Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Aukje de Vries over het bericht ‘Nederland gedraaid over geldigheid coronapas EU’
Vragen van het lid Aukje de Vries (VVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Nederland gedraaid over geldigheid coronapas EU» (ingezonden 2 december 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Nederland gedraaid over geldigheid coronapas EU»? Klopt
dit bericht? Zo nee, wat is dan de situatie?1
Antwoord 1
Ik ben bekend met het bericht. Hoewel we zien dat de bescherming tegen ernstige ziekte
en sterfte met de vaccins hoog blijft, zien we dat met name voor ouderen deze bescherming
wel enigszins daalt na verloop van tijd. Mede door het opkomen van de Omikronvariant
ontstond er een nieuwe situatie, waarin diverse lidstaten eenzijdig kozen voor het
instellen van geldigheidsduur van vaccinatiecertificaten. Het kabinet vindt dit onwenselijk
en blijft zich inzetten voor het voorkomen van een lappendeken aan maatregelen, en
pleit daarmee voor zoveel als mogelijk Europese coördinatie van maatregelen zoals
de geldigheidsduur van vaccins.
Vraag 2
Welk voorstel ligt op tafel bij de EU Gezondheidsraad d.d. 6 december 2021? Welk standpunt
gaat het kabinet daar innemen?
Antwoord 2
Het Sloveens Voorzitterschap beoogt spoedig een politiek akkoord te bereiken voor
de herziening van de Raadsaanbeveling 2020/1475 betreffende een gecoördineerde aanpak
van de beperking van het vrije personenverkeer, in reactie op de COVID-19-pandemie.
Het voorstel kwam op 25 november 2021 uit. Een appreciatie van dit voorstel kwam uw
Kamer reeds separaat toe.2 Ik heb mij tijdens de EU Gezondheidsraad van 7 december uitgesproken voor het voorkomen
van een lappendeken en daarmee zo veel als mogelijk Europese gecoördineerde aanpak
van maatregelen, waaronder de geldigheidsduur van een vaccinatiebewijs. Ik heb daarbij
uitgesproken dat het kabinet zich kan vinden in de voorgestelde geldigheidsduur van
9 maanden.
Vraag 3
Mag aangenomen worden dat het kabinet nog geen definitief (afwijkend) standpunt inneemt
tijdens de eerstvolgende EU Gezondheidsraad, zonder gedegen overleg met de Tweede
Kamer?
Antwoord 3
Op 3 december jl. heeft het kabinet haar Kabinetsappreciatie Herziening Raadsaanbeveling
2020/1475 betreffende een gecoördineerde aanpak van de beperking van het vrije personenverkeer,
in reactie op de COVID-19-pandemie van het voorstel met de Kamer gedeeld. Omwille
van een tijdige informatievoorziening en gelet op de snelheid van het Brusselse besluitvormingsproces
is deze uw Kamer toegegaan middels genoemde appreciatie ter vervanging van een BNC-fiche.
Dit is conform de EU-informatievoorzieningsafspraken voorafgaande aan EU-besluitvorming.
Tijdens de EU-Gezondheidsraad van 7 december jl. heb ik dit standpunt uitgedragen.
Er lag geen besluitvorming voor aan de EU gezondheidsraad.
De Tweede Kamer kan desgewenst in gesprek gaan met het kabinet over haar appreciatie
van het voorstel. Er heeft in Brussel nog geen definitieve besluitvorming plaatsgevonden.
Het Sloveense voorzitterschap zet in op besluitvorming in Brussel in de eerste helft
van december.
Vraag 4
Kunt u aangeven hoe dit bericht strookt met de aangekondigde kabinetsappreciatie op
de voorstellen van de Europese Commissie omtrent de geldigheidsduur van vaccinatiecertificaten,
die de Kamer nog moet ontvangen?
Antwoord 4
De kabinetsappreciatie die uw Kamer intussen is toegekomen weerspiegelt het standpunt
van het kabinet.
Vraag 5
Kunt u aangeven hoe dit bericht strookt met de uitspraak van uw ministerie in de Telegraaf
dat de voorgestelde geldigheidsduur van negen maanden voor vaccinatiecertificaten
te kort is?
Antwoord 5
Nederland vindt het belangrijk dat de regels met betrekking tot de inzet van het Digitaal
Corona Certificaat (DCC) om het reizen binnen Europa te faciliteren door lidstaten
zo veel mogelijk gelijk worden gehanteerd. Dat is in het belang van het vrij verkeer
van personen in de EU. Er waren nog geen Europese afspraken over de geldigheidsduur
van vaccinatiecertificaten. Diverse landen hebben zelf het initiatief genomen tot
het vaststellen van een geldigheidsduur voor vaccinatiecertificaten. Om eenheid te
bewaren en op basis van advies van het ECDC heeft de Europese Commissie een voorstel
gedaan voor de Europese vaststelling van een geldigheidsduur van het vaccinatiebewijs
van 9 maanden. Hoewel we zien dat de bescherming tegen ernstige ziekte en sterfte
hoog blijft, zien we dat met name voor ouderen deze bescherming wel enigszins daalt
na verloop van tijd. Onder ander het ECDC en de Gezondheidsraad raden aan om een booster
toe te dienen met een minimale interval van 6 maanden. Het kabinet denkt dat de voorgestelde
9 maanden (zes maanden t.b.v. de interval plus drie maanden voor lidstaten om de uitvoering
te organiseren) voldoende onderbouwd is en een veilige en doeltreffende manier is
om EU-coördinatie van regels te bevorderen en reizen in Europa mogelijk te maken en
houden, en steunt daarom dit voorstel.
Vraag 6
Hoe kan het dat de beantwoording van het schriftelijk overleg EU Gezondheidsraad d.d.
6 december nog naar de Tweede Kamer moet worden gestuurd en dat er blijkbaar van standpunt
wordt veranderd zonder dat de Tweede Kamer daar iets over heeft kunnen zeggen?
Antwoord 6
Het standpunt van het kabinet is verwoord in de kabinetsappreciatie van 3 december
jl.
Vraag 7, 8, 9, 10
Welke groepen mensen kunnen wanneer in de knel komen wanneer de geldigheid van de
coronapas in de EU naar negen maanden gaat?
Begrijpt u dat door dit soort berichtgeving mensen in onzekerheid zijn en dat goede
communicatie van belang is?
Hoe wordt voorkomen dat mensen die binnenkort willen gaan reizen in de knel komen
met dit eventuele nieuwe besluit?
In welke mate moet de boostercampagne worden versneld om te voorkomen dat mensen met
deze nieuwe eventuele geldigheidsduur in de knel komen?
Antwoord 7, 8, 9, 10
Het kabinet streeft ernaar een ieder die dat wil in de zevende maand na het voltooien
van de primaire vaccinatiecyclus, te voorzien van een boosterprik. Parallel zet Nederland
zich in Europees verband in voor het gezamenlijk afspreken van de geldigheidsduur
van een vaccinatiecertificaat, zoals hierboven aangegeven. Nederland pleit ervoor
hierbij – zoals ook de Commissie voorstelt – geen onderscheid te maken in type vaccins.
Deze inzet is erop gericht dat geen enkele groep mensen in de knel komt, ook niet
als zij de komende weken/maanden van plan zijn binnen Europa te reizen. Ik ben mij
er van bewust dat een goede communicatie hieromtrent erg belangrijk is.
Vraag 11
Wat is de positie van de Tweede Kamer in dit geheel?
Antwoord 11
Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 3.
Vraag 12
Welke procedurele stappen moeten genomen worden wil de regelgeving in de EU met betrekking
tot de geldigheidsduur van de coronapas aangepast kunnen worden en welk tijdspad hoort
daarbij?
Antwoord 12
Het Sloveense voorzitterschap beoogt spoedig een politiek akkoord te bereiken voor
de herziening van de Raadsaanbeveling 2020/1475 betreffende een gecoördineerde aanpak
van de beperking van het vrije personenverkeer, in reactie op de COVID-19-pandemie.
Initieel stelde de Commissie voor om deze vervolgens op 10 januari in werking te doen
treden. In de onderhandelingen blijkt dat dit mogelijk iets later zou kunnen worden.
Omdat dit een Raadsaanbeveling betreft kunnen lidstaten hier vervolgens gemotiveerd
van afwijken. Om deze reden heeft de Europese Commissie aangegeven de geldigheidstermijn
van 9 maanden mogelijk ook vast te willen leggen in een gedelegeerde handeling op
grond van de DCC verordening. Het tijdspad daaromtrent is op dit moment niet bekend;
de Europese Commissie heeft hiertoe het recht van initiatief.
Vraag 13
Bent u bereid deze vragen binnen een week te beantwoorden?
Antwoord 13
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.