schulden, incasso’s en deurwaarderij. Hierover heb
ik uw Kamer geïnformeerd in de kabinetsbrief van 3 november 2021.2 Transparantie over de aflossingscapaciteit van schuldenaren, zoals een overzicht
van lopende beslagen, is een van de suggesties die is aangedragen door gespreksdeelnemers
in de gezamenlijke verslagpaper, die als bijlage bij de brief is meegestuurd. Zo kunnen
kleine schulden, klein blijven en snel worden opgelost.
Het kabinet is het ermee eens dat schuldenaren en schuldeisers baat hebben bij inzicht
in lopende beslagen op periodiek inkomen. Daarom bereidt de Staatssecretaris van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid het wetsvoorstel Wet stroomlijning keten derdenbeslag voor.
Het voorstel heeft tot doel de gegevensuitwisseling te verbeteren tussen partijen
die beslag kunnen leggen op inkomen. Daarvoor zal een ICT-voorziening worden gebouwd
waarmee gerechtsdeurwaarders, gemeenten, waterschappen, UWV, de SVB, het CJIB, het
LBIO en de Belastingdienst informatie kunnen uitwisselen. Op die manier kan het bestaansminimum
beter worden geborgd van mensen op wiens inkomen verschillende beslagen zijn gelegd
en kunnen onnodige proces- en executiekosten zoveel mogelijk worden voorkomen.
Vraag 4
Wat is uw reactie op het voorstel van de geregistreerde schuldenregeling en welke
potentiele nadelen en/of risico’s ziet u?
Antwoord 4
Het voorstel van de geregistreerde schuldenregeling kwam ook ter sprake tijdens de
thematafels. Gespreksdeelnemers herkennen zich in het probleem dat werd geadresseerd
en zien voordelen. Tegelijkertijd werden ook enkele kanttekeningen geplaatst. Daarom
kwam het voorstel als zodanig niet terug in de gezamenlijke paper van partijen. Ik
zie wel aanknopingspunten, zoals bijvoorbeeld de aanbeveling uit de paper tot coördinatie
van de samenwerking tussen incassobureaus, gerechtsdeurwaarders en schuldhulpverleners
en de regisserende rol die een deurwaarder daarin kan hebben. Ik betrek het voorstel
derhalve bij de aangekondigde verdiepingsslag en ga daarbij ook in gesprek over de
discussiepunten hoe dit precies uitgewerkt zou kunnen worden en welke schulden dit
zou kunnen betreffen.
Vraag 5
Ziet u extra risico’s op fraude en negatieve effecten voor de rechtsbescherming van
de schuldenaar vanwege het wegvallen van de rol van de rechter?
Antwoord 5
Ik onthoud mij van een inhoudelijke reactie en beoordeling van de risico’s op fraude
en negatieve rechtsbescherming van de schuldenaar omdat ik nog niet vooruit wil lopen
op de hiervoor genoemde verdiepingsslag. Ik kan u wel verzekeren dat deze mogelijke
effecten bij de nadere uitwerking zullen worden meegewogen.
Vraag 6
Is er een wetswijziging nodig om dit voorstel te realiseren en zo ja, welke?
Antwoord 6
Evenmin kan ik nu al beoordelen of voor het voorstel zoals dat thans voorligt, wetswijziging
nodig is. De titelverschaffing is in ieder geval een onderdeel van het voorstel dat
wettelijk is voorbehouden aan de rechter. Ik sluit niet uit dat we uitkomen op oplossingen
waarvoor geen wetswijziging nodig is. Mijn insteek is om met partijen vooral gezamenlijk
te bekijken wat op de korte termijn in praktijk kan worden gebracht.
Vraag 7
Welke overige maatregelen ziet u om kosten voor de schuldenaar te reduceren en overzicht
te creëren?
Antwoord 7
De hiervoor aangehaalde kabinetsbrief bevat een rijke opbrengst van suggesties om
de kosten voor de schuldenaar te reduceren en overzicht te creëren. Langs de actielijnen
die in de kabinetsbrief zijn benoemd ga ik voortvarend met partijen aan de slag om
deze suggesties in onderlinge samenhang om te zetten tot concrete maatregelen.
Verder heeft het in antwoord 3 genoemde wetsvoorstel Wet stroomlijning keten derdenbeslag
mede tot doel om onnodige proces- en executiekosten zoveel mogelijk te voorkomen.
Vraag 8
Hoe staat u tegenover het systeem van centrale beslagregistratie zoals in België gangbaar
is, waar gerechtsdeurwaarders zonder tussenkomst van een rechter een betalingsbevel
kunnen uitvaardigen?
Antwoord 8
U doelt in uw vraag op de Belgische «Inning van Onbetwiste Schuldvorderingen tussen
bedrijven» (de zogenoemde IOS-procedure). Het WODC heeft in 2019 onderzoek gedaan
naar de meerwaarde van de introductie van een soortgelijke procedure in Nederland.3 In de brief van 20 maart 2019 heb ik in mijn reactie op het onderzoeksrapport gemotiveerd
aangegeven om de IOS-procedure niet in Nederland in te voeren.4 Die boodschap heb ik daarna richting uw Kamer meerdere keren herhaald.5
Vraag 9
Wat zijn de voor- en nadelen van dit systeem in België ten opzichte van het huidige
stelsel in Nederland en whitepaper «Een geregistreerde schuldregeling door de gerechtsdeurwaarder»?
Antwoord 9
De procedure is tot dusverre in België alleen van toepassing op incassogeschillen
tussen bedrijven (B2B). Het WODC-rapport is kritisch over de beperkte ambtelijke toets
in het Belgische model. Het voorstel in de whitepaper gaat een stap verder en beoogt
de gerechtsdeurwaarder de bevoegdheid te geven zelf een executoriale titel af te geven.
Het verlenen van een executoriale titel door de gerechtsdeurwaarder (die zowel in
de incassofase als de tenuitvoerleggingsfase als opdrachtnemer van de schuldeiser
optreedt) kan op gespannen voet komen te staan met artikel 112 van de Grondwet waarin
is vastgelegd dat de beslechting van geschillen over burgerlijke rechten en schuldvorderingen
exclusief aan de rechterlijke macht is opgedragen. Tijdens de thematafelgesprekken
werd het belang van een rechterlijke onafhankelijke toets nog eens onderstreept, niet
in de laatste plaats door de rechtspraak zelf.
Wel is er een breed gedragen wens om met alle partijen goed te bekijken hoe onder
regie van een gerechtsdeurwaarder een collectieve afwikkeling van schulden kan worden
gerealiseerd, die zich niet alleen beperkt tot de vorderingen die onder een beslag
vallen maar waarbij ook openstaande rekeningen kunnen worden meegenomen waarvoor nog
geen gerechtelijke titel is verkregen.
Vraag 10
Zijn er overige voorbeelden bekend vanuit het buitenland waar men er in geslaagd is
om de kosten bij beslaglegging te verlagen?
Antwoord 10
Nee, mij is geen recent internationaal vergelijkend onderzoek naar de verlaging van
de kosten bij beslaglegging bekend. Wel is in het verleden onderzoek gedaan naar speciale
procedures die landen om ons heen hebben ingevoerd om snel en goedkoop een executoriale
titel te kunnen krijgen.6 Zo kent Duitsland de zogenoemde Mahnverfahren, de gerechtelijke aanmaningsprocedure die de tenuitvoerlegging van geldvorderingen
vereenvoudigt.
Vraag 11
Bent u bereid om deze vragen te beantwoorden voor het commissiedebat Armoede- en Schulden
van 11 november 2021?
Antwoord 11
Ja, en het commissiedebat is uitgesteld tot 15 december 2021.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
A.D. Wiersma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.